Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Samson 3730 Inbouw- En Bedieningshandleiding

Samson 3730 Inbouw- En Bedieningshandleiding

Elektropneumatische klepstandsteller
Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Model 3730
Elektropneumatische klepstandsteller
type 3730-3
met HART
-communicatie
®
Afb. 1 · Type 3730-3
Inbouw- en
Bedieningshandleiding
EB 8384-3 NL
Firmware-versie 1.5x
Uitgave november 2010

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Samson 3730

  • Pagina 1 Model 3730 Elektropneumatische klepstandsteller type 3730-3 met HART -communicatie ® Afb. 1 · Type 3730-3 Inbouw- en Bedieningshandleiding EB 8384-3 NL Firmware-versie 1.5x Uitgave november 2010...
  • Pagina 2 Betekenis van de instructies in deze inbouw- en bedieningshandleiding GEVAAR! OPGELET! Waarschuwing voor gevaarlijke situaties, Waarschuwing voor materiële schade. die dodelijk of ernstig letsel tot gevolg kun- nen hebben. Opmerking:aanvullende verklaringen, informatie en tips Waarschuwing! Waarschuwing voor gevaarlijke situaties, die dodelijk of ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inhoud Pagina Belangrijke veiligheidsinstructies Artikelcode Constructie en werking Toepassingstype Toebehoren Communicatie 3.3.1 Configuratie met TROVIS-VIEW Technische gegevens Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren Directe aanbouw 4.1.1 Aandrijving type 3277-5 4.1.2 Aandrijving type 3277 Aanbouw conform IEC 60534-6 (NAMUR) Aanbouw aan microventiel type 3510 Aanbouw aan draaiaandrijvingen 4.4.1...
  • Pagina 4 Inhoud Inbedrijfname – Instelling Gesloten stand bepalen Volumesmoring Q instellen Aanwijzing aanpassen Steldruk begrenzen Werkgebied van de klepstandsteller controleren Initialisatie 7.6.1 MAX – Initialisatie op maximaal bereik 7.6.2 NOM – Initialisatie op nom. bereik 7.6.3 MAN – Initialisatie op handmatig gekozen bereik 7.6.4 SUb –...
  • Pagina 5 Inhoud 15.5 Klepstandsteller initialiseren 15.6 Statusclassificatie Afmetingen in mm 16.1 Bevestigingsniveaus conform VDI/VDE 3845 (september 2010) Keuze karakteristiek Testcertificaten Index Opmerking: de werking van de ventieldiagnose EXPERTplus is in de handleiding EB 8389 beschreven. EB 8384-3 NL...
  • Pagina 6 Wijzigingen in de klepstandsteller-firmware Wijzigingen in de klepstandsteller-firmware ten opzichte van voorgaande versie Nieuw 1.10 1.01 Als standaardinstelling wordt het HART-protocol conform HART -specificatie revision ® 5 ondersteund. Via TROVIS-VIEW kan naar HART -Revision 6 worden omgeschakeld, ® HART -Tools zoals ®...
  • Pagina 7 Wijzigingen in de klepstandsteller-firmware Wijzigingen in de klepstandsteller-firmware ten opzichte van voorgaande versie Nieuw 1.41 1.40 Interne veranderingen 1.42 1.41 Interne veranderingen 1.51 1.42 Via de klepstandsteller wordt bepaald, of het ventiel als regel- of als open/dicht-ventiel moet werken (zie paragraaf 3.1) Alle diagnosefuncties EXPERTplus staan zonder vrijschakeling op de klepstandsteller ter beschikking (zie EB 8389 „Ventieldiagnose EXPERTplus“).
  • Pagina 8: Belangrijke Veiligheidsinstructies

    Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies Houd voor uw veiligheid de hierna volgende instructies aan voor wat betreft de montage, inbedrijfname en het gebruik van de klepstandsteller: • Het apparaat mag alleen door specialistisch personeel, dat met de montage, de inbedrijf- name en het gebruik van dit product vertrouwd is, worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen.
  • Pagina 9: Artikelcode

    Artikelcode Artikelcode Artikelcode type 3730-3x x x x x 0 x x 0 x 0 0 x 0 x x met LC-display, Autotune, HART -communicatie ® Ex-veiligheid Zonder II 2 G EEx ia IIC T6/II 2 D IP 65 T 80 °C conform ATEX CSA/FM intrinsically safe/non incendive II 3 G EEx nA/nL II T6 /II 3 D IP 65 T 80 °C conform ATEX...
  • Pagina 10: Constructie En Werking

    Constructie en werking Constructie en werking luchtcapaciteitsversterker (7) en de elektro- nica met microprocessor (5). De elektropneumatische klepstandsteller De klepstandsteller is standaard uitgevoerd wordt op pneumatische regelventielen aan- met drie binaire contacten: Een storings- gebouwd en is bedoeld voor het toekennen melduitgang signaleert een storing aan de van de ventielstand (gemeten waarde x) controlekamer en twee configureerbare...
  • Pagina 11: Toepassingstype

    Opmerkingen: aanbouwvarianten: – Afhankelijk van het toepassingstype kun- • nen bepaalde diagnosefuncties niet wor- Directe aanbouw aan SAMSON-aandrijvin- den uitgevoerd of verwerkt, zie EB 8389 gen type 3277: Paragraaf 4.1 • „Ventieldiagnose EXPERTplus“. Aanbouw aan aandrijvingen conform IEC –...
  • Pagina 12: Toebehoren

    Constructie en werking Toebehoren tact (11) gaat naar A1, het in werking blijvende software-eindcontact naar A2. Magneetventiel Externe positiesensor Bij uitval van de voedingsspanning voor het Bij deze uitvoering is alleen de sensor op magneetventiel (12), wordt de voedings- het ventiel gemonteerd. De klepstandsteller druk voor de i/p-omvormer naar de atmo- wordt onafhankelijk van het ventiel ge- sfeer ontlucht.
  • Pagina 13: Communicatie

    De storing wordt gereset, wanneer De configuratie van de klepstandsteller kan de flankbesturing naar "uit" schakelt. worden uitgevoerd met de SAMSON-con- In de protocollering blijft de melding figuratie- en bedieningsinterface TROVIS- opgeslagen. VIEW. De klepstandsteller wordt hiervoor...
  • Pagina 14: Technische Gegevens

