Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Wij hopen dat onze producten en diensten u veel plezier bezorgen!
Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd
raken met uw voertuig en profiteren van een comfortabele en veilige rijervaring waarbij de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
Dit instructieboekje geeft de informatie die u nodig hebt om uw voertuig te leren kennen, ermee te leren rijden, standaard
onderhoudscontroles uit te voeren en juist te handelen in een noodsituatie.
Dit instructieboekje bevat informatie die op het moment van publicatie van dit instructieboekje bekend was. Alle wijzigingen,
interpretaties en toelichtingen zijn voorbehouden aan het bedrijf. Aangezien de producten constant worden verbeterd of anderszins
worden aangepast, behoudt het bedrijf zich het recht voor om deze wijzigingen zonder kennisgeving door te voeren wanneer dit
instructieboekje al gepubliceerd is en kan het hier niet voor aansprakelijk worden gesteld.
Dit instructieboekje is een onmisbaar onderdeel van uw voertuig. Overhandig dit instructieboekje aan de nieuwe eigenaar als u het
voertuig verkoopt.
Speciale mededeling
Het instructieboekje en het garantie- en onderhoudsboekje geven aan welke rechten en plichten ten aanzien van kwaliteitsgarantie en
aftersales het bedrijf en de gebruiker zijn overeengekomen en wanneer deze eindigen. Lees het instructieboekje en het garantie- en
onderhoudsboekje zorgvuldig door voordat u het product gebruikt. Schade die veroorzaakt is door onjuist gebruik, nalatigheid, onjuiste
bediening of onbevoegd herstel, kan niet worden verhaald. Garantieclaims die in dit verband worden ingediend bij de onderhoudsdealer
van SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd (hierna "onderhoudsdealer" genoemd), worden afgewezen.
Onbevoegde reproductie van dit instructieboekje op elektronische, fysieke of enige andere wijze, en/of opslag van dit instructieboekje
in een doorzoekbaar systeem van ongeacht welke vorm of aard, is niet toegestaan.
Wij wensen u veel rijplezier!
SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Adres: #2500, Jun Gong Road, Yang Pu District, Sjanghai Postcode: 200438
SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd behoudt zich het definitieve recht voor om dit instructieboekje te interpreteren.
DV90 NL.indd 1
DV90 NL.indd 1
24.06.2020 10:57:45
24.06.2020 10:57:45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor SAIC MAXUS DV90 2020

  • Pagina 1 Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Wij hopen dat onze producten en diensten u veel plezier bezorgen! Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd raken met uw voertuig en profiteren van een comfortabele en veilige rijervaring waarbij de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord ................1 Stoel bestuurder en voorpassagier afstellen .........21 Zitplaatsen achterin afstellen ............25 Inleiding ..................1 Hoofdsteun ..................27 Over dit instructieboekje ..............1 Beveiligingssysteem voor inzittenden ........28 Indicatieve informatie ...............1 Goed zitten ..................28 Voorzorgsmaatregelen .............. 3 Veiligheidsgordels ................28 Gevaarlijke stoffen ................3 Airbag(s) ..................32 Kinderen/dieren ................3 Airbag-inspectie ................34...
  • Pagina 3 Inhoud Controlelampje volgend onderhoud ..........56 Waarschuwingslampje waterpeil brandstoffilter ......49 Controlelampje gloeibougie ............49 eco-controlelampje ................56 Waarschuwingslampje motorstoring ..........50 ECO-controlelampje ..............56 Storingslampje emissie ..............50 PWR-controlelampje ..............56 Waarschuwingslampje roetfilter .............50 Schakelaar combi-instrument ..........57 Waarschuwingslampje oliedruk .............50 Koplampstelschakelaar ..............57 Waarschuwingslampje accu niet opgeladen ........51 Verlichtingsregelschakelaar combi-instrument ......57 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ......51 Schakelaar parkeerverwarming .............58...
  • Pagina 4 Inhoud Inklapbare buitenspiegels ..............81 Introductie en bediening van de functies in de hoofdinterface ..108 Binnenspiegel ................81 Starten en rijden ..............112 Interieuruitrusting ..............82 Contactschakelaar ..............112 Plafondlampje ................82 Starten met de sleutel ..............112 Licht zijopstap ................83 Starten zonder sleutel ..............113 Asbak .....................83 Sleutelloos startsysteem ............
  • Pagina 5 Inhoud Brandstof ................129 Rijhulpsystemen ..............152 Tanken ..................129 Adaptieve cruisecontrol (ACC) ............156 Brandstofvuldop ................130 Waarschuwing aanrijding voorzijde (FCW) en autonome Brandstof besparen ..............130 noodstop (AEB) ................165 Voorzorgsmaatregelen bij koud weer ..........131 Rijbaanwisselwaarschuwing (LDW) ..........172 Ureum ..................132 Dodehoekdetectie (BSD) .............174 Rijbaanwisselassistentiesysteem (LCA) ........175 Ureum bijvullen ................132 Waarschuwing kruisend verkeer achter (RCTA) ......176 Handgeschakelde versnellingsbak ........
  • Pagina 6 Inhoud Remvloeistof ................224 Wiel verwisselen ................195 Voertuig slepen ..............201 Inspecteren en bijvullen ...............225 Sleepoog ..................201 Stuurbekrachtigingsvloeistof ..........225 Slepen ..................202 Inspecteren en bijvullen ...............225 Brandstoffilter aftappen ............203 Ruitensproeiervloeistof............226 Zekering vervangen ............... 204 Inspecteren en bijvullen ...............226 Zekeringdoos bestuurderszijde ............204 Ruitensproeier ...............
  • Pagina 7 Inhoud Deurrubbers .................237 Ramen ..................237 Belangrijkste afmetingen van het voertuig ......240 Voertuiggewicht ..............241 Voertuigspecificaties ............. 242 Voornaamste motorspecificaties ......... 243 Specificaties ophanging en remsysteem ......244 Aanbevolen vloeistoffen ............245 Wiel en band ................247 Instellingen wieluitlijning ............248 DV90 NL.indd 7 DV90 NL.indd 7 24.06.2020 10:57:46...
  • Pagina 8 DV90 NL.indd 8 DV90 NL.indd 8 24.06.2020 10:57:46 24.06.2020 10:57:46...
  • Pagina 9: Voorwoord

    Voorwoord Inleiding Indicatieve informatie Waarschuwing Over dit instructieboekje Dit symbool geeft aan dat de desbetreffende Dit instructieboekje is van toepassing op de minibus, combi, procedures strikt en nauwkeurig moeten worden gevolgd om letsel van uzelf of anderen te voorkomen. bestelwagen en platformcabine uit de V90-serie. Let op Let op Let op...
  • Pagina 10 Voorwoord Opmerking Pijlen Geeft een beschreven object aan. Geeft de bewegingsrichting aan. Opmerking: Dit is een nuttige aanwijzing. Bescherming van het milieu Verwijst naar de titel van een paragraaf. Iedereen heeft de plicht het milieu te beschermen. symbool bedoeld aansporing milieubescherming.
  • Pagina 11: Voorzorgsmaatregelen

    Voorwoord Voorzorgsmaatregelen Kinderen/dieren Kinderen of dieren zonder toezicht kunnen knoppen Gevaarlijke stoffen en schakelaars in uw voertuig bedienen, of met apparatuur of goederen die u vervoert spelen en Veel vloeistoffen andere stoffen hierdoor ongelukken en letsel veroorzaken. motorvoertuigen worden gebruikt, zijn giftig en mogen niet worden ingenomen.
  • Pagina 12: Voertuigidentificatie

    Voorwoord Voertuigidentificatie elektronische regeleenheid lezen speciaal gereedschap kunt u contact opnemen met onze onderhoudsdealer. Bij communicatie met onze onderhoudsdealer hebt u het voertuigidentificatienummer (VIN) nodig. Motornummer Als het om de motor gaat, moet mogelijk ook het motornummer Het motornummer bevindt zich onderaan op de voorkant van worden doorgegeven.
  • Pagina 13: Vin-Plaatje

    Voorwoord VIN-plaatje Locatie van het VIN-plaatje Het VIN-plaatje (1) bevindt zich onderaan aan de voorkant van Het VIN-plaatje kan de volgende informatie bevatten, dit kan de rechter B-stijl. per voertuig verschillen. • VIN • Merk • Model • Motortype • Maximaal netto motorvermogen •...
  • Pagina 14 DV90 NL.indd 6 DV90 NL.indd 6 24.06.2020 10:57:47 24.06.2020 10:57:47...
  • Pagina 15: Voordat U Gaat Rijden

    Voordat u gaat rijden Sleutels Portiersloten Ramen Stoelen Beveiligingssysteem voor inzittenden Instrumenten en bediening Combi-instrument Berichtencentrum Waarschuwings- en controlelampjes Schakelaars op de stuurkolom en het stuurwiel Stuurwiel afstellen Verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) Buitenspiegels Interieuruitrusting Elektrisch bediende zijopstap MP3+Radio 107 MP5+Radio DV90 NL.indd 7 DV90 NL.indd 7 24.06.2020 10:57:47...
  • Pagina 16: Sleutels

    Voordat u gaat rijden Sleutels Opmerking: Als u een sleutel kwijtraakt, kan onze onderhoudsdealer u een vervangingssleutel leveren. Daarvoor dient u het sleutelnummer door te geven dat op auto uitgerust normale sleutel het aan de sleutel bevestigde plastic kaartje vermeld staat. afstandsbedieningssleutel of 2 afstandsbedieningssleutels met Wij raden u aan het plastic kaartje op een veilige plaats te passieve portierontgrendelings- en startfunctie (passive entry...
  • Pagina 17: Normale Sleutel

    Voordat u gaat rijden Normale sleutel Uit-/inklappen van het mechanische deel van de afstandsbedieningssleutel (hierna "mechanisch De normale sleutel wordt voornamelijk gebruikt om het sleuteldeel") startonderbrekersysteem en de startsystemen te activeren en Mechanisch sleuteldeel kan ook worden gebruikt om het portier aan bestuurderszijde te vergrendelen en ontgrendelen.
  • Pagina 18: De Batterij Van Een Afstandsbedieningssleutel Vervangen

    Voordat u gaat rijden De batterij van een afstandsbedieningssleutel Mechanisch sleuteldeel van een afstandsbedieningssleutel met PEPS vervangen Druk de ontgrendelknop op de afstandsbedieningssleutel Batterijen kunnen brand, explosie en brandwonden met PEPS in en trek het mechanische sleuteldeel uit de veroorzaken. Laad de batterij nooit op. Gooi de batterij op de juiste wijze weg.
  • Pagina 19 Voordat u gaat rijden De batterij van een afstandsbedieningssleutel met PEPS Let op vervangen Het is lastig om de batterij van een afstandsbedieningssleutel 1 Druk de ontgrendelknop in op de afstandsbedieningssleutel met PEPS te vervangen. Om te voorkomen dat de sleutel met PEPS;...
  • Pagina 20: Portiersloten

    Voordat u gaat rijden Portiersloten afstandsbedieningssleutel, knipperen alle richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat de portieren zijn ontgrendeld. Bescherm uw auto tegen diefstal Centraal portiervergrendelingssysteem Haal altijd de sleutel uit het contact als u het voertuig verlaat terwijl er nog passagiers in zitten, met name kinderen, ook al is het maar voor kort.
  • Pagina 21 Voordat u gaat rijden De afstandsbedieningssleutel gebruiken Let op Wanneer de vergrendelknop op de afstandsbedieningssleutel Met de knoppen op de afstandsbedieningssleutel kunnen de PEPS wordt ingedrukt terwijl andere portieren via het centraal portiervergrendelingssysteem worden afstandsbedieningssleutel met PEPS in het voertuig met vergrendeld/ontgrendeld.
  • Pagina 22 Voordat u gaat rijden Alle portieren ontgrendelen Passieve portiervergrendeling met PEPS Met het PEPS-systeem kunt u de portieren vergrendelen of Druk op de knop (2) om alle portieren te ontgrendelen. De ontgrendelen zonder de afstandsbedieningssleutel tevoorschijn richtingaanwijzers knipperen twee keer om aan te geven dat de te halen.
  • Pagina 23 Voordat u gaat rijden De schakelaar van de centrale portiervergrendeling Het portier kan ook worden ontgrendeld door tweemaal aan de gebruiken binnenhandgreep te trekken. Met deze schakelaar kunnen alle portieren kunnen van binnenuit worden vergrendeld/ontgrendeld. Door op de bovenzijde van de schakelaar te drukken, worden alle portieren vergrendeld.
  • Pagina 24: Zijlaaddeur(En)

    Voordat u gaat rijden Zijlaaddeur(en) De deur van binnenuit openen/sluiten Om de zijlaaddeur van binnenuit te openen, trekt u de De zijlaaddeur van buitenaf openen/sluiten deurgreep aan de binnenkant van de deur omhoog en schuift Om de zijlaaddeur van buitenaf te openen, trekt u de deurgreep u de deur naar achteren nadat het voertuig is ontgrendeld.
  • Pagina 25: Achterportier

    Voordat u gaat rijden Achterportier Trek vervolgens aan de handgreep om het rechterportier eerst te openen. Portieren van buitenaf ontgrendelen/openen Wanneer de sleutel, de afstandsbedieningssleutel of de schakelaar van de centrale portiervergrendeling wordt gebruikt om alle portieren te vergrendelen of ontgrendelen, wordt ook het achterportier vergrendeld of ontgrendeld.
  • Pagina 26: Portieren Van Buitenaf Sluiten/Vergrendelen

    Voordat u gaat rijden Portieren van buitenaf sluiten/vergrendelen Achterportier openen scharnier achterportier heeft Om het achterportier van buitenaf te sluiten en vergrendelen, begrenzingsfunctie. Het achterportier heeft verschillende sluit u eerst het linker achterportier. Druk het aan tot het dichtzit openingshoeken. De openingshoeken van het achterportier zijn en sluit vervolgens het rechter achterportier.
  • Pagina 27: Ramen

    Voordat u gaat rijden Ramen Elektrisch bediende ramen Verwijder altijd de sleutel als er kinderen zonder toezicht in het voertuig zitten. Laat kinderen niet spelen met de schakelaars voor de elektrisch bediende ramen. Als een kind de schakelaars bedient, kan het bekneld raken in een raam. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan.
  • Pagina 28: Schuiframen

    Voordat u gaat rijden Schuiframen Raambediening portier voorpassagier portier voorpassagier slechts Zorg er altijd voor dat de pal van een geopend raambedieningsschakelaar, waarmee alleen het raam van de schuifraam in een van de vergrendelingsstanden staat. Als dat niet het geval is, kan het raam naar voorpassagier wordt bediend.
  • Pagina 29: Stoelen

