Type 2
Draai de bedieningshendel in de gewenste stand.
Positie 1 - AUTO: automatisch met tussenpozen wissen. De
regensensor detecteert de regen die op de voorruit valt en past
de wisfrequentie van de wissers automatisch aan.
Opmerking: zorg dat de regensensor nooit bedekt is met
stof, vuil of ijs.
Positie 2 - LO: lage wissnelheid.
Positie 3 - HI: hoge wissnelheid.
Positie 4 - "OFF" (UIT): ruitenwisser uitgeschakeld.
Positie 5
: één keer wissen.
Voordat u gaat rijden
Met tussenpozen wissen/variabel interval
Versleten ruitenwisserbladen maken de voorruit
mogelijk niet goed schoon, waardoor het zicht naar
voren wordt beperkt en er ongelukken kunnen
gebeuren. Vervang versleten wisserbladen altijd
onmiddellijk.
Wanneer de bedieningshendel in positie
staat, kan de wisfrequentie worden aangepast door de
schakelaar te draaien.
Als het voertuig uitgerust is met een regensensor en de
hendel in de stand AUTO staat, verdraai dan de schakelaar
om de gevoeligheid van de ruitenwissers aan te passen. De
regensensor past de wissnelheid van de ruitenwissers aan.
SNEL
LANGZAAM
(intervalstand)
65
1