Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 310 Gebruikershandboek pagina 211

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 310:

Advertenties

Willekeurige binnenkomst in het programma
(regelsprong)
Met de functie SPRING NAAR REGEL N (regelsprong) kan een
bewerkingsprogramma vanaf een vrij te kiezen regel N afgewerkt
worden. De werkstukbewerking tot aan deze regel wordt door de
TNC meeberekend.
Met de regelsprong altijd aan het begin van het
programma beginnen.
Als het programma tot het einde van de regelsprong een
geprogrammeerde onderbreking bevat, dan wordt daar
de regelsprong onderbroken. Om de regelsprong voort
te zetten, moeten de softkeys SPRING NAAR REGEL N
en START nogmaals worden ingedrukt.
Na een regelsprong verplaatst u het gereedschap met de
functie Opnieuw benaderen naar de contour tot op de
vastgestelde positie (zie volgende bladzijde).
Eerste regel van het actuele programma als begin voor de
regelsprong kiezen: GOTO „0" ingeven.
Regelsprong kiezen: op softkey SPRING NAAR REGEL N drukken,
de TNC toont een ingavevenster:
Regelsprong tot N: nummer N van de regel
ingeven, waar de regelsprong moet eindigen.
Programma: naam van het programma ingeven,
waarin regel N staat.
Herhalingen: aantal herhalingen ingeven, waarmee
bij de regelsprong rekening moet worden
gehouden, als regel N in een herhaling van een
programmadeel staat.
PLC AAN/UIT: om gereedschapsoproepen en
additionele M-functies mee te berekenen: PLC op
AAN zetten (met ENT-toets omschakelen tussen
AAN en UIT). Als PLC UIT staat, wordt alleen
rekening gehouden met de geometrie
Regelsprong starten: op softkey START drukken
Contour benaderen: zie volgend hoofdstuk
„Contour opnieuw benaderen" .
U kunt het ingavevenster voor de regelsprong
verschuiven. Druk hiervoor op de toets voor het
vastleggen van de beeldschermindeling en maak gebruik
van de daar getoonde softkeys.
HEIDENHAIN TNC 310
197

Advertenties

loading