Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co., Ltd. We hopen dat onze producten en diensten u veel plezier
bezorgen!
Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd
raken met uw voertuig en profiteren van een comfortabele en veilige rijervaring waarbij de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
Dit instructieboekje geeft de informatie die u nodig hebt om uw voertuig te leren kennen, ermee te leren rijden, standaard
onderhoudscontroles uit te voeren en juist te handelen in een noodsituatie.
Dit instructieboekje bevat informatie die op het moment van publicatie van dit instructieboekje bekend was. Alle wijzigingen,
interpretaties en toelichtingen zijn voorbehouden aan het bedrijf. Aangezien de producten constant worden verbeterd of anderszins
worden aangepast, behoudt het bedrijf zich het recht voor om deze wijzigingen zonder kennisgeving door te voeren wanneer dit
instructieboekje al gepubliceerd is en kan het hier niet voor aansprakelijk worden gesteld.
Dit instructieboekje is een onmisbaar onderdeel van uw voertuig. Overhandig dit instructieboekje aan de nieuwe eigenaar als u het
voertuig verkoopt.
Speciale mededeling
Het instructieboekje en het garantie- en onderhoudsboekje geven aan welke rechten en plichten ten aanzien van kwaliteitsgarantie
en aftersales het bedrijf en de gebruiker zijn overeengekomen en wanneer deze eindigen. Lees het instructieboekje en het garantie-
en onderhoudsboekje zorgvuldig door voordat u het product gebruikt. Schade die veroorzaakt is door onjuist gebruik, nalatigheid,
onjuiste bediening of onbevoegd herstel, kan niet worden verhaald. Garantieclaims die in dit verband worden ingediend bij de
onderhoudsdealer van SAIC MAXUS Automotive Co., Ltd (hierna "onderhoudsdealer" genoemd), worden afgewezen.
Onbevoegde reproductie van dit instructieboekje op elektronische, fysieke of enige andere wijze, en/of opslag van dit instructieboekje
in een doorzoekbaar systeem van ongeacht welke vorm of aard, is niet toegestaan.
Wij wensen u veel rijplezier!
SAIC MAXUS Automotive Co., Ltd. Adres: #2500, Jun Gong Road, Yang Pu District, Shanghai. Postcode: 200438
SAIC MAXUS Automotive Co., Ltd behoudt zich het definitieve recht voor om dit instructieboekje te interpreteren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor SAIC MAXUS EUNIQ 6 Series 2024

  • Pagina 1 Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co., Ltd. We hopen dat onze producten en diensten u veel plezier bezorgen! Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd raken met uw voertuig en profiteren van een comfortabele en veilige rijervaring waarbij de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord ................1 Handmatige achterklep ............18 Elektrische achterklep ............19 Inleiding ................1 Kinderslot ................21 Over dit instructieboekje ............1 Ramen ................22 Indicatieve informatie .............. 1 Elektrisch bediende ramen ............ 22 Voorzorgsmaatregelen ............3 Elektrisch zonnedak .............. 24 Gevaarlijke stoffen ..............
  • Pagina 4 Inhoud Controlelampje positielamp ........... 47 Waarschuwingslampje storing hoogspanningsaccu ....54 Waarschuwingslampje diefstalalarm ........48 Waarschuwingslampje Isolatiefout ........54 TPMS-waarschuwingslampje ..........48 Controlelampje beperkt vermogen ........54 Controlelampje voor opladen van de accu ......48 Controlelampje ECO ............. 55 Waarschuwingslampje airbag ..........48 Controlelampje SPORT ............
  • Pagina 5 Inhoud Buitenspiegels..............76 Starten/stoppen ..............96 Buitenspiegels ............... 76 Starten ................... 96 Binnenspiegel ................ 78 Stoppen ................. 96 Interieuruitrusting ............. 79 Rijden ................. 97 Plafondlampje................ 79 Schakelen ................98 Meerkleurige sfeerverlichting ..........80 Positie van de versnelling............98 Luchtreiniger................81 Schakelen................
  • Pagina 6 Inhoud Panoramisch zonnedak ..........170 Cruisecontrol beëindigen............. 127 Snelheidsgeheugen wissen..........127 Initialisatie van het panoramische zonnedak....... 170 Parkeerhulpsysteem ............128 Waarschuwingsknipperlichten ........171 Parkeersensor ..............128 Gevarendriehoek ............. 171 Sensoren voor en achter ............. 129 Zelf banden repareren ............ 172 Parkeercamera ..............
  • Pagina 7 Inhoud Voorklep ................196 Overig onderhoud ............210 De voorklep openen ............196 Wasbeurt van het voertuig ..........210 De voorklep sluiten .............. 196 Corrosiewering van de onderkant ........211 Stoelen en afwerking ............211 Koelvloeistof..............197 Portierrubbers...............211 Controleren en bijvullen............197 Ramen ..................211 Remvloeistof..............
  • Pagina 9: Voorwoord

    Voorwoord Inleiding Indicatieve informatie Waarschuwing Over dit instructieboekje Dit symbool geeft aan dat de desbetreffende Deze handleiding is van toepassing op multifunctionele volledig procedures strikt en nauwkeurig moeten worden elektrische personenauto's uit de MAXUS EUNIQ 6-serie. gevolgd om persoonlijk letsel of letsel bij anderen te voorkomen.
  • Pagina 10 Voorwoord Opmerking Pijlen Geeft het beschreven object aan. Opmerking: Dit is een nuttige aanwijzing. Geeft de bewegingsrichting aan. Bescherming van het milieu Iedereen heeft de plicht het milieu te beschermen. Dit symbool is bedoeld als aansporing tot Verwijst naar de titel van een paragraaf. milieubescherming.
  • Pagina 11: Voorzorgsmaatregelen

    Voorwoord Voorzorgsmaatregelen Kinderen/dieren Kinderen of dieren zonder toezicht kunnen knoppen Gevaarlijke stoffen en schakelaars in uw voertuig bedienen, of met Veel vloeistoffen en andere stoffen die in apparatuur of goederen die u vervoert spelen en motorvoertuigen worden gebruikt, zijn giftig en hierdoor ongelukken en letsel veroorzaken.
  • Pagina 12: Voertuigidentificatie

    Voorwoord Voertuigidentificatie Bij communicatie met onze onderhoudsdealer hebt u het voertuigidentificatienummer (VIN) nodig. Voertuigidentificatienummer (VIN) Voertuigidentificatienummer (VIN) op het voertuig: • Op de voorste dwarsbalk van de rechterstoel op de eerste rij van het voertuig (stempel). • Op het VIN-plaatje op de rechter B-stijl. •...
  • Pagina 13: Vin-Plaatje

    Voorwoord VIN-plaatje Locatie van het VIN-plaatje Het VIN-plaatje (1) bevindt zich aan de onderkant van de Het VIN-plaatje kan de volgende informatie bevatten, dit kan rechter B-stijl. per voertuig verschillen. • Bedrijfsnaam van de fabrikant • Het typegoedkeuringsnummer van het volledige voertuig •...
  • Pagina 14: Instructies Voor Het Gebruik Van Een Elektrisch Voertuig

    Voorwoord Instructies voor het gebruik van een Actieradius elektrisch voertuig De actieradius van een voertuig hangt af van de capaciteit van de accu in het voertuig, hoe oud het voertuig is (de levensduur Omgevingstemperatuur voor gebruik van het van de huidige accu), het weer, de temperatuur, de conditie voertuig van wegen, de manier van rijden enz.
  • Pagina 15: Egalisatielading

    Voorwoord Egalisatielading – Het voertuig na gebruik in de winter zo snel mogelijk op te laden. Om de levensduur van de hoogspanningsaccu te verlengen, – Overbodige voorwerpen te verwijderen om het gewicht moet deze regelmatige middels een egalisatielading worden van het voertuig te verminderen. onderhouden.
  • Pagina 16: Instructies Voor Het Recyclen Van Hoogspanningsaccu's

    Voorwoord Instructies voor het recyclen van Het is raadzaam om de gebruikte hoogspanningsaccu, wanneer het voertuig bijvoorbeeld naar de sloop gaat, over te hoogspanningsaccu's dragen aan een recyclingbedrijf. Neem contact op met onze De hoogspanningsaccu is in het chassis van het motorvoertuig onderhoudsdealer voor meer informatie over het onderhouden, geïnstalleerd en bevat veel lithiumcellen.
  • Pagina 17: Hoogspanningssysteem

    Voorwoord Hoogspanningssysteem Het hoogspanningssysteem van het voertuig omvat AC- en DC-hoogspanning (kan hoger zijn dan 410 V). Hoogspanning is erg gevaarlijk en kan ernstig letsel, zoals brandwonden, elektrische schokken en zelfs fataal letsel veroorzaken. • Om persoonlijk letsel te voorkomen, is het verboden hoogspanningskabels stekkers ervan aan te raken.
  • Pagina 18: Hoe Te Handelen Bij Ongelukken

    Voorwoord Hoe te handelen bij ongelukken • Wanneer het voertuig gedeeltelijk of volkomen onder water staat, moeten medewerkers • Zet het voertuig in de stand P en schakel de het uitschakelen en het op tijd verlaten. De contactschakelaar uit. handbediende serviceschakelaar moet worden •...
  • Pagina 19 Voordat u gaat rijden Sleutels Portieren en sloten Ramen Stoelen Beveiligingssysteem voor passagiers Instrumenten en bediening Combi-instrument Berichtencentrum Waarschuwings- en controlelampjes Schakelaar combi-instrument Schakelaar op middenconsole Schakelaars op de stuurkolom en het stuurwiel Stuurwiel afstellen Claxon Verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) Buitenspiegels Interieuruitrusting MP5+Radio...
  • Pagina 20: Voordat U Gaat Rijden

    Voordat u gaat rijden Sleutels Afstandsbedieningssleutel Het voertuig is uitgerust met 2 afstandsbedieningssleutels met De afstandsbedieningssleutel is een bedieningsonderdeel van een systeem voor Passieve toegang/Passief starten (hierna het centraal portiervergrendelingssysteem van een voertuig dat PEPS genoemd). kan worden gebruikt voor het vergrendelen/ontgrendelen van alle portieren.
  • Pagina 21: Uit-/Inklappen Van Het Mechanische Deel Van De Afstandsbedieningssleutel (Hierna "Mechanisch Sleuteldeel")

    Voordat u gaat rijden Uit-/inklappen van het mechanische deel van de De batterij van een afstandsbedieningssleutel afstandsbedieningssleutel (hierna "mechanisch vervangen sleuteldeel") Batterijen kunnen brand, explosie en brandwonden veroorzaken. Laad de batterij nooit op. Voer de Druk de ontgrendelknop op de afstandsbedieningssleutel batterij op de juiste wijze af.
  • Pagina 22 Voordat u gaat rijden Voer de volgende procedures uit om de batterij te vervangen: 1 Druk de ontgrendelknop in op de afstandsbedieningssleutel met PEPS. 2 Trek het mechanische sleuteldeel uit de sleutelbehuizing. 3 Verwijder het boven- en onderpaneel van de sleutelbehuizing en trek de printplaat met batterij uit het onderpaneel.
  • Pagina 23: Portieren En Sloten

    Voordat u gaat rijden Portieren en sloten Centraal portiervergrendelingssysteem Bescherm uw auto tegen diefstal De afstandsbedieningssleutel gebruiken Met de knoppen op de afstandsbedieningssleutel kunnen de Zet altijd het contact uit en neem de sleutel met portieren via het centraal portiervergrendelingssysteem worden afstandsbediening mee als u het voertuig verlaat vergrendeld/ontgrendeld.
  • Pagina 24 Voordat u gaat rijden Opmerking: voor de functies venster omlaag (lang Opmerking: wanneer niet binnen 30 seconden een portier indrukken) en openen van het panoramische zonnedak wordt geopend, worden alle portieren automatisch (lang indrukken) verwijzen we u naar de daadwerkelijke opnieuw vergrendeld.
  • Pagina 25 Voordat u gaat rijden De schakelaar van de centrale deurvergrendeling Het portier kan ook worden ontgrendeld door tweemaal aan de gebruiken binnenhandgreep te trekken. Met deze schakelaar kunnen alle portieren van binnenuit worden vergrendeld/ontgrendeld. Druk op de vergrendelknop om alle portieren te vergrendelen. Druk op de ontgrendelknop om alle portieren te ontgrendelen.
  • Pagina 26: Handmatige Achterklep

    Voordat u gaat rijden Handmatige achterklep Portieren van buitenaf sluiten/vergrendelen Om de achterklep te sluiten, laat u deze zakken en drukt u Portieren van buitenaf ontgrendelen/openen deze stevig naar beneden. Zorg ervoor dat de achterklep goed Wanneer de sleutel, afstandsbedieningssleutel of schakelaar is vergrendeld.
  • Pagina 27: Elektrische Achterklep

