nhoudsopgave nhoudsopgave ......6 Constructie en werking Technische gegevens ......8 .
Pagina 3
nhoudsopgave Uitvoeringen Inbedrijfname via locale interface (SSP) ....48 Storing ........48 Nulpuntsinregeling .
Pagina 4
Deskundig transport en correcte opslag van het apparaat is een absolute voor- waarde. Het met de CE-markering uitgeruste instrument voldoet aan de ei- pmerking: sen uit de richtlijn 94/9/EG en de richtlijn 89/336/EWG. De conformiteitsverklaring vindt u onder http://www.samson.de. B 8384-2 NL...
Pagina 5
Wijzigingen van de firmware Wijzigingen van de firmware-klepstandsteller t.o.v. voorgaande uitvoeringen Nieuw 1.01 1.10 Via de seriële interface (Serial Interface) en de Serial Interface Adapter kan de klepstandsteller met TROVIS-VIEW worden ingesteld en bediend. Extra statusmeldingen werden geïmplementeerd: Code - geen noodloopeigenschap Code - fout laden programma Aanwijzing aantal nulpuntsinregelingen sinds de laatste initialisatie.
De klepstandsteller is afhankelijk van de keu- de gewenste waarde. ze van de toebehoren uitgevoerd voor direc- De beluchting voedt de pneumatische ver- te aanbouw op SAMSON-aandrijvingen sterker (7) en de drukregelaar (8). type 3277 of de aanbouw op aandrijvin- Een tussengeschakelde, vast ingestelde door- gen conform NAMUR (IEC 60534-6).
Pagina 7
Constructie en werking standmelder de mogelijkheid een storings in Uitvoering met magneetventiel ij uitval van de voedingsspanning voor het de klepstandsteller te signaleren via een magneetventiel (12), wordt de voedingsdruk meldstroom van < 3,8 mA of >20,5 mA. voor de i/p-module naar de atmosfeer ont- Uitvoering met inductieve eindschakelaar lucht.
Eisen conform EN 61000-6-2, EN 61000-6-3 en NE 21 voldaan. Explosieveiligheid P B 00 A EX 2158 en P B 03 A EX 2016 X, zie appendix Beschermingsklasse IP 65 Communicatie (lokaal) SAMSON SSP-interface en Serial Interface Adapter Software ROVIS-VIEW met databasemodule 3730-2 B 8384-2 NL...
Pagina 9
Technische gegevens Binaire contacten 1 storingsmeldcontact, 2 softwarematige grenswaardecontacten met configureerbare grenswaarden, ompoolbeveiligd. Niet x Signaaltoestand: Ω ≥ Geleidend (R = 348 Niet aangesproken: 2,1 mA niet aangesproken: ≤ Geblokkeerd Aangesproken: 1,2 mA aangesproken: Alleen voor aansluiting op Bedrijfsspanning Instrumenten tot modelnr../9000 alleen voor schakelversterker conform aansluiting op schakelversterkers conform EN 60947- EN 60947-5-6...
Deze zijn met bestelnummer opgesomd in de tabellen 1 t/m 5. De in tabel 1 t/m 4 genoemde sla- gen zijn nominale slagen voor SAMSON- ventielen. Voor andere slagen bij aanbouw conform NAMUR geldt de toekenning van Tabel 1 Bestelnr.
Pagina 11
Aanbouw op regelventiel aanbouwdelen en toebehoren Tabel 3 Aanbouw aan NAMUR-rib of stangenaanbouw (IEC 60534-6) zie fig. 5 Slag in mm Voor aandrijving Bestelnr. Hefboom 3271-5 met 60/120 cm op microventiel type 3510 1400-7457 Zonder, (hefboom M is Aandrijvingen van anderen en type 3271 met 120 tot 5 ...
Directe aanbouw 2. Directe aanbouw van de steldrukaansluiting bevestigen, de opgeplakte vlakke pakking (14) 2. . Aandrijving type 3277-5 moet naar het juk wijzen. 5. Slag 15 mm: De benodigde aanbouwdelen en de toebe- Op hefboom M (1) op de achterzijde horen zijn in tabel 1 op blz.