    Constructie en werking Technische gegevens Klepstandsteller type 3730-3 Directe aanbouw op aandrijving type 3277:3,6 ... 30 mm Slag instelbaar Aanbouw conform IEC 60534-6-1: 3,6 ... 200 mm Draaiaandrijving: 24 ... 100° draaihoek binnen de geïnitialiseerde slag/draaihoek · Beperking tot maximaal 1/5 Slagbereik instelbaar mogelijk.
  • Pagina 15 FM/CSA Intrinsically safe Class I, II, III, Division 1, Group A, B, C, D, E, F, G, T6 FM/CSA Non incendive Class I, Division 2, Group A, B, C, D, T6 SAMSON SSP-interface en Serial Interface Adapter Communicatie (lokaal) TROVIS-VIEW met database-module 3730-3...
  • Pagina 16 Constructie en Werking Opties voor klepstandsteller type 3730-3 Magneetventiel⋅Toelating conform IEC 61508/SIL 24 V DC · Ompoolveilig · Beschadigingsgrens 40 V Ingang Stroomverbruik I =UV−57, 3840Ω (komt overeen met 4,8 mA bij 24 V/114 mW) Signaal „0” niet opkomen ≤15 V Signaal „1”...
  • Pagina 17 Constructie en werking Binaire ingang· Galvanisch gescheiden · Schakelgedrag via software (bijv. TROVIS-VIEW, DTM) configureerbaar Schakelgedrag „actief“ (voorinstelling) Aansluiting Voor externe schakelaar (potentiaalvrij contact) of relaiscontacten Elektrische gegevens Leegloopspanning bij geopend contact, max. 10 V, gepulsde gelijkstroom, piekwaarde 100 mA Contact Gesloten, R <...
  • Pagina 18: Aanbouw Op Regelventiel - Aanbouwdelen En Toebehoren

    Standaard is de klepstandsteller uitgevoerd De klepstandsteller is geschikt voor de met de hefboom M (stiftpositie 35). volgende aanbouwvarianten: • Directe aanbouw aan SAMSON-aandrij- vingen Type 3277 • Aanbouw aan aandrijvingen conform IEC 60534-6 (NAMUR-aanbouw) • Aanbouw aan microventiel type 510 •...
  • Pagina 19 Hefboom stiftpositie [mm] Min. Slag Max. 5,0 ... 25,0 120/240/350 7,0 ... 35,0 10,0 ... 50,0 355/700 Aanbouw conform IEC 60534-6 (NAMUR-aanbouw) SAMSON-ventielen/aandrijving 3271 Andere ventielen/aandrijving Benodigde Toegekende Grootte aandr. Nom. slag Hefboom stiftpositie [mm] Min. Slag Max. 60 en 120 3,6 ...
  • Pagina 20: Directe Aanbouw

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Directe aanbouw ting van de steldrukaansluiting bevesti- gen, de opgeplakte vlakke pakking (14) 4.1.1 Aandrijving type 3277-5 moet naar het juk wijzen. 5. Slag 15 mm: op hefboom M(1) op de Benodigde aanbouwdelen en toebeho- achterzijde van de klepstandsteller ren: zie tabel 1, pagina 40.
  • Pagina 21: Afdichtring

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 1 Hefboom Symbolen 1.1 Moer Omschakelplaat (9) 1.2 Schotelveer Membraanstang 2 Aftaststift uitgaand 3 Meenemer Aanbouw links Aanbouw rechts 4 Afsluitschroef 5 Plug Membraanstang 6 Aansluitplaat ingaand 6.1 Afdichtring 7 Manometerhouder 8 Manometeraanbouwset Steldrukingang 9 Omschakelplaat aan- bij aanbouw...
  • Pagina 22: Aandrijving Type 3277

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 4.1.2 Aandrijving type 3277 verstellen en de klepstandstelleras bij geopend deksel aan de kap resp. Benodigde aanbouwdelen en toebeho- de knop (afb. 21) vasthouden. De ren: zie tabel 2, pagina 41 Slagtabel hefboom (1) moet met veerkracht op de pagina 19 aanhouden! meenemer aanliggen.
  • Pagina 23: Plug Resp. Aansluiting Voor

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 1 Hefboom 12 Verbindingsblok 12.1 Schroef 1.1 Moer 12.2 Plug resp. aansluiting voor 1.2 Schotelveer externe leidingverbinding 2 Aftaststift 10 14 13 Schakelplaat 3 Meenemer 14 Vlakke pakking 11 11.1 15 Vormpakking 10 Afdekplaat 16 Afdichting 11 Deksel 11.1 Ontluchtingsplug...
  • Pagina 24: Aanbouw Conform Iec 60534-6 (Namur)

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Aanbouw conform IEC de gleuf van de meenemerplaat in het midden t.o.v. het NAMUR-hoek- 60534-6 (NAMUR) stuk staan). Benodigde aanbouwdelen en toebeho- 3. Aansluitplaat (6) of manometerhouder (7) ren: zie tabel 3, pagina 41 Slagtabel met manometers (8) op klepstandsteller pagina 19 aanhouden! monteren;...
  • Pagina 25 Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Stangenaanbouw Stangen Ø 20 ... 35 mm Aanbouw aan NAMUR-ribben Extra hoekstuk bij aandrijving 2800 cm Slag≥60 mm Hefboom XL en L 1 Hefboom 14.1 1.1 Moer 1.2 Schotelveer 2 Aftaststift 3 Meenemerplaat 3.1 Meenemerplaat 6 Aansluitplaat 6.1 Afdichtring...
  • Pagina 26: Aanbouw Aan Microventiel Type 3510

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Aanbouw aan microventiel Type 3510 Benodigde aanbouwdelen en toebe- horen: zie tabel 3, pagina 41 Slagta- bel pagina 19 aanhouden! De klepstandsteller wordt via een hoekstuk op het frame van het ventiel aangebouwd. 1.
  • Pagina 27 Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 1 Hefboom 1.1 Moer 1.2 Schotelveer 2 Aftaststift 3 Klembeugel 6 Aansluitplaat 6.1 Afdichtring 7 Manometerhouder 8 Manometeraanbouwset 10 Hoekstuk 11 Schroef Belangrijk! De aansluiting voor Supply en Output mag alleen via de aansluit- plaat (6) uit de toebehoren worden uitgevoerd.
  • Pagina 28: Aanbouw Aan Draaiaandrijvingen

    De blanke aftaststift (Ø5) hoekstukken op de draaiaandrijving ge- uit de aanbouwset gebruiken en in het monteerd. Bij aanbouw op de SAMSON- gat voor de stiftpositie 90° schroeven. draaiaandrijving type 3278 moet eerst het 7. Klepstandsteller op het bovenste hoekstuk bij de aandrijving behorende afstandsstuk (10) plaatsen en vastschroeven.
  • Pagina 29 Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. (7, 8) 10.1 Belangrijk! 80 mm De aansluiting voor Supply en Output mag alleen via de aansluitplaat (6) uit de 130 mm toebehoren worden uitge- voerd. Koppelingen nooit direct in het huis draaien. Gleuf Legenda afb.
  • Pagina 30: Zware Uitvoering

