EPB (elektrische parkeerrem)
De EPB-schakelaar
bevindt zich op de middenconsole
voor de middenarmsteun. Gebruik de EPB-schakelaar om het
aantrekken of loslaten van de parkeerrem te regelen.
Instructies voor het gebruik van EPB
• Als de contactschakelaar in de stand ACC/ON (AAN) staat,
kan de EPB altijd worden gebruikt. Om te voorkomen dat de
accu overmatig wordt ontladen, mag u de EPB-schakelaar
niet herhaaldelijk bedienen wanneer het voertuig niet draait.
EPB kan niet worden gebruikt of ontgrendeld als de accu
onvoldoende vermogen heeft.
• Bij het starten of rijden op een helling kan de EPB-functie
onbedoeld wegrollen voorkomen. Wanneer de grip van
het voertuig groter is dan de schuifkracht, wordt de EPB
automatisch ontgrendeld.
• Als het normaal remmen van het voertuig niet lukt, kan
de noodstopfunctie het voertuig nog steeds tot stilstand
brengen. Zie "Noodstopfunctie" in dit gedeelte voor meer
informatie.
• Het is normaal dat u een zacht geluid hoort wanneer u de
elektronische parkeerrem in- of uitschakelt. U hoeft zich dus
geen zorgen te maken.
• Wanneer de voeding van het voertuig onderbroken
is, kan de parkeerrem in aangetrokken toestand niet
worden vrijgegeven en in geloste toestand niet worden
aangetrokken. Sluit in dat geval een externe voeding aan.
122
Starten en rijden
• Als het "EPB-controlelampje (rood)"
gaat wanneer u de EPB-schakelaar bedient, of als het "EPB-
MIL (geel)"
niet kan worden ontgrendeld, neem dan contact op met onze
onderhoudsdealer.
• Gebruik geen EPB op een weg met een helling van meer
dan 30%, anders kan het voertuig gaan schuiven. Als
de EPB niet volledig remt wanneer u boven een zekere
hellingsgraad op de weg parkeert, kan de bestuurder het
wegglijden tegenhouden door op het rempedaal te drukken.
Parkeren
Handmatig vasthouden
1 De contactschakelaar staat in de stand ON (AAN) of de
motor draait.
2 Zorg dat het voertuig blijft stilstaan.
3 Trek de EPB-schakelaar
parkeerrem. Als het "EPB-controlelampje (rood)" op het
combi-instrument oplicht, is de parkeerrem succesvol
geactiveerd.
4 Zet de schakelhendel in de stand P tijdens het parkeren.
5 Als het voertuig op een helling staat, draai dan aan het
stuurwiel om ervoor te zorgen dat het voertuig naar de
stoeprand gericht is mocht het zou gaan schuiven.
niet aan of uit
oplicht en de EPB bij normaal gebruik
omhoog en activeer de