    Voordat u gaat rijden Elektrische achterklep Opmerking: de achterklep gaat omhoog terwijl ze open gaat. Let er bij het openen van de achterklep op dat er zich geen voorwerpen of personen in de buurt van de achterkant van het voertuig bevinden. De elektrische achterklep kan op de volgende manieren worden geopend en u kunt de achterklep openen en sluiten volgens de uitrusting van uw auto.
  • Pagina 28 Voordat u gaat rijden Als de achterklep tijdens het elektrisch openen of sluiten op een obstakel stuit, zal de achterklep automatisch 5° terugkeren om het obstakel te vermijden. Nadat het obstakel is verwijderd, kan de elektrische achterklep weer worden bediend. Als de achterklep 3 keer achter elkaar obstakels tegenkomt tijdens het elektrisch sluiten of openen, wordt de elektrische functie uitgeschakeld.
  • Pagina 29: Kinderslot

    Voordat u gaat rijden Kinderslot Instellen hoogte achterklep De gebruiker kan het openen van de achterklep instellen met Als er een kind op de achterbank zit, gebruik dan het de voortgangsbalk in de voertuigregelmodule op het scherm kinderslot. van het entertainmentsysteem. Instelbereik: 30 ~ 100%; instelnauwkeurigheid: 1%;...
  • Pagina 30: Ramen

    Voordat u gaat rijden Ramen Let op Het is gevaarlijk om kinderen, hulpbehoevende Elk achterportier heeft een eigen slot. Het kinderslot van elk volwassenen of dieren in een voertuig met gesloten achterportier (rechts of links) moet respectievelijk handmatig ramen achter te laten. Door hoge temperaturen worden in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 31 Voordat u gaat rijden Om deze functie in te schakelen, drukt u opnieuw op de Functie automatisch sluiten/openen van de ramen vergrendelingsschakelaar. Uw voertuig kan uitgerust zijn met een functie om de ramen met één druk op de knop te sluiten/openen of alleen te openen.
  • Pagina 32: Elektrisch Zonnedak

    Voordat u gaat rijden Sluit alle portieren en trek de raambedieningsschakelaar wordt het zonnedak volledig geopend. Opmerking: de omhoog tot het raam volledig is gesloten. Blijf de schakelaar schakelaar voor het openen/sluiten van het panoramische enkele seconden optillen nadat het raam volledig gesloten is. zonnedak heeft functies voor automatisch en stapsgewijs Houd daarna de raambedieningsschakelaar ingedrukt totdat verplaatsen, waarmee het openen en sluiten van het...
  • Pagina 33: Stoelen

    Voordat u gaat rijden Stoelen Vooruit/achteruit schuiven Trek de hendel (1) omhoog en schuif de stoel naar de Opmerking: het type stoelen in uw auto is afhankelijk van gewenste positie. Laat de hendel (1) los en controleer of de de daadwerkelijke uitrusting van het voertuig dat u hebt stoel is vergrendeld.
  • Pagina 34 Voordat u gaat rijden Bestuurdersstoel elektrisch afstellen Wanneer de knop (2) naar voor wordt gedraaid (pijl C), kantelt de rugleuning naar voor. Wanneer de rugleuning in de gewenste positie staat, laat u de knop (2) los om het kantelen te stoppen. Wanneer de knop (2) naar achter wordt gedraaid (pijl D), kantelt de rugleuning naar achter.
  • Pagina 35: Zitplaatsen Achterin Afstellen

    Voordat u gaat rijden Zitplaatsen achterin afstellen • Dubbele stoel links Verstelling van de rugleuning Leun iets naar voren en trek de hendel (2) omhoog. Leun vervolgens tegen de rugleuning om de gewenste stand in te stellen. Laat de hendel (2) los en controleer of de rugleuning van de stoel is vergrendeld.
  • Pagina 36: Verstelling Middenarmsteun Achterbank

    Voordat u gaat rijden Verstelling middenarmsteun achterbank Hoofdsteun Trek hem naar beneden en druk hem naar voren om hem te Om het risico op nek- of hoofdletsel te verminderen, moet de hoofdsteun zo worden afgesteld dat deze gebruiken. de achterkant van het hoofd steun biedt, maar niet de nek.
  • Pagina 37: Beveiligingssysteem Voor Passagiers

    Voordat u gaat rijden Beveiligingssysteem voor passagiers Veiligheidsgordels Niet goed zittende onjuist gebruikte De stoel en het bijbehorende beveiligingssysteem voor veiligheidsgordels kunnen ernstig of fataal persoonlijk passagiers zijn ontworpen om letsel bij een ongeval tot een letsel veroorzaken. Veiligheidsgordels redden minimum te beperken.
  • Pagina 38 Voordat u gaat rijden Laat een baby of kind nooit op schoot zitten tijdens onder invloed van een plotselinge impact (een het rijden. De kracht van een botsing kan het plotse vertraging, versnelling of een scherpe bocht) lichaamsgewicht verhogen waardoor het kind niet wordt uitgetrokken, blokkeert de veiligheidsgordel.
  • Pagina 39 Voordat u gaat rijden Veiligheidsgordels bestuurder en voorpassagier Veiligheidsgordels achter De methodes om de veiligheidsgordels achterin vast te maken Vastmaken en los te maken zijn dezelfde als die voor de veiligheidsgordels De veiligheidsgordel wordt langzaam uitgetrokken, over de voorin. schouder gelegd en voor het lichaam vastgemaakt. Controleer of de gordelband niet gedraaid is of vastzit en duw vervolgens de gesp in de sluiting tot er een klik te horen is.
  • Pagina 40: Voorspanners Veiligheidsgordels

    Voordat u gaat rijden Voorspanners veiligheidsgordels Gordelhoogte afstellen Zet de schuifafsteller goed vast nadat de hoogte is Opmerking: van toepassing op voertuigen waarvan de ingesteld. veiligheidsgordels uitgerust zijn met voorspanners. Pas de hoogte van de veiligheidsgordel aan Beschadig of repareer de voorspanner niet. Deze bestuurderszijde niet aan tijdens het rijden omdat u bevat een ontstekingsmechanisme, wat betekent dan de controle over het voertuig kunt verliezen.
  • Pagina 41: Airbag(S)

    Voordat u gaat rijden Airbag(s) Laat passagiers een eventuele activering van de airbag niet hinderen door voeten, knieën enz. tegen Geen enkel veiligheidssysteem of op de afdekking van de airbagmodule te zetten, ernstig ongeval volledige bescherming bieden of in de buurt ervan. Het is verboden op stoelen tegen persoonlijk fataal...
  • Pagina 42 Voordat u gaat rijden Wijzig de voorzijde, de linker- en de rechterzijde van Activering van airbag(s) het voertuig op geen enkele manier. Hierdoor zou In geval van een botsing bepaalt de regelunit van de airbags of de werking van de airbag nadelig kunnen worden de airbag geactiveerd moet worden.
  • Pagina 43 Voordat u gaat rijden • Schematische weergave van de activeringszone van de Vervang de onderdelen van het airbagsysteem na een airbags voor de bestuurder en de voorpassagier botsing. Het airbagsysteem kan beschadigd zijn bij een botsing. Het airbagsysteem kan dan niet meer normaal functioneren om u en de andere passagiers bij toekomstige botsingen te beschermen, wat kan leiden tot ernstig en dodelijk letsel.
  • Pagina 44: Kinderzitje (Niet Bij Het Voertuig Inbegrepen)

    Voordat u gaat rijden Kinderzitje (niet bij het voertuig inbegrepen) Het is raadzaam om kinderen jonger dan 12 jaar op de achterbank te laten zitten omdat kinderen sneller gewond Risico op FATAAL of ERNSTIG LETSEL! kunnen raken door een geactiveerde airbag. Voor kinderen Door een airbag kunnen kinderen jonger dan 12 jaar jonger dan 2 jaar en kinderen in de leeftijdscategorie 2-4 jaar fataal letsel oplopen.
  • Pagina 45 Voordat u gaat rijden Bevestigingspunt kinderzitje Voorkant voertuig Dit voertuig heeft 4 ISOFIX-bevestigingspunten op de drie stoelen op de tweede rij en 2 TOP TETHER-verankeringen op de rugleuning. Volg altijd de montage- en gebruiksinstructies van de fabrikant wanneer u een kinderzitje plaatst of verwijdert. Installatiemethoden voor kinderzitjes 5 stoelen 1 Trek de bevestigingsgordel van het kinderzitje door de...
  • Pagina 46 Voordat u gaat rijden Groepen en installatieposities van kinderzitjes Alleen kinderzitjes die goedgekeurd en geschikt zijn voor kinderen mogen worden gebruikt. Kinderen die groter zijn dan 1,5 m mogen gewoon de veiligheidsgordel gebruiken. Kinderzitjes moeten voldoen aan de geldende voorschriften of normen, zoals de Europese normen ECE-R44 en ECE-R129 en de Chinese norm GB27887-2011.
  • Pagina 47 Voordat u gaat rijden Toelaatbaarheid van ISOFIX-kinderzitjes op verschillende ISOFIX-posities ISOFIX-posities in het voertuig Gewichtsgroep Maatcategorieën Vaste module Eerste rij Tweede rij links Tweede rij rechts ISO/L1 Draagbaar bed ISO/L2 Groep 0 (minder dan 10 kg) ISO/R1 ISO/R1 Groep 0+ (minder dan 13 kg) ISO/R2 Zonder ISOFIX- ISO/R3...
  • Pagina 48: Instrumenten En Bediening

    Voordat u gaat rijden Instrumenten en bediening Raambedieningsschakelaars portieren Centrale vergrendeling Bedieningshendel combinatielamp en richtingaanwijzerlampje Selectieknop combi-instrument en schakelaar cruisecontrol Airbag bestuurder Combi-instrument Spraakbediening, Bluetooth-telefoon en schakelaar persoonlijke instellingen Bedieningshendel wissers/sproeiers Contactschakelaar 10 Waarschuwinglampschakelaar 11 Entertainmentsysteem 12 Bedieningselementen airconditioning 13 Airbag voorpassagier 14 Raambedieningsschakelaar portier voorpassagier 15 Handschoenenkastje 16 Schakelhendel...
  • Pagina 49: Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Combi-instrument 3 Elektrisch vermogen hoogspanningsaccu • Eenvoudig thema (geen wijzerplaten) Let op Plaats geen voorwerpen voor het combi-instrument, zodat de waarden en het waarschuwingslampje goed zichtbaar blijven. Snelheidsmeter De snelheidsmeter geeft de huidige rijsnelheid aan in kilometer per uur.
  • Pagina 50: Berichtencentrum

    Voordat u gaat rijden Berichtencentrum Let op Wanneer het laadniveau van de hoogspanningsbatterij laag Functie en bediening is, moet de batterij zo snel mogelijk worden opgeladen. • Eenvoudig thema (geen wijzerplaten) Zorg dat de hoogspanningsbatterij voldoende is opgeladen voordat u gaat rijden. Wanneer de accu volledig is opgeladen, zorgt het beheersysteem van de accu automatisch voor de kalibratie.
  • Pagina 51 Voordat u gaat rijden 3 Boordcomputerinterface, instellingenmenu, Interfaces voor • Berichten sinds start (indien aanwezig) storingsmeldingen en waarschuwingsberichten Toont de rit, het gemiddelde stroomverbruik, de gemiddelde 4 Versnelling snelheid en de rijtijd sinds de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) werd gedraaid. 5 Totale afstand (ODO) •...
  • Pagina 52 Voordat u gaat rijden Navigatie-interface (indien aanwezig) • Taalinstellingen (indien aanwezig) Toont de actuele navigatie-informatie. De gewenste taal kan worden ingesteld op basis van de feitelijke configuratie. Multimedia-interface (indien aanwezig) • Tijdinstellingen (indien aanwezig) Toont informatie over de huidige muziek/radiozender. De tijd op het combi-instrument kan worden aangepast.
  • Pagina 53: Alarmmeldingen

    Voordat u gaat rijden Alarmmeldingen Energieregeneratieniveau Het geeft het energieregeneratieniveau van het huidige voertuig meeste alarmmeldingen gaan gepaard aan. Het energieregeneratieniveau is verdeeld in drie niveaus: bijbehorende afbeelding en een beschrijving op het dashboard. hoog, gemiddeld en laag, en wordt op het combi-instrument Als er meer dan één alarmmelding actief is, wordt eerst numeriek weergegeven als 3, 2 en 1.
  • Pagina 54: Bandendrukcontrolesysteem

    Voordat u gaat rijden Onderhoudsherinneringen Indicatieve meldingen Indicatieve meldingen verdwijnen automatisch na 3 seconden. Herinnering volgend onderhoud Let op De melding "Nog XX km tot het volgende onderhoud" in het berichtencentrum van het combi-instrument wijst u op het Negeer de alarmmeldingen niet. Anders kan er ernstige resterende aantal kilometer vóór het volgende onderhoud van schade aan het voertuig ontstaan.
  • Pagina 55: Waarschuwings- En Controlelampjes