    Voordat u gaat rijden Stoelen Hellingshoek rugleuning afstellen Zet de rugleuning van de bestuurdersstoel niet te ver Stoel bestuurder en voorpassagier afstellen naar achteren. De veiligheidsgordel biedt de beste bescherming wanneer de hoek tussen de stoel en de Bestuurdersstoel afstellen rugleuning ongeveer 25°...
  • Pagina 30 Voordat u gaat rijden Zithoogte afstellen Armleuninghoogte verstellen (indien verstelbaar) De voor- en achterzijde van de zitting kunnen onafhankelijk De armleuning kan indien nodig vanaf de laagste stand in van elkaar in hoogte worden versteld. De achterzijde van de hoogte worden versteld. In totaal zijn er drie standen. zitting kan in hoogte worden versteld door hendel (3) omhoog Wanneer de armleuning vanuit een hogere stand omlaag moet te houden, en de voorzijde door hendel (4) omhoog te houden.
  • Pagina 31 Voordat u gaat rijden Enkele voorpassagiersstoel Dubbele voorpassagiersstoel afstellen Hellingshoek rugleuning afstellen (indien van toepassing) Hellingshoek rugleuning afstellen (indien van toepassing) • Gescheiden dubbele voorpassagiersstoel De rugleuning van de enkele voorpassagiersstoel wordt op dezelfde manier versteld als bij de bestuurdersstoel. De rugleuning van de buitenste stoel kan worden versteld met de hendel aan de buitenkant (1), op dezelfde manier Armleuninghoogte verstellen (indien verstelbaar)
  • Pagina 32 Voordat u gaat rijden Zitting omhoog klappen (indien verstelbaar) Zittingarmsteun uitklappen (indien van toepassing) Opmerking: toepassing integrale Opmerking: toepassing integrale dubbele voorpassagiersstoel vaste dubbele dubbele voorpassagiersstoel vaste dubbele voorpassagiersstoel. voorpassagiersstoel. Til de zitting aan de voorkant omhoog om de klem los te maken De zittingarmsteun bevindt zich midden in de rugleuning van de en klap de zitting vervolgens helemaal omhoog.
  • Pagina 33: Zitplaatsen Achterin Afstellen

    Voordat u gaat rijden Zitplaatsen achterin afstellen Rugleuning binnenste dubbele stoel afstellen Hellingshoek rugleuning afstellen (indien van De rugleuning van de binnenste stoel kan afgesteld worden toepassing) door aan de lus (2) te trekken en tegelijkertijd met het lichaam tegen de rugleuning de duwen tot de gewenste hoek van de Rugleuning gangpadstoel afstellen rugleuning is bereikt.
  • Pagina 34 Voordat u gaat rijden Armsteun achterbank verstellen (indien van toepassing) Rugleuning in- en uitklappen (indien van toepassing) Til de armsteun op om hem op te klappen. Klap de armsteun Rugleuning dubbele/driedubbele stoel neerklappen neer (3) om hem te gebruiken. Trek de gesp van de riem (1) naar achteren en duw tegelijkertijd de rugleuning naar voren om deze neer te klappen.
  • Pagina 35: Hoofdsteun

    Voordat u gaat rijden Hoofdsteun Stoel naar voren klappen (indien van toepassing) Wanneer de rugleuning is ingeklapt, trekt u de hendel (2) Om het risico op nek- of hoofdletsel te verminderen, omhoog en drukt u de stoel naar voren om deze naar voren te moet de hoofdsteun zo worden afgesteld dat deze de achterkant van het hoofd steun biedt en niet de nek.
  • Pagina 36: Beveiligingssysteem Voor Inzittenden

    Voordat u gaat rijden Beveiligingssysteem voor inzittenden Veiligheidsgordels Niet goed zittende onjuist gebruikte Goed zitten veiligheidsgordels kunnen ernstig of fataal letsel veroorzaken. Veiligheidsgordels redden levens. Bij een De stoel en het bijbehorende beveiligingssysteem voor ongeval kunnen inzittenden die geen veiligheidsgordel inzittenden zijn ontworpen om letsel bij een ongeval tot een dragen door het voertuig of uit het voertuig worden geslingerd waardoor letsel kan worden veroorzaakt en...
  • Pagina 37 Voordat u gaat rijden Laat een baby of kind nooit op schoot zitten tijdens Trek de veiligheidsgordel helemaal in wanneer deze het rijden. De kracht van een botsing kan het niet wordt gebruikt en trek de gordelband recht. lichaamsgewicht verhogen waardoor het kind niet meer kan worden vastgehouden.
  • Pagina 38 Voordat u gaat rijden Veiligheidsgordels Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Zie "Waarschuwings- en controlelampjes" in dit deel voor Vastmaken de specifieke beschrijving van het "Waarschuwingslampje De veiligheidsgordel wordt langzaam uitgetrokken, over de veiligheidsgordel". schouder gelegd en voor het lichaam vastgemaakt. Controleer of de gordelband niet gedraaid is of vastzit en duw vervolgens de gesp in de sluiting tot er een klik te horen is.
  • Pagina 39 Voordat u gaat rijden Gordelhoogte afstellen Comfortring veiligheidsgordel De stoelen op de tweede zitrij van uw voertuig zijn mogelijk Zet de schuifafsteller goed vast nadat de hoogte is ingesteld. uitgerust met een ring om het draagcomfort van de veiligheidsgordel aan te passen. Zowel voor opgroeiende hoogte veiligheidsgordel kinderen die geen kinderbeveiligingsmiddelen meer kunnen...
  • Pagina 40: Airbag(S)

    Voordat u gaat rijden Airbag(s) Controleer of de veiligheidsgordel gemakkelijk beweegt. De comfortring moet over de veiligheidsgordel heen liggen. Geen enkel veiligheidssysteem ernstig ongeval volledige bescherming bieden tegen persoonlijk fataal letsel. Zelfs veiligheidsgordels goed worden gedragen en airbags worden geactiveerd, kan er bij een ongeval letsel of fataal letsel ontstaan.
  • Pagina 41 Voordat u gaat rijden Laat inzittenden een eventuele activering van de Wijzig de voorzijde, de linker- en de rechterzijde van airbag niet hinderen door voeten, knieën enz. tegen het voertuig op geen enkele manier. Hierdoor zou of op de afdekking van de airbagmodule te zetten, of de werking van de airbag nadelig kunnen worden in de buurt daarvan.
  • Pagina 42: Airbag-Inspectie

    Voordat u gaat rijden Airbag-inspectie Activering van airbag(s) In geval van een botsing bepaalt de regeleenheid van de Als het waarschuwingslampje 6 seconden nadat het contact is ingeschakeld niet UIT gaat, of als het AAN airbags of de airbag geactiveerd moet worden. Dit gebeurt op is tijdens het rijden, is de airbag defect.
  • Pagina 43 Voordat u gaat rijden • Schematische weergave van de activeringszone van de Vervang de onderdelen van het airbagsysteem na een botsing. airbags voor de bestuurder en de voorpassagier. Het airbagsysteem kan beschadigd zijn bij een botsing. Het airbagsysteem kan dan niet meer normaal functioneren om u en de andere inzittenden bij toekomstige botsingen te beschermen, wat kan leiden tot ernstig en dodelijk letsel.
  • Pagina 44: Kinderzitje (Niet Bij Het Voertuig Inbegrepen)

    Voordat u gaat rijden Kinderzitje (niet bij het voertuig inbegrepen) Het is raadzaam om kinderen jonger dan 12 jaar op de achterbank te laten zitten omdat kinderen sneller gewond Risico op FATAAL of ERNSTIG LETSEL! Door een kunnen raken door een geactiveerde airbag. Voor kinderen airbag kunnen kinderen jonger dan 12 jaar fataal jonger dan 2 jaar en kinderen in de leeftijdscategorie 2-4 jaar letsel oplopen.
  • Pagina 45 Voordat u gaat rijden Bevestigingspunt kinderzitje Let op Monteer het kinderzitje bij voorkeur op de achterbank. Sommige stoelen van dit model zijn voorzien van ISOFIX- Wanneer een kinderzitje op de voorstoel wordt gemonteerd, bevestigingspunten en TOP TETHER-bevestigingspunten aan moet het kind naar voren kijken. Zet het kinderzitje altijd goed de achterkant.
  • Pagina 46: Instrumenten En Bediening

    Voordat u gaat rijden Instrumenten en bediening Combinatieschakelaar: bediening verlichting en richtingaanwijzer, instelknop combi-instrument Schakelaar cruisecontrol Selectieknop combi-instrument Airbag bestuurder Spraaksysteem en knop aangepaste instellingen Volumeregeling, geluiddemping, selectie audiobron Ruitenwisser- en sproeierhendel, menuknop combi- instrument Entertainmentsysteem Schakelaar waarschuwingsknipperlichten 10 USB-poort 11 Airbag voorpassagier 12 Raambedieningsschakelaar portier voorpassagier 13 Handschoenenkastje...
  • Pagina 47: Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Combi-instrument 1 Toerenteller 2 Koelvloeistoftemperatuurmeter Type 1 3 Snelheidsmeter 4 Brandstofmeter Let op Plaats geen voorwerp(en) voor het combi-instrument, zodat de waarden en het waarschuwingslampje goed zichtbaar blijven. Type 2 DV90 NL.indd 39 DV90 NL.indd 39 24.06.2020 10:57:56 24.06.2020 10:57:56...
  • Pagina 48: Toerenteller

    Voordat u gaat rijden Toerenteller Snelheidsmeter De toerenteller geeft het motortoerental weer in omwentelingen De snelheidsmeter geeft de huidige rijsnelheid aan in kilometer per minuut (x1.000). per uur. Let op Brandstofmeter Laat de wijzer nooit lang achtereen in het rode gebied komen, Geeft bij benadering de hoeveelheid brandstof in de tank anders kan de motor beschadigd raken.
  • Pagina 49: Berichtencentrum

    Voordat u gaat rijden Berichtencentrum Boordcomputerinterface Druk kort op de menuknop van het combi-instrument , op de Het berichtenscherm bevindt zich in het midden van het combi- combinatieschakelaar, om tussen de volgende interfaces te instrument. schakelen: • Trip 1 Type 1 Toont de afstand die het voertuig sinds de vorige reset heeft afgelegd.
  • Pagina 50 Voordat u gaat rijden het brandstofpeil te laag is, wordt "onvoldoende brandstof" Instellingenmenu weergegeven. Druk in de interface van de boordcomputer kort op de instelknop • Huidige snelheid van het combi-instrument (SET), op de combinatieschakelaar, Toont de huidige snelheid. om het menu te openen. Druk kort op de menuknop van het combi-instrument op de combinatieschakelaar, om een •...
  • Pagina 51: Type 2

    Voordat u gaat rijden Type 2 Boordcomputerinterface Druk kort op knop van de selectieschakelaar van het combi-instrument op het stuurwiel, om tussen de volgende interfaces te schakelen: • Trip 1 Toont de afstand die het voertuig sinds de vorige reset heeft afgelegd.
  • Pagina 52 Voordat u gaat rijden • Actieradius • Informatie rijhulp (indien deze functie geconfigureerd is) Toont de geschatte afstand die het voertuig kan afleggen Toont de informatie met betrekking tot rijhulpsystemen voordat de brandstoftank leeg is. Nadat is bijgetankt, wordt ─ Weergave volgafstand adaptieve cruisecontrol de actieradius dienovereenkomstig bijgewerkt.
  • Pagina 53: Alarmmeldingen

    Voordat u gaat rijden Alarmmeldingen Instellingenmenu meeste alarmmeldingen gaan gepaard Druk in de interface van de boordcomputer kort op de OK-knop bijbehorende afbeelding en een beschrijving op het dashboard. van de selectieschakelaar van het combi-instrument op het Als er meer dan één alarmmelding actief is, wordt eerst stuurwiel om het menu te openen, en druk kort op knop gedurende 9 seconden de nieuwe alarmmelding weergegeven, van de selectieschakelaar van het combi-instrument op het...
  • Pagina 54 Voordat u gaat rijden Belangrijke alarmmeldingen Indicatieve meldingen De weergegeven belangrijke alarmmeldingen kunnen worden Indicatieve meldingen verdwijnen automatisch na 3 seconden. geannuleerd door de OK-knop op het stuurwiel of de SET-knop op de combinatieschakelaar kort in te drukken. Na annulering Let op kunnen de alarmen ook in de alarminterface worden bekeken.
  • Pagina 55: Onderhoudsherinneringen

    Voordat u gaat rijden Onderhoudsherinneringen Herinnering acuut onderhoud Ga onmiddellijk naar onze onderhoudsdealer als de volgende Herinnering volgend onderhoud herinnering voor acuut onderhoud in het berichtencentrum Dit bericht herinnert u eraan hoeveel kilometer het voertuig nog verschijnt. kan rijden voordat het volgende onderhoud moet plaatsvinden. Figuur ontbreekt Herinnering aanstaand onderhoud Herinnering achterstallig onderhoud...
  • Pagina 56: Bandendrukcontrolesysteem

    Voordat u gaat rijden Bandendrukcontrolesysteem Waarschuwings- en controlelampjes bandendrukcontrolesysteem (TPMS) controleert Richtingaanwijzer automatisch in realtime de bandendruk en biedt op die manier een effectieve veiligheidsgarantie onder het rijden. Wanneer de bandendruk te laag of te hoog is, wanneer de band Het linker of rechter "richtingaanwijzer- snel leegloopt of wanneer het systeem uitvalt onder het rijden, controlelampje (groen)"...
  • Pagina 57: Controlelampje Positielicht

    Voordat u gaat rijden Controlelampje positielicht TPMS-waarschuwingslampje Het "controlelampje positielicht (groen)" brandt Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" wanneer de positielampen zijn ingeschakeld. (AAN) wordt gedraaid, gaat het "TPMS-waarschuwingslampje (geel)" aan. Na enkele seconden gaat het weer uit. Wanneer Waarschuwingslampje startonderbreker het bandendrukcontrolesysteem defect raakt, gaat het "TPMS- waarschuwingslampje (geel)"...
  • Pagina 58: Waarschuwingslampje Motorstoring

    Voordat u gaat rijden Waarschuwingslampje motorstoring Waarschuwingslampje roetfilter Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) wordt gedraaid, gaat "waarschuwingslampje (AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje roetfilter motorstoring (geel)" aan. Na enkele seconden gaat het weer uit. (geel)"...
  • Pagina 59: Waarschuwingslampje Accu Niet Opgeladen