    Bij VDI/VDE-aanbouw evt. ler (resp. de manometerhouder of de de afstandsstukken (11) gebruiken. aansluitplaat) schroeven. 2. Bij SAMSON-draaiaandrijving type 3278 8. Klepstandsteller op de behuizing (10) en VETEC S160 de adapter (5) op het plaatsen en vastschroeven. Daarbij vrije asuiteinde van de draaiaandrijving de hefboom (1) zodanig uitrichten, schroeven, bij VETEC R de adapter (5.1)
  • Pagina 31 4.3 Schild 5 Aandrijfas resp. adapter 10.1 10.1 Aanbouw conform VDI/VDE 3845 (sept. SAMSON-type 3278 2010) VETEC S160, VETEC R Bevestigingsniveau 1, grootte AA1 ... AA4, zie paragraaf 16.1 Afb. 11 · Aanbouw aan draaiaandrijving, zware uitvoering EB 8384-3 NL...
  • Pagina 32: Omkeerversterker Bij Dubbelwerkende Aandrijvingen

    (8 mm breed) in de aansluit- worden voorzien van een omkeerversterker; gaten A en Z schroeven. zier hiervoor omkeerversterker type 3710 van SAMSON met het inbouw- en bedie- OPGELET! ningsvoorschrift EB 8392. De afdichtplug (1.5) op de omkeerverster- Wanneer afwijkend een omkeerversterker ker mag nog niet worden uitgedraaid.
  • Pagina 33 Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Van klepstandsteller Output 38 Supply 9 Regeluitgang naar aandrijving 1 Omkeerversterker 6 Aansluitplaat 1.1 Speciale schroeven 6.1 Ronde afdichtring 1.2 Vlakke pakking 6.2 Schroeven 1.3 Speciale moeren 1.4 Afdichtrubber 1.5 Plug 1.6 Filter Afb.
  • Pagina 34: Aanbouw Externe Positiesensor

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Aanbouw externe positie - – Sinds 2009 heeft de positiesensor (20) aan de achterzijde twee pennen als aanslag sensor voor de hefboom (1). Wanneer deze Benodigde aanbouwdelen en toebe- positiesensor op oudere aanbouwdelen horen: zie tabel 6, pagina 43 wordt gemonteerd, dan moeten in de montageplaat/het hoekstuk (21) twee...
  • Pagina 35 Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Montage van de positiesensor Indien nodig, de aftaststift (2) uit de stiftpositie losmaken en in het gat 1. Hefboom (1) op de sensor in de mid- voor de aanbevolen stiftpositie plaat- denstand brengen en vasthouden. sen en vastschroeven.
  • Pagina 36: Montage Bij Aanbouw Conform Iec 60534-6 (Namur)

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. kracht aanliggen. Montageplaat (21) met 2. De positiesensor (20) op het hoekstuk de beide bevestigingsschroeven op het (21) schroeven. juk schroeven. De standaard aangebouwde hefboom M met 7. Deksel (11) aan de tegenoverliggende aftaststift (2) op positie 35 is voor aandrij- zijde monteren.
  • Pagina 37: Montage Aan Microventiel Type 3510

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 5. Het hoekstuk met sensor zodanig op de 2. De positiesensor (20) op het hoekstuk NAMUR-rib van het ventiel plaat- (21) schroeven. sen, dat de aftaststift (2) in de sleuf 3. Hefboom S(1) uit de aanbouwdelen ne- van de meenemerplaat (3) komt te men en de aftaststift (2) in het gat voor liggen, en dan het hoekstuk met de...
  • Pagina 38: Montage Aan Draaiaandrijvingen

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. 4.6.4 Montage op draai- 4. Hefboom (1) en schotelveer (1.2) op de aandrijvingen sensoras plaatsen. Hefboom in middenstand zetten en Benodigde aanbouwdelen en toebehoren: vasthouden, moer (1.1) opschroeven. Tabel 6, pagina 43 1. Hefboom (1) op de positiesensor in de De verdere montage komt overeen met middenstand brengen en vasthouden.
  • Pagina 39: Aanbouw Van Klepstandstellers Met Rvs-Huis

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Aanbouw van klepstandstel- Aanbouw aan draaiaandrijvingen lers met RVS-behuizing Behalve de aanbouwset "zware uitvoering" Voor klepstandstellers met RVS-huis zijn kunnen alle aanbouwsets uit tabel 4 worden aanbouwonderdelen nodig, die geheel van gebruikt. Aansluitplaat van RVS. RVS resp.
  • Pagina 40: Aanbouwdelen En Toebehoren

    Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren. Aanbouw conform IEC 60534-6 (NAMUR- Wanneer andere componenten in gebruik rib of stangenaanbouw) en op draaiaan- zijn, die de aandrijving ontluchten (mag- drijvingen neetventiel, volumeversterker, snelontluchter e.d.), dan moet ook deze ontluchting in de Voor de klepstandsteller is een extra aan- veerruimtebeluchting worden meegeno- sluitbare uitgang voor de ontluchting nodig.
  • Pagina 41 Aanbouw aan regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren Tabel 2 · Directe aanbouw type 3277(afb. 5) Bestelnr. Aanbouwdelen Aanbouw aan aandrijvingen 240, 350, 355, 700 cm 1400-7453 Staal 1400-6444 240 cm 1400-6445 Leidingverbinding met koppeling Staal 1400-6446 – voor veiligheidspositie "membraanstang ingaand" 350 cm –...
  • Pagina 42 Consoleoppervlak komt overeen met bevestigingsniveau 2, zware uitvoering 1400-9526 Aanbouwdelen 1400-7614 Aanbouw aan SAMSON-type 3278 met 160/320 cm², uitvoering CrNiMo-stalen beugel Aanbouw aan SAMSON-type 3278 160 cm² en VETEC-typen S160, R en M, 1400-9245 zware uitvoering Aanbouw aan SAMSON-type 3278 met 320 cm² en VETEC-type S320, 1400-5891...
  • Pagina 43 Grootte AA5, zware uitvoering (bijv. Air Torque 10 000) 1400-9992 Aanbouw Draaiaandrijving Consoleoppervlak komt overeen met bevestigingsniveau 2, zware uitvoering 1400-9974 1400-9385 SAMSON-type 3278 160 cm²/VETEC-type S160 en type R, zware uit- voering 1400-5891 SAMSON-type 3278 met 320 cm² en VETEC-type S320, zware uitvoering 1400-9974 ¼...
  • Pagina 44: Aansluitingen

    Aansluitingen Aansluitingen – De beluchting moet droog zijn en vrij van olie en stof en de onderhoudsvoorschrif- ten voor de voorgeschakelde redu- WAARSCHUWING! ceerstations moeten absoluut worden bij de montage van de klepstandsteller moet aangehouden. Luchtleidingen moeten de volgende- procedure worden aangehou- voor het aansluiten grondig worden den: doorgeblazen.
  • Pagina 45: Steldruk (Output)