    Voordat u gaat rijden Waarschuwings- en controlelampjes Herinnering acuut onderhoud Wanneer de melding "Nu voertuig onderhouden" wordt Richtingaanwijzer weergegeven in het berichtencentrum van het combi- instrument, betekent dit dat het voertuig nu onderhoud nodig heeft en dat u zo snel mogelijk naar onze onderhoudsdealer De linker of rechter "richtingaanwijzer moet gaan voor onderhoud van het voertuig.
  • Pagina 56: Waarschuwingslampje Diefstalalarm

    Voordat u gaat rijden Waarschuwingslampje diefstalalarm Let op Als het waarschuwingslampje blijft branden nadat het Als het voertuig in de antidiefstalstatus verkeert, voertuig is gestart of tijdens het rijden oplicht, betekent dit dat er een storing is in het laadsysteem. Neem zo snel knippert het "waarschuwingslampje diefstalalarm (rood)".
  • Pagina 57 Voordat u gaat rijden vastgemaakt knippert "waarschuwingslampje Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is, gaat het veiligheidsgordel (rood)" ongeveer seconden. "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" uit. Wanneer de veiligheidsgordel vastgemaakt is, gaat het Wanneer de veiligheidsgordel van een achterpassagier niet "waarschuwingslampje veiligheidsgordel (rood)" correct is vastgemaakt, licht het "waarschuwingslampje stopt de hoorbare waarschuwing.
  • Pagina 58: Storingslampje Eps (Elektrische Stuurbekrachtiging)

    Voordat u gaat rijden Waarschuwingslampje remsysteem Opmerking: Wanneer het portier wordt geopend, wordt de tijd gedurende welke het waarschuwingslampje veilig- heidsgordel knippert gereset. De waarschuwingsfunctie Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON die meldt dat de veiligheidsgordel van de voor- en ach- (AAN) is gedraaid en het remvloeistofpeil abnormaal is of terpassagiers niet is vastgemaakt, kan alleen geactiveerd het remsysteem defect is, licht het "waarschuwingslampje...
  • Pagina 59: Controlelampje Esp (Elektronische Stabiliteitscontrole)

    Voordat u gaat rijden Controlelampje ESP EPB (Elektrische parkeerrem) MIL (elektronische stabiliteitscontrole) Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) is gedraaid en het "EPB-MIL (geel)" oplicht, geeft dit aan Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON dat het remsysteem defect is. Stop het voertuig onmiddellijk op (AAN) is gedraaid, knippert het "ESP-controlelampje (geel)"...
  • Pagina 60: Controlelampje Cruisecontrol

    Voordat u gaat rijden Controlelampje cruisecontrol Lampje rijbaanwisselwaarschuwing (LDW) Wanneer het cruisecontrolsysteem in stand-by Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON staat en de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) (AAN) is gedraaid en LDW in stand-by staat, licht het "LDW- wordt gedraaid, licht...
  • Pagina 61: Controlelampje Voorligger

    Voordat u gaat rijden Controlelampje voorligger Let op de A/C-schakelaar wordt ingedrukt voordat "controlelampje READY (groen)" brandt, werkt de A/C- Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON compressor niet. De aanjager, koplampen en radio mogen (AAN) is gedraaid, de ACC-functies geactiveerd zijn en er niet worden gebruikt voordat het "controlelampje READY een voorligger wordt gedetecteerd, licht het "controlelampje (groen)"...
  • Pagina 62: Waarschuwingslampje Storing Voedingssysteem

    Voordat u gaat rijden Waarschuwingslampje storing Opmerking: als het waarschuwingslampje brandt, betekent dit dat de functie Snelheidsbeperking van het voertuig is voedingssysteem ingeschakeld. De snelheid van het voertuig wordt beperkt naarmate de accu leegraakt tot het voertuig stilstaat. Wanneer de contactschakelaar naar de stand Waarschuwingslampje storing ON (AAN) is gedraaid en het aandrijfsysteem uitvalt, licht het "waarschuwingslampje storing aandrijfsysteem (rood)"...
  • Pagina 63: Controlelampje Eco

    Voordat u gaat rijden Schakelaar combi-instrument Controlelampje ECO Koplampstelschakelaar Wanneer de contactschakelaar naar de stand De koplampstelschakelaar bevindt zich op het dashboard aan ON (AAN) is gedraaid en de rijmodus van het voertuig naar bestuurderszijde. ECO (zuinige modus) is geschakeld, brandt het "ECO- Met deze functie kan de koplamphoogte worden afgestemd op controlelampje (wit)".
  • Pagina 64: Afs (Adaptive Front Lighting System)

    Voordat u gaat rijden AFS (Adaptive Front Lighting System) HUD-schakelaar (head-up display) Als uw auto is uitgerust met AFS, past het systeem Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die zijn automatisch de nivellering van de koplamp aan op basis van uitgerust met een HUD.
  • Pagina 65 Voordat u gaat rijden HUD (head-up display) Multimediaweergave Het HUD is in het dashboard voor de bestuurder geïnstalleerd. Als het voertuig uitgerust is met een HUD, worden bepaalde berichten met betrekking tot het voertuig geprojecteerd op het gebogen scherm van het HUD. Let op Als de beelden op het HUD te fel of te hoog worden weergegeven en het buiten donker is, is het mogelijk dat u...
  • Pagina 66 Voordat u gaat rijden 1 Weergave verkeersbordherkenning (via snelheidslimietbor- 10 Richting (voor voertuigen die uitgerust zijn met een den; zie "Rijhulpsysteem" in het deel "Starten en rijden" voor navigatiefunctie) meer informatie) 11 Vermogensmeter 2 Snelheidsweergave Open de interface met voertuiginstellingen in het entertain- 3 Weergave adaptieve cruisecontrol (ACC) (voor voertuigen mentsysteem en selecteer HUD om de volgende aanraakscha- die uitgerust zijn met ACC)
  • Pagina 67: Schakelaar Waarschuwingsknipperlichten

    Voordat u gaat rijden Schakelaar waarschuwingsknipperlichten Onderhoud van het HUD Maak de voorruit en het reflecterende scherm van het HUD schoon om te voorkomen dat vuil de helderheid van het beeld of de definitie van het HUD vermindert. Reinig het reflecterende scherm van het HUD door het voorzichtig schoon te maken met een zachte doek die bevochtigd is met glasreiniger en droog het vervolgens af.
  • Pagina 68: Schakelaar Op Middenconsole

    Voordat u gaat rijden Schakelaar op middenconsole Positie 2 - : schakelaar ESP UIT. Druk op schakelaar (2) om het ESP-systeem uit te schakelen. Het controlelampje op Schakelaarblok links van de schakelhendel de schakelaar gaat branden. Druk nogmaals op schakelaar (2) om het ESP-systeem in te schakelen.
  • Pagina 69: Schakelaarblok Rechts Van De Schakelhendel

    Voordat u gaat rijden Schakelaarblok rechts van de schakelhendel Positie 3 : schakelaar stoelverwarming voorpassagier. De verwarming van de voorpassagierstoel heeft twee standen. Druk op schakelaar (3) om de verwarming van de voorpassagierstoel in te schakelen in verwarmingsstand II (twee controlelampjes schakelaar lichten...
  • Pagina 70: Schakelaars Op De Stuurkolom En Het Stuurwiel

    Voordat u gaat rijden Schakelaars op de stuurkolom en het Bedieningshendel combinatielamp en richtingaanwijzerlampje stuurwiel Lichtregelschakelaar 1 Bedieningshendel combinatielamp en richtingaanwijzerlampje Draai de bedieningsschakelaar van de verlichting in de getoonde posities om de bijbehorende verlichting in te 2 Bedieningshendel wissers/sproeiers schakelen.
  • Pagina 71 Voordat u gaat rijden Richtingaanwijzers en controlelampjes Positie 4 : dimlichten aan. Opmerking: De koplampen werken alleen wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) staat. Als de koplampen blijven branden terwijl het voertuig is geparkeerd, raakt de accu leeg en kan het voertuig mogelijk niet meer gestart worden.
  • Pagina 72: Bedieningshendel Wissers/Sproeiers

    Voordat u gaat rijden Bedieningshendel wissers/sproeiers Druk de bedieningshendel weg van het stuurwiel om van dimlicht naar grootlicht te schakelen. Trek de bedieningshendel Ruitenwisser en sproeier naar het stuurwiel toe om het dimlicht weer in te schakelen. Type 1 Opmerking: het "controlelampje van de grootlichten (blauw)"...
  • Pagina 73 Voordat u gaat rijden Type 2 Met tussenpozen wissen/variabel interval Versleten ruitenwisserbladen maken de voorruit mogelijk niet goed schoon, waardoor het zicht naar voren wordt beperkt en er ongelukken kunnen gebeuren. Vervang versleten wisserbladen altijd onmiddellijk. SNEL Draai de bedieningshendel in de gewenste stand. LANGZAAM Positie 1 - AUTO: automatisch met tussenpozen wissen.
  • Pagina 74 Voordat u gaat rijden Ruitenwisser achteraan en watersproeiers Let op Controleer bij zeer lage of zeer hoge temperaturen of de wissers niet zijn vastgevroren of vastgeplakt aan de ruit, en verwijder bijvoorbeeld sneeuw om beschadiging van de bladen te voorkomen. Bedien de wissers niet als de voorruit droog is.
  • Pagina 75: Selectieknop Combi-Instrument En Schakelaar Cruisecontrol

    Voordat u gaat rijden Selectieknop combi-instrument en schakelaar Positie 4 - RES+: schakelaar kruissnelheid hervatten/ verhogen. Als er een snelheid is opgeslagen, drukt u op deze cruisecontrol schakelaar om die snelheid te hervatten. Druk nogmaals op de schakelaar om de snelheid te verhogen (toename met 1 km/h per keer).
  • Pagina 76: Spraakbediening, Bluetooth-Telefoon En Schakelaar Persoonlijke Instellingen

    Voordat u gaat rijden Positie 2 : dempschakelaar. Positie 6 : de volgafstand instellen, de door ACC geregelde volgafstand wijzigen en de volgafstand cyclisch schakelen van Positie 3 : schakelaar voor de Bluetooth-telefoon. Wanneer niveau 1 naar niveau 3. er verbinding is gemaakt via Bluetooth, kunt u met deze schakelaar de telefoon beantwoorden.
  • Pagina 77: Stuurwiel Afstellen

    Voordat u gaat rijden Stuurwiel afstellen Claxon Ongeacht de stand van de contactschakelaar kan de claxon Stel de stand van het stuurwiel niet af tijdens het worden bediend via betreffende knop. rijden. Dat is zeer gevaarlijk. Stel de stuurwielpositie af op uw rijhouding door middel van de volgende stappen: 1 Ontgrendel de stelhendel van het stuurwiel op de stuurkolom door hem helemaal naar beneden te duwen.
  • Pagina 78: Verwarming, Ventilatie En Airconditioning (Hvac)

    Voordat u gaat rijden Verwarming, ventilatie en airconditioning Ventilatieroosters voorin (HVAC) Het airconditioningsysteem koelt de lucht en ontdoet de lucht van vocht, stof en pollen. Het verwarmingssysteem gebruikt va, een elektronische verwarming met hoogspanning. Dit betekent dat de binnenlucht alleen kan worden verwarmd als het voertuig is verbonden met een hoogspanningstoevoer.
  • Pagina 79: Ventilatie Achteraan

    Voordat u gaat rijden Ventilatie achteraan Centrale ventilatieroosters De richting van de luchtstroom kan worden veranderd door Draai aan de draaischakelaar (1) om het luchtvolume van de de regelknop in het midden van het rooster naar boven, naar ventilatieroosters te regelen. De richting van de luchtstroom beneden, naar links of naar rechts te duwen.
  • Pagina 80: A/C-Bediening En -Weergave-Interfaces

