Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Wij hopen dat onze producten en diensten u veel plezier
bezorgen!
Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd
raken met uw voertuig en profi teren van een comfortabele en veilige rijervaring waarbij de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
Dit instructieboekje geeft de informatie die u nodig hebt om uw voertuig te leren kennen, ermee te leren rijden, standaard
onderhoudscontroles uit te voeren en juist te handelen in een noodsituatie.
Dit instructieboekje bevat informatie die op het moment van publicatie van dit instructieboekje bekend was. Alle wijzigingen,
interpretaties en toelichtingen zijn voorbehouden aan het bedrijf. Aangezien de producten constant worden verbeterd of anderszins
worden aangepast, behoudt het bedrijf zich het recht voor om deze wijzigingen zonder kennisgeving door te voeren wanneer dit
instructieboekje al gepubliceerd is en kan het hier niet voor aansprakelijk worden gesteld.
Dit instructieboekje is een onmisbaar onderdeel van uw voertuig. Overhandig dit instructieboekje aan de nieuwe eigenaar als u het
voertuig verkoopt.
Speciale mededeling
Het instructieboekje en het garantie- en onderhoudsboekje geven aan welke rechten en plichten ten aanzien van kwaliteitsgarantie
en aftersales het bedrijf en de gebruiker zijn overeengekomen en wanneer deze eindigen. Lees het instructieboekje en het garantie-
en onderhoudsboekje zorgvuldig door voordat u het product gebruikt. Schade die veroorzaakt is door onjuist gebruik, nalatigheid,
onjuiste bediening of onbevoegd herstel, kan niet worden verhaald. Garantieclaims die in dit verband worden ingediend bij de
onderhoudsdealer van SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd (hierna "onderhoudsdealer" genoemd), worden afgewezen.
Onbevoegde reproductie van dit instructieboekje op elektronische, fysieke of enige andere wijze, en/of opslag van dit instructieboekje
in een doorzoekbaar systeem van ongeacht welke vorm of aard, is niet toegestaan.
Wij wensen u veel rijplezier!
SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Adres: #2500, Jun Gong Road, Yang Pu District, Shanghai Postcode: 200438
SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd behoudt zich het defi nitieve recht voor om dit instructieboekje te interpreteren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor SAIC MAXUS e DELIVER 7 Series 2024

  • Pagina 1 Bedankt dat u hebt gekozen voor SAIC MAXUS Automotive Co.,Ltd. Wij hopen dat onze producten en diensten u veel plezier bezorgen! Neem de tijd om dit instructieboekje en de overige bijgeleverde documentatie te lezen en begrijpen. Op die manier kunt u vertrouwd raken met uw voertuig en profi...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord ................1 Portiersloten ..............14 Bescherm uw auto tegen diefstal .......... 14 Inleiding ................1 Centraal portiervergrendelingssysteem......... 15 Over dit instructieboekje ............1 Zijlaaddeur(en) ..............19 Indicatieve informatie .............. 1 Achterportier ................20 Voorzorgsmaatregelen ............3 Kinderslot ................22 Gevaarlijke stoff...
  • Pagina 3 Inhoud Richtingaanwijzer ..............53 Controlelampje cruisecontrol ..........59 Controlelampje grootlicht............53 Waarschuwingslampje FCW (Forward Collision Warning) / waarschuwingslampje AEB (Autonoom noodremsysteem) ... 59 Controlelampje IHC (Intelligent High Beam Control) ..... 53 Waarschuwingslampje LDW (Waarschuwing voor onbedoeld Controlelampje mistlamp vooraan ......... 54 verlaten van de rijbaan) /LKA (Lane Keep Assist) /ELK Controlelampje mistlamp achteraan ........
  • Pagina 4 Inhoud Ventilatieroosters voorin ............74 Starten zonder sleutel ............94 Bedieningspaneel handbediende A/C ........75 Starten met de back-up ............95 Tips voor het gebruik van de airconditioning ......79 Noodstart en noodstop ............95 Buitenspiegels en binnenspiegel ........80 Starten/stoppen ..............
  • Pagina 5 Inhoud EPB (Electronic Parking Brake) .......... 124 Belasting ................160 AUTO HOLD ............... 126 Belading ................160 Waarschuwingslampje ............127 Gevaarlijke lading ..............160 Ladingzekering ..............161 Cruisecontrolsysteem ............ 127 Cruisecontrol-instellingen ............ 128 Rijden met een aanhangwagen........162 Cruisecontrol beëindigen............. 129 Instructies voor het rijden met een aanhangwagen.....
  • Pagina 6 Inhoud Onderhoud en service........... 189 De accu plaatsen..............203 Hoogspanningsaccu ............203 Gepland onderhoud ............190 Instructies en beperkende voorwaarden ......203 Inspectie door de eigenaar..........190 Banden ................205 Dagelijkse controles ............190 Bandendruk ................. 205 Wekelijkse controles of controle voorafgaand aan een lange reis ..............
  • Pagina 7: Voorwoord