    Aansluitingen Elektrische aansluitingen Membraanstang door veerkracht ingaand- FE (Air to close) GEVAAR! Veiligheidspositie „ventiel open“ (bij door- Levensgevaar door elektro- gangs- en hoekventiel): cutie en/of optreden van De benodigde voedingsdruk bij dichtslui- een explosieve atmosfeer! tend ventiel wordt bij ingeschat bepaald uit –...
  • Pagina 46 Aansluitingen 2008; VDE 0165 deel 1 worden aangehou- resp. de aanvullingen voor de conformi- den. Voor het installeren van meeraderige teitsrapportage. kabels en leidingen met meer dan één intrin- Kabelinvoer siekveilig circuit geldt par. 12.2.2.7. Kabelinvoer met kabelwartel M20 x 1,5 De radiale dikte van de isolatie van een klemcapaciteit 6 - 12 mm.
  • Pagina 47: Schakelversterker

    Aansluitingen 5.2.1 Schakelversterker De aansluitbezetting is in afb. 18 resp. de plaat op de klemmenstrook vermeld. voor het gebruik van de eindcontacten moeten in het uitgangscircuit schakelverster- kers worden opgenomen. Deze moeten, om OPGELET! de bedrijfszekerheid van de klepstandsteller Voor het gebruik van de klepstandsteller te waarborgen, aan de grenswaarden voor mag de kleinste toegestane gewenste waar- het stuurstroomcircuit conform EN 60947-...
  • Pagina 48: Verbindingsopbouw Voor De Communicatie

    19). voor split-range bedrijf (serieschakeling) van klepstandstellers. De busadressen/oproep- adressen moeten tussen 1 ... 15 liggen. Niet Ex-veilige aansluiting Handterminal of 2e FSK-modem 3730-30 4 tot 20 mA Regelaar/besturingsstation Ex-omgeving Veilige omgeving Ex-veilige aansluiting 3730-31...
  • Pagina 49 Aansluitingen Opmerking: Communicatieproblemen kunnen ontstaan, 250 Ω wanneer de uitgang van de procesregelaar/ 22 µ F het besturingsstation niet HART-conform is. Voor aanpassing kan de Z-box (bestelnr. Regelaar/besturingsstation 1170-2374) tussen de uitgang en de communicatieaansluiting worden inge- voegd. Over de Z-box valt een spanning van ca.
  • Pagina 50: Bedieningselementen En Aanwijzingen

    Bedieningselementen en aanwijzingen Bedieningselementen en Aanwijzingen aanwijzingen Code, parameters en aan functies toege- kende symbolen worden in het LC-display Draai-/drukknop weergegeven. De draai-/drukknop bevindt zich onder Bedrijfsstanden: - het beschermdeksel op het front. De lokale – Handbediening (zie par. 8.2.1) bediening van de klepstandsteller volgt via –...
  • Pagina 51 Bedieningselementen en aanwijzingen Aanwijzingen en de betekenis daarvan AUtO automaat maximaal bereik TunE initialisatie loopt niet aanwezig/niet actief rechtsdraaiend aanwezig/actief nom. slag linksdraaiend nulpuntsinregeling OVERLOAD w > 22 mA resetten storing Stijgend / stijgend start onderbreken Stijgend / dalend SAFE veiligheidspositie ix groter dan 21,6 mA vervangingskalibratie...
  • Pagina 52: Serial Interface

    PC worden verbonden. Opmerking: De bedieningssoftware is TROVIS-VIEW met Wanneer in de klepstandsteller ingewikkel- geïnstalleerde apparaatmodule 3730-3, de functies worden gestart, die een langere details zie hoofdstuk 15. berekeningstijd nodig hebben of grotere datahoeveelheden in het RAM van de klep-...
  • Pagina 53: Inbedrijfname - Instelling

    Inbedrijfname – Instelling I nbedrijfname – OPGELET! instelling De inbedrijfname-instellingen moeten in de gespecifi ceerde volgorde worden uitgevoerd Waarschuwing! (par. 7.1 ... par. 7.6). Bij de montage van de klepstandstel- ler moet de volgende procedure worden Opmerking:in de startfase voert de klep- aangehouden: standsteller een testprogramma uit, terwijl 1.
  • Pagina 54: Volumesmoring Q Instellen

    („MAX“). De stand van de volumesmoring Q hangt bij SAMSON-aandrijvingen bovendien af Wanneer het display op zijn kop staat, ga van de luchtgeleiding bij de aandrijving: • dan als volgt te werk: Voor aandrijvingen met zijaan- Draaien→Code 2...
  • Pagina 55: Steldruk Begrenzen

    Inbedrijfname – Instelling Steldruk begrenzen Werkgebied van de klep- standsteller controleren Indien de maximale aandrijfkracht bescha- diging aan het ventiel kan veroorzaken, Om de mechanische aanbouw en de moet de steldruk worden begrensd. optimale werking te controleren, moet het werkgebied van de klepstandsteller in hand- Voordat de steldruk kan worden begrensd, bediening met de handmatig ingestelde moet de confi guratie op de klepstandsteller...
  • Pagina 56: Initialisatie

    Inbedrijfname – Instelling Initialisatie Horizontale hefboom (middenstand) komt overeen met -0°. Waarschuwing! Voor het optimaal functioneren van Tijdens de initialisatie doorloopt het regel- de klepstandsteller mogen de buitenste ventiel het gehele slag-/draaihoekgebied. bargraph-elementen bij het doorlopen Voer de initialisatie daarom nooit uit bij van het werkgebied niet knipperen.
  • Pagina 57 Inbedrijfname – Instelling • Nominaal bereik NOM De tijd voor de initialisatieprocedure is Initialisatiemodus voor alle doorgangsven- afhankelijk van de looptijd van de aandrij- tielen (zie par. 7.6.2) ving en kan enkele minuten duren. • handmatig gekozen bereik MAN Bij succesvolle initialisatie gaat de regelaar Initialisatiemodus voor doorgangsventie- in regelbedrijf, herkenbaar aan het -regel- len met onbekend nominaal bereik (zie...
  • Pagina 58: Max - Initialisatie Op Maximaal Bereik

    Inbedrijfname – Instelling Draaien→ YES De dichtsluitfunctie is geactiveerd. Indrukken, weergave OPGELET! Initialisatiemodus kiezen: Bij driewegventielen moet code 15(eind- stand w>) op 99 % worden gezet. onderbreken van een lopende initialisatie Standaard MAX Een lopende initialisatie kan door indruk- ken van de draai-/drukknop ( ) worden Draaien →code onderbroken.
  • Pagina 59: Nom - Initialisatie Op Nom. Bereik