    Voordat u gaat rijden A/C-bediening en -weergave-interfaces Aan-uitknop A/C-knop Knop voor ruitontdooiing voorin Knop voor ruitontdooiing achterin Knop verlagen luchtvolume Knop verhogen luchtvolume Knop interne/externe luchtcirculatie AUTO-knop Econ-knop 10 Knop voor aanpassing van de temperatuur 11 Reserveringsknop 12 Verwarmingsknop linkerstoel 13 Verwarmingsknop rechterstoel 14 Knop voor luchtuitlaatmodus Aan-uitknop...
  • Pagina 81 Voordat u gaat rijden A/C-knop Als de knop voor ruitontdooiing achterin wordt ingedrukt, licht het overeenstemmende controlelampje op, wordt de ruitontdooiing Compressor in- en uitschakelen achterin ingeschakeld en wordt de achterruit verwarmd. Dit is de A/C-knop wordt ingedrukt terwijl voeding handig om vocht of ijs van de achterruit te verwijderen.
  • Pagina 82 Voordat u gaat rijden Knop interne/externe luchtcirculatie Econ-knop Als u op de econ-knop drukt, schakelt het airconditioningsysteem Schakelaar status interne/externe circulatie. over naar de zuinige, energiebesparende modus en wordt het Druk op de knop om te schakelen tussen interne en externe energieverbruik van de airconditioning beperkt.
  • Pagina 83 Voordat u gaat rijden Verwarmingsknop linker-/rechterstoel Knop voor luchtuitlaatmodus De functie van de stoelverwarmingsknop op het scherm Hiermee kunt u de luchtuitlaatmodus voor aanpassen. van het entertainmentsysteem is dezelfde als die van de Bedien de knop van de luchtuitlaatmodus in de ingeschakelde stoelverwarmingsschakelaar op het extra instrumentenpaneel.
  • Pagina 84: Tips Voor Het Gebruik Van De Airconditioning

    Voordat u gaat rijden Tips voor het gebruik van de airconditioning Buitenspiegels De buitenspiegels zijn bolrond om het gezichtsveld te • Als het voertuig in de volle zon heeft gestaan, open dan de verbreden. Daardoor lijken voorwerpen kleiner en verder weg ramen voordat u de airconditioning inschakelt.
  • Pagina 85 Voordat u gaat rijden Schakelaars voor buitenspiegel niet uitgerust met Inklapbare buitenspiegels elektrische inklapfunctie Handmatig inklappen van buitenspiegels Om de veiligheid van voetgangers te waarborgen, kunnen de buitenspiegels naar twee kanten wegklappen als ze hard worden geraakt. U kunt de buitenspiegels terugklappen door wat druk uit te oefenen op het frame ervan.
  • Pagina 86: Binnenspiegel

    Voordat u gaat rijden Binnenspiegel Wanneer buitenspiegels zijn uitgeklapt contactschakelaar naar de stand OFF (UIT) is gedraaid, Stel de binnenspiegel zo af dat het zicht naar achteren worden de buitenspiegels automatisch ingeklapt als de optimaal is. portieren worden vergrendeld met de sleutel. Als de deuren met de sleutel worden ontgrendeld maar niet worden Handmatige verstelling van de binnenspiegel geopend, worden de deuren na 30 seconden automatisch...
  • Pagina 87: Interieuruitrusting

    Voordat u gaat rijden Interieuruitrusting Elektrische verstelling van de binnenspiegel Voor voertuigen die uitgerust zijn met een elektrisch Plafondlampje verstelbare binnenspiegel, drukt u op de knop (2) op de onderkant van de binnenspiegel. Het groene LED-lampje Plafondlampje voorin gaat branden en de achterlichtsensor begint te werken om het koplampschijnsel van achterliggers te verminderen.
  • Pagina 88: Meerkleurige Sfeerverlichting

    Voordat u gaat rijden Meerkleurige sfeerverlichting Plafondlampje achterin meerkleurige sfeerverlichting vindt terug dashboard, afdekpaneel portier, middenarmsteun of het plafond (dit is afhankelijk van de configuratie van uw voertuig). Met de aanraakknop op het scherm van het entertainmentsysteem kunt u de meerkleurige sfeerverlichting in-/uitschakelen en de kleuren en helderheid van de verlichting configureren.
  • Pagina 89: Luchtreiniger

    Voordat u gaat rijden Luchtreiniger U kunt de lichteffecten van de meerkleurige sfeerverlichting voor verschillende scènes instellen op basis van persoonlijke De luchtreiniger bevindt zich op de middenarmsteun tussen de voorkeur en lichtvereisten, om een comfortfunctie en een bestuurdersstoel en de passagiersstoel. veiligheidsalarmfunctie in het voertuig te configureren.
  • Pagina 90: Usb-Poort

    Voordat u gaat rijden USB-poort • USB-poort in het opbergvak onder de middenarmsteun USB-poorten bevinden zich respectievelijk midden onder het dashboard, in het opbergvak onder middenarmsteun, achterzijde onder middenarmsteun, op de linker portierarmsteun achterin en centraal in het plafond vooraan (dit is afhankelijk van de configuratie van uw voertuig).
  • Pagina 91: 12V-Stopcontact

    Voordat u gaat rijden 12V-stopcontact • USB-poort op de linker portierarmsteun achterin De stopcontacten bevinden zich in het midden onder het dashboard en aan de achterzijde onder de middenarmsteun. Ze worden voornamelijk gebruikt voor de stroomvoorziening van externe elektrische apparaten. Let op Gebruik stopcontact...
  • Pagina 92: Draadloos Oplaadsysteem Voor Mobiele Telefoons

    Voordat u gaat rijden Draadloos oplaadsysteem voor mobiele • 12V-stopcontact in het midden onder het dashboard telefoons Als uw auto is uitgerust met een draadloos oplaadsysteem voor mobiele telefoons, dan zorgt het systeem ervoor dat de mobiele telefoon draadloos kan worden opgeladen via elektromagnetische inductie zonder dat er kabels zijn aangesloten.
  • Pagina 93: Bekerhouder

    Voordat u gaat rijden Bekerhouder Storing bij het draadloos opladen van mobiele telefoons In geval van een storing tijdens het opladen, kan dit worden Bekerhouder in middenconsole veroorzaakt door volgende zaken: • Lage spanning van de accu van het voertuig. •...
  • Pagina 94: Opbergvak

    Voordat u gaat rijden Opbergvak Handschoenenkastje Trek aan de hendel op het opbergvak om het opbergvak aan Berg geen scherpe, zware of gevaarlijke voorwerpen op in het handschoenenkastje aan de kant van de bestuurderszijde te openen. voorpassagier. Rijden met open handschoenenkastje kan letsel veroorzaken in geval van een ongeval of een plotselinge noodstop.
  • Pagina 95: Zonneklep En Make-Upspiegel

    Voordat u gaat rijden Zonneklep en make-upspiegel Brilhouder Beide zonnekleppen kunnen omhoog en omlaag geklapt Klap de brilhouder in de richting van de pijl om deze te openen. worden ter bescherming tegen zonlicht door de voorruit. De Opmerking: gebruik de brilhouder alleen wanneer het zonnekleppen kunnen ook naar de zijruiten worden gedraaid.
  • Pagina 96: Gereedschapsset

    Voordat u gaat rijden Gereedschapsset MP5+Radio De gereedschapsset is opgeborgen in een opbergvak onder Voorzorgsmaatregelen voor gebruik het kofferdeksel. Open het deksel van het opbergvak om de instructieboekje bevat eenvoudige instructies voor gereedschapsset eruit te halen. bediening van het product. Lees de bedieningsinstructies voor het entertainmentsysteem zorgvuldig en zorg dat u ze volledig begrijpt voordat u dit product in gebruik neemt.
  • Pagina 97: Bedieningsschakelaar Entertainmentsysteem

    Voordat u gaat rijden Bedieningsschakelaar entertainmentsysteem Let op • Het product moet uit de buurt van vocht worden gehouden. • Als het product voor de eerste keer wordt gestart of weer wordt verbonden na onderbreking van de accuspanning, moet de datum die op elke interface van het entertainmentsysteem wordt weergegeven, handmatig worden ingesteld.
  • Pagina 98: Voorstelling En Werking Van Bureaubladfuncties

    Voordat u gaat rijden Voorstelling en werking van bureaubladfuncties 2 Klik op de gebruikershandleiding. Appcentrum Voor de bijbehorende handleiding, zie de gebruikershandleiding op de homepage van het scherm. Klik en lees. 1 Klik onderaan op het centrale pictogram.
  • Pagina 99: Starten En Rijden

    Starten en rijden Voordat u gaat rijden Contactschakelaar PEPS-systeem Starten/stoppen Rijden Schakelen 102 Oplaadvereisten 116 Lagesnelheidsalarm-module 117 Elektrische stuurbekrachtiging 117 Remsysteem 125 Cruisecontrolsysteem 128 Parkeerhulpsysteem 133 Rijhulpsysteem 159 Banden 161 Belasting 162 Rijden met een aanhangwagen...
  • Pagina 100: Voordat U Gaat Rijden

    Starten en rijden Voordat u gaat rijden Contactschakelaar • Overtuig ervan alle dagelijkse/wekelijkse Starten zonder sleutel onderhoudsinspecties zijn verricht in overeenstemming met het deel "Onderhoud en service - inspectie door de eigenaar". • Controleer of de stoel in de juiste positie staat. •...
  • Pagina 101: Starten En Rijden

    Starten en rijden • Nooduitschakeling START - groen lampje Als de contactschakelaar 3 keer achter elkaar of gedurende Deze positie wordt gebruikt voertuig 3 s wordt ingedrukt terwijl de voertuigsnelheid hoger is dan starten. Wanneer de motor niet draait, er een geldige 5 km/h, schakelt de contactschakelaar naar de stand ACC.
  • Pagina 102: Peps-Systeem

    Starten en rijden PEPS-systeem Vergrendelen zonder sleutel Betreed detectiebereik sensoren Ontgrendelen zonder sleutel afstandsbedieningssleutel terwijl portier bestuurderszijde of aan de zijde van de voorpassagier Betreed wanneer alle portieren zijn vergrendeld ontgrendeld is en druk op de microschakelaar op de detectiebereik sensoren deurgreep.
  • Pagina 103: Starten Zonder Sleutel

    Starten en rijden Starten zonder sleutel Starten met de back-up Wanneer de afstandsbedieningssleutel in het voertuig ligt Als de batterij in de afstandsbediening bijna leeg is, werkt en de startvoorwaarden zijn vervuld, start de motor wanneer de functie voor sleutelloos ont-/vergrendelen niet, maar kan de start-stopschakelaar één keer wordt ingedrukt.
  • Pagina 104: Nooduitschakeling

    Starten en rijden Nooduitschakeling Starten/stoppen Als de motor in een noodsituatie onmiddellijk moet worden Starten uitgezet, kan dat op twee manieren: Zet de schakelhendel in de stand P of N. 1 Houd de start-stopknop 3 s ingedrukt. Druk het rempedaal in en houd het ingedrukt. 2 Druk de start-stopknop 3 keer na elkaar in.
  • Pagina 105: Rijden

    Starten en rijden Rijden Rijden door water Neem ter voorkoming van voertuigschade het volgende in acht Neem nooit draagbare houders met brandstof in de wanneer u over een weg moet rijden waar water op is blijven auto mee. Ze kunnen gaan lekken en vlam vatten. staan: Neem het volgende in acht bij het rijden op een weg die bedekt •...
  • Pagina 106: Schakelen

    Starten en rijden Schakelen N (Neutraal) Wanneer auto tijdelijk stilzet Positie van de versnelling N-versnelling, moet u de parkeerrem bedienen of het rempedaal intrappen, anders bestaat het risico dat u P (parkeerstand) gaat rollen of een ongeluk krijgt. tijdens rijden naar stand Schakel tijdens het rijden niet naar de N-versnelling.
  • Pagina 107: Schakelen

    Starten en rijden Schakelen • In de stand N/R; • Tijdens het koppelinterventieproces (schakelen, banden die Voordat naar stand (rijden) slippen enz.); (achteruitversnelling) schakelt, moet gecontroleerd worden of zich geen obstakels rond het voertuig • Wanneer de hoogspanningsaccu volledig is opgeladen; bevinden (let vooral op kinderen).
  • Pagina 108 Starten en rijden Schakelen naar de stand P 1 Knop stand P 2 UNLOCK-knop (ontgrendelen) Wanneer het voertuig stilstaat, drukt u op de knop stand P om het voertuig in de stand P te zetten.
  • Pagina 109 Starten en rijden Schakelen naar de stand R, N of D Druk op de UNLOCK-knop om: Druk of trek de schakelhendel kort in de gewenste richting 1 Vanuit de stand P naar een andere versnelling te schakelen. (telkens twee standen voor vooruit en achteruit). Nadat de 2 Naar de stand R te schakelen.
  • Pagina 110: Oplaadvereisten

    Starten en rijden Oplaadvereisten Aanpassingsmodus voor het energieregeneratieniveau Nadat u de schakelhendel van de stand D naar rechts hebt Over het algemeen is langzaam opladen van het verplaatst, beweegt u de schakelhendel vooruit of achteruit om voertuig raadzaam. Regelmatig snel opladen dient te de aanpassingsmodus voor het energieregeneratieniveau te worden voorkomen.
  • Pagina 111: Vereisten Voor De Oplaadapparatuur

    Starten en rijden Vereisten voor de oplaadapparatuur Bij extreem weer zoals storm moet het opladen worden gestopt. Vereisten voor de acculader Tijdens het opladen mag u de contactschakelaar niet • Isolatieweerstand ≥ 10MΩ. inschakelen om het voertuig te starten of andere handelingen uit te voeren.
  • Pagina 112: Veiligheidsinstructies Voor Thuis Opladen Met Elektriciteit

