13.1 MOD-functies kiezen, veranderen
en verlaten
Via de MOD-functies kunnen additionele weergaven en
ingavemogelijkheden gekozen worden.
MOD-functies kiezen
Werkstand kiezen, waarin u MOD-functies wilt veranderen.
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken. De
afbeelding rechtsboven toont het „MOD-
beeldscherm" .
Onderstaande veranderingen kunnen uitgevoerd
worden:
positieweergaven kiezen
maateenheid (mm/inch) vastleggen
sleutelgetal ingeven
interface instellen
machinespecifieke gebruikerparameters
begrenzing van het verplaatsingsbereik ingeven
NC-software-nummer tonen
PLC-software-nummer tonen
MOD-functie veranderen
MOD-functie in het getoonde menu d.m.v. de pijltoetsen kiezen.
Herhaaldelijk de ENT-toets indrukken, totdat de functie in de
lichtbalk staat of het getal ingeven en met ENT-toets overnemen.
MOD-functies verlaten
MOD-functie beëindigen: END-toets indrukken.
13.2 Systeeminformatie
Met de softkey SYSTEEMINFORMATIE toont de TNC onderstaande
informatie:
vrij programmageheugen
NC-software-nummer
PLC-software-nummer
staan na het kiezen van de functies op het beeldscherm van de
TNC.
212
13 MOD-functies