    Voordat u gaat rijden Waarschuwingslampje accu niet opgeladen Waarschuwingslampje laag brandstofpeil Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje accu niet (AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje laag opgeladen (rood)"...
  • Pagina 60: Controlelampje Ureumpeil

    Voordat u gaat rijden Controlelampje ureumpeil Waarschuwingslampje airbag Opmerking: toepassing voor zware Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" bedrijfsvoertuigen. (AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje airbag (rood)" aan. Na enkele seconden gaat het weer uit. Als het lampje niet aangaat of knippert, niet uitgaat, of Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON"...
  • Pagina 61: Waarschuwingslampje Remsysteem

    Voordat u gaat rijden geen hoorbare waarschuwing, maar brandt Neem zo snel mogelijk contact op met onze onderhoudsdealer. "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)". Wanneer de Zie "Remsysteem" in het deel "Starten en rijden" voor meer veiligheidsgordels zijn vastgemaakt, gaat informatie over ESP. "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)"...
  • Pagina 62: Storingslampje Eps (Elektrische Stuurbekrachtiging)

    Voordat u gaat rijden Storingslampje EPS Waarschuwingslampje portier open (elektrische stuurbekrachtiging) Het "waarschuwingslampje portier open (rood)" gaat Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" aan wanneer een portier niet volledig is gesloten. Het (AAN) wordt gedraaid, gaat het "storingslampje EPS-systeem "waarschuwingslampje portier open (rood)"...
  • Pagina 63: Controlelampje Voorligger

    Voordat u gaat rijden Controlelampje voorligger Lampje rijbaanwisselwaarschuwing (LDW) Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" Als de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) staat (AAN) wordt gedraaid en de LDW in stand-by staat, gaat het en een van de functies ACC, FCW of AEB geactiveerd is, gaat "LDW-lampje (wit)"...
  • Pagina 64: Controlelampje Start-Stopsysteem

    Voordat u gaat rijden Controlelampje start-stopsysteem eco-controlelampje Wanneer de contactschakelaar in de stand Een controlelampje dat tijdens het rijden informatie "ON" (AAN) wordt gedraaid, wordt het start-stopsysteem geeft over het brandstofverbruik. Als het "eco-controlelampje geactiveerd. Wanneer voorwaarden start- (groen)" onder het rijden aangaat, duidt dat erop dat er stopsysteem niet zijn vervuld, gaat het "controlelampje start- brandstofbesparend wordt gereden.
  • Pagina 65: Schakelaar Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Schakelaar combi-instrument Verlichtingsregelschakelaar combi-instrument verlichtingsregelschakelaar bevindt zich Koplampstelschakelaar instrumentengroep aan bestuurderszijde. De koplampstelschakelaar bevindt zich in de instrumentengroep aan bestuurderszijde. Met deze functie kan de koplamphoogte worden afgestemd op de rijomstandigheden. Een juiste afstelling van de koplampen zorgt ervoor dat tegenliggers niet verblind worden.
  • Pagina 66: Schakelaar Parkeerverwarming

    Voordat u gaat rijden Schakelaar parkeerverwarming SOS-alarmschakelaar Druk de schakelaar in om de parkeerverwarming in te In een noodsituatie kunt u de SOS-alarmschakelaar indrukken schakelen, met de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN). om het monitoringplatform te waarschuwen. Het platform kan Het controlelampje in de schakelaar gaat aan.
  • Pagina 67: Schakelaar Waarschuwingsknipperlichten

    Voordat u gaat rijden Schakelaar waarschuwingsknipperlichten Centrale bedieningsschakelaars Positie 1 - : Schakelaar ESP OFF. Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) wordt gezet, wordt standaard het ESP-systeem ingeschakeld en gaat het controlelampje in de schakelaar uit. Druk op om het ESP- systeem uit te schakelen;...
  • Pagina 68 Voordat u gaat rijden en gaat het controlelampje in de schakelaar aan. Druk op Druk op om het rijbaanwisselwaarschuwingssysteem uit te het rijbaanwisselassistentiesysteem uit te schakelen; het schakelen. Het controlelampje in de schakelaar gaat uit en het controlelampje schakelaar gaat uit.
  • Pagina 69: Schakelaars Op De Stuurkolom En Het Stuurwiel

    Voordat u gaat rijden Schakelaars op de stuurkolom en het 8 Selectieknop combi-instrument (combi-instrument type 2) stuurwiel 9 Schakelaar cruisecontrol 1 Combinatieschakelaar voor bediening van de verlichting en richtingaanwijzer 2 Ruitenwisser- en sproeierhendel 3 Instelknop combi-instrument (combi-instrument type 1) 4 Menuknop combi-instrument (combi-instrument type 1) 5 Volumeregeling, geluiddemping, selectie audiobron 6 Contactschakelaar en stuurslot 7 Spraaksysteem en knop aangepaste instellingen...
  • Pagina 70: Contactschakelaar En Stuurslot

    Voordat u gaat rijden Contactschakelaar en stuurslot Combinatieschakelaar voor bediening van de verlichting en richtingaanwijzer Wanneer de sleutel wordt verwijderd, wordt het stuurslot ingeschakeld en kan het stuurwiel niet meer worden gedraaid. Bedieningsschakelaar verlichting Draai de sleutel in de contactschakelaar linksom naar de stand ACC om de sleutel te verwijderen.
  • Pagina 71 Voordat u gaat rijden Positie 1 - "OFF" (UIT): de koplampen zijn uit. De gaan de mistlampen voor aan door de schakelaar in stand dagrijverlichting gaat automatisch aan nadat de motor is draaien. Wanneer de bedieningsschakelaar van de verlichting gestart. in de stand AUTO staat en de schakelaar in stand wordt gedraaid, gaan de mistlampen voor samen met de koplampen...
  • Pagina 72 Voordat u gaat rijden Richtingaanwijzers en controlelampjes Grootlicht en dimlicht Naar rechts — duw de bedieningshendel omhoog. Druk de bedieningshendel weg van het stuurwiel om van dimlicht naar grootlicht te schakelen. Trek de bedieningshendel Naar links — trek de bedieningshendel omlaag. naar het stuurwiel toe om het dimlicht weer in te schakelen.
  • Pagina 73: Ruitenwisser- En Sproeierhendel

    Voordat u gaat rijden Ruitenwisser- en sproeierhendel Dagrijverlichting De dagrijverlichting maakt de voorkant van uw voertuig overdag Ruitenwisser en sproeier beter zichtbaar voor andere weggebruikers. Als uw voertuig is uitgerust met dagrijverlichting, gaat de dagrijverlichting aan wanneer de contactschakelaar in de stand "ON"...
  • Pagina 74 Voordat u gaat rijden Intervalstand/variabele vertraging Positie 1 - : intervalstand. Bij voertuigen die zijn uitgerust met automatische wissers, detecteert de regensensor de regen Versleten wisserbladen reinigen de voorruit niet die op de voorruit valt en wordt de wisfrequentie van de goed, verslechteren het zicht en kunnen daardoor ruitenwissers automatisch aangepast.
  • Pagina 75: Selectieknop Combi-Instrument En Schakelaar Cruisecontrol

    Voordat u gaat rijden Selectieknop combi-instrument en schakelaar Sproeiers cruisecontrol Trek de hendel richting het stuurwiel. De sproeier werkt direct. Na een kort interval werken de wissers en sproeiers Type 1 tegelijkertijd. De sproeier wordt uitgeschakeld wanneer de hendelschakelaar wordt losgelaten. Opmerking: Wanneer bedieningshendel...
  • Pagina 76 Voordat u gaat rijden verlagen (1 km/h per keer). De ingestelde snelheid wordt Type 2 weergegeven op het dashboard. • : om de volgafstand in te stellen, de door ACC geregelde volgafstand te wijzigen en de volgafstand cyclisch te wisselen van niveau 1 naar niveau 3.
  • Pagina 77: Spraakbediening, Bluetooth-Telefoon En Knop Aangepaste Instellingen

    Voordat u gaat rijden Spraakbediening, Bluetooth-telefoon en knop controlelampje van de cruisecontrol op het dashboard gaat aangepaste instellingen dienovereenkomstig aan of uit. Positie 3 — : annuleerschakelaar cruisecontrol. Druk deze knop in om de cruisecontrol te annuleren zonder de in het geheugen opgeslagen snelheid te wissen.
  • Pagina 78: Claxon

    Voordat u gaat rijden Claxon gesprek aan te nemen, druk lang op deze knop om de oproep te beëindigen; druk tijdens een gesprek kort op deze knop om Ongeacht de stand van de contactschakelaar kan de claxon op te hangen. In de status wachtende oproep: Druk kort op worden bediend door de knop in te drukken.
  • Pagina 79: Stuurwiel Afstellen

    Voordat u gaat rijden Stuurwiel afstellen 2 Pak het stuurwiel met beide handen stevig vast en beweeg het stuurwiel naar boven of naar beneden om het in de juiste stand te zetten; Stel de stand van het stuurwiel niet af tijdens het rijden.
  • Pagina 80: Verwarming, Ventilatie En Airconditioning (Hvac)

    Voordat u gaat rijden Verwarming, ventilatie en airconditioning Ventilatie voorin (HVAC) Het airconditioningsysteem koelt de lucht en ontdoet de lucht van vocht, stof en pollen. Het verwarmingssysteem gebruikt de warmte die door de motor wordt gegenereerd en kan de lucht in het voertuig dus alleen voldoende verwarmen als de motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
  • Pagina 81 Voordat u gaat rijden Centrale ventilatieroosters Ventilatieroosters aan de zijkant De richting van de luchtstroom kan worden veranderd door de De richting van de luchtstroom kan worden veranderd door regelknop (1) in het midden van het rooster naar boven, naar de regelknop in het midden van het rooster naar boven, naar beneden, naar links of naar rechts te duwen.
  • Pagina 82: Ventilatie Achterin

    Voordat u gaat rijden Ventilatie achterin Bedieningspaneel handbediende airconditioning voorin De richting van de luchtstroom kan worden geregeld door het wieltje op en neer of heen en weer te draaien. Het aantal en de locatie van de ventilatieroosters in het dak hangt af van de configuratie van uw voertuig.
  • Pagina 83 Voordat u gaat rijden Temperatuurregelknop en A/C-knop Regelknop aanjagersnelheid Om de lucht in het interieur te verwarmen of koelen. Regelt het toerental van de aanjager. Rechtsom draaien om te verhogen, linksom draaien om te verlagen. Linksom draaien om te koelen; hoe verder gedraaid, hoe lager de temperatuur.
  • Pagina 84: Bedieningspaneel Handbediende Airconditioning Voorin/Achterin

    Voordat u gaat rijden Bedieningspaneel handbediende voertuigen verwarmde buitenspiegels wordt airconditioning voorin/achterin achterruitontdooiing automatisch buitenspiegelverwarming ingeschakeld om vocht of ijs van de Bedieningspaneel airconditioning voorin/achterin buitenspiegels te verwijderen. enkele compressor Opmerking: In- of uitschakeling van deze functie is niet van invloed op andere A/C-statussen.
  • Pagina 85 Voordat u gaat rijden 1 Temperatuurregelknop en A/C-knop Knop voor lucht naar het gezicht 2 Knop voor lucht naar het gezicht Voert lucht naar het gezicht. Wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het bijbehorende controlelampje aan en wordt 3 Knop voor lucht naar het gezicht en de voetenruimte de luchtverdeelmodus geselecteerd.
  • Pagina 86 Voordat u gaat rijden Snelheidsregelknop aanjager achterin achterruitverwarming ingeschakeld achterruit ontdooien. De knop heeft dezelfde functionaliteit als de snelheidsregelknop voertuigen verwarmde buitenspiegels wordt voor de A/C-aanjager achterin. achterruitontdooiing automatisch Met een druk op de R-A/C-knop wordt de compressor van de buitenspiegelverwarming ingeschakeld om vocht of ijs van de airconditioning achterin ingeschakeld;...
  • Pagina 87: Gebruikstips Voor De Airconditioning

    Voordat u gaat rijden Gebruikstips voor de airconditioning Buitenspiegels • Als het voertuig in de volle zon heeft gestaan, open dan de De buitenspiegels zijn bolrond om het gezichtsveld te ramen voordat u de airconditioning inschakelt. verbreden. Daardoor lijken voorwerpen kleiner en verder weg •...
  • Pagina 88: Buitenspiegels - Handmatige Verstelling

    Voordat u gaat rijden Buitenspiegels - handmatige verstelling Verwarmde buitenspiegels Bij voertuigen met verwarmde buitenspiegels kan de knop voor Duw de spiegel met uw handen in de juiste stand. ruitontdooiing achterin op het A/C-bedieningspaneel worden ingedrukt om de buitenspiegels te verwarmen. DV90 NL.indd 80 DV90 NL.indd 80 24.06.2020 10:58:18...
  • Pagina 89: Inklapbare Buitenspiegels

    Voordat u gaat rijden Inklapbare buitenspiegels Binnenspiegel Om de veiligheid van voetgangers te waarborgen, kunnen de Stel de binnenspiegel zo af dat het zicht naar achteren optimaal is. buitenspiegels naar twee kanten wegklappen als ze hard 's Avonds en 's nachts kan de spiegel met behulp van het worden geraakt.
  • Pagina 90: Interieuruitrusting

    Voordat u gaat rijden Interieuruitrusting Portierregeling AAN Als het plafondlampje de status Portierregeling AAN heeft, gaat Plafondlampje het plafondlampje aan zodra er een portier wordt geopend. Ongeveer 30 seconden nadat het portier is gesloten, gaat het Plafondlampje voorin plafondlampje automatisch uit. Opmerking: circa 15 minuten nadat er een portier is geopend, gaat het plafondlampje automatisch uit om te voorkomen dat de batterij leegraakt.
  • Pagina 91: Licht Zijopstap

    Voordat u gaat rijden Licht zijopstap Asbak De zijopstapverlichting gaat aan wanneer het linker of De asbak is brandgevaarlijk. Wanneer brandende sigaretten of lucifers in een asbak met brandbaar rechter voorportier zijlaaddeur wordt geopend. materiaal worden gelegd, kan dat brand veroorzaken. Ongeveer 30 seconden nadat de deur is gesloten, gaat de Gebruik de asbak niet als afvalbak.
  • Pagina 92: Sigarettenaansteker