    Starten en rijden Veiligheidsinstructies voor thuis opladen met Vereisten voor de circuitkabel elektriciteit • Het voedingscircuit thuis moet een speciaal circuit zijn en de bedrading van het circuit moet voldoen aan de betreffende Basisprincipes vereisten voor gebouwen en elektriciteit. • Er is geen laadpunt beschikbaar voor thuis opladen met •...
  • Pagina 113: Vereisten Voor De Oplaadomgeving

    Starten en rijden Vereisten voor de oplaadomgeving Overig • Als de accu volledig is opgeladen, ontkoppelt u de • In sommige modules van de laadapparatuur kunnen laadkabel. Wanneer het opladen moet worden gestopt, haalt vonken ontstaan. Om ongelukken te voorkomen, mag niet u eerst de laadstekker uit het voertuig en verwijdert u de worden opgeladen bij benzinepompen en op plaatsen waar stekker aan de kant van de stroomvoorziening.
  • Pagina 114: Effect Van Het Opladen Op Medische Implantaten

    Starten en rijden Effect van het opladen op medische implantaten Laadmodus Bij snelladen kan er elektromagnetische interferentie ontstaan Laadpunt voor DC-laden (snelladen) op de plaats waar het laden plaatsvindt. Personen met een Gebruik de openbare DC-laadstations om uw voertuig op te pacemaker of een geïmplanteerde cardioverter-defibrillator laden.
  • Pagina 115: Snelladen

    Starten en rijden Snelladen Voor het opladen van de accu dienen speciale stopcontacten te worden gebruikt. Deze voorkomen beschadiging van kabels Opmerking: Snelladen moet door medewerkers van het en onverwacht inschakelen veroorzaakt door het normaal snellaadstation worden uitgevoerd aan de hand van de gebruik van andere apparatuur.
  • Pagina 116 Starten en rijden 3 Open de klep op de laadaansluiting. Opmerking: Controleer of de PP- en CP-pennen van de laadstekker niet verroest zijn. Als dat wel het geval is, maak deze dan schoon voordat u gaat opladen. 6 Als de laadstekker goed is aangesloten, gaat het controlelampje van de laadaansluiting (rood) op het combi- instrument branden.
  • Pagina 117: Langzaam Opladen

    Starten en rijden Langzaam opladen 8 Na het opladen gaat het "controlelampje laadstatus (geel)" uit. Schakel de voeding van de laadapparatuur uit voordat u Er zijn drie manieren om langzaam op te laden. de laadstekker verwijdert. 1 Modus 2 opladen wordt weergegeven in de onderstaande 9 Sluit de klep op de laadaansluiting.
  • Pagina 118 Starten en rijden 3 Direct opladen met laadaansluiting. Abnormale Knipperen communicatie Connector Over-/ onderspanning Ongeaard Knipperen Overspanning Knipperen Lekstroom Knipperen Knipperen Te hoge laadstations temperatuur 2 Modus 3 opladen wordt weergegeven in de onderstaande afbeelding. Het ene uiteinde van de lader in deze modus is verbonden met het laadstation en het andere uiteinde is verbonden met het voertuig.
  • Pagina 119 Starten en rijden • Israëlisch standaardstopcontact. 5 Open de klep van de laadaansluiting. 2 Haal de laadstekker tevoorschijn. 3 Steek de AC-invoerkabelstekker van de laadstekker in het stopcontact of in het AC-laadstation. 4 Druk voorzichtig met de hand op de linkerkant van het laadaansluitingspaneel om het paneel te openen.
  • Pagina 120 Starten en rijden 9 Wanneer de accu volledig is opgeladen, dooft het Opmerking: controleer voor opladen "controlelampje laadstatus (geel)" combi- laadapparatuur in orde is wanneer u oplaadt via een instrument en wordt de elektronische vergrendeling van openbaar AC-laadstation. Tijdens het opladen brandt de laadaansluiting niet ontgrendeld ten gevolge van de het "controlelampje laadstatus (geel)"...
  • Pagina 121 Starten en rijden Opmerking: nadat het opladen is voltooid, wordt de Let op sleutel opnieuw vergrendeld als de stekker niet wordt • Indien er vreemde materialen worden aangetroffen in de uitgetrokken. Als de sleutel op de stand 'aan' is gezet, laadstekker, de isolator, de pin en het stopcontact, moet moet deze ontgrendeld worden via de centrale bediening.
  • Pagina 122: Informatie Over Opladen

    Starten en rijden Egalisatielading wanneer het voertuig is ontgrendeld met de sleutel of met de hoofdregelschakelaar. Als de laadstekker in noodgevallen Egalisatielading betekent accubeheersysteem niet met de sleutel of hoofdbedieningsschakelaar kan ervoor zorgt dat alle accucellen na het opladen dezelfde worden ontgrendeld, moet u eerst de voorklep openen spanning bevatten, om de volledige prestaties van de en vervolgens de noodkabel in de linkeronderhoek van...
  • Pagina 123: Laadtijd

    Starten en rijden Laadtijd Langzame laadtijd Bij kamertemperatuur duurt het ongeveer 10 uur om de accu De laadtijd van de hoogspanningsaccu is afhankelijk van veel vanaf de alarmstatus (het waarschuwingslampje voor een laag factoren, zoals de mate van stroomtoevoer, de laadmodus, de niveau van de hoogspanningsaccu op het combi-instrument omgevingstemperatuur en de kracht van het laadapparaat.
  • Pagina 124: Lagesnelheidsalarm-Module

    Starten en rijden Lagesnelheidsalarm-module Lagesnelheidsalarm Wanneer de voertuigsnelheid tussen 0 en 20 km/h ligt, Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die simuleert de module voor waarschuwing bij lage snelheid het uitgerust zijn met een module voor waarschuwing bij lage geluid van een draaiende motor en wordt er een hoorbaar snelheid.
  • Pagina 125: Elektrische Stuurbekrachtiging

    Starten en rijden Elektrische stuurbekrachtiging Remsysteem Bedrijfsrem Als de elektrische stuurbekrachtiging het begeeft of niet werkt, gaat het sturen erg zwaar. Dit beïnvloedt Dubbel hydraulisch remsysteem de rijveiligheid. Bij een storing in een van de hydraulische leidingen De elektrische stuurbekrachtiging werkt alleen wanneer het gaat "waarschuwingslampje remsysteem...
  • Pagina 126 Starten en rijden Algemene staat Natte toestand Zorg er altijd voor dat vloermatten of andere Bij het rijden in zware regen of op modderige wegen voorwerpen de rempedaalbeweging niet kunnen gaat de remefficiëntie aanzienlijk achteruit. Houd in hinderen. Laat uw voet nooit op het rempedaal die omstandigheden een veilige afstand tot andere rusten omdat dat kan leiden tot oververhitting van voertuigen aan en duw het rempedaal met tussenpo-...
  • Pagina 127: Abs (Antiblokkeerremsysteem)

    Starten en rijden ABS (antiblokkeerremsysteem) Als de grip van de banden op het wegdek onvoldoende is om de remkracht op te vangen en een of meer wielen blokkeren, Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren wanneer er in treedt het ABS automatisch in werking. U hoort dan een snel een noodsituatie hard wordt geremd, zodat u de controle kloppend geluid dat via het rempedaal ook te voelen is.
  • Pagina 128: Esp (Elektronische Stabiliteitscontrole)

    Starten en rijden ESP (elektronische stabiliteitscontrole) Voorzorgsmaatregelen voor het rijden met ABS • Druk in een noodremsituatie de volle kracht op het ESP-functie rempedaal in. ESP omvat de functies ABS, EBD, TCS, VDC, EBA, RMI, HAS • Oefen bij normaal remmen een gelijkmatige druk op het en AVH.
  • Pagina 129 Starten en rijden TCS (tractieregelsysteem) HAS (hellingassistentiesysteem) TCS regelt automatisch de aandrijfkracht bij het wegrijden en Wanneer het voertuig een helling omhoog rijdt, kan HAS accelereren om te voorkomen dat de wielen doorslippen en de voorkomen dat het voertuig achteruit rolt wanneer de stabiliteit tijdens het rijden te bewaren.
  • Pagina 130: Epb (Elektrische Parkeerrem)

    Starten en rijden EPB (elektrische parkeerrem) • Als het "EPB-controlelampje (rood)" niet aan of uit De EPB-schakelaar bevindt zich op de middenconsole gaat wanneer u de EPB-schakelaar bedient, of als het "EPB- voor de middenarmsteun. Gebruik de EPB-schakelaar om het aantrekken of loslaten van de parkeerrem te regelen.
  • Pagina 131 Starten en rijden Auto Hold Starten Wanneer de contactschakelaar naar OFF (UIT) wordt gedraaid De EPB handmatig deactiveren en het voertuig stilstaat, wordt de parkeerrem automatisch 1 Draai de contactschakelaar naar de stand ACC/ON (AAN). aangetrokken en licht het "EPB-controlelampje (rood)" op het combi-instrument op om te voorkomen dat het voertuig per 2 Druk het rempedaal in.
  • Pagina 132: Auto Hold

    Starten en rijden Auto Hold Noodstopfunctie Als u aan de EPB-schakelaar trekt en deze blijft vasthouden, De Auto Hold-schakelaar bevindt zich op de middenconsole wordt de noodstopfunctie geactiveerd. Op dat moment voor de middenarmsteun. Gebruik deze schakelaar om het activeert het voertuig het hydraulische remsysteem om de vier HHC-systeem aan of uit te zetten.
  • Pagina 133: Waarschuwingslampje

    Starten en rijden Cruisecontrolsysteem of uw veiligheidsgordel losmaakt. Het "AVH-controlelampje (groen)" dooft en het "EPB-controlelampje (rood)" gaat branden. Als u zoals gewoonlijk het gaspedaal intrapt, wordt Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die zijn de parkeerrem automatisch losgelaten en start het voertuig. uitgerust met een cruisecontrolsysteem.
  • Pagina 134: Cruisecontrol-Instellingen

    Starten en rijden Cruisecontrol-instellingen Snelheid instellen 1 Druk op om het cruisecontrolsysteem in te schakelen. Cruisecontrol instellen Het "controlelampje cruisecontrol (wit)" op het combi- Als de cruisecontrol ingeschakeld blijft terwijl u instrument gaat aan. de functie niet gebruikt, kunt u per ongeluk de 2 Accelereer tot de gewenste snelheid is bereikt.
  • Pagina 135: Cruisecontrol Beëindigen

    Starten en rijden Cruisecontrol beëindigen • Als het cruisecontrolsysteem ingeschakeld is, drukt u op RES+ en houdt u de knop vast tot de gewenste snelheid is Er zijn drie manieren om de cruisecontrol uit te schakelen: bereikt. Laat dan de knop los. Om de snelheid met kleine •...
  • Pagina 136: Parkeerhulpsysteem

    Starten en rijden Parkeerhulpsysteem Werkingsstatus van het parkeerhulpsysteem Nadat de achteruitversnelling is ingeschakeld, geeft het Opmerking: Welk type parkeerhulpsysteem in uw voertuig parkeerhulpsysteem een geluidssignaal van 0,5 s om aan te geïnstalleerd is, hangt af van de uitrusting van uw geven dat de manoeuvre automatisch begonnen is.
  • Pagina 137: Sensoren Voor En Achter

    Starten en rijden Sensoren voor en achter Werkingsstatus van het parkeerhulpsysteem voor Wanneer naar de achteruitversnelling wordt geschakeld en Het parkeerhulpsysteem mag niet blindelings worden de snelheid van het voertuig lager dan 15 km/h is, wordt het vertrouwd; het is bedoeld om u bij het parkeren parkeerhulpsysteem voor automatisch ingeschakeld.
  • Pagina 138 Starten en rijden Als de parkeerrem aangetrokken is, de schakelhendel in de Als de afstand tussen het voertuig en het obstakel aan de stand P staat of de snelheid hoger is dan 15 km/h, zal het achterkant of aan de voorkant minder dan 35 cm bedraagt, hinderniswaarschuwingsgeluid beperkt zijn.
  • Pagina 139: Parkeercamera

    Starten en rijden Parkeercamera Opmerking: wanneer het voertuig in de achteruitversnel- ling wordt gezet, geven de camera's een statisch beeld van Het parkeerhulpsysteem met camera mag niet het gebied achter het voertuig weer op het scherm van het blindelings worden vertrouwd; het is bedoeld om u entertainmentsysteem.
  • Pagina 140: 360°-Camerasysteem

