Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 310 Gebruikershandboek pagina 135

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 310:

Advertenties

Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak.
Diepte Q201 (incrementeel): afstand tussen
werkstukoppervlak en bodem van de sleuf.
Z
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
Q207
gereedschap bij het frezen in mm/min.
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat waarmee
Q204
Q200
het gereedschap bij een pendelende beweging in de
Q203
spilas in totaal wordt verplaatst.
Q202
Bewerkingsomvang (0/1/2) Q215: bewerkingsomvang
Q201
vastleggen:
0: voor- en nabewerken
1: alleen voorbewerken
2: alleen nabewerken
X
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut): coördinaat
werkstukoppervlak.
2
veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
e
Z-coördinaat, waarin een botsing tussen gereedschap
Y
en werkstuk (spaninrichting) uitgesloten is.
Midden van de 1e as Q216 (absoluut): midden van de
sleuf in de hoofdas van het bewerkingsvlak
Midden van de 2e as Q217 (absoluut): midden van de
sleuf in de nevenas van het bewerkingsvlak
Q224
Q217
Lengte van de 1e zijde Q218 (waarde parallel aan de
hoofdas van het bewerkingsvlak): langste zijde van de
sleuf ingeven.
Lengte van de 2e zijde Q219 (waarde parallel aan de
nevenas van het bewerkingsvlak): breedte van de
sleuf ingeven; wanneer de sleufbreedte gelijk is aan
X
de diameter van het gereedschap, dan voert de TNC
Q216
alleen een voorbewerking uit (spiebaan frezen)
Rotatiehoek Q224 (absoluut): hoek, waarmee de
complete sleuf wordt geroteerd. Het middelpunt van
de rotatie ligt in het centrum van de sleuf.
HEIDENHAIN TNC 310
121

Advertenties

loading