    Voordat u gaat rijden Sigarettenaansteker USB-poorten De USB-poorten bevinden zich in de instrumentengroep aan Houd de sigarettenaansteker nooit ingedrukt, omdat dat tot schade leidt. bestuurderszijde en rechts van het centrale ventilatierooster in het dashboard. De USB-poorten kunnen worden gebruikt Sluit geen accessoires aan op de aansluiting van de voor het afspelen van audio/video, het bekijken van foto's, het sigarettenaansteker.
  • Pagina 93: Bekerhouder

    Voordat u gaat rijden Bekerhouder USB-poorten aan rechterkant van centraal ventilatierooster in dashboard Bekerhouders aan weerszijden van dashboard DV90 NL.indd 85 DV90 NL.indd 85 24.06.2020 10:58:20 24.06.2020 10:58:20...
  • Pagina 94: Handschoenenkastje

    Voordat u gaat rijden Handschoenenkastje Bekerhouder in armsteun van dubbele voorstoel Berg geen scherpe, zware of gevaarlijke voorwerpen Opmerking: Is van toepassing op de integrale dubbele op in het handschoenenkastje aan de kant van de voorpassagiersstoel vaste dubbele voorpassagier. voorpassagiersstoel. Bij een ongeval of wanneer plotseling wordt gestopt, kan een open handschoenenkastje letsel veroorzaken.
  • Pagina 95: Opbergvak Bovenin

    Voordat u gaat rijden Opbergvak bovenin Zonnekleppen Beide zonnekleppen kunnen omhoog en omlaag geklapt Het opbergvak bovenin mag alleen worden gebruikt om papieren of lichte voorwerpen in op te bergen. worden ter bescherming tegen zonlicht door de voorruit. Ze Berg geen scherpe, zware of gevaarlijke voorwerpen kunnen ook opzij geklapt worden zoals in de afbeelding om op in de opbergvakken bovenin.
  • Pagina 96: Brilhouder

    Voordat u gaat rijden Brilhouder Brandblusser De brilhouder bevindt zich achter het plafondlampje voorin. Na gebruik moet de brandblusser worden vervangen, ook al is hij niet leeg. De poederblusser bevindt zich op de vloer, naast de bestuurdersstoel. Als de voorpassagiersstoel een enkele stoel is of afwezig is, moet de brandblusser aan de rand van de bestuurdersstoel gemonteerd worden.
  • Pagina 97 Voordat u gaat rijden Het gebruik van een draagbare brandblusser Bij gebruik buiten moet de brandblusser in de windrichting worden gericht. Ook blussen met tussenpozen is aanvaardbaar. 1 Trek de veiligheidspin eruit. Richt de brandblusser bij het blussen van brandbare vloeistoffen niet rechtstreeks op het vloeistofoppervlak, om te voorkomen dat het vuur heviger wordt en er brandbare vloeistof weg spat, waardoor het blussen nog moeilijker wordt.
  • Pagina 98: Gereedschapsset

    Voordat u gaat rijden Gereedschapsset Inspectie en onderhoud van de brandblusser De brandblusser moet bij inontvangstname van het voertuig Opmerking: Het type en de plaats van de gereedschapsset en daarna elk kwartaal worden geïnspecteerd. In ongunstige zijn afhankelijk van de configuratie van uw voertuig. omgevingen moet de brandblusser vaker worden gecontroleerd.
  • Pagina 99: Parkeerwig

    Voordat u gaat rijden Parkeerwig Modellen met dubbele banden Het gereedschap bevindt zich in de opbergbak bij de zijopstap Opmerking: De plaats van de parkeerwiggen is afhankelijk rechtsvoor, de krik bevindt zich onder de voorpassagiersstoel van de configuratie van uw voertuig. of de stoel vóór de achterwielen.
  • Pagina 100: Alarm-/Veiligheidshamer

    Voordat u gaat rijden Alarm-/veiligheidshamer Wanneer het voertuig op een helling geparkeerd wordt, moeten de parkeerwiggen achter de wielen worden gezet om het De alarm-/veiligheidshamers (indien aanwezig) bevinden zich voertuig op zijn plaats te houden. aan weerszijden van het dak achterin. Het aantal, type en de locatie van de hamers hangt af van de configuratie van he voertuig.
  • Pagina 101 Voordat u gaat rijden De batterij van de alarm-/veiligheidshamer vervangen Batterijen kunnen brand, explosie en brandwonden veroorzaken. Laad de batterij nooit op. Gooi de batterij op de juiste wijze weg. Houd de batterij uit de buurt van kinderen. Voer de volgende procedures uit om de batterij te vervangen: 1 Neem de alarm-/veiligheidshamer uit de houder: 2 Draai de 4 schroeven aan de achterkant van de hamer los om het batterijdeksel te verwijderen;...
  • Pagina 102: Elektrisch Bediende Zijopstap

    Voordat u gaat rijden Elektrisch bediende zijopstap Opmerking: Het type en de plaats van de elektrisch bediende zijopstap is afhankelijk van de configuratie van uw voertuig. Wanneer het portier aan bestuurderszijde ontgrendeld is, wordt de elektrisch bediende zijopstap bij de zijlaaddeur automatisch uit- of ingeklapt wanneer de zijlaaddeur geopend of gesloten wordt.
  • Pagina 103: Mp3+Radio

    Voordat u gaat rijden MP3+Radio Voorkeuzeknop 1/Herhaalknop Voorkeuzeknop 2/Herhaalknop Voorkeuzeknop 3/Knop willekeurige volgorde Functies op het paneel Voorkeuzeknop 4 Voorkeuzeknop 5/Volgende directory (USB-modus) Voorkeuzeknop 6/Vorige directory (USB-modus) USB-modus: Vorig nummer selecteren (korte druk) USB-modus: Nummer selecteren (lange druk) Radiomodus: Radiozenders op lagere frequentie zoeken (korte druk) Radiomodus: Automatisch zenders opslaan (lange druk) Bluetooth-afspeelmodus: Naar vorig nummer (korte druk) Inkomende bluetooth-oproep beantwoorden (korte druk)
  • Pagina 104: Audio-Instellingen

    Voordat u gaat rijden Audio-instellingen Instellingen audio-/EQ-modus Druk kort op de SET-knop om de EQ-instellingen te openen en Aan/uit draai de PWR/VOL-knop om in te stellen; druk na het instellen Druk de knop kort in om de unit in te schakelen, met het nogmaals kort op de SET-knop om naar de volgende instelling contact in de stand ACC of "ON"...
  • Pagina 105: Radio-Ontvangst

    Voordat u gaat rijden Radio-ontvangst Aanpassing aan nationaal systeem Wanneer de SET-knop lang wordt ingedrukt, verschijnen Band de nationale systemen op het display. Draai de PWR/VOL- Druk op de knop BND om de gewenste frequentieband te knop om een selectie te maken uit de verschillende nationale selecteren.
  • Pagina 106: Afspelen In Usb-Modus

    Voordat u gaat rijden Afspelen in USB-modus Voorkeuzezenders (1 ~ 6) Zenders handmatig onder de voorkeuzeknoppen opslaan. De radio heeft een externe USB-poort om een USB-stick of draagbare mediaspeler aan te sluiten. In elke frequentieband kunnen zenders worden opgeslagen met behulp van de voorkeuzeknoppen (1 ~ 6). Instructies voor het lezen van bestanden •...
  • Pagina 107 Voordat u gaat rijden Afspelen Pauze Bij normaal afspelen toont het scherm de volgende informatie: EQ- Druk tijdens het afspelen kort op de knop 1/ om te pauzeren; modus (mits geselecteerd), huidig USB-nummer, verstreken tijd. druk de knop nogmaals kort in om het afspelen te hervatten. Wanneer alle nummers in een map zijn afgespeeld, springt de unit automatisch naar het eerste mp3-bestand in de volgende map.
  • Pagina 108: Bluetooth

    Voordat u gaat rijden Bluetooth Let op • Om te kunnen koppelen via Bluetooth, moet uw mobiele De Bluetooth-verbinding tussen de mobiele telefoon en het telefoon het Bluetooth-protocol HFP (Hands-Free Profile) systeem moet tot stand zijn gebracht voordat het systeem ondersteunen.
  • Pagina 109 Voordat u gaat rijden Bluetooth-verbinding Inkomende oproepen aannemen/weigeren Druk de SRC-knop kort in om de Bluetooth-interface in te Als de verbinding tot stand is gebracht, geeft het display bij een schakelen. Het display toont vervolgens gedurende 2 seconden binnenkomende oproep "CALL IN" en het telefoonnummer van het woord "PHONE"...
  • Pagina 110 Voordat u gaat rijden Ophangen Verbinding automatisch herstellen Druk tijdens een gesprek kort op de afbreekknop om het Als de afstand tussen de telefoon en het voertuig de limiet gesprek te beëindigen. overschrijdt, wordt de verbinding onderbroken. Wanneer de telefoon weer binnen bereik komt, wordt de verbinding met de Laatst gebelde nummer kiezen en verbinding verbreken externe Bluetooth-module automatisch hersteld.
  • Pagina 111 Voordat u gaat rijden Antwoordknop Opmerking: Druk in de Bluetooth-interface lang op de afbreekknop om Bluetooth uit te schakelen. Wanneer het In deze situatie... Korte druk op de antwoordknop. Bluetooth-pictogram verdwijnt, verschijnt gedurende Inkomende oproepen 3 seconden het woord "PHONE" en vervolgens gedurende Externe oproepen beantwoorden 4 seconden "BTLINK", waarna de tijd wordt weergegeven.
  • Pagina 112: Aux In

    Voordat u gaat rijden AUX IN Piepervolume bij achteruitrijden De unit is voorzien van een standaard audio-interface met Tijdens het achteruitrijden wordt het volume van alle een diameter van 3,5 mm. Met behulp van een bijbehorende geluidsbronnen lager gezet. Na het achteruitrijden wordt het adapter kunt u daar een audiospeler op aansluiten.
  • Pagina 113: Algemene Problemen Oplossen

    Voordat u gaat rijden Algemene problemen oplossen Als bepaalde functies van de audio-installatie in de auto niet werken, lees dan eerst zorgvuldig de gebruiksinstructies in dit instructieboekje en voer vervolgens een inspectie uit aan de hand van de volgende tabel om de oorzaak van het probleem op te sporen.
  • Pagina 114 Voordat u gaat rijden Mp3-bestanden zijn van uiteenlopende bronnen afkomstig en Het volume gaat harder en zachter bij het afspelen van mp3- kennen geen uniforme standaard. Het inconsequente volume is bestanden. mogelijk te wijten aan de compressie van mp3-bestanden. Stel het volume af met de volumeregelknop.
  • Pagina 115: Mp5+Radio

    Voordat u gaat rijden MP5+Radio Let op • Het product moet uit de buurt van vocht worden gehouden. Voorzorgsmaatregelen • Als het product voor de eerste keer wordt gestart of weer wordt verbonden na onderbreking van de accuspanning, moet de instructieboekje bevat eenvoudige...
  • Pagina 116: Bedieningsschakelaar Entertainmentsysteem

    Voordat u gaat rijden Bedieningsschakelaar entertainmentsysteem Introductie en bediening van de functies in de hoofdinterface Statusbalk 1 Tijdweergave Weergave van de huidige tijd. 2 Volumeweergave Weergave van het huidige volume. 3 Weergave verbindingsstatus Weergave van de verbindingsstatus, zoals USB of 1 PWR display (aan/uit) Bluetooth, te zien aan het bijbehorende pictogram.
  • Pagina 117 Voordat u gaat rijden Appcentrum 2 Pictogram radiomodus Tik het pictogram van de radiomodus aan om de interface Tik het pictogram van het appcentrum aan in de dockbalk van de radiomodus te openen. uiterst links op het scherm om het appcentrum te openen. De 3 Pictogram voertuiginstellingen beschikbare bewerkingen zijn hieronder aangegeven: Tik het pictogram van de voertuiginstellingen aan om...
  • Pagina 118 DV90 NL.indd 110 DV90 NL.indd 110 24.06.2020 10:58:25 24.06.2020 10:58:25...
  • Pagina 119 Starten en rijden Starten en rijden Contactschakelaar Sleutelloos startsysteem Startonderbreker De motor starten/stoppen 120 Start-stopsysteem 123 Rijden 125 Katalysator 129 Brandstof 132 Ureum 133 Handgeschakelde versnellingsbak 134 Automatische versnellingsbak 6AT 136 Stuurbekrachtiging 138 Remsysteem 144 Cruisecontrolsysteem 147 Parkeerhulpsysteem 152 Rijhulpsystemen 177 Banden 179 Belasting 181 Rijden met een aanhanger...
  • Pagina 120: Starten En Rijden

    Starten en rijden Starten en rijden Contactschakelaar • Overtuig ervan alle dagelijkse/wekelijkse Starten met de sleutel onderhoudsinspecties zijn verricht in overeenstemming met het deel "Onderhoud en service - inspectie door de Haal nooit de sleutel uit het contact onder het rijden, eigenaar".
  • Pagina 121: Starten Zonder Sleutel

    Starten en rijden Starten zonder sleutel Opmerking: Laat de sleutel niet te lang in de stand ACC staan om te voorkomen dat er onnodig accuspanning verloren gaat. "ON" (AAN): Het contact is ingeschakeld en het combi- instrument, bedieningselementen elektrische installatie zijn geactiveerd. Opmerking: Laat de sleutel niet in de stand "ON"...
  • Pagina 122 Starten en rijden • Nooduitschakeling Startvoorwaarden: Als de contactschakelaar 3 keer achter elkaar of gedurende 3 s wordt ingedrukt terwijl de voertuigsnelheid hoger is dan 5 • Handgeschakelde versnellingsbak km/h, schakelt de contactschakelaar in stand ACC. Zet de versnellingspook in de neutraalstand Duw het koppelingspedaal helemaal in en houd het ingedrukt.
  • Pagina 123: Sleutelloos Startsysteem

    Starten en rijden Sleutelloos startsysteem Vergrendelen zonder sleutel Betreed detectiebereik sensoren Ontgrendelen zonder sleutel afstandsbedieningssleutel terwijl portier bestuurderszijde of aan de zijde van de voorpassagier Betreed wanneer alle portieren zijn vergrendeld ontgrendeld is en druk op de microschakelaar op de deurgreep detectiebereik sensoren of de schakelaar op de achterklep.
  • Pagina 124: Starten Zonder Sleutel