    Starten en rijden 360°-camerasysteem Als de snelheid van het voertuig lager is dan 15 km/h, druk dan op de 360°-schakelaar op het scherm van het parkeerhulpsysteem niet blindelings entertainmentsysteem 360°-camerasysteem worden vertrouwd; het is bedoeld om u bij het te schakelen. Vervolgens schakelt het scherm van het parkeren te begeleiden.
  • Pagina 141: Rijhulpsysteem

    Starten en rijden Rijhulpsysteem Camerabeperkingen De camera-unit is onderhevig aan beperkende factoren die de Opmerking: Welke type geavanceerde rijhulpsysteem er in werking ervan begrenzen. uw voertuig is geïnstalleerd, hangt af van de uitrusting van • Beperkt gezichtsveld het voertuig dat u gekocht hebt. Het zicht van de camera kan net als dat van het Dit voertuig is uitgerust met verschillende rijhulpfuncties die menselijk oog belemmerd worden door hevige...
  • Pagina 142 Starten en rijden Laat de voorruit door onze onderhoudsdealer De camera-unit bevindt zich aan de bovenkant tegen de voorruit. Als in het berichtencentrum van het combi- vervangen in geval van een barst, kras of steenslagschade oppervlak instrument aan bestuurderszijde "Voorruit reinigen" of "Storing camerasysteem"...
  • Pagina 143 Starten en rijden – Nadat de voorruit is vervangen, moet de camera-unit door onze onderhoudsdealer opnieuw worden gekalibreerd om te waarborgen dat alle camera-afhankelijke voertuigsystemen naar behoren werken. – Gebruik de adaptieve cruisecontrol niet op een steile • Gezichtsveld belemmerd helling.
  • Pagina 144 Starten en rijden Millimetergolfradar rijhulpsysteem De millimetergolfradar van het rijhulpsysteem wordt gebruikt voor de volgende functies: • Dodehoekdetectie (BSD) • Rijbaanwisselassistentie (LCA) – De adaptieve cruisecontrol kan niet alle voertuigen met zekerheid detecteren. Vooral smalle voertuigen • Waarschuwing kruisend verkeer achter (RCTA) zoals fietsen en motorfietsen zijn moeilijk te herkennen.
  • Pagina 145: Adaptieve Cruisecontrol (Acc)

    Starten en rijden Adaptieve cruisecontrol (ACC) Overzicht camera-unit meet afstand voorligger. De adaptieve cruisecontrol maakt het mogelijk dezelfde snelheid cruisecontrolfunctie regelt de snelheid door te accelereren als de voorligger en een vooraf bepaalde tussenafstand aan en te remmen. Wanneer de adaptieve cruisecontrol de te houden.
  • Pagina 146 Starten en rijden De adaptieve cruisecontrol is geen botspreventie- Wanneer de adaptieve cruisecontrol (ACC) is ingeschakeld: systeem. Als het systeem de voorligger niet detec- : deactiveringsschakelaar ACC; indrukken om de adaptieve teert, moet de bestuurder ingrijpen. cruisecontrol te deactiveren zonder de ingestelde kruissnelheid Bij mensen, dieren en kleine voertuigen zoals te wissen.
  • Pagina 147 Starten en rijden Scherm van het berichtencentrum van het combi- De adaptieve cruisecontrol inschakelen instrument • Druk de ACC-hoofdschakelaar in; het combi-instrument De adaptieve cruisecontrol reageert alleen op de toont: voertuigen die door de camera zijn gedetecteerd. Het kan dus voorkomen dat er geen waarschuwing wordt gegeven of dat de waarschuwing te laat komt.
  • Pagina 148 Starten en rijden De huidige snelheid wordt als regelsnelheid in het geheugen Let op opgeslagen en digitaal in de snelheidsmeter weergegeven. De minimale snelheidsinstelling voor het ACC-systeem is Opmerking: als het berichtencentrum van het combi- 30 km/h. Het cruisecontrolesysteem kan een ander voertuig instrument "Cruisecontrol niet beschikbaar"...
  • Pagina 149 Starten en rijden Opmerking: hoe hoger de snelheid van het voertuig, hoe groter de afstand in meter bij een gegeven tijdsinterval. De adaptieve cruisecontrol deactiveren/uitschakelen De adaptieve cruisecontrol kan tijdelijk buiten werking worden gesteld, in stand-by worden gezet en later worden hervat, of direct worden uitgeschakeld.
  • Pagina 150 Starten en rijden De cruisecontrol hervatten vanuit stand-by • De temperatuur van de remmen is te hoog. Druk op de knop RES+ om de laatst opgeslagen snelheid te • De parkeerrem wordt gebruikt. herstellen. • De ESP-functie is geactiveerd. • Wanneer de ESP op OFF (UIT) staat (d.w.z. druk op de Let op ESP OFF (UIT)-schakelaar, zal het controlelampje op de Wanneer de ingestelde snelheid wordt hervat met de...
  • Pagina 151 Starten en rijden Wanneer de ACC een ander voertuig volgt met een Let op snelheid van meer dan 30 km/h en het bewegende De ACC laat het voertuig maximaal 10 minuten stoppen. doelvoertuig tot stilstand komt, negeert de ACC Daarna wordt de parkeerrem geactiveerd en wordt de ACC het stilstaande voertuig en wordt de opgeslagen uitgeschakeld.
  • Pagina 152 Starten en rijden Beperkingen van ACC Symbolen en meldingen met betrekking tot ACC In sommige gevallen wordt de ACC beperkt. Houd altijd in Het berichtencentrum van het combi-instrument geeft voor de gedachten dat de adaptieve cruisecontrol voornamelijk wordt adaptieve cruisecontrol een aantal symbolen en meldingen gebruikt op rechte en vlakke wegen.
  • Pagina 153: Botsingswaarschuwing Voor (Fcw) En Autonoom Noodremsysteem (Aeb)

    Starten en rijden Botsingswaarschuwing voor (FCW) en Symbool Melding Betekenis Autonoom noodremsysteem (AEB) Het systeem werkt niet naar functie waarschuwing aanrijding voorzijde (FCW) behoren. Neem waarschuwt de bestuurder met visuele en akoestische Storing in het contact op met signalen voor voetgangers, fietsen of voertuigen die zich voor camerasysteem de onderhouds- zijn voertuig bevinden.
  • Pagina 154 Starten en rijden De bestuurder of passagier merkt meestal pas dat AEB in werking treedt als het voertuig op het punt staat te botsen. (geel)" , een geluidssignaal en een voelbare De AEB kan de snelheid van het voertuig met tot wel 40 km/h waarschuwing in de vorm van een lichte beweging van het verlagen als zich aan de voorzijde een ander voertuig of een rempedaal.
  • Pagina 155 Starten en rijden AEB activeert de automatische remfunctie niet Let op als er hard wordt geremd. De bestuurder is altijd Wanneer AEB remt, gaat het remlicht aan. verantwoordelijk voor het handhaven van de juiste afstand en snelheid en mag nooit wachten tot het Wanneer AEB-functie (autonome...
  • Pagina 156 Starten en rijden Als er risico op een aanrijding bestaat, waarschuwt Fietser FCW de bestuurder, maar deze functie kan de Het beste voorbeeld van wat FCW/AEB als fietser ziet is als reactietijd van de bestuurder niet verkorten. Wil AEB volgt: effectief zijn, dan dient de gevoeligheid bij voorkeur altijd Hoog te zijn ingesteld.
  • Pagina 157 Starten en rijden FCW/AEB is een hulpfunctie die niet alle fietsers in Wil deze functie voetgangers kunnen detecteren, dan moeten alle situaties kan detecteren, bijvoorbeeld als het de voetgangers contrasteren met de achtergrond. Dit contrast gezicht niet duidelijk te zien is, als fietsers kleding kan beïnvloed worden door de kleding, de achtergrond en dragen die de lichaamscontouren verhult of wanneer het weer.
  • Pagina 158 Starten en rijden • Gladheid Deze foutmelding wordt echter niet altijd weergegeven als de voorruitsensor belemmerd wordt. De bestuurder moet er Op een glad wegdek is de remafstand langer, wat het dan ook voor zorgen dat de voorruit en de voorzijde van de vermogen van AEB om een aanrijding te voorkomen camera-unit schoon en onbelemmerd zijn.
  • Pagina 159 Starten en rijden verkeerssituatie externe factoren Symbolen en meldingen voor FCW/AEB verhinderen dat de camera voetgangers, fietsers of Het berichtencentrum van het combi-instrument geeft voor de voertuigen goed herkent, vinden waarschuwingen en functies FCW en AEB een aantal symbolen en meldingen weer. remingrepen mogelijk later of helemaal niet plaats.
  • Pagina 160: Rijstrookassistent (Lka)

    Starten en rijden Rijstrookassistent (LKA) LKA-interface: De rijbaanassistentie is bedoeld om de bestuurder te helpen het risico op onbedoeld verlaten van de rijstrook te beperken op snelwegen of vergelijkbare hoofdwegen. Er zijn twee versies van de rijstrookassistent: • Waarschuwing voor onbedoeld verlaten van de rijbaan (LDW): waarschuwt bestuurder...
  • Pagina 161 Starten en rijden Stuurhulp Non-interventie van het rijbaanassistentiesysteem De LKA-stuurhulp werkt alleen wanneer de bestuurder het stuur vasthoudt. Het systeem controleert dit voortdurend. Als dit niet het geval is, worden symbolen en berichten van het rijbaanassistentiesysteem weergegeven op het berichtencentrum van het combi-instrument om de bestuurder te waarschuwen dat hij het voertuig actief moet besturen.
  • Pagina 162 Starten en rijden • Winterse omstandigheden op de weg. Als de voertuigsnelheid hoger is dan 60 km/h en het systeem de linker of rechter rijstrookmarkering detecteert, • Slecht weer met beperkt zicht en hellende wegen. zijn de rijstrookmarkeringen op het berichtencentrum van het combi-instrument groen en brandt het "LDW- De rijstrookassistent inschakelen/uitschakelen De LDW- en LKA-functie activeren...
  • Pagina 163: Verkeersbordherkenning (Tsr)

    Starten en rijden Verkeersbordherkenning (TSR) gevoeligheid rijbaanwisselwaarschuwing instellen De functie voor verkeersbordherkenning (TSR) kan de Wanneer LDW ingeschakeld is, kan de gevoeligheid van deze bestuurder helpen snelheidsborden te herkennen wanneer het functie worden ingesteld. voertuig er passeert. Selecteer Voertuigbediening → Rijhulpsysteem en vervolgens Hoog/Gemiddeld/Laag.
  • Pagina 164: Dodehoekdetectie (Bsd)

    Starten en rijden Dodehoekdetectie (BSD) Beperkingen informatie snelheidslimietbord functie verkeersbordherkenning bepaalde Het dodehoekdetectiesysteem mag niet blindelings omstandigheden beperkingen onderhevig zijn. worden vertrouwd. Het is een aanvulling op veilige Voorbeelden wanneer de werking van de TSR-functie beperkt rijgewoonten en gebruik van de buitenspiegels, en kan zijn: kan deze niet vervangen.
  • Pagina 165: Rijbaanwisselassistentie (Lca)

    Starten en rijden Rijbaanwisselassistentie (LCA) Modus vroegtijdige waarschuwing: Wanneer zich een doelvoertuig in het linker aangrenzend De waarschuwingslampjes van het rijbaanwisselassistentiesys- gebied ② of het rechter aangrenzend gebied ③ bevindt, teem bevinden zich op de linker en rechter buitenspiegel. geeft het systeem het hoofdvoertuig een signaal en blijft Dodehoekdetectie waarschuwingslampje desbetreffende...
  • Pagina 166: Waarschuwing Kruisend Verkeer Achter (Rcta)

    Starten en rijden Waarschuwing kruisend verkeer achter (RCTA) Rijbaanwisselassistentie Wanneer het doelvoertuig de detectiezone ② betreedt De waarschuwingslampjes van het rijbaanwisselassistentie- en snel uw voertuig nadert, kan een rijstrookwissel een systeem bevinden zich op de linker en rechter buitenspiegel. botsing veroorzaken. Het waarschuwingslampje van het Als het doelvoertuig de detectiezone betreedt (die twee rijbaanwisselassistentiesysteem aan de desbetreffende zijde subzones omvat, elk 20 meter lang, links en rechts van uw...
  • Pagina 167: Banden

    Starten en rijden Banden GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! Rijd NIET met uw voertuig als een of meer banden te zeer versleten of beschadigd zijn of niet de juiste bandendruk hebben. Belaad het voertuig NIET te zwaar. Een onjuiste bandendruk of een niet-gebalanceerde wiel- bandcombinatie kan de stabiliteit ernstig aantasten, vooral wanneer met zware lading of op hoge snelheid wordt gereden.
  • Pagina 168: Winterbanden