    Voorwoord Indicatieve informatie Inleiding Waarschuwing Over dit instructieboekje Dit symbool geeft aan dat de desbetreff ende Dit instructieboekje is van toepassing op volledig elektrische procedures strikt en nauwkeurig moeten worden bestelwagens uit de serie MAXUS e DELIVER 7. gevolgd om persoonlijk letsel of letsel bij anderen te voorkomen.
  • Pagina 8 Voorwoord Opmerking Pijlen Geeft een beschreven object aan. Opmerking: Dit is een nuttige aanwijzing. Geeft de bewegingsrichting ervan aan. Bescherming van het milieu Iedereen heeft de plicht het milieu te beschermen. Verwijst naar de titel van een paragraaf. Dit symbool is bedoeld als aansporing tot milieubescherming.
  • Pagina 9: Voorzorgsmaatregelen

    Voorwoord Voorzorgsmaatregelen Kinderen/dieren Kinderen of dieren zonder toezicht kunnen knoppen Gevaarlijke stoff en en schakelaars in uw voertuig bedienen, of met apparatuur of goederen die u vervoert spelen en Veel vloeistoff en en andere stoff en die in hierdoor ongelukken en letsel veroorzaken. motorvoertuigen worden gebruikt, zijn giftig en mogen niet worden ingenomen.
  • Pagina 10: Voertuigidentifi Catie

    Voorwoord Voertuigidentifi catie Bij communicatie met onze onderhoudsdealer hebt u het voertuigidentifi catienummer (VIN) nodig. Voertuigidentifi catienummer (VIN) Voertuigidentifi catienummer (VIN) op het voertuig: • Op de rechter langsdraagbalk van het voertuig, ter hoogte van de montagesteun van de voorbumper (plaats van afdichting).
  • Pagina 11: Vin-Plaatje

    Voorwoord VIN-plaatje Locatie van het VIN-plaatje Het VIN-plaatje (1) bevindt zich op de voorzijde van de rechter Het VIN-plaatje kan de volgende informatie bevatten, dit kan B-stijl. per voertuig verschillen. • Bedrijfsnaam van de fabrikant • Het typegoedkeuringsnummer van het volledige voertuig •...
  • Pagina 12: Instructies Voor Het Gebruik Van Een Elektrisch Voertuig

    Voorwoord Instructies voor het gebruik van een • De actieradius varieert afhankelijk van de snelheid. elektrisch voertuig • Wanneer lage temperaturen voertuig wordt gereden, is de actieradius kleiner vanwege de Omgevingstemperatuur voor gebruik van het temperatuureigenschappen van de accu. voertuig •...
  • Pagina 13: Egalisatielading

    Voorwoord – Het gaspedaal vrij te laten en niet te remmen of het ontmantelen van interne hoogspanningsonderdelen zoals rempedaal licht in te trappen tijdens het verminderen lithiumbatterijen hoogspanningskabelbomen moeten van snelheid zodat het energieregeneratiesysteem de beschermende isolerende maatregelen worden genomen. actieradius zo veel mogelijk kan vergroten.
  • Pagina 14: Hoogspanningssysteem

    Voorwoord Hoogspanningssysteem Het hoogspanningssysteem van het voertuig bevat AC- en DC-hoogspanning (kan hoger zijn dan 410 V). Hoogspanning is erg gevaarlijk en kan ernstig letsel, zoals brandwonden, elektrische schokken en zelfs fataal letsel veroorzaken. • Om persoonlijk letsel te voorkomen, is het verboden hoogspanningskabels stekkers ervan aan te raken.
  • Pagina 15: Hoe Te Handelen Bij Ongelukken

