vastgemaakt
is
en
knippert
veiligheidsgordel
(rood)"
Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is, gaat het
"waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
stopt de hoorbare waarschuwing. Wanneer het voertuig
in de achteruitversnelling geschakeld is of wanneer de
snelheid lager is dan 10 km/h en de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet goed vastgemaakt is, produceert het
combi-instrument
geen
hoorbare
brandt het "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)".
Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is, gaat het
"waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" uit.
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON (AAN)
is gedraaid en de veiligheidsgordel van de voorpassagier
niet correct is vastgemaakt, licht het "waarschuwingslampje
veiligheidsgordel (rood)" op (indien het voertuig uitgerust is met
de waarschuwingsfunctie die meldt dat de veiligheidsgordel
van de voorpassagier niet vastgemaakt is). Wanneer de
snelheid hoger is dan 22 km/h en de veiligheidsgordel van
de voorpassagier niet goed is vastgemaakt, produceert
het
combi-instrument
een
de veiligheidsgordel niet vastgemaakt is en knippert het
"waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
90 seconden. Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is,
gaat het "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" uit
en stopt de hoorbare waarschuwing. Wanneer het voertuig
in de achteruitversnelling geschakeld is of wanneer de
snelheid lager is dan 10 km/h en de veiligheidsgordel van
de voorpassagier niet goed vastgemaakt is, produceert
het combi-instrument geen hoorbare waarschuwing, maar
brandt het "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)".
Voordat u gaat rijden
het
"waarschuwingslampje
ongeveer
90
seconden.
(rood)"
uit
waarschuwing,
maar
hoorbare
waarschuwing
dat
(rood)"
ongeveer
Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is, gaat het
"waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" uit.
Wanneer de veiligheidsgordel van een achterpassagier niet
en
correct is vastgemaakt, licht het "waarschuwingslampje
veiligheidsgordel (rood)" op (indien het voertuig uitgerust is met
de waarschuwingsfunctie die meldt dat de veiligheidsgordel
van een achterpassagier niet vastgemaakt is). Wanneer de
snelheid hoger is dan 22 km/h en de veiligheidsgordel van
een achterpassagier niet correct is vastgemaakt, activeert
het combi-instrument een hoorbare waarschuwing voor
het niet vastmaken van de veiligheidsgordel en knippert
het
"waarschuwingslampje
ongeveer 90 seconden (indien het voertuig uitgerust is met
de waarschuwingsfunctie die meldt dat de veiligheidsgordel
van een achterpassagier niet vastgemaakt is). Ook wordt
weergegeven welke gordel niet vastgemaakt is. Wanneer
de veiligheidsgordel van een achterpassagier correct is
vastgemaakt, dooft het "waarschuwingslampje veiligheidsgordel
(rood)" en stopt de hoorbare waarschuwing (indien het voertuig
uitgerust is met de waarschuwingsfunctie die meldt dat de
veiligheidsgordel van een achterpassagier niet vastgemaakt
is). Als de snelheid lager is dan 10 km/h en de veiligheidsgordel
van een passagier niet correct is vastgemaakt, licht het
"waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" op (indien het
voertuig uitgerust is met de waarschuwingsfunctie die meldt dat
de veiligheidsgordel van een achterpassagier niet vastgemaakt
is). Wanneer de veiligheidsgordel van een achterpassagier
correct is vastgemaakt, dooft het "waarschuwingslampje
veiligheidsgordel (rood)" (indien het voertuig uitgerust is met de
waarschuwingsfunctie die meldt dat de veiligheidsgordel van
een achterpassagier niet vastgemaakt is).
gordel
(rood)"
gedurende
49
1