    Starten en rijden Starten zonder sleutel Starten met de back-up Wanneer de afstandsbedieningssleutel in het voertuig ligt en de Als de batterij in de afstandsbediening leeg is, kan het voertuig startvoorwaarden zijn vervuld, start de motor wanneer de start- niet zonder sleutel worden geopend, maar kan wel de motor stopschakelaar één keer wordt ingedrukt.
  • Pagina 125: Noodstart En Noodstop

    Starten en rijden Noodstart en noodstop Leg de sleutel plat op het merkteken in de bekerhouder aan bestuurderszijde en druk op de start-stopknop. Mits de Als de motor in een noodsituatie onmiddellijk moet worden startvoorwaarden zijn vervuld, kan de motor worden gestart. uitgezet, kan dat op twee manieren: 1 Houd de start-stopknop 3 s ingedrukt;...
  • Pagina 126: Startonderbreker

    Starten en rijden Startonderbreker De motor starten/stoppen Sleutel Starten Als uw voertuig is uitgerust met een startonderbreker met CO is een schadelijk gas dat coma kan veroorzaken elektronische chip, is de sleutel elektronisch voor uw voertuig en zelfs dodelijk kan zijn. Adem geen uitlaatgassen in omdat die kleurloos, geurloos en smaakloos gecodeerd.
  • Pagina 127: Warmdraaien

    Starten en rijden Let op het "waarschuwingslampje oliedruk (rood)" op het Laat de motor gedurende 30 seconden na het starten niet dashboard uitgaan. boven het stationair toerental komen, zodat het lager van de turbocompressor naar behoren gesmeerd kan worden • Handgeschakelde versnellingsbak voordat deze op hoog toerental moet draaien.
  • Pagina 128: Stoppen

    Starten en rijden Stoppen Start-stopsysteem Zet de contactschakelaar van "ON" (AAN) naar "OFF" (UIT) om Opmerking: Dit is van toepassing op voertuigen met start- de motor te stoppen. stopsysteem. Zie voor voertuigen met PEPS-systeem "Contactschakelaar" en "Sleutelloos startsysteem" in dit deel. Algemene werkingsvoorwaarden Trek de parkeerrem aan.
  • Pagina 129: De Motor Stoppen En Starten

    Starten en rijden De motor stoppen en starten Let op Druk het rempedaal in terwijl de motor uitgeschakeld is, om te Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak voorkomen dat het voertuig gaat rijden. Als tijdens de Schakel bij stilstand van het voertuig in neutraal en laat het uitschakelfase de UIT-schakelaar van het start-stopsysteem op het dashboard wordt ingedrukt, start de motor automatisch.
  • Pagina 130: Opmerking

    Starten en rijden Opmerking • De accuspanning is te laag. • Het remvacuüm neemt af. De conventionele werking van het start-stopsysteem kan om Zodra de voorwaarden van het start-stopsysteem weer zijn verschillende systeemtechnische redenen worden onderbroken. vervuld, kan de motor weer automatisch uitgeschakeld worden. De motor is niet uitgeschakeld.
  • Pagina 131: Rijden

    Starten en rijden Rijden Rijden Neem nooit draagbare houders met brandstof in de Een nieuw voertuig inrijden auto mee. Ze kunnen gaan lekken en vlam vatten. Let op Dit voertuig hoeft niet speciaal te worden ingereden, maar om goede prestaties op de lange termijn te waarborgen, bevelen Laat tijdens het rijden niet uw voet op het koppelingspedaal we het volgende aan: rusten;...
  • Pagina 132: Rijden

    Starten en rijden Rijden Rijden door water Neem ter voorkoming van voertuigschade het volgende in acht Neem nooit draagbare houders met brandstof in de wanneer u over een weg moet rijden waar water op is blijven staan: auto mee. Ze kunnen gaan lekken en vlam vatten. •...
  • Pagina 133: Katalysator

    Starten en rijden Katalysator Let op Om de katalysator tegen beschadiging te beschermen, De katalysator geeft veel warmte af (ook enige tijd moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen: nadat de motor is afgezet) en kan brand veroorzaken. • Er moet diesel worden gebruikt. Het bedrijf is niet Rij of parkeer het voertuig niet op brandbaar aansprakelijk als er benzine wordt getankt.
  • Pagina 134 Starten en rijden Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een roetfilter niet binnen 2 minuten na het verdwijnen van de alarmmelding verandert, wordt het alarm opnieuw geactiveerd en gaat het De voornaamste functie van een roetfilter (DPF - Diesel Particulate Filter) is om deeltjes uit de uitlaatgassen af te "roetfilter-waarschuwingslampje (geel)"...
  • Pagina 135 Starten en rijden Regeneratieprocedure 6: Het koppelingspedaal is ingedrukt 7: Neutraalstand versnellingsbak niet ingeschakeld 1 Stop het voertuig, zet de handgeschakelde versnellingsbak 8: De voertuigsnelheid is niet gelijk aan nul 9: Het motortoerental valt buiten het toelaatbare bereik in N (neutraal) of de automatische versnellingsbak 6AT 10: Het interne koppel valt buiten het toelaatbare bereik in de stand P, trek de handrem aan en zet het contact 11: Het gaspedaal valt buiten het toelaatbare bereik...
  • Pagina 136 Starten en rijden Regeneratievoorwaarden Regeneratieprocedure voor rijden onder hoge belasting • Het roetfilter is overbelast en de deeltjeswaarde is hoger 1 Voer cycli met hoge belasting uit, zoals rijden met hoge snelheid (de voertuigsnelheid op 80 km/h en hoger houden); dan de ingestelde waarde (het instrumentenpaneel geeft alarmen van niveau 1 en niveau 2 weer).
  • Pagina 137: Brandstof

    Starten en rijden Brandstof Stop met tanken wanneer het tankpistool automatisch afslaat, voorkomen brandstof overstroomt. Als u op dat moment doorgaat met Tanken tanken, raakt de brandstoftank te vol en stroomt de brandstof over wanneer de buitentemperatuur te verboden diesel mengen hoog is of wanneer het voertuig afslaat.
  • Pagina 138: Brandstofvuldop

    Starten en rijden Brandstofvuldop Brandstof besparen Open het portier aan bestuurderszijde en vervolgens de Het brandstofverbruik wordt hoofdzakelijk beïnvloed door drie brandstofklep. factoren: • Onderhoud ─ Er dient regelmatig onderhoud te worden uitgevoerd door uw onderhoudsdealer, in overeenstemming met het garantie- en onderhoudsboekje.
  • Pagina 139: Voorzorgsmaatregelen Bij Koud Weer

    Starten en rijden Voorzorgsmaatregelen bij koud weer volgende voorzorgsmaatregelen helpen brandstof te besparen en het milieu te beschermen. Er mag geen lampolie (kerosine) als additief gebruikt • Zorg dat de banden de juiste druk hebben. worden. Het is zeer gevaarlijk om benzine in de brandstof bij te mengen.
  • Pagina 140: Ureum

    Starten en rijden Ureum Open het portier aan bestuurderszijde en vervolgens de brandstofklep. Opmerking: Dit is van toepassing op voertuigen met een ureumtank. Wanner het "waarschuwingslampje ureum (geel)" op het dashboard brandt, is het tijd om de ureumoplossing voor het voertuig aan te vullen.
  • Pagina 141: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Opmerking: Het is niet mogelijk om de schakelpook direct vanuit de zesde versnelling in de achteruit (R) te schakelen. Schakelen Achteruitversnelling (R): Trek de ring op de schakelpook omhoog vanuit de neutraalstand en duw de schakelpook Om te schakelen duwt u het koppelingspedaal helemaal in en vervolgens tegen de veerdruk in naar links en omhoog.
  • Pagina 142: Automatische Versnellingsbak 6At

    Starten en rijden Automatische versnellingsbak 6AT De automatische versnellingsbak 6AT heeft 6 versnellingen en een achteruitversnelling. Elke versnelling kan automatisch worden ingeschakeld afhankelijk van de stand van de Werking keuzehendel. Druk rempedaal wanneer vooruit- achteruitversnelling inschakelt vanuit de stand N (neutraal). Dat houdt het voertuig stabiel.
  • Pagina 143: Versnellingen

    Starten en rijden Versnellingen D (vooruitversnelling) Dit is de normale rijstand. De transmissie schakelt automatisch P (parkeerstand) tussen de 6 versnellingen in om de brandstofbesparing en het Wanneer de stand P (parkeren) onder het rijden wordt motorvermogen te optimaliseren. ingeschakeld, ontstaat schade aan de transmissie. Tijdens het inhalen of beklimmen van een helling, schakelt de Gebruik de stand P (parkeren) niet als vervanging van transmissie automatisch terug om extra vermogen te leveren...
  • Pagina 144: Parkeervergrendeling Handmatig Opheffen

    Starten en rijden Parkeervergrendeling handmatig opheffen Stuurbekrachtiging In geval van een lege accu of een storing met de Hydraulische stuurbekrachtiging transmissiecomputer, kan het voertuig geen signalen van het rempedaal herkennen en moet de parkeervergrendeling Het voertuig is uitgerust met stuurbekrachtiging. Bij een handmatig worden opgeheven.
  • Pagina 145: Elektrische Stuurbekrachtiging

    Starten en rijden Elektrische stuurbekrachtiging Storingslampje EPS (elektrische stuurbekrachtiging) Zie "Waarschuwings- en controlelampjes" in het deel "Voordat Als de elektrische stuurbekrachtiging het begeeft of niet werkt, gaat het sturen erg zwaar. Dit tast de u gaat rijden". rijveiligheid aan. Dit lampje kan aangaan als de accu losgekoppeld is of te weinig capaciteit heeft.
  • Pagina 146: Remsysteem

    Starten en rijden Remsysteem Algemene staat Zorg er altijd voor dat vloermatten of andere Bedrijfsrem voorwerpen de rempedaalbeweging niet kunnen hinderen. Dubbel hydraulisch remsysteem Laat uw voet nooit op het rempedaal rusten omdat Bij een storing in een van de hydraulische leidingen dat kan leiden tot oververhitting van de remmen, gaat rode...
  • Pagina 147: Abs (Antiblokkeerremsysteem)

    Starten en rijden ABS (antiblokkeerremsysteem) Natte toestand Bij het rijden in zware regen of op modderige Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren wanneer er in wegen gaat de remefficiëntie aanzienlijk achteruit. een noodsituatie hard wordt geremd, zodat u de macht Houd omstandigheden veilige...
  • Pagina 148 Starten en rijden ABS in werking Voorzorgsmaatregelen voor het rijden met ABS • Druk in geval van een noodstop het koppelingspedaal in en Het is mogelijk dat ABS de remafstand niet verkort. druk tegelijkertijd het rempedaal helemaal in. Dit hangt af van de toestand van het wegdek. De remafstand zonder ABS kan op bepaalde wegen •...
  • Pagina 149: Esp (Elektronische Stabiliteitscontrole)

    Starten en rijden ESP (elektronische stabiliteitscontrole) TCS (tractieregelsysteem) ESP-functie TCS regelt automatisch de aandrijfkracht bij het wegrijden en accelereren om te voorkomen dat de wielen doorslippen en de ESP omvat de functies ABS, EBD, TCS, VDC, EBA, RMI en HAS. stabiliteit tijdens het rijden te bewaren.
  • Pagina 150: Parkeerrem

    Starten en rijden Parkeerrem HAS (hellingassistentiesysteem) Wanneer het voertuig een helling omhoog rijdt, kan HAS De parkeerrem aantrekken voorkomen dat het voertuig achteruit rolt wanneer de bestuurder • Druk het rempedaal helemaal in. het rempedaal loslaat. De bestuurder heeft maximaal 1,5 s •...
  • Pagina 151 Starten en rijden Trek de parkeerremhendel omhoog terwijl de contactschakelaar De parkeerrem loszetten in de stand "ON" (AAN) staat. Het "waarschuwingslampje Zet de parkeerrem niet los voordat het contact is ingeschakeld. Anders kunt u het voertuig niet sturen. remsysteem (rood)" op het dashboard gaat aan.
  • Pagina 152: Waarschuwingslampjes

    Starten en rijden Waarschuwingslampjes Cruisecontrolsysteem Waarschuwingslampjes verband houden Cruisecontrol kan gevaarlijk zijn als het niet mogelijk remsysteem zijn onder meer: "waarschuwingslampje is om veilig met een constante snelheid te rijden. remsysteem (rood)", "waarschuwingslampje ABS (geel)", Gebruik de cruisecontrol daarom niet op bochtige "waarschuwingslampje (rood)", "controlelampje...
  • Pagina 153: Cruisecontrol-Instellingen

    Starten en rijden Cruisecontrol-instellingen Snelheid instellen 1 Druk op om het cruisecontrolsysteem in te schakelen. Cruisecontrol instellen Het "controlelampje cruisecontrol (wit)" op het dashboard Als de cruisecontrol ingeschakeld blijft terwijl u de gaat aan. functie niet gebruikt, kunt u per ongeluk de knop 2 Accelereer tot de gewenste snelheid is bereikt.
  • Pagina 154: Cruisecontrol Beëindigen

    Starten en rijden Snelheid verhogen met ingeschakelde cruisecontrol Cruisecontrol gebruiken op een helling Er zijn twee manieren om de snelheid te verhogen: De werking van het cruisecontrolsysteem op een helling hangt af van de snelheid, de belading en het hellingspercentage. •...
  • Pagina 155: Parkeerhulpsysteem

    Starten en rijden Parkeerhulpsysteem Werkingsstatus van het parkeerhulpsysteem Nadat de achteruitversnelling is ingeschakeld, geeft het Opmerking: Welk type parkeerhulpsysteem in uw voertuig parkeerhulpsysteem een geluidssignaal van 0,5 s om aan te geïnstalleerd is, hangt af van de voertuigconfiguratie. geven dat de manoeuvre automatisch begonnen is. Wanneer er een andere versnelling wordt ingeschakeld, stopt het Parkeersensor parkeerhulpsysteem.
  • Pagina 156: Sensoren Voor En Achter

    Starten en rijden Sensoren voor en achter Parkeren Wanneer het voertuig zich op ongeveer 150 cm van het obstakel Het parkeerhulpsysteem mag niet blindelings worden aan de achterkant bevindt, begint het systeem alarmgeluiden af vertrouwd; het is bedoeld om u bij het parkeren te begeleiden! Sommige obstakels, zoals dunne te geven.
  • Pagina 157 Starten en rijden Werkingsstatus van parkeerhulpsysteem met sensoren Alarmtoonschakelaar voorradar voor en achter De alarmtoonschakelaar van de voorradar bevindt zich tussen de centrale bedieningsschakelaars op het dashboard. Parkeerhulpsysteem achter Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) Nadat de achteruitversnelling is geselecteerd, wordt het wordt gedraaid of de keuzehendel in de stand R wordt gezet, parkeerhulpsysteem achter...
  • Pagina 158 Starten en rijden Parkeren Opmerking: Wanneer het parkeerhulpsysteem voor wordt gebruikt in de stand D en N, detecteert de voorradar Wanneer de twee middelste radars in de achterkant van het obstakels in normale werkingsomstandigheden en brengt voertuig zich op ongeveer 150 cm van het obstakel bevinden, het alarmgeluiden voort.
  • Pagina 159: Parkeercamera

