Bediening: gecombineerde ovenfuncties
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een temperatuur, een vermogen
en een bereidingstijd ingesteld.
^ Druk op X.
Er verschijnen meer menupunten die u
voor een bereiding kunt instellen of wij-
zigen:
– Einde om
– Start om
– Bereidingstijd magnetron
Vermogen wijzigen
^ Druk op X.
^ Blader in de keuzelijst, totdat het ver-
mogen oplicht.
^ Druk op de OK-toets.
^ Wijzig met de draaiknop het vermo-
gen.
^ Druk op de OK-toets.
Het gewijzigde vermogen wordt opge-
slagen.
^ Druk op X.
Het gewijzigde magnetronvermogen
verschijnt in het display.
76
Temperatuur wijzigen
^ Druk op X.
De ingestelde temperatuur is gemar-
keerd.
^ Druk op de OK-toets.
^ Stel de temperatuur in.
De temperatuur verandert in stappen
van 5 °C.
^ Druk op de OK-toets.
De gewijzigde temperatuur wordt opge-
slagen.
^ Druk op X.
De gewijzigde temperatuur verschijnt.
Snelopwarmen
Bij de ovenfuncties Magnetron + Hete-
lucht plus a en Magnetron + Braad-
automaat L wordt de functie
"Snelopwarmen R" automatisch inge-
schakeld, als u een temperatuur van
meer dan 100 °C instelt (zie "Bediening:
ovenfuncties zonder magnetron –
Snelopwarmen").
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een berei-
ding wijzigen (zie "Bediening: oven-
functies zonder magnetron – Ovenfunc-
tie wijzigen").