Directe aanbouw 2. .2 Aandrijving type 3277 komstig verstellen en de as van de klep- standsteller bij geopend deksel aan de De benodigde aanbouwdelen en de toebe- kap resp. de knop (fig. 16) vasthouden. horen zijn in tabel 2 op blz. 10 opgesomd De hefboom (1) moet door veerkracht met de bijbehorende bestelnummers.
Pagina 15
Directe aanbouw hefboom 12.2 plug resp. aansluiting moer voor externe schotelveer leidingverbinding aftaststift schakelplaat meenemer vlakke pakking 10 14 afdekplaat vormpakking deksel afdichting verbindingsblok 12.1 schroef Hefboom M Uitbreken van de afdekplaat (10) Aanzicht A SUPPLY ingaand uitgaand 12.1 12.2 Membraanstang Aanzicht B Verbindingsblok (oud)
(3) samen met de bou- der selecteren. ten (14) en schroeven (14.1) worden be- Wanneer in plaats van de standaard vestigd. aangebouwde hefboom M met aftast- Slagtabel bij aanbouw conform I C 60534-6 (NAMUR) SAMSON-ventielen Andere ventielen Benodigde oegekende hefboom stiftpositie Nom. slag mm min.
Pagina 17
Aanbouw conform EC 60534-6 Stangenaanbouw Aanbouw aan NAMUR-rib Extra hoekstuk bij 2800 cm aandrij- ving, Hefboom XL en L hefboom 14.1 moer schotelveer aftaststift meenemerplaat meenemerplaat aansluitplaat afdichtring manometerhouder manometeraanbouwset koppeling hoekstuk Namurhoekstuk schroef bouten 14.1 schroeven beugel hoekstuk Belangrijk! De aansluiting voor Supply en Output mag alleen via de aansluitplaat (6) uit de toebehoren worden uitgevoerd.
Aanbouw op microventiel type 3510 2.3Aanbouw op microventiel stift op positie 35 een andere stiftpositie of de hefboom L of XL nodig is, ga dan type 35 0 als volgt te werk: De klepstandsteller wordt via een hoekstuk 5. De aftaststift (2) in het volgens de tabel op het frame van het ventiel aangebouwd.
Pagina 19
Aanbouw op microventiel type 3510 hefboom 1.1 moer 1.2 schotelveer aftaststift klembeugel aansluitplaat 6.1 afdichtring manometerhouder manometeraanbouwset 10 hoekstuk 11 schroef Belangrijk! De aansluitingen voor Supply en Output mogen alleen via de aansluitplaat (6) uit de toebehoren worden uitgevoerd. Koppelingen nooit direct in de behuizing draaien.
2.5. 6. Op de hefboom M (1) van de klepstand- steller de standaard aftaststift (2) uit- ij aanbouw op de SAMSON-draaiaandrij- schroeven. De blanke aftaststift (Ø 5) uit ving type 3278 moet eerst het bij de aan-...
Pagina 21
Aanbouw aan draaiaandrijvingen (7, 8) 10.1 Belangrijk! De aansluitingen voor Sup- ply en Output mogen al- leen via de aansluitplaat (6) uit de toebehoren wor- den uitgevoerd. Koppelin- gen nooit direct in de be- huizing draaien. Regelventiel opent linksdraaiend Sleuf Legenda figuur 7 en 8 Hefboom Moer...
Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen Belangrijk! 8. Schaalverdeling (4.3) zodanig op het Bij de klepstandsteller type 3730 mag de af- koppelingswiel plakken, dat de pijlpunt dichtplug (1.5) op de omkeerversterker mag de gesloten stand aangeeft en in inge- niet worden verwijderd. bouwde toestand van het ventiel goed Het afdichtrubber (1.4) is bij een inge- zichtbaar is.
