Rijden met een aanhangwagen
De voertuigen zijn in de eerste plaats ontworpen voor gebruik
als passagiers- en lastdragend voertuig. Het slepen van een
aanhangwagen kan nadelige gevolgen hebben voor een aantal
factoren, waaronder hantering, duurzaamheid, prestaties
en remmen. Wij adviseren voor de veiligheid van uzelf, uw
passagiers en anderen om het voertuig en de aanhangwagen
niet te overbelasten.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door of die verband
houdt met het slepen van een aanhangwagen.
• Gewichtsbeperkingen
Controleer of het bruto voertuiggewicht, de kogelbelasting
op
de
trekhaak,
het
asgewichten met elkaar in overeenstemming zijn en hun
individuele beperkingen niet overschrijden.
• Bruto voertuiggewicht
Raadpleeg het gegevenslabel van uw voertuig voor
informatie over het bruto voertuiggewicht dat niet mag
worden overschreden.
Het bruto voertuiggewicht is het totale gewicht van de
trekhaak, het onbelaste voertuig, de bestuurder, de bagage
en de passagiers. Dit omvat ook het gewicht van alle
accessoires of apparatuur waarmee het voertuig is uitgerust.
Voorafgaande instructies
• De
lokale
regelgeving
aanhangwagen moet worden nageleefd.
• De snelheid van het voertuig mag niet hoger zijn dan
80 kilometer per uur.
162
Starten en rijden
aanhangwagengewicht
en
voor
het
trekken
van
• Dit is alleen van toepassing op middenasaanhangwagens en
de belasting zoals aangegeven in "Aanbevolen trekgewicht"
mag niet worden overschreden.
• Wanneer in een nieuw voertuig wordt gereden of wanneer
er onderdelen van de aandrijflijn zijn vervangen, wordt
aanbevolen geen aanhangwagen te trekken voordat er
800 km met het voertuig is gereden.
• Plaats de lading zo dicht mogelijk bij de as van de
aanhangwagen, maak de lading stevig vast en plaats de
lading zo laag mogelijk. Zorg ervoor dat het trekgewicht en
de toelaatbare kogelbelasting niet worden overschreden
(zie "Aanbevolen trekgewicht" voor meer informatie).
Om de stabiliteit te optimaliseren wanneer met een
de
onbeladen voertuig wordt gereden, kan de lading in de
aanhangwagen het best aan de voorkant worden geplaatst,
met inachtneming van de maximale kogelbelasting (zie
"Aanbevolen trekgewicht" voor meer informatie).
• De opgegeven aanhangerbelastingen zijn alleen van
toepassing op een hoogte van minder dan 1.000 m.
Aangezien de luchtdichtheid afneemt naarmate de hoogte
toeneemt, waardoor het aandrijfmotorvermogen en het
klimvermogen afnemen, moet de totale massa met 10%
worden verminderd wanneer de hoogte met 1.000 m
toeneemt.
• De banden van het trekkende voertuig moeten op de
voorgeschreven druk worden gebracht, en ook de druk
van de banden van de aanhangwagen moet worden
een
gecontroleerd. De bandendruk van de achterbanden moet
ten minste 20 kPa (0,2 bar) hoger zijn dan de bandendruk
die voor normaal gebruik (d.w.z. zonder aangekoppelde
aanhangwagen) wordt aanbevolen.