    Voorwoord • Schakel de apparatuur uit en laad de accu tijdig op • Wanneer er een botsing heeft plaatsgevonden, waarschuwingslampje "laag laadniveau voertuig niet opnieuw worden hoogspanningsaccu" op het combi-instrument ziet branden. gestart. Tijdens bergwerkzaamheden moet handbediende serviceschakelaar worden • Schakel de apparatuur uit bij lage temperaturen (<0 °С). ontkoppeld.
  • Pagina 16 Voordat u gaat rijden Sleutels Portiersloten Ramen Stoelen Beveiligingssysteem voor passagiers Instrumenten en bediening Combi-instrument Berichtencentrum Waarschuwings- en controlelampjes Schakelaar voor buitenlamp Schakelaar combi-instrument Schakelaars op de stuurkolom en het stuurwiel Stuurwiel afstellen Verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) Buitenspiegels en binnenspiegel Interieuruitrusting Elektrische opstap...
  • Pagina 17: Voordat U Gaat Rijden

    Voordat u gaat rijden Sleutels Afstandsbedieningssleutel met PEPS De afstandsbediening is een bedieningsonderdeel van het Het voertuig is uitgerust met 2 afstandsbedieningen met centraal portiervergrendelingssysteem van een voertuig, dat passieve portierontgrendelings- en startfunctie (hierna PEPS kan worden gebruikt voor het vergrendelen/ontgrendelen van genoemd).
  • Pagina 18: De Batterij Van Een Afstandsbedieningssleutel Met Peps Vervangen

    Voordat u gaat rijden WAARSCHUWING Voer de volgende procedures uit om de batterij te vervangen: De batterij van een afstandsbedieningssleutel 1 Druk de ontgrendelknop in op de afstandsbedieningssleutel met PEPS. met PEPS vervangen 2 Trek het mechanische sleuteldeel uit de sleutelbehuizing. Batterijen kunnen brand, explosie en brandwonden veroorzaken.
  • Pagina 19: Portiersloten

    Voordat u gaat rijden Portiersloten 5 Plaats het boven- en onderpaneel van de batterijbehuizing terug en druk op de buitenranden om ervoor te zorgen dat ze goed bevestigd zijn. Bescherm uw auto tegen diefstal Zet altijd de contactschakelaar uit en neem de Let op sleutel mee als u het voertuig verlaat terwijl er nog Houd rekening met het waterproof vulplaatje en de...
  • Pagina 20: Centraal Portiervergrendelingssysteem

    Voordat u gaat rijden Centraal portiervergrendelingssysteem 1 Knop centrale vergrendeling (kort indrukken) / venster omhoog (lang indrukken) Het mechanische deel van de sleutel gebruiken Opmerking: voor de functie venster omhoog (lang U kunt alle portieren vergrendelen/ontgrendelen door het indrukken) verwijzen we u naar de daadwerkelijke portier aan bestuurderszijde van buitenaf handmatig te uitrusting van uw auto.
  • Pagina 21 Voordat u gaat rijden Alle portieren vergrendelen vergrendelen/ontgrendelen wordt gedrukt, wordt achterportier automatisch weer vergrendeld. Druk kort op om alle portieren te vergrendelen wanneer het De microschakelaar gebruiken portier aan bestuurderszijde dicht is. Alle richtingaanwijzers knipperen één keer en de claxon klinkt om aan te geven dat Opmerking: Dit is van toepassing op voertuigen die alle portieren zijn vergrendeld.
  • Pagina 22 Voordat u gaat rijden De schakelaar van de centrale portiervergrendeling Het portier kan ook worden ontgrendeld door tweemaal aan de gebruiken binnenhandgreep te trekken. Met deze schakelaar kunnen alle portieren kunnen van binnenuit worden vergrendeld/ontgrendeld. Alle deuren kunnen worden vergrendeld door op de vergrendelknop te drukken.
  • Pagina 23 Voordat u gaat rijden Noodvergrendeling Noodvergrendeling schuifdeur zijkant Wanneer de accu wordt uitgeschakeld/gevoed nadat het voertuig is ontgrendeld, kan het voertuig niet met de sleutel worden vergrendeld, maar kan de noodvergrendeling van de deur worden bediend met het sleutelstuk/geschikte gereedschap. Opmerking: laat de sleutel niet in het voertuig liggen wanneer u de deur in noodgevallen vergrendelt.
  • Pagina 24: Zijlaaddeur(En)

    Voordat u gaat rijden Zijlaaddeur(en) De deur van binnenuit openen/sluiten Om de zijlaaddeur van binnenuit te openen, trekt u de De zijlaaddeur van buitenaf openen/sluiten deurgreep aan de binnenkant van de deur omhoog en schuift Om de zijlaaddeur van buitenaf te openen, trekt u de u de deur naar achteren nadat het voertuig is ontgrendeld.
  • Pagina 25: Achterportier