Pagina 23
Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen Van klepstandsteller Output 38 Supply 9 Stelsignaal Omkeerversterker naar aandrijving Speciale schroeven Vlakke pakking Speciale moeren Afdichtrubber Plug Aansluitplaat Ronde afdichtring Schroeven ⋅ ig. 9 Aanbouw van een omkeerversterker B 8384-2 NL...
Aanbouw externe positiesensor 2.6Aanbouw externe positiesensor De voor de externe positiesensor benodigde aanbouwdelen en de benodigde toebeho- ren zijn in tabel 7, pagina 29 opgesomd. Toebehoren voor de pneumatische aanslui- ting op het huis van de klepstandsteller zijn opgenomen in tabel 8. ⋅...
Pagina 25
Aanbouw externe positiesensor aansluiting op de bovenste membraanka- 3. Afhankelijk van de grootte van de aan- mer gebruikt, de aansluiting op de zijkant drijving en van de nom. slag van het van het juk moet van een ont- en beluch- ventiel de benodigde hefboom en de tingsplug (toebehoren) worden voorzien.
Aanbouw externe positiesensor 2.6.2 Montage bij aanbouw con- 5. Meenemer (3) op de aandrijfstang plaatsen, uitrichten en zodanig vast- form IEC 60534-6 schroeven dat de bevestigingsschroef in de groef van de aandrijfstang valt. De benodigde aanbouwdelen en de toebe- horen zijn in tabel 7 en 8 op blz. 29 opge- 6.
Aanbouw externe positiesensor drijvingen of slagen moet de hefboom en en vasthouden, moet (1.1) opschroe- de stiftpositie worden bepaald aan de hand ven. van de tabel op blz. 16. Hefboom L en XL 4. Meenemer (3) op de koppeling van het zijn opgenomen in de aanbouwset.
Aanbouw externe positiesensor 2.6.4 Montage op draaiaandrijving de blanke aftaststift ( 5) uit de set aan- ∅ bouwdelen en in stiftpositie 90° schroe- De benodigde aanbouwdelen en de toebe- ven. horen zijn in tabel 7 en 8 op blz. 29 opge- 4.
Pagina 29
Aanbouw externe positiesensor Tabel 7 Bestelnr. Aanbouwdelen positiesensor 1400-7472 Directe aanbouw Aanbouwdelen voor aandrijvingen met 120 cm zie fig. 11 links 1400-6820 Aansluitplaat (9, oud) bij aandrijving 3277-5xxxxxx. (alt) G 1/8 oebehoren voor 1400-6821 Aansluitplaat (9, oud) NP 1/4 aandrijving 120 cm nieuw 1400-6823 Aansluitplaat (9,...
Pneumatische aansluitingen 3. Aansluitingen 3. . Steldrukaanwijzing 3. Pneumatische aansluitingen Voor de controle van de voedingslucht (Sup- ply) en de steldruk (Output) verdient aan- Opgelet! bouw van manometers aanbeveling (zie toe- Het schroefdraad in de behuizing van de behoren tabellen blz. 10 en 11). klepstandsteller is niet bedoeld voor de di- 3.
Pagina 31
Pneumatische aansluitingen d = zittingdiameter [cm] p = verschildruk bij ventiel [bar] ∆ A = aandrijfoppervlak [cm2] F = nom. eindwaarde signaalbereik aandrij- ving [bar] Wanneer er geen informatie beschikbaar is wordt er als volgt te werk gegaan: enodigde voedingsdruk = nom.
Elektrische aansluitingen certificeerd, gelden voor de aanslui- 3.2Elektrische aansluitingen ting van de intrinsiekveilige circuits de specificaties van de EG-typebe- Bij de elektrische installatie moeten proeving. de geldende elektrotechnische voor- Opgelet: de in het certificaat gege- schriften en de nationale veiligheids- ven klemmenbezetting moet onvoor- voorschriften worden aangehouden.
