7 PROGRAMMEREN: ADDITIONELE FUNCTIES.....85
7.1 Additionele M-functies en STOP ingeven.....86
7.2 Additionele functies voor controle van programma-afloop, spil en koelmiddel.....87
7.3 Additionele functies voor coördinatengegevens.....87
7.4 Additionele functies voor de baaninstelling.....89
7.5 Additionele functie voor rotatie-assen.....92
8 PROGRAMMEREN: CYCLI.....93
8.1 Algemene informatie over de cycli.....94
8.2 Boorcycli.....96
DIEPBOREN (cyclus 1).....96
BOREN (cyclus 200).....98
RUIMEN (cyclus 201).....99
UITDRAAIEN (cyclus 202).....100
UNIVERSEELBOREN (cyclus 203).....101
IN VRIJLOOP VERPLAATSEN (cyclus 204).....103
SCHROEFDRAAD TAPPEN met voedingscompensatie (cyclus 2).....105
SCHROEFDRAAD TAPPEN zonder voedingscompensatie GS (cyclus 17).....106
Voorbeeld: boorcycli.....107
Voorbeeld: boorcycli .....108
8.3 Cycli voor het frezen van kamers, tappen en sleuven.....109
KAMERFREZEN (cyclus 4).....110
KAMER NABEWERKEN (cyclus 212).....111
TAP NABEWERKEN (cyclus 213).....113
RONDKAMER (cyclus 5).....114
RONDKAMER NABEWERKEN (cyclus 214).....116
RONDE TAP NABEWERKEN (cyclus 215).....117
SLEUFFREZEN (cyclus 3).....119
SLEUF (spiebaan) met pendelend insteken (cyclus 210).....120
RONDE SLEUF (spiebaan) met pendelend insteken (cyclus 211) .....122
Voorbeeld: kamers, tappen en sleuven frezen.....124
VI
Inhoud