    Voordat u gaat rijden Achterportier Trek vervolgens aan de handgreep om het rechterportier eerst te openen. Portieren van buitenaf ontgrendelen/openen Wanneer de afstandsbedieningssleutel of de schakelaar van de centrale deurvergrendeling wordt gebruikt om alle portieren te vergrendelen of ontgrendelen, wordt ook het achterportier vergrendeld of ontgrendeld.
  • Pagina 26 Voordat u gaat rijden Portieren van buitenaf sluiten/vergrendelen Openen/sluiten van de 180°-/255°-achterklep Om het achterportier van buitenaf te sluiten en vergrendelen, voertuigen 180°-achterklep wordt, indien sluit u eerst het linker achterportier. Druk het aan tot het dichtzit achterklep meer 90° wordt geopend, en sluit vervolgens het rechter achterportier.
  • Pagina 27: Kinderslot

    Voordat u gaat rijden Kinderslot Voor voertuigen met een 180°-achterklep moet u de achterklep 90° openen en vervolgens de achterklep iets terug naar de Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die zijn gesloten positie trekken. De begrenzingsarm kan van de uitgerust met een kinderslot.
  • Pagina 28: Ramen

    Voordat u gaat rijden Ramen Elektrisch raam Verwijder altijd de sleutel als er kinderen zonder toezicht in het voertuig zitten. Laat kinderen nooit de schakelaar voor de elektrisch bediende ramen bedienen. Kinderen die de schakelaar bedienen, kunnen vast komen te zitten in het raam en daardoor ernstig letsel oplopen.
  • Pagina 29 Voordat u gaat rijden "One-touch" omhoog en omlaag (automatisch) Opmerking: dit is van toepassing op modellen die uitgerust zijn met een functie voor het automatisch openen en sluiten van het raam in het bestuurders- en voorpassagiersportier. Schakelknoppen (1) en (2) hebben vijf standen: automatisch omlaag, enkelvoudig omlaag,...
  • Pagina 30: Schuifraam

    Voordat u gaat rijden Schuifraam gesloten zijn, blijft u de schakelaar nog enkele seconden optillen. Wanneer het raam geopend is, moet u ervoor zorgen Houd de raambedieningsschakelaar ingedrukt tot de ramen dat de pal goed vastzit. Anders kan het raam naar volledig geopend zijn .Wanneer de ramen volledig geopend voren schuiven in geval van plotseling remmen of zijn, blijft u de schakelaar enkele seconden ingedrukt houden...
  • Pagina 31: Voorruitverwarming

    Voordat u gaat rijden Voorruitverwarming Stoelen Opmerking: dit is van toepassing op modellen die Stoel bestuurder en voorpassagier afstellen uitgerust zijn met een voorruitverwarmingsfunctie. Bestuurdersstoel afstellen Verstel de bestuurdersstoel niet wanneer er met het voertuig wordt gereden. Als dit wel gebeurt, kan dat leiden tot verlies van de controle over het voertuig en een ongeluk.
  • Pagina 32 Voordat u gaat rijden Leun iets naar voren en trek de afsteller (2) omhoog; de Hoogteverstelling van de armleuning (indien verstelbaar) rugleuning komt automatisch weer omhoog. Leun vervolgens De armleuning kan indien nodig vanaf de laagste stand in tegen de rugleuning om de gewenste hoek in te stellen. hoogte worden versteld.
  • Pagina 33 Voordat u gaat rijden Hoogteverstelling van de armleuning (indien verstelbaar) • Integrale dubbele voorpassagiersstoel De armleuning van de enkele voorpassagiersstoel wordt op De rugleuning van de dubbele stoel kan worden versteld dezelfde manier versteld als bij de bestuurdersstoel. met de hendel aan de buitenkant (1). De hellingshoek van de rugleuning wordt op dezelfde manier versteld als bij de Dubbele voorpassagiersstoel afstellen bestuurdersstoel.
  • Pagina 34: Zitplaatsen Achterin Afstellen