Elektrische aansluitingen Afhankelijk van de uitvoering is de klep- Opties: standsteller uitgerust met inductieve eind- Kabelwartel kunststof M20 x 1,5: schakelaars en/of een magneetventiel. Zwart estelnr. 1400-6985 De standmelder is in 2-draadstechniek uitge- lauw estelnr. 1400-6986 voerd. De voedingsspanning is over het al- Messing, vernikkeld estelnr.
Bedieningselementen en aanwijzingen 4. Bediening Volumesmoring Q De volumesmoring is bedoeld voor het aan- Opmerking: passen van de luchtaanvoer aan de grootte Korte instructies omtrent bediening en inbe- van de aandrijving. Daarbij zijn twee vaste drijfname, die ook als vouwblad met de instellingen, afhankelijk van de luchtgelei- klepstandsteller is meegeleverd, vindt u in ding op de aandrijving mogelijk.
Pagina 35
Bedieningselementen en aanwijzingen anwijzingen en de betekenis Automaat aximaal bereik tunE Initialisatie loopt Rechtsdraaiend Aanwezig Niet aanwezig Linksdraaiend Nulpuntsrinregeling Nom. slag Fout Onderbreking Stijgend/stijgend ix groter dan 20,5 mA Resetten Stijgend/dalend Ì ix kleiner dan 3,8 mA RUN Start LOW w te klein SAFE Veiligheidspositie Knippert Gestuurd bedrijf AN Handinstelling...
Vrijgave en keuze van de parameters Belangrijk! 4.2Vrijgave en keuze van de para- Wanneer bij de invoer onder een willekeuri- meters ge code de -knop wordt verdraaid tot de aanwijzing ESC, en daarna wordt inge- Voor de in de codelijst par. 8 vanaf blz. 55 drukt, dan wordt de invoer onderbroken, met een sterk (*) gemarkeerde codes is voor zonder dat de voorafgaand ingestelde...
Bedrijfsstanden 4.3Bedrijfsstanden Omschakeling naar handbediening ij code 0 de -knop indrukken, in het dis- 4.3. Automatisch en handbedrijf play verschijnt AUtO , code 0 knippert. -knop verdraaien, tot MAN verschijnt, Voor de initialisatie: Wanneer de klepstandsteller nog niet werd geïnitialiseerd, dan kan de bedrijfsstand automatisch AUtO niet worden gekozen.
nbedrijfname en instelling 4.3.2 SAFE Veiligheidspositie 5.Inbedrijfname en instelling Opmerking: Wanneer het ventiel in de veiligheidspositie Korte instructies omtrent bediening en inbe- moet worden gebracht, dan moet als volgt drijfname, die ook als vouwblad met de te werk worden gegaan: klepstandsteller is meegeleverd, vindt u in ij code 0 de -knop indrukken, in het dis-...
nbedrijfname en instelling 5.2 Volumesmoring Q instellen -knop verdraaien tot de aanwijzing in de gewenste richting staat, dan de ij aandrijvingen < 240 cm2 en aanslui- leesrichting door indrukken van de ting aan de zijkant van de steldruk (type knop bevestigen. 3271-5): Smoorstand op MIN SIDE, 5.4 Steldruk begrenzen ij aansluiting op de achterzijde (type...
Pagina 40
nbedrijfname en instelling Opmerking! 3. De -knop verdraaien tot code 1 ver- Wanneer de stiftpositie kleiner is gekozen schijnt, code 1 door indrukken van de dan voor het betreffende slagbedrijf is gede- -knop bevestigen. finieerd, dan schakelt de klepstandsteller Handsymbool en code 1 knipperen. naar de SAFE-modus;...
nitialisatie Waarschuwing! 5.6Initialisatie Gedurende de initialisatie doorloopt het regelventiel het gehele slag- ij de initialisatie past de klepstandsteller /draaihoekbereik. zich via een zelfinregeling optimaal aan op Initialisatie daarom nooit tijdens een de wrijvingsomstandigheden en de steldruk- lopend proces uitvoeren, maar al- behoefte van het regelventiel.
nitialisatie aansluitend de volgende toekenning van ge- Vrijgave voor configuratie: wenste waarde en ventielstand: Standaard OFF Veiligheids- Bewegings- Ventiel positie richting Dicht Open bij Membraanstang 4 mA 20 mA uitgaand FA - draaien Code 3, - indrukken, → AIR O OPEN - draaien - indrukken.