    Inbedrijfname – Instelling draaien→Stiftpositie aan hefboom (conf. aanbouw) Standaard No Indrukken Het nom. bereik wordt in mm/° weer- gegeven. Draaien→Code 3 , weergave: No Indrukken, codegetal 3 knippert 7.6.2 NOM – Initialisatie op Draaien→ YES nom. bereik Indrukken, weergave De effectieve ventielslag kan door de Stiftpositie en nominale slag instellen: gekalibreerde opnemer zeer nauwkeurig worden bepaald.
  • Pagina 60: Man - Initialisatie Op Handmatig Gekozen Bereik

    Inbedrijfname – Instelling Initialisatiemodus kiezen: Confi guratie vrijgeven: Opmerking:de confi guratievrijgave vervalt Init-modus na 120 s zonder bedieningshandeling. Standaard MAX Draaien→Code 6 Confi guratievrijgave standaard No Indrukken, codegetal 6 knippert Draaien→ NOM Draaien→Code 3 , weergave: No Indrukken, om de initialisatiemo- dus NOM over te nemen.
  • Pagina 61: Sub - Vervangingskalibratie

    Inbedrijfname – Instelling Draaien → MAN De vervangingskalibratie wordt gekozen, om een klepstandsteller tijdens bedrijf van Indrukken, om de initialisatiemodus de installatie te kunnen vervangen. Daar- MAN te nemen. voor wordt het regelventiel normaal ge- sproken in een bepaalde stand mechanisch OPEN-stand instellen: vastgezet of door een extern op de aandrij- ving aangesloten druksignaal pneumatisch...
  • Pagina 62 Inbedrijfname – Instelling Stiftpositie en nominale slag instellen: Bewegingsrichting instellen: Bewegingsrichting Stiftpositie standaard standaard Draaien→Code 7 nom. bereik Indrukken, codegetal 7 knippert (met code 4 = No geblok- keerd) Draaien →Bewegingsrichting ( Indrukken Draaien→Code 4 Indrukken, codegetal 4 knippert Slagbegrenzing uitschakelen: Draaien →stiftpositie aan hefboom (conf.
  • Pagina 63 Inbedrijfname – Instelling Indrukken Draaien→Code 35 Drukgrens standaard Indrukken, codegetal 35 knippert Draaien→Blokkeerstand, bijv. 5 mm (aan de slagindicatie van het geblok- keerde ventiel afl ezen of uitmeten) KP-trap standaard 7 Gesloten stand instellen: • schakelaar voor gesloten stand AIR TO OPEN of CLOSE conform par. TV-trap standaard 2 7.1, blz.
  • Pagina 64: Nulpunt Inregelen

    Inbedrijfname – Instelling Draaien, tot de druk in de klepstand- OPGELET! steller is opgebouwd en het ventiel iets Het ventiel gaat bij de nulpuntsinregeling voorbij de blokkeerstand open gaat. kortstondig van de actuele slag-/draai- Indrukken, om de blokkeerstand op te hoekstand in de gesloten stand.
  • Pagina 65: Instellingen Voor Open/Dicht-Ventielen Uitvoeren

    Inbedrijfname – Instelling Instellingen voor open/ positie in. Neemt de gewenste waarde toe en dicht- ventielen uitvoeren wordt de grens werkpunt overschreden, dan gaat het ventiel naar het werkpunt (code 49 - Wanneer het ventiel met het toepassings- h1). Wanneer de gewenste waarde afneemt type open/dicht moet worden gebruikt, dan tot onder de grens veiligheidspositie (code moeten het werkpunt, de testgrenzen en de...
  • Pagina 66 Inbedrijfname – Instelling Instellingen uitvoeren Slag [%] Confi guratie vrijgeven: Code 49 - h1 Draaien→Code 3, weergave: Code 49 - h5 No indrukken, codegetal 3 Code 49 - h4 knippert Draaien→ YES indruk- ken, weergave Code 49 - h3 Code 49 - h2 Toepassingstype open/dicht kiezen: Code 49 - d2 Δ...
  • Pagina 67: Reset - Terugzetten Naar Standaard Waarden

    Inbedrijfname – Instelling Reset – terugzetten naar standaard waarden Bij een reset worden alle inbedrijfname- parameters en de diagnose op de af fabriek ingestelde standaard waarden teruggezet (zie codelijst, hoofdstuk 14). Confi guratie vrijgeven: Draaien→Code 3, weergave: No Indrukken, codegetal 3 knippert Draaien→...
  • Pagina 68: Bediening

    Bediening Bediening Nu kunnen de afzonderlijke codes opeen- volgend worden geconfi gureerd: WAARSCHUWING! draaien en de gewenste code selecteren. Tijdens de bediening beweegt de membraan- Indrukken, om de gewenst code te stang van het regelventiel. openen. Codegetal knippert. Om beknellingen van vingers en handen te Draaien en instelling kiezen.
  • Pagina 69: Bedrijfsstanden

    Bediening Bedrijfsstanden Gewenste handbedieningswaarde instellen 8.2.1 Automatisch en hand- bedrijf Standaard bevindt de klepstandsteller zich na een succesvolle initialisatie in -auto- matisch bedrijf (AUTO). Draaien→Code 1 Indrukken, codegetal 1 knippert Draaien, tot de druk in de klepstand- Automatisch bedrijf steller is opgebouwd, het regelventiel reageert en de gewenste ventielstand worden ingenomen.
  • Pagina 70: Veiligheidspositie (Safe)

    Bediening 8.2.2 Veiligheidspositie (SAFE) Storing/uitval Wanneer het ventiel in de bij de inbedrijf- Alle toestands- en storingsmeldingen wor- name vastgelegde veiligheidspositie (conf. den in de klepstandsteller met een status par. 7.1) moet worden bewogen, dan moet geclassifi ceerd. De default-instellingen van als volgt te werk worden gegaan: de statusclassifi catie zijn in de codelijst genoemd.
  • Pagina 71: Storingsmelding Bevestigen

    Bediening grens is binnenkort bereikt resp. wordt Oorzaak en oplossing kunnen worden sneller bereik dan voorzien. Een on- gevonden in de codelijst (hoofdstuk 14). derhoud is op korte termijn nodig. Storingsmelduitgang • Buiten de specifi catie De verzamelstatus "uitval" zorgt voor scha- Het apparaat wordt gebruikt buiten kelen van de optionele storingsmelduitgang.
  • Pagina 72: Instelling Eindcontact