    Voordat u gaat rijden Zitplaatsen achterin afstellen Verstelling van de armleuning van de stoel (indien verstelbaar) Verstelling van de hellingshoek van de rugleuning (indien Opmerking: toepassing integrale verstelbaar) dubbele voorpassagiersstoel vaste dubbele Verstelling van de rugleuning van de gangpadstoel voorpassagiersstoel. De rugleuning van de buitenste stoel kan afgesteld worden De zittingarmsteun bevindt zich midden in de rugleuning van door de stelknop (1) in te drukken en tegelijkertijd met het...
  • Pagina 35 Voordat u gaat rijden Rugleuning stoel naar voren klappen en stoel voorwaarts kantelen (indien van toepassing) Type 1 Om de leuning naar voren te klappen, trekt u de ontgrendelingsriem (1) naar achteren en houd deze vast terwijl u de rugleuning van de stoel naar voren duwt. Om de leuning weer recht te zetten, trekt u de ontgrendelingsriem (1) naar achteren en houd deze vast terwijl u de rugleuning van de stoel naar achteren duwt.
  • Pagina 36: Hoofdsteun

    Voordat u gaat rijden Hoofdsteun Type 2 Om de leuning naar voren te klappen, trekt u de Om het risico op nek- of hoofdletsel te verminderen, ontgrendelingsriem (1) naar achteren en houd deze vast terwijl moet de hoofdsteun zo worden afgesteld dat deze u de rugleuning van de stoel naar voren duwt.
  • Pagina 37: Beveiligingssysteem Voor Passagiers

    Voordat u gaat rijden Beveiligingssysteem voor passagiers Veiligheidsgordels Niet goed zittende onjuist gebruikte Goed zitten veiligheidsgordels kunnen ernstig fataal persoonlijk letsel veroorzaken. Veiligheidsgordels De stoel en het bijbehorende beveiligingssysteem voor redden levens. Bij een ongeval kunnen inzittenden passagiers zijn ontworpen om letsel bij een ongeval tot een die geen veiligheidsgordel dragen door het voertuig minimum te beperken.
  • Pagina 38 Voordat u gaat rijden Let erop dat de veiligheidsgordel niet gedraaid of Probeer de gordelspanner of de gespmechanismen los zit. Als dat wel het geval is, kan het zijn dat de niet te demonteren, repareren of smeren. veiligheidsgordel niet goed werkt. De knop voor Elke veiligheidsgordel uitgerust...
  • Pagina 39 Voordat u gaat rijden Druk om los te maken op de knoppen op de gespen. Druk Let op eerst op de knop op gesp (2) en daarna op de knop op gesp Als de veiligheidsgordel te snel wordt uitgetrokken of als (1).
  • Pagina 40 Voordat u gaat rijden Comfortgeleidingsring voor de veiligheidsgordel Waarschuwingslampje veiligheidsgordel De stoelen op de tweede zitrij van uw voertuig zijn mogelijk Zie "Waarschuwings- en controlelampjes" in dit deel voor uitgerust met een geleidingsring om het draagcomfort van de specifi eke beschrijving van het "Waarschuwingslampje de veiligheidsgordel te verhogen.
  • Pagina 41: Voorspanners Veiligheidsgordels

    Voordat u gaat rijden Plaats de geleidingsring op de schouderriem en steek geleidingsring vervolgens terug in het opbergvak in de vervolgens beide zijden van de veiligheidsgordel door de rugleuning. opening in de geleidingsring. Voorspanners veiligheidsgordels Beschadig of repareer de voorspanner niet. Hij bevat een ontstekingsmechanisme, zodat eventueel onderhoud alleen door onze onderhoudsdealer kan worden uitgevoerd.
  • Pagina 42: Airbags