Pagina 43
nitialisatie Opmerking: Wanneer een aanwijzing in mm/° is ge- De maximaal mogelijke slag moet in ieder wenste, dan moet na vrijgave van de confi- geval groter zijn dan de ingevoerde nomi- guratie als volgt te werk worden gegaan: nale slag. Anders wordt de initialisatie afge- - draaien Code 4, - indrukken,...
Pagina 44
nitialisatie Standaard MAN Standaard MAX - indrukken, - draaien Code → AN kiezen, - draaien Code 6, - indrukken, → - draaien → - draaien NOM, - indrukken. → - indrukken. INIT-toets indrukken, om de initialisatiepro- cedure te starten! De initialisatieprocedure kan afhan- - indrukken, kelijk van de grootte van de aandrij- - draaien...
Pagina 45
nitialisatie Na demontage van de oude en aanbouw van een nieuwe klepstandsteller moeten de Standaard MAX parameters stiftpositie (code 4), nom. bereik (code 5), bewegingsrichting (code 7) en sluitrichting (code 34) worden ingevoerd. De met 100% als standaard ingestelde slag- - draaien Code 6, - indrukken,...
Pagina 46
nitialisatie Na vrijgave: Standaard 100.0 Standaard OFF - draaien Code 11, - indrukken, → - draaien Code 4, - indrukken, → - draaien Slagbegr. uitschakelen, → - draaien de bij de montage bepaalde → - indrukken. stiftpositie kiezen, - indrukken. Standaard OFF Standaard 15 mm - draaien...
Pagina 47
nitialisatie Standaard CCL Omdat er geen volledige initialisatie is uit- gevoerd, toont het instrument foutcode 76 (geen noodgeval) en eventueel ook foutco- de 57. Deze meldingen hebben geen in- vloed op de bedrijfsgereedheid van de klep- - draaien Code 34, - indrukken.
nitialisatie verkleind tot er een stabiel gedrag van de 5.8 Storing klepstandsteller is ontstaan. ij een storing verschijnt linksboven in het display het storingsmeldsymbool Nulpuntscorrectie ovendien wordt bij veel storingen een sig- Wanneer het proces het toelaat, moet ten naal via het storingsmeldcontact uitgestuurd slotte een nulpuntsinregeling conform par.
nitialisatie 5.9 Nulpuntsinregeling 5. 0 Reset terugzetten naar de standaard waarden ij onjuistheden in de gesloten stand van het ventiel bijv. bij zachtafdichtende klep- Door een reset kunnen alle ingestelde para- pen kan het nodig zijn, het nulpunt op- meters op de af fabriek ingestelde stan- nieuw in te regelen.
nstelling van de eindschakelaar 6.Instelling van de eindschakelaar Software-aanpassing Code 38 (inductief alarm is op YES inge- ij de uitvoering met inductieve eindschake- steld). laar bevindt zich op de draaias van de klep- De inductieve eindschakelaar is met de standsteller een instelbare kam (1), die de klemmen +41/42 verbonden.
Pagina 51
nstelling van de eindschakelaar Voor OPEN-stand: 1. Klepstandsteller initialiseren. 2. Klepstandsteller door verstellen van de MAN-functie naar 95% brengen (zie LC display). 3. Kam (1) met de gele instelschroef (2) zo- danig verstellen, dat de kam de initiator (3) ingaat of uitgaat. Als indicator kan de schakelspanning worden gemeten.
.1 Montage et erop dat de hefboom vrij kan bewe- irecte aanbouw gen. n SAMSON ndrijving type 3277 anbouw aan draaiaandrijvingen: Sl g mm A ndrijving cm Stiftpositie Hefboom Stiftpositie 90°...