    Instelling eindcontact Instelling eindcontact De gewenste schakelfunctie, of het uitgangs- relais bij het binnengaan van de kam in de Bij de uitvoering met inductief eindcontact initiator moet zijn aangetrokken of afge- bevindt zich op de draaias van de klep- vallen, wordt ook op de schakelversterker standsteller een instelbare stuurkam (1), die gekozen.
  • Pagina 73 Het inductieve eindcontact is met de klem- MAN -functie op 95 % zetten (zie LC men +41/–42 verbonden. Display). Bij uitlevering af fabriek SAMSON is het 3. Kam (1) met de gele instelschroef (2) apparaat overeenkomstig voorbereid. zodanig verstellen, dat de kam de Schakelpuntinstelling: initiator (3) ingaat of uitgaat.
  • Pagina 74: Naderhand Opbouwen Van Een Inductief Eindcontact

    Instelling eindcontact Naderhand aanbrengen van een inductief eindcontact Benodigde inbouwset: eindcontact bestelnr. 1400-7460 Opmerking: Bij werkzaamheden aan explosieveilige apparaten moeten de voorschriften conform hoofdstuk 11 "Reparatie Ex-apparaten" worden aangehouden. 1. Draai-/drukknop (3) en kap (1) wegne- men, de vijf bevestigingsschroeven (2) uitdraaien en het kunststof deksel (9) aftillen.
  • Pagina 75: Onderhoud

    Bij een update door een door SAMSON de eisen van de explosieveiligheid heeft ge- geautoriseerde medewerker van de service- controleerd en daarvan een certificaat heeft...
  • Pagina 76 Instructies omtrent onderhoud, kalibratie en werkzaamheden aan bedrijfsmaterieel a) Update buiten de explosiegevaarlijke omgeving: De klepstandstellers moeten worden gede- monteerd. De update volgt buiten de explosiege- vaarlijke omgeving. b) Update ter plaatse: Een update ter plaatse is alleen moge- lijk na overleg van de ondertekende toestemming van de eigenaar van de installatie.
  • Pagina 77: Codelijst

    Codelijst Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 Bedrijfsstand De omschakeling van automatisch naar hand verloopt soepel. Bij de veiligheidspositie verschijnt in het display het symbool S. [MAN] handbedrijf Bij MAN en AUtO wordt de regelafwijking weergegeven door de AUtO Automatisch bedrijf...
  • Pagina 78 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 stiftpositie De aftaststift moet afhankelijk van de ventielslag/-hoek in de juiste stiftpositie worden geplaatst. [No] 17, 25, 35, 50 mm Voor de initialisatie onder NOM of SUb moet deze stiftpositie 70, 100, 200 mm, worden ingevoerd.
  • Pagina 79 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 x-bereik aanvang (slag-/ Aanvangswaarde voor de slag/draaihoek in nom. resp. werkge- bied. draaihoekbereik aanvang) Het werkgebied is de werkelijke weg/hoek van het regelventiel 0.0 ...
  • Pagina 80 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 12* w-aanvang Aanvangswaarde van het geldige gewenste waardebereik, deze moet kleiner zijn dan de eindwaarde w-eind, 0% = 4 mA. 0 ...
  • Pagina 81 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 16* Drukgrens De steldruk naar de aandrijving kan in stappen worden begrensd. [No] Na verandering van de ingestelde drukgrens moet de aandrijving 1,4 2,4 3,7 bar eenmaal worden ontlucht (bijv.
  • Pagina 82 20* Karakteristiek Keuze karakteristiek 0 Lineair 0 ... 9, [0] 1 Equiprocentueel 2 Equiprocentueel invers 3 SAMSON-regelventiel lineair 4 SAMSON-regelventiel equiprocentueel 5 VETEC-draaiklep lineair 6 VETEC-draaiklep equiprocentueel 7 Kogelsegment lineair 8 Kogelsegment equiprocentueel 9 Door gebruiker gedefinieerd (definitie via bedieningssoftware) Opmerking: De verschillende karakteristieken zijn in hoofdstuk 17 weergegeven.
  • Pagina 83 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 GW wegintegraal Grenswaarde wegintegraal, na het overschrijden daarvan 1000 ... 99 · 10 verschijnen de symbolen [1 000 000] Exponentiële weergave vanaf tel- lerstand >...
  • Pagina 84 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 27* Grenswaarde A2 Bij overschrijden van de waarde gaat alarm 2 in de aangespro- ken toestand. No 0.0 ... 100.0 % van Software-grenswaarde A2 wordt, gerelateerd aan het werkge- werkgebied, [98.0 %] bied, getoond of kan worden veranderd.
  • Pagina 85 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 32* Storingsmelding bij verza- YES: Storingsmelding ook bij verzamelstatus "functiecontrole" melstatus functiecontrole No: Verzamelstatus "functiecontrole" veroorzaakt geen storings- [YES] ·...
  • Pagina 86 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 41 Info looptijd dicht Minimale sluittijd, wordt bij de initialisatie bepaald 0 ... 240 s, [0 s] Alleen weergave 42 Info Auto-w Actieve automatische gewenste waarde overeenkomstig 4 ...
  • Pagina 87 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 Diagnose Diagnoseparameter d d0 temperatuur Actuele bedrijfstemperatuur [°C] intern in de klepstandsteller. (nauwkeurigheid ±3 %). –55 ... 125 °C Alleen weergave d1 min.
  • Pagina 88 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 48* Diagnoseparameter h h0 Init met referentiebewe- Initialisatie met referentiebeweging ging (bij referentiebeweging worden de referentiecurven voor de test- [No] ·...
  • Pagina 89 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 49* A4 Statusclassificatie C Onderhoud nodig OK Geen melding PST-status CR Onderhoudsvraag [C] · OK · CR · b · S b uitval S Buiten de specificatie A5 Aanbevolen minimale...
  • Pagina 90 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 49* d4 Activeren hellingfunctie Schakelt de hellingfunctie aan of uit. [No] · YES d5 Hellingtijd (stijgend) Hellingtijd voor 0 ... 100 % slag (stijgend) van de hellingunctie 0 ...
  • Pagina 91 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 49* E7 Max. testduur gebrui- Maximale testduur, waarna de test in ieder geval wordt afgebro- ken. kersinstelling 30 ... 25000 s, [30 s] F Testinformatie deelslagtest (PST) ·...
  • Pagina 92 Codelijst Code Parameter– Aanwijzing, Beschrijving Waarde [fabrieksinstelling] Opmerking: van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3 49* h3 Onderste grens test activeren Tussen de veiligheidsgrenzen en de onderste testgrens blijft het ventiel staan in de laatst geldige stand. [25.0 % gewenste waarde] Tussen de onderste en de bovenste testgrens wordt na 6 s een deelslagtest (PST) uitgevoerd.
  • Pagina 93 Codelijst Initialisatiefout Melding verzamelstatus actief, bij de vraag verschijnt Err . Storingscodes – oplossing Indien storingsmeldingen actief zijn, worden deze hier getoond. 50 x > bereik Het meetsignaal levert een te grote of te kleine waarde, de meetsensor bevindt zich in de buurt van de mechanische grens.
  • Pagina 94 Codelijst Melding verzamelstatus actief, bij de vraag verschijnt Err . Storingscode – oplossingen Indien storingsmeldingen actief zijn, worden deze hier getoond. 53 Initialisatietijd overschreden De initialisatieloop duurt te lang, de regelaar gaan in de voor- (Init-tijd >) gaande bedrijfsstand terug. •...
  • Pagina 95 Codelijst Bedrijfsfouten Melding verzamelstatus actief, bij de vraag verschijnt Err . Storingscode – oplossingen Indien storingsmeldingen actief zijn, worden deze hier getoond. 57 Regelkring Regelkring gestoord, het regelventiel volgt niet meer binnen de toegestane tijden de gemeten waarde (alarm tolerantieband code Aanvullende melding via storings- 19).
  • Pagina 96 Statusclassificatie [Onderhoudsvraag] Oplossing Apparaat ter reparatie aan SAMSON AG sturen. 63 w te klein De gewenste waarde is wezenlijk kleiner dan 4 mA (0 %); komt voor wanneer de stroombron die de klepstandsteller voedt niet aan de norm voldoet.
  • Pagina 97 Aanvullende melding via storings- data. Ventiel gaat naar de veiligheidspositie. meldcontact Statusclassificatie Uitval (niet classificeerbaar) Oplossing Apparaat ter reparatie aan SAMSON AG sturen. 67 Controleberekening Hardwareregelaar wordt met een controleberekening bewaakt. Aanvullende melding via storings- meldcontact Statusclassificatie [Uitval] Oplossing Storing bevestigen.
  • Pagina 98 Aanvullende melding via storings- meldcontact! Statusclassificatie [Onderhoud nodig] Oplossing Apparaat ter reparatie aan SAMSON AG sturen. 71 Algemene parameters Fout in de parameters, die voor de regeling niet kritisch zijn. Statusclassificatie [Onderhoud nodig] Oplossing Storing bevestigen.
  • Pagina 99 Statusclassificatie Uitval (niet classificeerbaar) Oplossing Stroom onderbreken en apparaat opnieuw laten starten. Anders apparaat ter reparatie aan SAMSON AG sturen. 78 Optieparameters Fout in de optieparameters Statusclassificatie [Onderhoud nodig] Oplossing Apparaat ter reparatie aan SAMSON AG sturen.
  • Pagina 100 Codelijst Diagnosestoring Melding verzamelstatus actief, bij de vraag verschijnt Err . Storingscode – oplossingen Indien storingsmeldingen actief zijn, worden deze hier getoond. 79 Uitgebreide diagnose Meldingen in de uitgebreide diagnose EXPERTplus zijn actief (zie EB 8389 „Ventieldiagnose EXPERTplus“). Statusclassificatie Onderhoud nodig (niet classificeerbaar) 80 Diagnoseparameter Storingen, die voor de regeling niet kritisch zijn.
  • Pagina 101: Instelling En Bediening Met Trovis-View