    Starten en rijden Winterbanden De maximaal toelaatbare snelheid van winterbanden is te zien aan de snelheidscode op de band. De snelheid van het voertuig mag niet hoger worden dan de maximaal toelaatbare snelheid van Snelheidssymbool Maximumsnelheid (km/h) de gemonteerde winterbanden, anders kunnen de banden plotseling leeglopen, delamineren of zelfs scheuren, wat gemakkelijk een ongeval kan veroorzaken.
  • Pagina 169: Sneeuwkettingen

    Starten en rijden Belasting Daarnaast raden snelheidsoverschrijdingsalarm in te stellen. U kunt het Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om het snelheidsoverschrijdingsalarm in- of uitschakelen door de knop op het grote scherm van het entertainmentsysteem aan voertuig niet te zwaar te belasten, in overeenstemming met de te raken.
  • Pagina 170: Rijden Met Een Aanhangwagen

    Starten en rijden Rijden met een aanhangwagen • Dit is alleen van toepassing op middenasaanhangwagens en de belasting zoals aangegeven in "Aanbevolen trekgewicht" De voertuigen zijn in de eerste plaats ontworpen voor gebruik mag niet worden overschreden. als passagiers- en lastdragend voertuig. Het slepen van een •...
  • Pagina 171 Starten en rijden • Als het verkeer achter de aanhangwagen niet te zien is • Als de aanhangwagen gaat slingeren, grijp het stuur dan met de standaard buitenspiegels, moeten er twee extra stevig vast, rij recht vooruit en laat het gaspedaal los om buitenspiegels worden aangebracht.
  • Pagina 172: Aanbevolen Trekgewicht

    Starten en rijden Aanbevolen trekgewicht Kogelbelasting aanhanger Let op Trekvermogen Overschrijd nooit de maximaal toelaatbare kogelbelasting op Bruto voer- Totaal aan- Bruto Leeggewicht Laadver- de aanhangwagenkoppeling. Dit is het gewicht dat verticaal tuiggewicht hangerge- combinatie- voertuig (kg) mogen (kg) op de kogel van de trekhaak werkt. Dit is erg belangrijk voor (kg) wicht (kg) gewicht (kg)
  • Pagina 173: Installatie Van Trekinrichting

    Starten en rijden Installatie van trekinrichting De trekinrichting is uitgerust met een afneembare kogel 9572543-A. Wanneer u de kogel niet gebruikt, moet u deze verwijderen en afzonderlijk opbergen. Daar kan al naargelang de behoefte een overeenkomstige aanhanger aan worden gekoppeld. Neem contact op met onze onderhoudsdealer als u een trekinrichting wilt laten plaatsen.
  • Pagina 175: Wat Te Doen In Een Noodsituatie

    Wat te doen in een noodsituatie 168 Noodopening of -sluiting van het portier 170 Panoramisch zonnedak 171 Waarschuwingsknipperlichten 171 Gevarendriehoek 172 Zelf banden repareren 178 Een voertuig slepen 181 Startkabels gebruiken 183 Zekeringen vervangen 190 Lampen vervangen...
  • Pagina 176: Noodopening Of -Sluiting Van Het Portier

    Wat te doen in een noodsituatie Noodopening of -sluiting van het portier Het portier van de voorpassagier en de achterportieren handmatig vergrendelen Het bestuurdersportier handmatig ontgrendelen Wanneer het voertuig is uitgeschakeld of de portieren niet en vergrendelen elektronisch kunnen worden vergrendeld, kunnen het portier van de voorpassagier en de achterportieren handmatig worden Wanneer het voertuig is uitgeschakeld of de portieren niet vergrendeld.
  • Pagina 177: De Achterklep Handmatig Ontgrendelen

    Wat te doen in een noodsituatie De achterklep handmatig ontgrendelen Elektrische achterklephendel Als het voertuig is uitgeschakeld of de achterklep niet elektronisch kan worden ontgrendeld, kan de achterklep handmatig worden ontgrendeld. Open de klep aan de onderkant van het afdekpaneel van de achterklep en druk op de hendel binnenin om de achterklep te openen.
  • Pagina 178: Panoramisch Zonnedak

    Wat te doen in een noodsituatie Panoramisch zonnedak Opmerking: als u tijdens het initialiseren per ongeluk de schakelaar voor het openen van het panoramische Initialisatie van het panoramische zonnedak zonnedak (1) loslaat, waardoor de automatische openings- en sluitingsfunctie van het panoramische zonnedak verloren gaat, hoeft u op dit moment alleen de initialisatiebewerking te herhalen en wordt de functie na voltooiing weer normaal.
  • Pagina 179: Waarschuwingsknipperlichten

    Wat te doen in een noodsituatie Waarschuwingsknipperlichten Gevarendriehoek Wanneer er zich tijdens het rijden een probleem voordoet De gevarendriehoek is opgeborgen in een opbergvak onder en u het voertuig moet stoppen of afremmen, moet u op de het kofferdeksel. Open het deksel van het opbergvak om de gevarendriehoek eruit te halen.
  • Pagina 180: Zelf Banden Repareren

    Wat te doen in een noodsituatie Zelf banden repareren • Ga snel mogelijk rijden naar onze onderhoudsdealer voor inspectie en reparatie. Voorzorgsmaatregelen Bandenreparatieset hoofdbestanddelen rubbercement zijn De bandenreparatieset is opgeborgen in een opbergvak onder natuurlijke emulsies, die niet eetbaar zijn. Vermijd het kofferdeksel.
  • Pagina 181: Gebruik

    Wat te doen in een noodsituatie Gebruik • Onderzijde van het pomphuis Met de bandenreparatieset kunt u een lekke band repareren, de bandendruk controleren, de banden oppompen en leeg laten lopen enz. Tref de volgende voorbereidingen voordat u dit product gebruikt: 1 Parkeer het voertuig op een veilige plaats.
  • Pagina 182 Wat te doen in een noodsituatie Methoden voor het repareren van banden 3 Steek de stekker van de bandenpomp in de ingebouwde stroomaansluiting en start het voertuig. 1 Zorg ervoor dat de schakelaar uitgeschakeld is. Maak de lijmslang los van de lijmpot voor bandenreparatie, breng de lijmpot op een lijn met het lijmpotmes en duw de pot horizontaal op het mes in het pomphuis.
  • Pagina 183 Wat te doen in een noodsituatie 5 Start het voertuig en rijd ongeveer 3-5 km aan een snelheid van minder dan 30 km/h. ≤ 30 km/h 8 Verwijder de sticker gemarkeerd met "80" van de lijmpot en 3-5 km breng deze aan op het stuurwiel om de bestuurder eraan te herinneren dat na het gebruik van dit product er niet sneller dan 80 km/h mag worden gereden.
  • Pagina 184 Wat te doen in een noodsituatie Methoden voor het controleren van de bandendruk 3 Zet de stroomschakelaar aan (zwart), pomp de band op en let op de luchtdrukmeter. Zet de stroomschakelaar uit nadat 1 Verwijder de bandenpompslang en sluit deze aan op de de bandendruk de aanbevolen waarde heeft bereikt (zie band.
  • Pagina 185 Wat te doen in een noodsituatie 2 Druk op de schakelaar van het overdrukventiel en controleer Let op de luchtdrukmeter. De bandendruk moet afnemen tot de • Om één band te repareren is één fles rubbercement nodig. juiste waarde is bereikt. •...
  • Pagina 186: Een Voertuig Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Een voertuig slepen Sleepoog achterzijde Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die zijn Trekken of slepen dient te gebeuren in overeenstemming met uitgerust met een sleepoog achteraan. de nationale regels. Als dit voertuig van achteren moet worden gesleept, moet u eerst de afdekking van het sleepoog aan de linkerkant van Sleepoog de achterbumper losmaken en het sleepoog op de daartoe...
  • Pagina 187: Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Slepen Het toepassingsgebied van de sleepkabel is zoals hieronder aangegeven: Vooraleer te slepen Draai de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) en laat hem in die stand staan tijdens het slepen, zodat de stuurinrichting vrij kan bewegen. Dit is om ervoor te zorgen dat de stuurinrichting ontgrendeld is en dat de richtingaanwijzers en remlichten kunnen werken.
  • Pagina 188 Wat te doen in een noodsituatie Als u na een zware aanrijding niet naar de stand 4 Til nooit de carrosserie/het chassis op in plaats van de wielen. N kunt schakelen, van de stand P naar een andere Het wordt aanbevolen om het voertuig met een dieplader te versnelling kunt schakelen of aan het stuurwiel vervoeren.
  • Pagina 189: Startkabels Gebruiken

    Wat te doen in een noodsituatie Startkabels gebruiken Let op Koppel de accu pas los wanneer de motor en alle elektrische Accu loskoppelen apparaten langer dan 2 minuten uitgeschakeld zijn. Zorg Draag altijd beschermhandschoenen en een be- ervoor dat de polen tijdens het loskoppelen geen contact schermbril wanneer u werk aan een accu verricht.
  • Pagina 190: Startkabels Gebruiken

    Wat te doen in een noodsituatie Startkabels gebruiken 5 Controleer of de aansluitingen goed zijn aangebracht. 6 Verifieer dat de startkabel geen contact maakt met Duw of trek het voertuig nooit om het aan de praat te bewegende delen wanneer de motor wordt gestart. krijgen.
  • Pagina 191: Zekeringen Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringen vervangen Loskoppelen 1 Schakel de motor of aandrijfmotor uit van het voertuig dat De zekeringen van dit voertuig bevinden zich in drie dozen. de stroom levert. Let op 2 Let op dat de kabelklemmen geen contact met elkaar maken. Gemorste vloeistoffen kunnen schade toebrengen aan 3 Verwijder de startkabels.
  • Pagina 192: Zekeringdoos Bestuurderszijde

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos bestuurderszijde De zekeringen in de zekeringendoos in de bestuurdersruimte zijn te herkennen aan de labels die op de achterkant van het De zekeringendoos aan bestuurderszijde bevindt zich achter onderste opbergvak zijn aangebracht. het onderste opbergvak aan de bestuurderszijde.
  • Pagina 193 Wat te doen in een noodsituatie Specificatie Code Specificatie Functie Koffervergrendeling & motor Code Specificatie Functie FS14 bestuurdersportier & motor tankdop & EPS (elektrische stuurbekrachtiging) & digitaal circuit elektrische achterklep FS01 HUD (head-up display) BCM (carrosserieregelmodule) FS15 RF (radiofrequentieversterker) & vierdeursvergrendeling FS02 koplampverstelling &...
  • Pagina 194 Wat te doen in een noodsituatie Code Specificatie Functie Code Specificatie Functie Sfeerverlichting & centrale ontgrendeling Gereserveerd FS32 & DDPAI Relais portierverlichting FS33 SCU1 (schakelregelunit) Relais ontdooiverwarming achterruit FS34 Portierverlichting FS35 IPK (combi-instrument) Luchtreiniger & achteruitkijkcamera / 360 high definition / analoge FS36 high definition 360 &...
  • Pagina 195: Zekeringdoos Motorcompartiment

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos motorcompartiment Om de zekeringen te bereiken moet het deksel van de zekeringdoos worden verwijderd. De zekeringen in de De zekeringendoos in het motorcompartiment bevindt zich zekeringdoos van het motorcompartiment zijn te herkennen rechts van de compartimentswand onder aan de motorkap en aan de labels die op de achterkant van het zekeringdoosdeksel achter de rechterkoplamp (gezien vanaf de voorkant van het zijn aangebracht.
  • Pagina 196 Wat te doen in een noodsituatie Specificatie Code Specificatie Functie Warmwaterpomp vloeibare koelvloeistof Code Specificatie Functie accu Dagrijlicht rechts Inklappen/uitklappen buitenspiegels Gereserveerd Elektronische waterpomp 360 panoramische controller Hogedrukventilator & PTC (positieve SPOC-voeding temperatuurcoëfficiënt) (A/C elektrische Vloeibare koelvloeistof accu & A/C verwarmingsmodule) &...
  • Pagina 197: Zekeringdoos Accu

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos accu Code Specificatie Functie Voeding ventilator hoge/lage snelheid De accuzekeringdoos bevindt zich bij de positieve accupool. ABS-klep Voeding ABS-pomp Zekeringendoos bestuurderszijde 2 Voeding elektrische achterklep SB10 ACC-voeding SB11 Gereserveerd SB12 Gereserveerd RLY1 Relais ventilator gemiddelde snelheid RLY2 Relais aanjager voorin RLY3...
  • Pagina 198: Zekeringen Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringen vervangen Lampen vervangen Gebruik alleen vervangende zekeringen Voordat lampen worden vervangen, moeten dezelfde specificaties/nominale stroom. Montage contactschakelaar en verlichting worden uitgeschakeld om van zekeringen die niet aan de specificatie voldoen kortsluiting te voorkomen. leidt tot schade aan het elektrisch systeem en kan Bij het demonteren of monteren mag de lamp niet met de zelfs brand veroorzaken.
  • Pagina 199: Lampspecificatie

