8.7 Speciale cycli
STILSTANDSTIJD (cyclus 9)
In een lopend programma wordt de eerstvolgende regel pas na de
geprogrammeerde stilstandstijd afgewerkt. Een stilstandstijd kan
b.v. voor het spaanbreken dienen.
Werking
De cyclus werkt vanaf de definitie in het programma. Modaal
werkende (blijvende) toestanden worden daardoor niet beïnvloed,
zoals b.v. de rotatie van de spil.
Stilstandstijd in seconden: stilstandstijd in
seconden ingeven.
In te geven bereik 0 t/m 30 000 s (ca. 8,3 uur)
in stappen van 0,001 s.
PROGRAMMA-OPROEP (cyclus 12)
Er kunnen willekeurige bewerkingsprogramma's, zoals b.v. speciale
boorcycli of geometrische modules, aan een bewerkingscyclus
gelijkgesteld worden. Dit programma wordt dan als cyclus
opgeroepen.
Programmanaam: nummer van het op te roepen
programma.
Het programma wordt opgeroepen d.m.v.
CYCL CALL (separate regel) of
M99 (per regel) of
M89 (wordt na elke positioneerregel uitgevoerd).
Voorbeeld: programma-oproep
Vanuit een programma moet een, via cyclus oproepbaar,
programma 50 opgeroepen worden.
NC-voorbeeldregels
55
Y L DEF 12.0 PGM
ALL
56
Y L DEF 12.1 PGM 50
57 L X+20 Y+50 FMAX M99
144
7 CYCL DEF 12.0
PGM CALL
8 CYCL DEF 12.1
31
9 ... M99
Vastleggen:
„Programma 50 is een cyclus"
Oproep van programma 50
0 BEGIN PGM 31 MM
END PGM 31
8 Programmeren: cycli