    Starten en rijden Parkeercamera Het parkeerhulpsysteem met camera mag niet blindelings worden vertrouwd; het is bedoeld om u bij het parkeren te begeleiden! Het gezichtsveld van de parkeercamera is beperkt. Buiten dat gezichtsveld kan de parkeercamera geen obstakels waarnemen. Werkingsstatus van het parkeercamerasysteem: Na selectie van de achteruitversnelling (R) schakelt het display van het entertainmentsysteem over naar de achteruitrijcamera Opmerking: Wanneer het voertuig in de achteruitversnelling...
  • Pagina 160: Rijhulpsystemen

    Starten en rijden Rijhulpsystemen Rijhulpcamera De rijhulpcamera wordt gebruikt voor de volgende functies: Opmerking: Welke geavanceerde rijhulpmiddelen (ADAS) • Adaptieve cruisecontrol (ACC) er in uw voertuig zijn geïnstalleerd, hangt af van de • Waarschuwing aanrijding voorzijde (FCW) voertuigconfiguratie. • Autonoom noodstopsysteem (AEB) Dit voertuig is uitgerust met verschillende rijhulpfuncties die •...
  • Pagina 161 Starten en rijden Oorzaken Maatregelen wordt aanbevolen Er kan aan de binnenzijde voertuig naar vuil tussen de voorruit en de onderhoudsdealer te brengen. camera-unit terechtgekomen Daar kan de voorruit onder de zijn. behuizing van de camera-unit worden gereinigd. Geen actie aanbevolen. Soms Direct zonlicht kan de camera voorwerpen...
  • Pagina 162 Starten en rijden ─ Het wordt aanbevolen om barsten, krassen of steenslagschade in het gebied voor de camera- unit niet te repareren, maar de hele voorruit te vervangen. ─ Neem voordat u de voorruit laat vervangen contact op met de onderhoudsdealer om er zeker van te zijn dat de juiste voorruit besteld en geplaatst wordt.
  • Pagina 163 Starten en rijden ─ De adaptieve cruisecontrol kan niet alle voertuigen met zekerheid detecteren. Vooral smalle voertuigen zoals fietsen en motorfietsen zijn moeilijk te herkennen. Bestuurders moeten dan ook goed opletten of zich voor hun voertuig smalle voertuigen bevinden. ─ De adaptieve cruisecontrol kan de breedte van de rijstrook niet nauwkeurig inschatten.
  • Pagina 164: Adaptieve Cruisecontrol (Acc)

    Starten en rijden Adaptieve cruisecontrol (ACC) Overzicht camera-unit meet afstand voorligger. De adaptieve cruisecontrol maakt het mogelijk dezelfde snelheid cruisecontrolfunctie regelt de snelheid door te accelereren als de voorligger en een vooraf bepaalde tussenafstand aan te en te remmen. Wanneer de adaptieve cruisecontrol de houden.
  • Pagina 165 Starten en rijden adaptieve cruisecontrol geen RES+ op het stuurwiel: om de opgeslagen snelheid te botspreventiesysteem. Als het systeem de voorligger verhogen of de adaptieve cruisecontrol weer in te schakelen en niet detecteert, moet de bestuurder ingrijpen. de opgeslagen snelheid te hervatten. Bij mensen, dieren en kleine voertuigen als fietsen SET- op het stuurwiel: om de opgeslagen snelheid te...
  • Pagina 166 Starten en rijden Informatiescherm op dashboard De adaptieve cruisecontrol in- en uitschakelen Om de snelheid te kunnen regelen, moet de adaptieve De adaptieve cruisecontrol reageert alleen op de cruisecontrol eerst worden ingeschakeld. voertuigen die door de camera zijn gedetecteerd. Het kan dus voorkomen dat er geen waarschuwing wordt De adaptieve cruisecontrol inschakelen gegeven of dat de waarschuwing te laat komt.
  • Pagina 167 Starten en rijden De snelheid van de adaptieve cruisecontrol instellen Voor adaptieve cruisecontrol kunnen verschillende kruissnelheden worden ingesteld. Nadat adaptieve cruisecontrol is ingeschakeld, kan de kruissnelheid worden De huidige snelheid wordt als regelsnelheid in het geheugen gewijzigd met de knoppen op het stuurwiel. opgeslagen en digitaal in de snelheidsmeter weergegeven.
  • Pagina 168 Starten en rijden De volgafstand van de adaptieve cruisecontrol instellen Let op Voor adaptieve cruisecontrol kunnen verschillende De laagste snelheid die voor het ACC-systeem kan worden ingesteld is 30 km/h; een snelheid lager dan 30 km/h kan niet volgafstanden worden ingesteld. geselecteerd of opgeslagen worden.
  • Pagina 169 Starten en rijden In sommige gevallen varieert de adaptieve cruisecontrol De adaptieve cruisecontrol deactiveren/uitschakelen het tijdsverschil aanzienlijk om de voorligger soepel en De adaptieve cruisecontrol kan tijdelijk buiten werking worden comfortabel te kunnen volgen. Wanneer de afstand kort is gesteld, in stand-by worden gezet en later worden hervat, of en de snelheid laag, vergroot de adaptieve cruisecontrol het direct worden uitgeschakeld.
  • Pagina 170 Starten en rijden De cruisecontrol hervatten vanuit stand-by • De voertuigsnelheid is te laag of te hoog. • De banden hebben geen grip meer. Druk "RES+" of "SET-" op het stuurwiel omhoog of omlaag. De laatst geselecteerde voertuigsnelheid wordt ingesteld. •...
  • Pagina 171 Starten en rijden Het ACC-systeem gebruiken om van voorligger te De adaptieve cruisecontrol wordt gedeactiveerd en in stand-by wisselen en automatisch te remmen gezet: • wanneer de voertuigsnelheid lager is dan 30 km/h en de ACC Bij bepaalde snelheden kan de adaptieve cruisecontrol van niet met zekerheid kan vaststellen of het te volgen voorwerp voorligger wisselen en remmen.
  • Pagina 172 Starten en rijden Beperkingen van ACC Symbolen en meldingen met betrekking tot ACC In sommige gevallen wordt de ACC beperkt. Houd altijd in Het informatiescherm in het combi-instrument geeft voor de gedachten dat de adaptieve cruisecontrol voornamelijk wordt adaptieve cruisecontrol een aantal symbolen en meldingen gebruikt op rechte en vlakke wegen.
  • Pagina 173: Waarschuwing Aanrijding Voorzijde (Fcw) En Autonome Noodstop (Aeb)

    Starten en rijden Waarschuwing aanrijding voorzijde (FCW) en Symbool Melding Betekenis autonome noodstop (AEB) Het systeem functie waarschuwing aanrijding voorzijde (FCW) werkt niet naar waarschuwt de bestuurder met visuele en akoestische signalen behoren. Neem voor voetgangers, fietsen of voertuigen die zich voor zijn Storing aan contact op met de voertuig bevinden.
  • Pagina 174 Starten en rijden De bestuurder of passagier merkt meestal pas dat AEB in Waarschuwing aanrijding voorzijde en autonome noodstop inschakelen werking treedt als het voertuig op het punt staat te botsen. AEB kan de snelheid van het voertuig met tot wel 30 km/h Ga naar de voertuiginstellingen in het entertainmentsysteem →...
  • Pagina 175 Starten en rijden de automatische remfunctie geactiveerd. Dit gebeurt AEB is een hulpfunctie die niet in alle rij-, verkeers-, weers- en wegsituaties werkt. De waarschuwing ongeacht of de bestuurder remt of niet. Er wordt met wordt alleen geactiveerd als het risico op een maximale remkracht geremd om de aanrijdingssnelheid te aanrijding groot is.
  • Pagina 176 Starten en rijden De gevoeligheid van de waarschuwing aanrijding Obstakeldetectie door FCW/AEB voorzijde instellen FCW detecteert onder meer voertuigen, fietsen en voetgangers. Wanneer FCW ingeschakeld is, kan de gevoeligheid van deze Voertuig functie worden ingesteld. Ga naar de voertuiginstellingen in het entertainmentsysteem → FCW detecteert de meeste voertuigen die stilstaan of in Rijhulpmiddelen.
  • Pagina 177 Starten en rijden dijen en het boven- en onderlichaam moeten herkend kunnen Voor een optimale werking van het systeem moeten de worden in combinatie met standaard bewegingspatronen van contouren van het menselijk lichaam zo duidelijk en nauwkeurig het menselijk lichaam. mogelijk gedetecteerd kunnen worden.
  • Pagina 178 Starten en rijden Beperkingen van FCW/AEB Als een tekstbericht op het scherm aan bestuurderszijde meldt dat het zicht van de camera-unit belemmerd wordt, kan De functie FCW/AEB kan in bepaalde omstandigheden aan FCW/AEB mogelijk geen voetgangers, fietsen, voertuigen of beperkingen onderhevig zijn. wegmarkeringen vóór het voertuig detecteren.
  • Pagina 179 Starten en rijden verkeerssituatie externe factoren Symbolen en meldingen voor FCW/AEB verhinderen dat de camera voetgangers, fietsers of Het informatiescherm in het combi-instrument geeft voor de voertuigen goed herkent, vinden waarschuwingen en remingrepen mogelijk later of helemaal niet plaats. waarschuwing aanrijding voorzijde en autonome noodstop een aantal symbolen en meldingen weer.
  • Pagina 180: Rijbaanwisselwaarschuwing (Ldw)

    Starten en rijden Rijbaanwisselwaarschuwing (LDW) rijbaanassistentiesysteem slechts hulpfunctie die niet in alle rij-, verkeers-, weers- De rijbaanassistentie is bedoeld om de bestuurder te helpen en wegsituaties werkt. De bestuurder is altijd eindverantwoordelijk voor veilige rijstijl het risico op onbedoeld verlaten van de rijstrook te beperken op en naleving van de toepasselijke wetgeving en snelwegen of vergelijkbare hoofdwegen.
  • Pagina 181 Starten en rijden De rijbaanwisselwaarschuwing in-/uitschakelen instrument groen en is het "LCD-waarschuwingslampje" Rijbaanwisselwaarschuwing activeren groen verlicht. Als het voertuig van de rijstrook afwijkt zonder dat de richtingaanwijzer is aangezet, gaat er Ga naar de voertuiginstellingen in het entertainmentsysteem → een geel waarschuwingslampje knipperen, klinkt er een Rijhulpmiddelen.
  • Pagina 182: Dodehoekdetectie (Bsd)

    Starten en rijden Dodehoekdetectie (BSD) Detectiezone Het dodehoekdetectiesysteem mag niet blindelings worden vertrouwd. Het is een aanvulling op veilige rijgewoonten en gebruik van de buitenspiegels, en kan deze niet vervangen. De waarschuwingslampjes van het dodehoekdetectiesysteem bevinden zich op beide buitenspiegels. 1 Hoofdvoertuig 2 Linker aangrenzend gebied 3 Rechter aangrenzend gebied...
  • Pagina 183: Rijbaanwisselassistentiesysteem (Lca)

    Starten en rijden Rijbaanwisselassistentiesysteem (LCA) Noodwaarschuwing Wanneer zich een voertuig in het linker aangrenzend gebied De waarschuwingslampjes van het rijbaanwisselassistentie- ② of het rechter aangrenzend gebied ③ bevindt en het systeem bevinden zich op de linker en rechter buitenspiegel. hoofdvoertuig de rijstrook wil verlaten, geeft het systeem een vroege waarschuwing en gaat het waarschuwingslampje aan de desbetreffende zijde knipperen.
  • Pagina 184: Waarschuwing Kruisend Verkeer Achter (Rcta)

    Starten en rijden Waarschuwing kruisend verkeer achter (RCTA) De waarschuwingslampjes van het rijbaanwisselassistentie- systeem bevinden zich op de linker en rechter buitenspiegel. Als een voertuig de detectiezone inrijdt (inclusief twee subzones van elk 20 meter aan weerszijden van het voertuig) terwijl u achteruitrijdt, zou dat tot een botsing kunnen leiden en gaat het waarschuwingslampje van de rijbaanwisselassistentie aan de desbetreffende zijde knipperen.
  • Pagina 185: Banden

    Starten en rijden Banden GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! Rij NIET in uw voertuig als een of meer banden te zeer versleten of beschadigd zijn of niet de juiste bandendruk hebben. Belaad het voertuig NIET te zwaar. Een onjuiste bandendruk of een niet-gebalanceerde wiel- bandcombinatie kan de stabiliteit ernstig aantasten, vooral wanneer met zware lading of op hoge snelheid wordt gereden.
  • Pagina 186: Winterbanden

    Starten en rijden Winterbanden De maximaal toelaatbare snelheid van winterbanden is te zien aan de snelheidscode op de band. De snelheid van het voertuig mag niet hoger worden Snelheidssymbool Maximumsnelheid (km/h) dan de maximaal toelaatbare snelheid van de gemonteerde winterbanden, anders kunnen de banden plotseling leeglopen, delamineren of scheuren, wat gemakkelijk een ongeval kan veroorzaken! Stem de snelheid af op het klimaat, de toestand van...
  • Pagina 187: Sneeuwkettingen

    Starten en rijden Belasting Wanneer de temperatuur stijgt tot boven de 7°C, wordt aanbevolen de winterbanden door zomerbanden te vervangen. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om het Sneeuwkettingen voertuig niet te zwaar te belasten, in overeenstemming met de Als u in de sneeuw moet rijden, is het raadzaam om geldende wetgeving.
  • Pagina 188: Ladingzekering

    Starten en rijden Ladingzekering Zet alle lading in het voertuig vast om letsel door bewegende lading te voorkomen. Opmerking: De bestuurder dient te controleren of alle goederen goed zijn vastgemaakt. Tussenschot Daar het tussenschot niet bedoeld is om lading tegen te houden, moet de lading ook wanneer er een tussenschot is gemonteerd, goed vastgezet worden.
  • Pagina 189: Rijden Met Een Aanhanger

