8 Na het opladen gaat het "controlelampje laadstatus (geel)"
uit. Schakel de voeding van de laadapparatuur uit voordat u
de laadstekker verwijdert.
9 Sluit de klep op de laadaansluiting.
10 Sluit het laadaansluitingspaneel.
Let op
Kies een standaard DC-laadstation dat geschikt is voor uw
voertuig. Wanneer de accu volledig is opgeladen, zorgt het
beheersysteem van de accu automatisch voor de kalibratie.
Als het voertuig twee of drie keer niet volledig (minder dan
99%) is opgeladen, moet u het voertuig een keer helemaal
opladen (100%).
Starten en rijden
Langzaam opladen
Er zijn drie manieren om langzaam op te laden.
1 Modus 2 opladen wordt weergegeven in de onderstaande
afbeelding. In deze modus is het ene uiteinde van de lader
verbonden met het huishoudelijk stopcontact en het andere
uiteinde met het voertuig. (Deze stekker is optioneel voor
gebruikers)
Regelkastje van de kabel
Connector
De LED-woorden op het regelkastje van de kabel zijn als
volgt:
Laadstatus
Initiële status
Te verbinden
Normaal opladen
Opladen voltooid
Zelftest
inschakelen
mislukt
Stekker Contactdoos
Beschrijving van de status
Vermogen
Laden
Fout
(groen)
(rood)
(rood)
Aan
Knipperen Knipperen Knipperen
Aan
Aan
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Uit
Knipperen
2
voltooid
(groen)
Uit
Aan
Aan
Uit
109