    ® Via de configuratie en bedieningsinterface TROVIS-VIEW kunnen alle instellingen op de klepstandsteller worden uitgevoerd. De software TROVIS-VIEW staat op internet (http://www.samson.de) onder "producten" > support en downloads“ ter beschikking. Op aanvraag kan deze ook op een CD worden uitgeleverd.
  • Pagina 102: Programma Installeren

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 15.2 Programma installeren 1. Installatie via het programma setup.exe starten. Opmerking betreffende installatie m.b.v. het download-bestand: Voordat de installatie kan worden uitgevoerd, moet het ingepakte bestand worden uitgepakt. Instructies betreffende de installatie met behulp van de installatie-CD: Afhankelijk van de instelling van het besturingssysteem wordt de installatie automatisch na het plaatsen van de CD gestart.
  • Pagina 103: Programma Starten En Basisinstellingen Uitvoeren

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 15.3 Programma starten en basisinstellingen uitvoeren De instellingen in de configuratie- en bedieningsinterface kunnen met of zonder verbinding met het apparaat worden uitgevoerd. Opmerking:wanneer geen verbinding met de klepstandsteller bestaat, dan worden op de bedieningsinterface de standaard instellingen getoond, of met het menu [Bestand > Openen] kan een opgeslagen TROVIS-VIEW bestand (*.tro) worden geladen en overschreven.
  • Pagina 104 5. Communicatiepoort voor de datacommunicatie instellen. Ga daarvoor als volgt te werk: • PC-poort (RS-232 of USB) via de betreffende adapter met de SAMSON SSP-interface met de klepstandsteller verbinden. • Menu [Options -> Communication] openen en knop [Server Settings] aanklikken.
  • Pagina 105: Data Overdragen

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW Softwareversie converteren De softwareversie van TROVIS-VIEW moet met die van de klepstandsteller overeenkomen. Bij de communicatie (data-overdracht) wordt de firmwareversie van de klepstandsteller automatisch gecontroleerd en overeenkomstig geconverteerd. Wanneer de firmwareversie zonder data-overdracht moet worden aangepast, moet als volgt te werk worden gegaan: 1.
  • Pagina 106: Offline-Bedrijf (Indirecte Data-Overdracht)

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW De genoemde functies kunnen via de menubalk [Device] worden geactiveerd. WAARSCHUWING! Data mogen pas dan op de klepstandsteller worden overgedragen, wanneer de elektrische aansluiting conform par. 5.2 is uitgevoerd. 15.4.1 Offline-bedrijf (indirecte data-overdracht) Tussen PC en klepstandsteller bestaat geen permanente dataverbinding. De communicatie wordt doelgericht voor het uitlezen en beschrijven van de klepstandsteller gebruikt.
  • Pagina 107: Parameter Instellen

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW Grafische bedrijfsweergave (Trend-Viewer) Tijdens online-bedrijf worden bij geactiveerde Trend-Viewer [Ansicht > Trend-Viewer] cyclisch de procesgegevens (stelwaarde TRD, actuele ventielpositie en regelafwijking [e]) grafisch in de tijd t [s] weergegeven. De grafische weergave kan worden aangepast. Datapunten, die geregistreerd worden, kun- nen worden toegevoegd of verwijderd.
  • Pagina 108 Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 1. Door aanklikken van een link in een boomstructuur van mappen worden rechts alle datapunten van die map getoond. Wanneer de muiscursor op een datapunt wordt geplaatst, wordt een tooltip geopend die informatie geeft over deze parameter. 2.
  • Pagina 109: Klepstandsteller Initialiseren