    Wat te doen in een noodsituatie Lampspecificatie Lampen vervangen Hieronder leest u hoe u een lamp kunt verwijderen. Neem Lamp Specificaties voor andere lampen die vervangen moeten worden maar Lamp dimlicht koplamp niet in de lijst staan zo snel mogelijk contact op met onze Lamp grootlicht koplamp onderhoudsdealer voor service.
  • Pagina 200 Wat te doen in een noodsituatie Wrik het lampglaasje voorzichtig los met een schroevendraaier of iets vergelijkbaars. Verwijder de lamp van het plafondlampje achterin.
  • Pagina 201 Onderhoud en service 194 Regelmatig onderhoud 194 Inspectie door de eigenaar 195 Onder de voorklep 196 Voorklep 197 Koelvloeistof 199 Remvloeistof 200 Ruitensproeiervloeistof 200 Sproeiers 201 Wisserbladen 202 Veiligheidsgordels 203 Accu 206 Hoogspanningsbatterij 208 Banden 210 Overig onderhoud...
  • Pagina 202: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service Regelmatig onderhoud Inspectie door de eigenaar Regelmatig onderhoud is onmisbaar om de zuinigheid, Hier volgen een aantal eenvoudige maar belangrijke controles veiligheid en betrouwbaarheid van uw voertuig te waarborgen. die u regelmatig moet uitvoeren voor u gaat rijden, om een U mag niet vergeten dat u er als eigenaar/gebruiker uiteindelijk betrouwbare en zuinige werking te verzekeren: verantwoordelijk voor bent om uw voertuig in een veilige,...
  • Pagina 203: Wekelijkse Controles Of Controle Voorafgaand Aan Een Lange Reis

    Onderhoud en service Onder de voorklep Wekelijkse controles of controle voorafgaand aan een lange reis • Vloeistofniveau controleren/bijvullen – Koelvloeistof – Remvloeistof – Ruitensproeiervloeistof • Controleer de toestand en de druk van alle banden. • Controleer en bedien het airconditioningsysteem. Zware omstandigheden Voor voertuigen die vaak in zware omstandigheden worden gebruikt,...
  • Pagina 204: Voorklep

    Onderhoud en service Voorklep De voorklep sluiten Om de voorklep te sluiten drukt u het voorste deel van de De voorklep openen voorklep omlaag tot u het geluid hoort dat aangeeft dat de voorklep vergrendeld is. Probeer de voorklep op te tillen om te 1 Trek aan de ontgrendelknop van de voorklep onder het controleren of de vergrendeling goed vastzit.
  • Pagina 205: Koelvloeistof

    Onderhoud en service Koelvloeistof Controleren en bijvullen Verwijder de dop van de expansietank niet wanneer Koelvloeistof is schadelijk indien het wordt ingeslikt. het koelsysteem warm is. Ontsnapte waterdamp Laat koelvloeistof niet in contact komen met de hete koelvloeistof letsel veroorzaken. ogen of huid.
  • Pagina 206 Onderhoud en service Koelvloeistofreservoir elektrisch aandrijfsysteem Let op Als het peil aanzienlijk is gedaald of als er vaak moet worden bijgevuld, is er waarschijnlijk sprake van lekkage of oververhitting. Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met de onderhoudsdealer. Voorzorgsmaatregelen bij koud weer Neem het volgende in acht om problemen bij koud weer te voorkomen:...
  • Pagina 207: Remvloeistof

    Onderhoud en service Remvloeistof Controleren en bijvullen Controleer het remvloeistofpeil nadat de remmen zijn Neem zo snel mogelijk contact op met onze afgekoeld, terwijl het voertuig op een vlakke ondergrond staat. onderhoudsdealer als het peil van de remvloeistof Het remvloeistofpeil dat op het reservoir te zien is, moet zich aanzienlijk is gedaald.
  • Pagina 208: Ruitensproeiervloeistof

    Onderhoud en service Ruitensproeiervloeistof Sproeiers Controleren en bijvullen Afstelling en reiniging Rijden zonder werkend ruitensproeiersysteem kan gevaarlijk zijn. Controleer het altijd voordat u gaat Sproeier voor rijden. De voorste sproeier kan niet versteld worden. ruitensproeiervloeistofreservoir bevindt zich Voor u de sproeier schoonmaakt, moet u ervoor zorgen dat voorvak.
  • Pagina 209: Wisserbladen

    Onderhoud en service Wisserbladen Vervanging Demontage Inspectie - Til de wisserarm van de voorruit en breng het wisserblad in Inspecteer de rand van het blad op ruwheid of schade en een hoek van ongeveer 15° ten opzichte van de arm. controleer of het rubber over de hele lengte stevig vastzit.
  • Pagina 210: Veiligheidsgordels

    Onderhoud en service Veiligheidsgordels Onderhoud en service Probeer niet de spaninrichting of het gespmecha- Inspectie nisme te repareren of de veiligheidsgordels op eni- De gordels zijn tevens voorzien van een gevoelige gerlei wijze aan te passen. Veiligheidsgordels die spaninrichting die ontworpen is om alleen te tijdens een ongeval aan mechanische belasting zijn blokkeren bij een sterke acceleratie, vertraging of in blootgesteld, moeten worden vervangen.
  • Pagina 211: Accu

    Onderhoud en service Accu Als er vloeibaar zuur in uw ogen terechtgekomen is, onmiddellijk verschillende minuten lang spoelen met Waarschuwingen en instructies voor de accu: schoon water en vervolgens een arts inschakelen. Als er zuur op uw huid of kleren terechtkomt, onmiddellijk neutraliseren met vloeibare zeep en Draag een beschermbril! vervolgens overvloedig spoelen met water.
  • Pagina 212: Langdurige Stalling Van Het Voertuig

    Onderhoud en service Langdurige stalling van het voertuig Tijdens het opladen moet de accu zich in een goed geventileerde ruimte bevinden. Als het voertuig langdurig geparkeerd is, raakt de accu leeg Houd kinderen uit de buurt van het accuzuur en de door het stroomverbruik van de elektrische apparaten (zoals accu.
  • Pagina 213: De Accu Opladen Met Een Acculader

    Onderhoud en service De accu opladen met een acculader Let op Laad nooit een bevroren accu op; dat kan leiden tot • Houd kinderen uit de buurt van de accu, het accuzuur en een explosie! Zelfs als de accu ontdooid is, kan er de laadapparatuur.
  • Pagina 214: De Accu Vervangen

    Onderhoud en service De accu vervangen Hoogspanningsbatterij De accu in uw voertuig is gemaakt voor de daarvoor Instructies en beperkende voorwaarden bestemde montageplaats. Zorg dat de vervangende accu hetzelfde voltage (12V), dezelfde afmetingen en hetzelfde Wanneer het voertuig gestald is, moet de lithiumac- veiligheidslabel heeft.
  • Pagina 215 Onderhoud en service 3 Wanneer u de airconditioning gebruikt om te verwarmen, zal 8 Ter hoogte van het chassis kan de hoogspanningsaccu dit de actieradius van het voertuig beduidend verminderen. gemakkelijk schade oplopen door schuren en botsingen. Wanneer u de koelingsfunctie gebruikt, zal dit de actieradius Als u op een abnormaal wegdek hebt gereden, dient u van het voertuig slechts beperkt verminderen.
  • Pagina 216: Banden

    Onderhoud en service Banden De druk moet worden gecontroleerd met een geschikte bandenspanningsmeter. Dit dient te gebeuren wanneer de GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! Rijd band koud is, in plaats van de druk te verlagen wanneer de NIET met uw voertuig als een of meer banden te band warm is.
  • Pagina 217 Onderhoud en service Slijtage-indicator Controle en rotatie van de banden Er zitten slijtage-indicatoren in het loopvlak van alle originele Om een gelijkmatige bandenslijtage te bereiken, wordt banden. Als de band zo ver is afgesleten dat er nog maar aanbevolen om de banden elke 5.000 km te controleren en 1,6 mm van het loopvlak resteert, verschijnen de slijtage- indien nodig de wieluitlijningsparameters te controleren bij indicatoren over de volle breedte van het profiel.
  • Pagina 218: Overig Onderhoud

    Onderhoud en service Overig onderhoud • Wanneer het voertuig met een tuinslang wordt gereinigd, mag het water niet direct op de ramen, de portieren of, via Wasbeurt van het voertuig de gaten in de velg, op de remmen worden gespoten. •...
  • Pagina 219: Corrosiewering Van De Onderkant

    Onderhoud en service Corrosiewering van de onderkant Portierrubbers De onderkant van uw voertuig is behandeld met een Behandel portierrubbers beschermend corrosiewerend middel. Controleer de onderkant regelmatig op onderhoudsproduct of siliconenspray om te voorkomen dat ze corrosie. bij koud weer vastvriezen. Verwijder aangekoekte modder en vuil met een waterstraal.
  • Pagina 221: Algemene Technische Specificaties

    Algemene technische specificaties 214 Belangrijkste afmetingen van het voertuig 215 Voertuiggewicht 216 Dynamische prestatie-index 217 Belangrijkste parameters van de aandrijfmotor 218 Technische specificaties chassis 219 Aanbevolen vloeistoffen 220 Wielen en banden 221 Instellingen wieluitlijning...
  • Pagina 222: Belangrijkste Afmetingen Van Het Voertuig

    Algemene technische specificaties Belangrijkste afmetingen van het voertuig Model SV51A1800B765007 Rijmodus Voorwielaandrijving Lengte, mm 4.735 Breedte, mm 1.860 Hoogte, mm 1.736 Wielbasis, mm 2.760 Overhang voor/achter, mm 969/1.006 Spoorbreedte voor, mm 1.570 Spoorbreedte achter, mm 1.580 Minimale draaicirkel, m 12,4...
  • Pagina 223: Voertuiggewicht

    Algemene technische specificaties Voertuiggewicht Model SV51A1800B765007 Bruto voertuiggewicht, kg 2.285 Leeggewicht, kg 1.885 Asbelasting (voor-/achterasbelasting 1.155/1.130 onder bruto voertuiggewicht), kg Aantal zitplaatsen...
  • Pagina 224: Dynamische Prestatie-Index

    Algemene technische specificaties Dynamische prestatie-index Item Waarde Max. snelheid, km/h Max. snelheid achteruit, km/h Maximaal klimvermogen, % Acceleratievermogen, seconden Acceleratietijd van 0 tot 50 km/h Actieradius, km WLTP...
  • Pagina 225: Belangrijkste Parameters Van De Aandrijfmotor

    Algemene technische specificaties Belangrijkste parameters van de aandrijfmotor Model TZ220XS612B Type Synchrone motor met permanente magneet Nominaal toerental, omw/min 4.000 Maximaal toerental, omw/min 12.000 Nominaal vermogen, kW Maximaal vermogen, kW Nominaal koppel, Nm Piekkoppel, Nm...
  • Pagina 226: Technische Specificaties Chassis

    Algemene technische specificaties Technische specificaties chassis Item Waarde Ophanging voor McPherson onafhankelijke ophanging Ophanging achter Multi-link onafhankelijke ophanging Eenzijdig toegelaten resterende dynamische onbalans: minder dan 10 gram Vereisten voor dynamische balans van Het maximale gewicht van balansblokken aan de buitenzijde is 60 gram. De som van stalen wielen beide zijden is niet meer dan 180 gram.
  • Pagina 227: Aanbevolen Vloeistoffen

    Algemene technische specificaties Aanbevolen vloeistoffen Item Kwaliteit Capaciteit Koelvloeistof (circulatie D-35(-35 °С) hoogspanningsaccu), l Koelvloeistof (elektrisch aandrijfsysteem), l D-35(-35 °С) Remvloeistof, l Laike 901-4 DOT 4 0,66 Universele sproeiervloeistof met laag Ruitensproeiervloeistof, l vriespunt Koelmiddel airconditioning, g R1234yf Versnellingsbakolie, l Lopal ATF 330 1,15 ±...
  • Pagina 228: Wielen En Banden

    Algemene technische specificaties Wielen en banden Item Waarde Wielspecificaties 7J×18 Bandspecificaties 235/55R18 210 kPa / 2,1 bar / 31 psi Voorwiel 230 kPa / 2,3 bar / 33 psi Bandendruk (afgekoeld) 210 kPa / 2,1 bar / 31 psi Achterwiel 230 kPa / 2,3 bar / 33 psi...
  • Pagina 229: Instellingen Wieluitlijning

    Algemene technische specificaties Instellingen wieluitlijning Item Waarde 0 ± 0,08° Toespoor Verschil tussen links en rechts ≤ 0,1° -0,333° ± 0,5° Wielvlucht Verschil tussen links en rechts ≤ 0,5° Voorwiel 12,29° ± 0,5° Fuseedwarshelling Verschil tussen links en rechts ≤ 0,5° 4,235°...

Inhoudsopgave