Inhoudsopgave
Advertenties
Positie 4
: dimlichten aan.
Opmerking: De koplampen werken alleen wanneer de
contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) staat. Als
de koplampen blijven branden terwijl het voertuig is
geparkeerd, raakt de accu leeg en kan het voertuig
mogelijk niet meer gestart worden. Er klinkt een
geluidswaarschuwing als de koplampschakelaar aan staat
en de contactschakelaar naar de stand OFF (UIT) wordt
gedraaid.
Positie 5 - "OFF" (UIT): mistlampen uit.
Positie 6
: mistlampen achteraan aan. Wanneer de
contactschakelaar naar de stand ON (AAN) is gedraaid en de
lichtschakelaar in de grootlicht- of
u de mistlampen achteraan inschakelen door de schakelaar
naar de stand
te draaien. Wanneer de lichtschakelaar
in de stand AUTO staat en de schakelaar naar de stand
wordt gedraaid, gaan de mistlampen achteraan samen met
de koplampen aan of uit afhankelijk van het omgevingslicht.
Wanneer de mistlampen achter worden ingeschakeld, gaat het
"controlelampje mistlamp achter (geel)" op het dashboard aan.
Opmerking: mistlampen achter dienen alleen te worden
ingeschakeld wanneer er echt sprake is van slecht zicht
(zoals bij dichte mist of sneeuw).
Voordat u gaat rijden
dimlichtstand staat, kunt
Richtingaanwijzers en controlelampjes
Naar rechts - duw de bedieningshendel omhoog.
Naar links - trek de bedieningshendel omlaag.
De overeenkomstige "richtingaanwijzercontrolelampjes (groen)"
op het combi-instrument lichten tegelijk met de richtingaanwij-
zers op.
Grootlichten en dimlichten
1
63
Advertenties
Inhoudsopgave
