8.4 Cycli voor het maken van puntenpatronen.....126
PUNTENPATROON OP EEN CIRKEL (cyclus 220).....127
PUNTENPATROON OP LIJNEN (cyclus 221) .....128
Voorbeeld: gatencirkels.....130
8.5 Cycli voor het affrezen.....132
AFFREZEN (cyclus 230).....132
RECHTLIJNIG AFVLAKKEN (cyclus 231).....134
Voorbeeld: affrezen.....136
8.6 Cycli voor coördinaten-omrekening .....137
NULPUNT-verschuiving (cyclus 7).....138
SPIEGELEN (cyclus 8).....139
ROTATIE (cyclus 10).....140
MAATFACTOR (cyclus 11) .....141
Voorbeeld: coördinatenomrekeningscycli.....142
8.7 Speciale cycli .....144
STILSTANDSTIJD (cyclus 9) .....144
PROGRAMMA-OPROEP (cyclus 12).....144
SPILORIENTATIE (cyclus 13) .....145
9 PROGRAMMEREN: ONDERPROGRAMMA'S EN HERHALING VAN PROGRAMMADELEN.....147
9.1 Onderprogramma's en herhaling van programmadelen kenmerken.....148
9.2 Onderprogramma's.....148
9.3 Herhalingen van programmadelen.....149
9.4 Nestingen.....151
Onderprogramma in een onderprogramma .....151
Herhaling van programmadelen herhalen.....152
Onderprogramma herhalen.....153
9.5 Programmeervoorbeelden.....154
Voorbeeld: contourfrezen in meerdere verplaatsingen .....154
Voorbeeld: boorgroepen .....155
Voorbeeld: boorgroepen met meerdere gereedschappen .....156
HEIDENHAIN TNC 310
VII