6.5 Baanbewegingen –
poolcoördinaten
Met poolcoördinaten wordt een positie via een hoek PA en een
afstand PR t.o.v. een vooraf gedefinieerde pool CC vastgelegd.
Zie „4.1 Basisprincipes" .
Poolcoördinaten kunnen goed ingezet worden bij:
posities op cirkelbogen
werkstuktekeningen met hoekgegevens, b.v. bij gatencirkels
Overzicht van de baanfunctie met poolcoördinaten
Functie
Baanfunctie-softkeys
Rechte LP
Cirkelboog CP
Cirkelboog CTP
Schroeflijn
(helix)
Oorsprong poolcoördinaten: pool CC
De pool CC kan op een willekeurige plaats in het bewerkings-
programma vastgelegd worden, voordat de posities door
poolcoördinaten worden aangegeven. Handel bij het vastleggen van
de pool zoals bij het programmeren van het cirkelmiddelpunt CC.
Circulaire functies kiezen: softkey „CIRKELS"
indrukken.
Coördinaten CC: rechthoekige coördinaten voor de
pool ingeven of
om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: geen coördinaten ingeven
78
Gereedschapsverplaatsing
+
Rechte
+
Cirkelbaan om cirkelmiddelpunt/pool
CC naar eindpunt cirkelboog
+
Cirkelbaan met tangentiale aansluiting
op voorafgaand contourelement
+
Overlapping van een cirkelbaan met
een rechte
Benodigde ingaven
Poolradius, poolhoek van het
eindpunt van de rechte
Poolhoek van het eindpunt van de
cirkel, rotatierichting
Poolradius, poolhoek van het
eindpunt van de cirkel
Poolradius, poolhoek van het
cirkeleindpunt, coördinaat eindpunt
in de gereedschapsas
Y
CC
Y
CC
X
CC
6 Programmeren: contouren programmeren
X