Inhoudsopgave
Advertenties
Controlelampje cruisecontrol
Wanneer het cruisecontrolsysteem in stand-by
staat en de contactschakelaar naar de stand ON (AAN)
wordt
gedraaid,
licht
het
(wit)" op. Wanneer het cruisecontrolsysteem actief is,
licht het "controlelampje cruisecontrol (groen)" op. Zie
"Cruisecontrolsysteem" in "Starten en rijden" voor meer
informatie.
Controlelampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
Het "ACC-controlelampje (groen)" licht op wanneer
de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) wordt gedraaid,
ACC geactiveerd is en aan de voorwaarden voor activering
van de adaptieve cruisecontrol is voldaan. Wanneer de
adaptieve cruisecontrol in stand-by staat, verandert het "ACC-
controlelampje" op het combi-instrument van groen naar
wit. Zie "Rijhulpsystemen" in "Starten en rijden" voor meer
informatie.
Controlelampje volgafstand adaptieve
cruisecontrol
Wanneer de contactschakelaar naar de stand
ON (AAN) is gedraaid en ACC geactiveerd is, licht het
"controlelampje
volgafstand ACC
volgafstand is ingesteld. Zie "Rijhulpsystemen" in "Starten en
rijden" voor meer informatie.
52
Voordat u gaat rijden
"controlelampje
cruisecontrol
(geel)"
op
nadat
Lampje rijbaanwisselwaarschuwing (LDW)
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON
(AAN) is gedraaid en LDW in stand-by staat, licht het "LDW-
lampje (wit)" op.
Wanneer LDW actief is, gaat het "LDW-lampje (groen)" aan.
Wanneer LKA actief is, licht het "LDW-lampje (blauw)" op.
Wanneer LDW actief is en een alarm geeft, gaat het "LDW-
lampje (geel)" knipperen.
Wanneer LDW uitgeschakeld of defect is, brandt het "LDW-
lampje (geel)".
Als het lampje geel brandt wanneer LDW is ingeschakeld, duidt
dat op een defect in het LDW-systeem. Neem in dat geval zo
snel mogelijk contact op met onze onderhoudsdealer voor
service. Zie "Rijhulpsystemen" in "Starten en rijden" voor meer
informatie.
Waarschuwingslampje aanrijding voorzijde
(FCW)/autonome noodstop (AEB)
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON
(AAN) is gedraaid, het FCW-systeem in werking is en het AEB-
systeem (autonome noodstop) geen alarm geeft, gaat het
"waarschuwingslampje FCW/AEB (geel)" knipperen. Wanneer
de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) is gedraaid en
het AEB-systeem (autonome noodstop) een alarm geeft, gaat
de
het "waarschuwingslampje FCW/AEB (rood)" branden. Zie
"Rijhulpsystemen" in "Starten en rijden" voor meer informatie.
Advertenties
Inhoudsopgave
