Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Volgens Vdi/Vde 3847 - Samson 3730 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbouw aan regelventiel – montagedelen en accessoires
4.3 Montage volgens
VDI/VDE 3847
De montage volgens VDI/VDE 3847 met
veerkamerbeluchting door de positioner is
mogelijk bij positioners van het ty-
pe 3730-2xxx0xxxx0x0060xx en het ty-
pe 3730-2xxx0xxxx0x0070xx.
Montage volgens VDI/VDE 3847 zonder
veerkamerbeluchting door de positioner is
mogelijk bij positioners van het ty-
pe 3730-2xxx0xxxx0x0000xx.
Dit soort montage maakt een snelle wissel
van de positioner tijdens de werking moge-
lijk door middel van pneumatische blokke-
ring van de aandrijving.
Door de rode borgschroef (20) los te draai-
en en vervolgens aan de kraan (19) aan de
onderkant van het adapterblok te draaien,
kan de regeldruk in de aandrijving vergren-
deld worden.
Montage aan aandrijving type 3277 (con-
form Beeld 6)
− Vereiste montageonderdelen en accessoi-
res: zie tabel 4, bladzijde 52
De positioner wordt, zoals in Beeld 6 weer-
gegeven, aan het juk gemonteerd. De regel-
druk wordt via de aansluitplaat (12) naar de
aandrijving geleid, bij veilige positie 'Aan-
drijfstang uitgaand' intern via een boring in
het kleppenjuk en bij 'Aandrijfstang in-
gaand' via een externe buisverbinding.
Voor de montage van de positioner is alleen
de aansluiting Y1 vereist. De aansluiting Y2
kan voor de veerkamerbeluchting gebruikt
worden.
28
1. Meenemer (3) tegen de aandrijfstang
plaatsen, oriënteren en dusdanig vast-
schroeven dat de bevestigingsschroef in
de groef van de aandrijfstang zit.
2. Adapterhoek (6) op de positioner plaat-
sen en met de schroeven (6.1) monteren;
erop letten dat de afdichtingsringen
goed vastzitten. Bij positioners die met
veerkamerbeluchting gebruikt worden,
moet vóór montage de stop (5) verwij-
derd worden. Bij positioners die zonder
veerkamerbeluchting gebruikt worden
de afsluitstop (4) vervangen door een
ontluchtingsstop.
3. Bij aandrijvingen met 355/700/750 cm²
met de hefboom M (1) op de achterkant
van de positioner de sensorstift (2) uit stift-
positie 35 losmaken en in de boring voor
stiftpositie 50 steken en vastschroeven.
Bij de aandrijvingen 175, 240 en
350 cm² met klepslag van 15 mm blijft
de sensorstift (2) in stiftpositie 35.
4. Vormafdichting (6.2) in de groef van de
adapterhoek (6) plaatsen.
5. Vormafdichting (17.1) in de bochtplaat
(17) plaatsen en de bochtplaat (17.2)
aan het adapterblok (13) monteren.
6. Afsluitplaat (18) met schroeven (18.1) op
de bochtplaat (17) monteren; erop letten
dat de afdichtingen goed vastzitten.
Informatie
In plaats van de afsluitplaat (18) kan ook een
magneetventiel gemonteerd worden; de mon-
tagepositie van het magneetventiel wordt
door de oriëntatie van de bochtplaat (17) be-
paald. Alternatief kan ook een smoorplaat
gemonteerd worden; zie u AB 11.
EB 8384-2 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-2

Inhoudsopgave