Inbedrijfname kort samengevat .2 Inbedrijfname ediening euze van de parameter resp. waarde neumatische voeding (1,4 ... 6 bar) in- schakelen. an iedere parameter is een codegetal toe- gekend, die in het display wordt getoond. Elektrische gewenste waarde (4 ... 20 De keuze wordt met de sterknop mA) toevoeren.
Inbedrijfname kort samengevat - draaien Code .3 Initialisatie → ↵ kiezen, ↵ Aansluitend de indrukken! INIT-toets elangrijk! Voer voor iedere initialisatie een reset uit .3.3 Handmatige m ( - draaien Code → ↵ Initialisatiemodus als NOM , echter voor de - draaien inbedrijfname van regelventielen met onbe- →...
Codelijst 8. Codelijst Parameter - Aanwijzingen - Beschrijving Waarde [default-instelling] Codes die zijn voorzien van een * moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 Belangrijk! Bedrijfsstand AUtO = automatisch bedrijf MAN = handbediening [MAN] SAFE = veiligheidspositie ES = onderbreken AUtO Omschakeling van automatisch naar handbediening verloopt...
Pagina 56
Codelijst Init-modus Keuze van het type initialisatie [MAX] MAX: maximaal bereik van het regelventiel, de weg/hoek van het smoorlichaam vanuit de DI HT-stand tot de tegenover- liggende aanslag in de aandrijving. NOM: nom. bereik van het regelventiel, de weg/hoek van het smoorlichaam gemeten van de DI HT-stand tot aan de gegeven OPEN-stand MAN: handinstelling: x-bereik einde...
Pagina 57
Codelijst x-bereik einde Eindwaarde voor de slag/draaihoek in het nom. resp. 20.0 ... 100.0 [100.0] % arbeidsbereik. Waarde wordt getoond resp. moet worden van het nom. bereik, ingevoerd. De karakteristiek wordt aangepast. Voorbeeld: als toepassing Opgave in mm of hoek °, voor een gewijzigd arbeidsbereik geldt bijv.
Pagina 58
Codelijst 12* w-aanvang Aanvangswaarde van het geldige gewenste waardebereik, deze ^ 4 mA 0.0 ... 75.0 [0.0] % van moet kleiner zijn dan de eindwaarde w-einde, 0 % gewenste waardebereik Het gewenste waardebereik is het verschil tussen w-einde en w- ^ 4 mA zijn.
Pagina 59
7: Bolsegment lineair 3: Regelklep lineair 8: Bolsegment equiprocentueel 4: Regelklep equiprocentueel9: Door gebruiker gedefinieerd * Definitie via SAMSON TROVIS VIEW Software 21* W-helling open Tijd nodig om het arbeidsbereik bij het openen van het 0 ... 240 s [0] regelventiel te doorlopen.
Codelijst 23* Wegintegraal Getotaliseerde dubbele ventielslag. 0 ... 9999 [0] Kan door RES naar 0 worden teruggezet. Aansluitend 10E3-99E7 24* GW wegintegraal Grenswaarde wegintegraal, na overschrijding daarvan verschijnt 1000 ... 9999 [100 000] de storingsmelding als steeksleutelsymbool. Exponentiële weergave vanaf 10 000 slagen. aansluitend 10E3-99E7 25* Alarmmodus Schakelmodus van de software-grenswaardecontacten alarm A1...
Pagina 61
Codelijst 28* Alarm test Test van de software-grenswaardecontacten alarm A1 en A2 en Leesrichting: het storingsmeldcontact A3. standaard omgedraaid Wanneer de test wordt geactiveerd, schakelt het betreffende contact vijfmaal. [OFF] [OFF] RUN1/1RUN: Software-grenswaardecontact A1 RUN 1 1 RUN RUN2/2RUN: Software-grenswaardecontact A2 RUN 2 2 RUN RUN3/3RUN: Storingsmeldcontact A3...