    Starten en rijden Rijden met een aanhanger de luchtdichtheid afneemt naarmate de hoogte toeneemt, waardoor het motorvermogen en het klimvermogen afnemen, moet de totale massa met 10% worden verminderd wanneer Instructies voor het rijden met een aanhanger de hoogte met 1.000 m toeneemt. •...
  • Pagina 190 Starten en rijden Rij-instructies • Wanneer er bij een hoge omgevingstemperatuur in een lage versnelling en dus bij hoog toerental een grote afstand op een • Controleer voorafgaand rijden alle hellende weg afgelegd moet worden, kan de koelvloeistof veiligheidsvoorzieningen veilige werking oververhit raken.
  • Pagina 191: Aanbevolen Trekgewicht

    Starten en rijden Aanbevolen trekgewicht Trekvermogen Bruto Totaal Bruto Leeggewicht voertuig- Laadvermogen aanhanger- combinatie- voertuig Land Aandrijving Type Lengte Hoogte Versnellingsbak Emissie gewicht gewicht gewicht (kg) (kg) (kg) (kg) (kg) Frankrijk Achterwielaandrijving VAN 3.500 Euro 6d 2.230 1.270 2.800 6.000 Frankrijk Achterwielaandrijving VAN 3.500 Euro 6d...
  • Pagina 192: Installatie Van Trekinrichting

    Starten en rijden Installatie van trekinrichting Kogelbelasting aanhanger Let op Voor de trekinrichting is de standaard trekhaak A50-X gebruikt. Overschrijd nooit de maximaal toelaatbare kogelbelasting op Daar kan al naargelang de behoefte een overeenkomstige de aanhangwagenkoppeling. Dit is het gewicht dat verticaal aanhanger aan worden gekoppeld.
  • Pagina 193: Onderhoud

    Starten en rijden Onderhoud Als het voertuig vaak wordt gebruikt om een aanhanger te trekken, moet er extra onderhoud worden uitgevoerd. DV90 NL.indd 185 DV90 NL.indd 185 24.06.2020 10:58:41 24.06.2020 10:58:41...
  • Pagina 194 DV90 NL.indd 186 DV90 NL.indd 186 24.06.2020 10:58:41 24.06.2020 10:58:41...
  • Pagina 195 Wat te doen in een noodsituatie 188 Waarschuwingsknipperlichten 188 Gevarendriehoek 189 Eerstehulpset 189 Startkabels gebruiken 191 Wiel verwisselen 201 Voertuig slepen 203 Brandstoffilter aftappen 204 Zekering vervangen Lampen vervangen DV90 NL.indd 187 DV90 NL.indd 187 24.06.2020 10:58:41 24.06.2020 10:58:41...
  • Pagina 196: Waarschuwingsknipperlichten

    Wat te doen in een noodsituatie Waarschuwingsknipperlichten Gevarendriehoek Schakel waarschuwingsknipperlichten De gevarendriehoek bevindt zich in de opbergbak bij de u onverwachts moet stoppen of afremmen. Het controlelampje zijopstap rechtsvoor. van de richtingaanwijzer (groen) op het dashboard gaat dan Als u langs de wegrand moet stoppen, moet u ongeveer 100m aan en alle richtingaanwijzers gaan knipperen om andere achter het voertuig een gevarendriehoek plaatsen om andere weggebruikers te waarschuwen en de politie te laten zien dat...
  • Pagina 197: Eerstehulpset

    Wat te doen in een noodsituatie Eerstehulpset Startkabels gebruiken Accu loskoppelen Opmerking: Levering van een eerstehulpset is afhankelijk van de voertuigconfiguratie. Draag altijd beschermhandschoenen beschermbril wanneer u werk aan een accu verricht. De eerstehulpset is opgeborgen in het handschoenenkastje. Gebruik geen open licht en maak geen vonken of rook in de buurt van de accu.
  • Pagina 198: Startkabels Gebruiken

    Wat te doen in een noodsituatie Startkabels gebruiken Let op • Schakel eerst de motor en alle elektrische apparaten Duw of trek het voertuig nooit om het aan de praat te uit voordat u de accu loskoppelt. Zorg ervoor dat de krijgen.
  • Pagina 199: Wiel Verwisselen

    Wat te doen in een noodsituatie Wiel verwisselen Starten Start het voertuig dat stroom levert en laat de motor Krik verschillende minuten stationair draaien. • Start het voertuig dat starthulp nodig heeft. Opmerking: Het type en de plaats van de krik is afhankelijk •...
  • Pagina 200: Wat Te Doen In Een Noodsituatie

    Wat te doen in een noodsituatie Reservewiel Bij modellen met dubbele banden bevindt de krik zich onder de stoel van de voorpassagier of onder de stoel voor het Controleer regelmatig de bandendruk van het achterwiel. De gereedschapsset bevindt zich in de opbergbak reservewiel.
  • Pagina 201 Wat te doen in een noodsituatie Opmerking: platformcabine-modellen hebben geen afdekkap. 3 Laat het reservewiel zakken. • Modellen behalve platformcabine Steek de wielmoersleutel in het gat voor montage/ demontage reservewiel draai wielmoersleutel tegen de klok in om het reservewiel op de grond te laten zakken.
  • Pagina 202 Wat te doen in een noodsituatie 4 Blijf de wielmoersleutel linksom draaien als het reservewiel Let op de grond heeft bereikt en haal het reservewiel onder het Trek het wiel na vervanging helemaal omhoog en zet het voertuig vandaan. Draai de moersleutel niet te ver, anders goed vast.
  • Pagina 203: Wiel Verwisselen

    Wat te doen in een noodsituatie Wiel verwisselen Reservewiel opbergen 1 Leg het reservewiel op de grond, met het ventiel aan de Voertuig parkeren bovenkant. Parkeer voertuig stevige, vlakke 2 Leg het reservewiel onder de achterkant van het voertuig ondergrond zonder het verkeer te hinderen of uzelf in en breng de klem aan in het midden van de velg, zodanig gevaar te brengen.
  • Pagina 204 Wat te doen in een noodsituatie De krik uitnemen • Type 2 Bij modellen waarin de krik zonder afschermplaat onder Modellen met enkele banden de dubbele voorstoel of de stoel voor het achterwiel is opgeborgen, dient het bandje te worden losgemaakt om de Draai de krik in de opbergbak bij de zijopstap rechtsvoor in de krik te kunnen pakken.
  • Pagina 205 Wat te doen in een noodsituatie De krik plaatsen Modellen met enkele banden Gebruik de krik alleen op de aangegeven krikpunten. Het krikpunt voor het voorwiel is de kop van de bout tussen het Het voertuig mag niet verder worden opgekrikt dan subframe en de zwenkarm (1).
  • Pagina 206 Wat te doen in een noodsituatie Modellen met dubbele banden Reservewiel plaatsen Start de motor niet tijdens het krikken. Begeef u nooit Het krikpunt voor het voorwiel is de kop van de bout tussen het onder een opgekrikt voertuig. subframe en de zwenkarm (1). Het krikpunt voor het achterwiel is de bladveer, ongeveer Overtuig u ervan dat het voertuig stabiel staat en niet kan schuiven of bewegen voordat u de wielmoeren...
  • Pagina 207 Wat te doen in een noodsituatie 4 Krik het voertuig omhoog. • Type 1 Plaats de verlengstang en draai de wielmoersleutel rechtsom tot het te verwisselen wiel net boven de grond hangt. • Bij modellen met dubbele wielen en een sierdop op de voorwielen: verbind de wielmoersleutel met de verlengstang om de wielmoeren los te draaien.
  • Pagina 208 Wat te doen in een noodsituatie ─ Plaats de verlengstang en druk de verlengstang 9 Plaats de wielsierdop in omgekeerde volgorde. omlaag tot het te verwisselen wiel net boven de grond hangt. Opmerking: Bij modellen met dubbele wielen en een sierdop op het achterwiel, de sierdop vastzetten met de haakse sleutel, met een aanhaalmoment van 10 Nm.
  • Pagina 209: Voertuig Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Voertuig slepen Sleepoog achterzijde Het sleepoog aan de achterkant van het voertuig kan gebruikt Trekken of slepen dient te gebeuren in overeenstemming met worden om andere voertuigen te slepen. Verwijder voorafgaand de nationale regels. aan het gebruik de plastic dop van het sleepoog.
  • Pagina 210: Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Slepen Type 2 Voorafgaand aan het slepen Zet de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) en laat hem in die stand staan tijdens het slepen, zodat de stuurinrichting vrij kan bewegen. Wanneer de stuurinrichting is ontgrendeld, werken ook de richtingaanwijzers en remlichten.
  • Pagina 211: Brandstoffilter Aftappen

    Wat te doen in een noodsituatie Brandstoffilter aftappen Draag geschikte handschoenen om uw handen te beschermen tegen diesel. Tap het water af volgens onderstaande procedure: 1 Zet de contactschakelaar in de stand LOCK. 2 Zet een geschikte opvangbak onder de aftapbout van het brandstoffilter en draai de bout (1) los met geschikt gereedschap.
  • Pagina 212: Zekering Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekering vervangen Zekeringdoos bestuurderszijde De zekeringdoos aan bestuurderszijde bevindt zich links onder De zekeringen van dit voertuig bevinden zich respectievelijk in het stuurwiel. Om de zekeringen te bereiken moet het deksel de zekeringdoos aan bestuurderszijde, de zekeringdoos in het van de zekeringdoos worden verwijderd.
  • Pagina 213 Wat te doen in een noodsituatie De zekeringen in de zekeringdoos aan bestuurderszijde zijn te Code Specificaties Functie herkennen aan de labels die op de achterkant van het Rijbaanwisselwaarschuwing, zekeringdoosdeksel zijn aangebracht. event data recorder, module 10 A bandendrukcontrolesysteem, achteruitkijkcamera 7,5 A App mobiele telefoon Regensensor, zonlichtsensor, lichtsensor...
  • Pagina 214 Wat te doen in een noodsituatie Code Specificaties Functie Code Specificaties Functie FS19 10 A AT/AMT schakelpook/keuzehendel KL15 Relais aanjager achterin Bedieningspaneel airconditioning voor/ Relais IG1 achter, koplampstelschakelaar, schakelaar Relais ACC FS20 10 A middenconsole, DC-stabilisator, Relais ruitontdooiing achterin sleepmodule, parkeersensor KL15 Gereserveerd FS21 10 A...
  • Pagina 215: Zekeringdoos Motorcompartiment

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos motorcompartiment Om de zekeringen te bereiken moet het deksel van de zekeringdoos worden verwijderd. De zekeringen in de De zekeringdoos in het motorcompartiment bevindt zich rechts zekeringdoos van het motorcompartiment zijn te herkennen van de compartimentswand onder aan de motorkap (gezien aan de labels die op de achterkant van het zekeringdoosdeksel vanaf de voorkant van het voertuig).
  • Pagina 216 Wat te doen in een noodsituatie Code Specificaties Functie Code Specificaties Functie SB02 40 A Koelventilator 2 SB22 40 A Gereserveerd SB03 30 A Ontwaseming SB23 40 A Gereserveerd Instrumenten, Internet of Vehicles, groot SB24 30 A Gereserveerd SB04 40 A scherm/DCDC SB25 30 A...
  • Pagina 217 Wat te doen in een noodsituatie Code Specificaties Functie Code Specificaties Functie Zekeringdoos motorcompartiment, airco, 30 A Gereserveerd 30 A 30 A Gereserveerd 30 A Sleepmodule 30 A Airco voor PTC3 30 A Sleepmodule 20 A Gereserveerd 15 A Radio/MP5-entertainmentsysteem 20 A Gereserveerd 25 A...
  • Pagina 218: Zekeringdoos Accu

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos accu Code Specificaties Functie RLY15 Relais hoog toerental hoofdventilator De zekeringdoos van de accu bevindt zich bij de positieve accupool, onder de bestuurdersstoel. RLY16 Gereserveerd RLY17 Relais hoog toerental hulpventilator RLY18 Relais brandstofpomp RLY19 Relais aanjager voorin RLY20...
  • Pagina 219: Zekeringen Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringen vervangen Let op Bij onbevoegde wijzigingen aan het elektrisch systeem vervalt Gebruik alleen vervangende zekeringen met dezelfde de garantie. specificatie en nominale stroom. Montage van zekeringen die niet aan de specificatie voldoen leidt Lampen vervangen tot schade aan het elektrisch systeem en kan zelfs brand veroorzaken.
  • Pagina 220: Lampspecificatie

    Wat te doen in een noodsituatie Lampspecificatie Lampen vervangen Lampen dienen volgens de onderstaande instructies te worden Lamp Specificaties verwijderd. Er worden geen aparte montageprocedures Mistlamp voor gegeven, omdat daarvoor alleen de volgorde van de Richtingaanwijzer voor PY21W montageprocedure hoeft te worden omgekeerd. Neem voor lampen waarvan de vervanging hier niet is beschreven contact Grootlicht op met de onderhoudsdealer.
  • Pagina 221 Onderhoud en service 214 Veiligheid 215 Periodiek onderhoud 216 Inspectie door de eigenaar 217 Onder de voorklep 218 Motorkap 220 Motorolie 222 Koelvloeistof 224 Remvloeistof 225 Stuurbekrachtigingsvloeistof 226 Ruitensproeiervloeistof 227 Ruitensproeier 227 Wisserblad 228 Veiligheidsgordels 229 Accu 234 Banden 236 Overig onderhoud DV90 NL.indd 213 DV90 NL.indd 213 24.06.2020 10:58:46...
  • Pagina 222: Veiligheid

    Onderhoud en service Veiligheid Start de motor niet op een ongeventileerde plaats, omdat de giftige uitlaatgassen erg gevaarlijk zijn. Zorg er tijdens inspectie of onderhoud van voertuigen altijd voor Voer werkzaamheden in het motorcompartiment dat het risico op letsel of schade aan het voertuig wordt beperkt indien mogelijk pas uit nadat de motor is uitgezet en en neem altijd de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatregelen.
  • Pagina 223: Periodiek Onderhoud

    Onderhoud en service Periodiek onderhoud Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het voertuig. Niemand mag in het voertuig blijven (behalve degenen die op uw instructie in het voertuig Regelmatig onderhoud is onmisbaar om de zuinigheid, werken). Houd kinderen uit de buurt van olie, veiligheid en betrouwbaarheid van uw voertuig te waarborgen.
  • Pagina 224: Inspectie Door De Eigenaar