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 15.5 Klepstandsteller initialiseren De initialisatie met TROVIS-VIEW is alleen mogelijk, wanneer de klepstandsteller correct is aangebouwd en aangesloten. De klepstandsteller moet via de Serial-Interface-adapter zijn verbonden met de PC. Waarschuwing! Tijdens de initialisatie doorloopt het regelventiel het gehele slag-/draaihoekge- bied.
  • Pagina 110 Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 3. Initialisatie met de knop [Execute] starten. De tijd voor de initialisatieproce- dure is afhankelijk van de looptijd van de aandrijving en kan enkele minuten duren. EB 8384-3 NL...
  • Pagina 111: Statusclassificatie

    Instelling en bediening met TROVIS-VIEW 15.6 Statusclassificatie Alle statusmeldingen worden in de klepstandsteller met een status geclassificeerd, waar- mee een opgetreden storing wordt gemeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de toestanden "uitval", "Onderhoud nodig", "Onderhoudsvraag", "Buiten de specificatie" en "Geen melding". •...
  • Pagina 112 Instelling en bediening met TROVIS-VIEW Om een beter overzicht te krijgen worden geclassificeerde meldingen gecombineerd tot een verzamelstatus. De verzamelstatus kan aan de rechterrand van de infobalk en in de map [Diagnose > Status message] worden afgelezen. Deze map ([Diagnose > Status message]) toont welke storingen voor het activeren van de verzamelstatus verantwoordelijk zijn.
  • Pagina 113: Afmetingen In Mm

    Afmetingen in mm Afmetingen in mm Manometer- of aansluitplaat Aanbouw conform IEC 60534-6 Externe houder positiesensor Hefboom mm S = 17 M = 50 L = 100 XL = 200 Directe aanbouw: Output (38) Supply (9) Afb. 25a · NAMUR- en directe aanbouw EB 8384-3 NL...
  • Pagina 114 Afmetingen in mm Output Y Output Y Supply (9) Output Y Omkeer- Output Y versterker type 3710 (optie) Ø 101 Output A1 Supply (9) Omkeerversterker Output A2 1079-1118 of 1079-1119 (optie) Aansluitplaat G ¼ of ¼ NPT Afb. 25b · Aanbouw aan draaiaandrijving conform VDI/VDE 3845 (sept. 2010), bevestigingsniveau 1, grootte AA1 ...
  • Pagina 115: Bevestigingsniveaus Conform Vdi/Vde 3845 (September 2010)

    Afmetingen in mm 16.1 Bevestigingsniveaus conform VDI/VDE 3845 (september 2010) Bevestigingsniveau 2 (consoleoppervlak) Bevestigingsniveau 1 (aandrijfoppervlak) Aandrijving Afmetingen in mm Grootte ∅d ∅D* 5,5 voor M5 5,5 voor M5 5,5 voor M5 ØD 5,5 voor M5 5,5 voor M5 6,5 voor M6 * Flenstype F05 conform DIN EN ISO 5211 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 116: Keuze Karakteristiek

    Keuze karakteristiek Keuze karakteristiek Hierna zijn de onder code 20 selecteerbare karakteristieken grafisch weergegeven. Opmerking:de individuele definitie van de karakteristiek (gebruikersgedefinieerde karakteristiek) kan alleen via een werkstation/bedieningssoftware (bijv. TROVIS-VIEW) plaatsvinden. Lineair(keuze karakteristiek: 0) Slag/draaihoek [%] Gewenste waarde [%] Equiprocentueel(keuze karakteristiek: 1) Equiprocentueel invers(keuze karakteristiek: 2) Slag/draaihoek [%] Slag/draaihoek [%]...
  • Pagina 117 SAMSON-regelventiel equiprocentueel SAMSON-regelventiel lineair (keuze karakteristiek: 4) (keuze karakteristiek: Slag/draaihoek [%] slag/draaihoek [%] Gewenste waarde [%] Gewenste waarde [%] VETEC-draaiklep lineair VETEC-draaiklep equiprocentueel (keuze karakteristiek: 6) (keuze karakteristiek: slag/draaihoek [%] Slag/draaihoek [%] Gewenste waarde [%] Gewenste waarde [%] Kogelsegment lineair...
  • Pagina 118: Testcertificaten

    EB 8384-3 NL...
  • Pagina 119 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 120 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 121 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 122 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 123 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 124 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 125 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 126 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 127 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 128 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 129 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 130 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 131 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 132 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 133 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 134 Keuze karakteristiek EB 8384-3 NL...
  • Pagina 135 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 136 EB 8384-3 NL...
  • Pagina 137: Index

    Index Index Display...........50 - 51 Met 180° verdraaien......54 Aanbouw aan RVS-behuizing....39 Draai-/drukknop........50 aan microventiel type 3510....26 aan draaiaandrijving......28 conform IEC 60534-6 (NAMUR)..24 Eindcontact...........12 Directe aanbouw: Elektrische aansluiting.......47 aan aandrijving type 3277....22 Instelling........72 - 74 aan aandrijving type 3277-5..20 Naderhand opbouwen......74 omkeerversterker........32 Technische gegevens......16 Aanbouwdelen.........40 - 43...
  • Pagina 138 Index Inbedrijfname.........53 - 67 Schuifschakelaar AIR TO OPEN/CLOSE..50 Initialisatie Serial Interface....13, 52, 75 - 76 handmatig gekozen bereik MAN..57, 60 Slagtabellen...........19 maximaal bereik MAX....56, 58 Software-update........75 met TROVIS-VIEW......109 Standaard waarde.........67 Nom. bereik NOM......57, 59 Standmelder...........12 Vervangingskalibratie SUb..57, 61 Elektrische aansluiting.......47 Technische gegevens......16 Statusclassificatie....93 - 100, 111 Kabel invoeren........46...
  • Pagina 139 Index TROVIS-VIEW Data-overdracht....105 - 107 Initialisatie klepstandsteller....109 Installatie........102 Parameterinstelling......107 starten..........103 Symbolen........107 Systeemvoorwaarden......101 Trend-Viewer........107 Uitval..........70 - 71 Update...........75 Veerruimtebeluchting........39 Veiligheidspositie SAFE.......50, 70 Ventieldiagnose........11 - 13 Vervangingskalibratie SUb....57, 61 Verzamelstatus.........71, 112 Voedingsdruk..........44 Volumesmoring........50 instellen..........54 Werkgebied controleren........55 - 56 handmatig gekozen bereik MAN..57, 60 maximaal bereik MAX....56, 58 Nom.
  • Pagina 140 SAMSON AG · MESS- UND REGELTECHNIK Weismüllerstraße 3 · 60314 Frankfurt am Main · Germany Telefoon: 069 4009-0 · Telefax: 069 4009-1507 EB 8384-3 NL Internet: http://www.samson.de...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-3

Inhoudsopgave