Pagina 62
Codelijst 35* Blokkeerstand Invoer van de blokkeerstand. [0] mm/° /% Afstand tot de DI HT-stand. Alleen bij initialisatiemodus SUb nodig. 36* Reset Reset alle parameters naar de standaard waarde (default- [OFF] instelling). Opmerking: Na inschakelen van RUN moet het instrument opnieuw worden geïnitialiseerd. 37* Standmelder Geeft aan, of de optie standmelder is ingebouwd of niet.
Pagina 63
Codelijst Foutcodes Oplossing Storingsmeldsymbool actief, bij het opvragen verschijnt Err. Indien storingsmeldingen aanwezig zijn, worden deze hier getoond. Initialisatiefout (aanwijzing d.m.v. symbool "storing" op het display) x > bereik Het meetsignaal levert een te grote of te kleine waarde, de meetsensor bevindt zich in de buurt van de mechanische grenzen.
Pagina 64
Codelijst Init MGV 1) Een magneetventiel is ingebouwd (code 45 = YES) en werd niet of verkeerd aangesloten, zodat er geen aandrijfdruk kan worden opgebouwd. De melding volgt Oplossing Ad 1) Aansluiting en voedingsspanning van het magneetventiel controleren. Ad 2) Via code 0 de bedrijfsstand MAN instellen.
Pagina 65
Oplossing Instrument ter reparatie aan SAMSON verzenden. w te klein De gewenste waarde is wezenlijk kleiner dan 4 mA (0%), treedt op wanneer de stroombron voor de klepstandsteller niet aan de norm voldoet.
Pagina 66
Het beschrijven van het datageheugen lukt niet meer, bijv. bij afwijking tussen geschreven en gelezen data. Ventiel gaat naar de veiligheidspositie. Extra melding op het storingsmeldcontact! Oplossing Instrument ter reparatie aan SAMSON verzenden. ontroleberekening Hardwareregelaar wordt met een controleberekening bewaakt. Extra melding op het storingsmeldcontact! Oplossing Fout bevestigen.
Pagina 67
Oplossing Spanning onderbreken en instrument opnieuw laten starten. Anders instrument ter reparatie aan SAMSON verzenden Optieparameters Fout in de optieparameters, bijv. door EM -storingen. Oplossing Instrument ter reparatie aan SAMSON verzenden.
Naderhand monteren van eindcontact en standmelder de as aftrekken en de kabelconnector 9. Naderhand monteren van eind- (11) op de steekplaats ST1 losmaken. contact en standmelder 2. Bovenste printkaart (13) uit de behui- zing trekken en de 5 stangen (10) met Benodigde montagesets: Eindschakelaar Bestelnr.
Pagina 69
Naderhand monteren van eindcontact en standmelder Uitvoering met inductieve eindschakelaar 1 Kap 9 Kunststof deksel 2 Schroeven 10Bout 3 Sterknop 11Connector 4 Markering 12Vlakbandkabel 5 Draaiknop 13Bovenste printkaart 6 Kam 14Print klepstandsteller 7 Initiator 15Kabel 8 Klemplaat 16Onderste printkaart 17Sleper Uitvoering met standmelder 10 11 Steekplaatsen ST1 (11) en ST4 (12)
Onderhoud 10. Onderhoud 11. Service en ombouw bij Ex-in- strumenten Het instrument is onderhoudsvrij. In de pneumatische aansluitingen Supply en Wanneer de klepstandsteller met een deel Output bevinden zich filters met mesch 100 waarvan de explosieveiligheid afhangt m, die indien nodig kunnen worden uitge- wordt gerepareerd, dan mag deze pas µ...
Directe aanbouw Externe positiesensor Of aansluit- plaat Manometer- houder NAMUR-aanbouw Hefboom S = 17 mm M = 50 X = 100 XL = 200 Aanbouw aan draaiaandrijving VDI/VDE 3845 voor alle afmetingen van bevestigingsniveau 2 Aansluitplaat G1/4 of NPT 1/4 Omkeerversterker (optie) B 8384-2 NL...