    Onderhoud en service Inspectie door de eigenaar Wekelijkse controles of controle voorafgaand aan een lange reis Hier volgen een aantal eenvoudige maar belangrijke controles • Controleer het peil van de vloeistoffen en vul zo nodig bij. die u regelmatig moet uitvoeren voor u gaat rijden, om een ─...
  • Pagina 225: Onder De Voorklep

    Onderhoud en service Onder de voorklep Type 2 Type 1 1 Sproeiervloeistofreservoir 2 Oliepeilstok 3 Stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir 1 Sproeiervloeistofreservoir 4 Olievuldop 2 Olievuldop 5 Remvloeistofreservoir 3 Oliepeilstok 6 Koelvloeistofreservoir 4 Stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir Opmerking: De handgreep van de oliepeilstok is geel en 5 Remvloeistofreservoir gemakkelijk te herkennen.
  • Pagina 226: Motorkap

    Onderhoud en service Motorkap 3 Til de steunstang met uw linkerhand omhoog en plaats hem met het uiteinde in de daarvoor bestemde opening in de motorkap. De motorkap openen 1 Trek aan de ontgrendelknop van de motorkap links onder het dashboard aan bestuurderszijde om de motorkap te openen.
  • Pagina 227: De Motorkap Sluiten

    Onderhoud en service De motorkap sluiten Als de contactsleutel in de stand "ON" (AAN) staat, kan koelventilator altijd aangaan (ook als de motor niet draait). Houd uw handen en loszittende kleding (zoals stropdassen, sjaals, enz.) uit de buurt van de Ongeveer 20 cm ventilatorbladen.
  • Pagina 228: Motorolie

    Onderhoud en service Motorolie Trek de oliepeilstok omhoog en veeg hem schoon met papier of een niet-pluizende doek. Steek de oliepeilstok helemaal terug en trek hem weer omhoog. Het oliepeil moet tussen de Het wordt aanbevolen olie van de juiste kwaliteit te gebruiken. markeringen MAX en MIN liggen.
  • Pagina 229 Onderhoud en service Type 1 Let op Type 2 Controleer het oliepeil regelmatig en vul zo nodig olie bij. Zowel te veel als te weinig bijvullen geeft een grote kans op motorschade. Deze schade valt niet onder de garantie. Als u olie moet bijvullen, draai de olievuldop dan linksom los en vul olie van de juiste specificatie bij.
  • Pagina 230: Motorolieverbruik

    Onderhoud en service Motorolieverbruik Koelvloeistof Het motorolieverbruik wordt door veel factoren beïnvloed (deze Koelvloeistof is schadelijk indien het wordt ingeslikt. factoren zijn ook van invloed op het brandstofverbruik), waarvan Laat koelvloeistof niet in contact komen met de het olietype en het rijgedrag (vooral tijdens de inrijperiode) de ogen of huid.
  • Pagina 231: Inspecteren En Bijvullen

    Onderhoud en service Inspecteren en bijvullen Verwijder de vuldop niet wanneer het systeem warm is. Ontsnapte waterdamp of hete koelvloeistof kan letsel veroorzaken. Als er koelvloeistof moet worden bijgevuld terwijl het systeem heet is, wacht dan 10 minuten, leg een dikke doek over de dop van het reservoir en draai de dop langzaam linksom om de druk uit het reservoir te laten ontsnappen voordat u de dop verwijdert.
  • Pagina 232: Remvloeistof

    Onderhoud en service Remvloeistof Voorzorgsmaatregelen bij koud weer Neem het volgende in acht om problemen bij koud weer te Neem snel mogelijk contact voorkomen: onderhoudsdealer als het peil van de remvloeistof • Aangezien het standaard vriespunt van de in het voertuig aanzienlijk is gedaald.
  • Pagina 233: Inspecteren En Bijvullen

    Onderhoud en service Inspecteren en bijvullen Stuurbekrachtigingsvloeistof Controleer het remvloeistofpeil nadat de remmen zijn afgekoeld, terwijl het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Het Opmerking: Dit is van toepassing voor voertuigen met remvloeistofpeil dat op het reservoir te zien is, moet zich tussen hydraulische stuurbekrachtiging.
  • Pagina 234: Ruitensproeiervloeistof

    Onderhoud en service Ruitensproeiervloeistof Inspecteren en bijvullen Rijden zonder werkend ruitensproeiersysteem kan gevaarlijk zijn. Controleer het altijd voordat u gaat rijden. ruitensproeiervloeistofreservoir bevindt zich voorcompartiment. Til de vuldop aan de voorkant op om bij te vullen. Sluit weer afloop. voor ruitensproeiervloeistofspecificatie "Aanbevolen vloeistoffen"...
  • Pagina 235: Ruitensproeier

    Onderhoud en service Ruitensproeier Wisserblad Afstellen en reinigen Inspectie Zorg voordat u de sproeiers afstelt of reinigt eerst dat het Inspecteer de rand van het blad op ruwheid of schade en sproeierreservoir gevuld is. Reinig de sproeiers met een dunne controleer of het rubber over de hele lengte stevig vastzit.
  • Pagina 236: Vervanging

    Onderhoud en service Vervanging Veiligheidsgordels Demontage Inspectie ─ Til de wisserarm van de voorruit en draai het wisserblad haaks op de arm. De gordels zijn tevens voorzien van een gevoelige spaninrichting die ontworpen is om alleen te ─ Duw de klem (pijl) omlaag en schuif de wisserbladhouder blokkeren bij een sterke acceleratie, vertraging of naar beneden over de arm om de scharnierpen op de hou- bijvoorbeeld in een scherpe bocht.
  • Pagina 237: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service Onderhoud en service Accu Probeer niet de spaninrichting of het gespmechanisme Waarschuwing voor de accu: te repareren of de veiligheidsgordels op enigerlei wijze aan te passen. Veiligheidsgordels die tijdens een Draag een beschermbril! ongeval aan mechanische belasting zijn blootgesteld, moeten worden vervangen.
  • Pagina 238 Onderhoud en service Keer de accu niet om, anders kan er zuur uit de Houd de juiste polariteit van de stroomvoorziening ontluchtingsopening lekken. vloeibaar aan. Alvorens het contact in te schakelen moet zuur in uw ogen terechtgekomen is, onmiddellijk gecontroleerd worden of de polariteit klopt. verschillende minuten lang spoelen met schoon Elke inschakeling moet minstens 5 seconden duren.
  • Pagina 239: Langdurige Stalling Van Het Voertuig

    Onderhoud en service Langdurige stalling van het voertuig Gebruik in de winter Als het voertuig langdurig geparkeerd moet worden, raakt de Voor het gebruik van de accu in de winter gelden een aantal accu leeg door het stroomverbruik van de elektrische apparaten strenge eisen.
  • Pagina 240: De Accu Opladen Met Een Acculader

    Onderhoud en service De accu opladen met een acculader Let op • Houd kinderen uit de buurt van de accu, het accuzuur en Laad nooit een bevroren accu op, dat kan leiden tot de lader. een explosie! Zelfs als de accu ontdooid is, kan er zuur uit de accu lekken en corrosie veroorzaken.
  • Pagina 241: De Accu Uit Het Voertuig Nemen

    Onderhoud en service De accu uit het voertuig nemen De accu vervangen Zet het contact en alle elektrische apparaten uit voordat u de De accu in uw voertuig is gemaakt voor de daarvoor bestemde accu verwijdert. montageplaats. Zorg dat de vervangende accu hetzelfde voltage (12V), dezelfde afmetingen en hetzelfde veiligheidslabel Om de accu te verwijderen, moet eerst de negatieve kabel heeft.
  • Pagina 242: De Accu Plaatsen

    Onderhoud en service De accu plaatsen Banden Zet voordat u de accu plaatst het contact uit en schakel alle GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! elektrische apparaten uit. NIET in uw voertuig als een of meer banden te Zet de accu op zijn plaats en zet hem vast met de accubeugel. zeer versleten of beschadigd zijn of niet de juiste bandendruk hebben.
  • Pagina 243: Slijtage-Indicator

    Onderhoud en service Slijtage-indicator De reserveband op de hoogste aanbevolen druk gehouden worden. Voorafgaand aan het gebruik moet de druk eventueel Alle originele banden zijn voorzien van een slijtage-indicator in worden gecorrigeerd. De druk moet worden gecontroleerd met een het loopvlak. Als de band zo ver is afgesleten dat er nog 1,6 geschikte bandenspanningsmeter.
  • Pagina 244: Overig Onderhoud

    Onderhoud en service Overig onderhoud • Inspecteer de lak na het reinigen op beschadigingen. Werk de lak zo nodig bij. Zet het voertuig af en toe in de was om de lak te beschermen. Het voertuig reinigen • Bij gebruik van een hogedrukreiniger moet de straal in beweging blijven.
  • Pagina 245: Koolstofaanslag In Motor Verwijderen

    Onderhoud en service Koolstofaanslag in motor verwijderen Stoelen en afwerking Met het oog op de kwaliteit van motorolie, wordt aanbevolen Reinig de bekleding regelmatig met een stofzuiger of zachte om na 15.000 ~ 20.000 km de koolstofaanslag uit de motor borstel.
  • Pagina 246 DV90 NL.indd 238 DV90 NL.indd 238 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 247 Algemene technische specificaties 240 Belangrijkste afmetingen van het voertuig 241 Voertuiggewicht 242 Voertuigspecificaties 243 Voornaamste motorspecificaties 244 Specificaties ophanging en remsysteem 245 Aanbevolen vloeistoffen 247 Wiel en band 248 Instellingen wieluitlijning DV90 NL.indd 239 DV90 NL.indd 239 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 248: Algemene Technische Specificaties

    Algemene technische specificaties Belangrijkste afmetingen van het voertuig Model SV63C-6060 SV63C-6060 SV63C-7060 Lengte, mm 5.940 5.940 5.940 Breedte, mm 2.062 2.062 2.062 Hoogte, mm 2.535 2.535 2.755 Wielbasis, mm 3.760 3.760 3.760 Ophanging voor/achter, 1.020/1.160 1.020/1.160 1.020/1.160 Spoorbreedte voor, mm 1.732 1.732 1.732...
  • Pagina 249: Voertuiggewicht

    Algemene technische specificaties Voertuiggewicht Model SV63C-6060 SV63C-6060 SV63C-7060 Bruto voertuiggewicht, kg 3.500 3.500 3.500 Leeggewicht voertuig, kg 2.230 2.360 2.390 Asbelasting (draagvermogen 1.610/1.890 1.690/1.810 1.700/1.800 voor-/achteras), kg Passagierscapaciteit DV90 NL.indd 241 DV90 NL.indd 241 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 250: Voertuigspecificaties

    Algemene technische specificaties Voertuigspecificaties Model SV63C-6060 SV63C-6060 SV63C-7060 Motortype SC20M163Q6A SC20M163Q6A SC20M163Q6A Brandstofverbruik in brede bedrijfsomstandigheden, L/100km Maximale ontwerpsnelheid, km/h Maximaal klimvermogen, % Emissieniveau bij levering Euro 6d Euro 6d Euro 6d DV90 NL.indd 242 DV90 NL.indd 242 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 251: Voornaamste Motorspecificaties

    Algemene technische specificaties Voornaamste motorspecificaties Motortype SC20M163Q6A Type Dieselmotor met common rail directe injectie (CRDI), turbocompressor en tussenkoeler Cilinderinhoud, L 1.996 Aantal cilinders Boring*slag, mm*mm 83*92 Compressieverhouding (15,9±0,2):1 Maximaal nettovermogen, kW 118,5 Nominaal vermogen, kW Motortoerental bij nominaal 4.000±50 vermogen, omw/min Maximumkoppel, Nm Motortoerental bij maximumkoppel, 1.500 ~ 2.400...
  • Pagina 252: Specificaties Ophanging En Remsysteem

    Algemene technische specificaties Specificaties ophanging en remsysteem Items Waarde Ophanging voor McPherson onafhankelijke ophanging Ophanging achter Niet-onafhankelijke bladveerophanging Bladveertype Paraboolbladveer Specificatie bladveer 80, 100 (N/mm) (voorwielaandrijving) Specificatie bladveer 60/100, 60/110, 60/130, 70/135, 70/160 (N/mm) (achterwielaandrijving) Vereiste dynamische wielbalans Resterende dynamische onbalans aan beide zijden van het wiel dient minder te zijn dan 10 g Speling rempedaal binnen 10 mm Redelijk toepassingsbereik van...
  • Pagina 253: Aanbevolen Vloeistoffen

    Algemene technische specificaties Aanbevolen vloeistoffen Eigenschap Specificatie Inhoud Motorolie, L SAE 5W-30 ACEA C3 10,5 (zonder aanjager verwarming achterin) 12 (met aanjager verwarming achterin) Koelvloeistof, L D-35 (-35°C) 13,5 (lange wielbasis) Cryogene circulerende koelvloeistof, L D-35 (-35°C) vloeistof handgeschakelde Laike 75w/85 versnellingsbak (voorwielaandrijving), L 6MT vloeistof handgeschakelde Fuchs 75w/85...
  • Pagina 254 Algemene technische specificaties Smeermiddel achteras, L Tempo GL-5 80W-90 Smeervet aandrijfas, g 8±1 DV90 NL.indd 246 DV90 NL.indd 246 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 255: Wiel En Band

    Algemene technische specificaties Wiel en band Eigenschap Waarde Wiel 6 1/2J×16 6J×16 Band 235/65R16C 215/75R16C 195/75R16C Voertuigtype Minibus/COMBI/VAN/CAB/Platformcabine Bruto voertuiggewicht, kg ≤4.050 ≤4.050 ≤5.000 Bandendruk voor-/achterwiel (in koude toestand), bar 3,5/4,9 4,0/4,75 4,6/4,3 Bandendruk reservewiel (in koude toestand), bar 4,75 DV90 NL.indd 247 DV90 NL.indd 247 24.06.2020 10:58:51...
  • Pagina 256: Instellingen Wieluitlijning

    Algemene technische specificaties Instellingen wieluitlijning Eigenschap Waarde 0°20’±30’ (-0,167° ~ 0,83°) Camber Absolute waarde van verschil tussen links en rechts ≤0,5° 2,33°±0,5° (1,83° ~ 2,83°) Fuseelangshelling Absolute waarde van verschil tussen links en rechts ≤0,5° Voorwiel Eén kant: 0°11,5’±5’ (0,108° ~ 0,28°) Toespoor Absolute waarde van verschil tussen links en rechts ≤0,1°...
  • Pagina 257 DV90 NL.indd 249 DV90 NL.indd 249 24.06.2020 10:58:51 24.06.2020 10:58:51...

Inhoudsopgave