    Voordat u gaat rijden Airbags worden geslingerd, waardoor passagiers gewond kunnen raken. Geen enkel veiligheidssysteem Laat passagiers een eventuele activering van de ernstig ongeval volledige bescherming bieden airbag niet hinderen door voeten, knieën enz. tegen tegen persoonlijk fataal letsel. Zelfs of op de afdekking van de airbagmodule te zetten, veiligheidsgordels goed...
  • Pagina 43 Voordat u gaat rijden Wijzig de voorzijde, de linker- en de rechterzijde van Airbag en voorspanner inspecteren het voertuig op geen enkele manier. Hierdoor zou Als het waarschuwingslampje na het inschakelen de werking van de airbag nadelig kunnen worden van de contactschakelaar niet gaat branden, na beïnvloed.
  • Pagina 44 Voordat u gaat rijden gevolg van geactiveerde airbags te voorkomen. kan hebben. Als zijairbags en zijgordijnairbags voorin zijn Stoot of sla niet tegen de plaats waar de airbags gemonteerd, moeten zowel de bestuurder als de of aanverwante onderdelen zich bevinden, om voorpassagier zo zitten dat er voldoende afstand te voorkomen dat de airbag per ongeluk wordt is tussen het bovenlichaam en de zijkanten van...
  • Pagina 45 Voordat u gaat rijden Wanneer u rechtop in de stoel en tegen de rugleuning zit, • Schematische weergave van de activeringszone van de bieden veiligheidsgordels en airbags de meest eff ectieve airbags voor de bestuurder en de voorpassagier bescherming. Bij een ernstige aanrijding worden de airbags explosief opgeblazen.
  • Pagina 46 Voordat u gaat rijden • Schematische weergave van de activeringszone van de beschreven of soortgelijke omstandigheden kunnen ertoe gordijnairbags aan de zijkant voorin leiden dat de airbag wordt geactiveerd. • Een frontale botsing tegen een onbeweegbaar of niet- vervormbaar vast voorwerp aan een hoge snelheid. •...
  • Pagina 47 Voordat u gaat rijden Voorste zijairbags Zijgordijnairbags voorin De structuur en het materiaal van de stoel zijn Bij een ernstige zijdelingse botsing zal de zijgordijnairbag belangrijk om een correcte werking van de airbags aan de getroff en kant uit de dakbekleding schieten en snel te garanderen.
  • Pagina 48 Voordat u gaat rijden Omstandigheden waarin airbags niet worden geactiveerd • Bij een botsing tegen het onderste deel van de achterklep van een vrachtwagen of een doorborende botsing tegen een Het activeren van airbags hangt niet af van de snelheid van het vrachtwagen of voertuig met een hoger chassis.
  • Pagina 49 Voordat u gaat rijden Voorste zijairbags en zijgordijnairbags voorin • Frontale botsing tegen veiligheidsstangen. Onder de hieronder beschreven of soortgelijke omstandigheden • Zijdelingse botsing tegen een paal. is het mogelijk dat de voorste zijairbags en zijgordijnairbags voorin niet worden geactiveerd. •...
  • Pagina 50 Voordat u gaat rijden Vervang de onderdelen van het airbagsysteem na een Event data recorder (EDR) botsing. Het voertuig is uitgerust met een event data recorder (EDR). Het airbagsysteem zal beschadigd zijn na een De belangrijkste functie van de EDR is het registreren van botsing.
  • Pagina 51: Kinderzitje (Niet Bij Het Voertuig Inbegrepen)

    Voordat u gaat rijden Kinderzitje (niet bij het voertuig inbegrepen) Voor kinderen jonger dan 2 jaar en kinderen in de leeftijdscategorie 2 - 4 jaar moeten speciale zitjes worden Risico op FATAAL of ERNSTIG LETSEL! Door een gebruikt. Kinderzitjes voor verschillende leeftijden zijn in de airbag kunnen kinderen jonger dan 12 jaar fataal handel verkrijgbaar.
  • Pagina 52: Instrumenten En Bediening

    Voordat u gaat rijden Instrumenten en bediening Ruitenwisser en sproeier, grootlicht, hendelschakelaar richtingaanwijzer Selectieknop combi-instrument en schakelaar cruisecontrol Airbag bestuurder Spraakbediening, Bluetooth-telefoon, stuurwielverwarming en schakelaar voor persoonlijke instellingen Schakelhendel Entertainmentsysteem Schakelaar waarschuwingsknipperlicht, HOME- schakelaar entertainmentsysteem USB-poort Airbag voorpassagier 10 Raambedieningsschakelaar portier voorpassagier 11 Handschoenenkastje 12 Bedieningspaneel airconditioning 13 Asbak...
  • Pagina 53: Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Combi-instrument Vermogenspercentagemeter aandrijfmotor Toont het vermogenspercentage van het aandrijfsysteem. Een waarde onder nul geeft een negatief percentage aan. Een waarde boven nul geeft een positief percentage aan. Als het vermogenspercentage van de aandrijfmotor wordt aangegeven als een positieve waarde, betekent dit dat het aandrijfsysteem vermogen levert om het voertuig aan te drijven.
  • Pagina 54: Berichtencentrum

    Voordat u gaat rijden Berichtencentrum De status van het vermogen van de hoogspanningsbatterij wordt aangegeven door het aantal verlichte balkjes. Het Het berichtenscherm bevindt zich in het midden van het combi- balkje licht op wanneer het accuvermogen te laag is. instrument.
  • Pagina 55 Voordat u gaat rijden Afstand: geeft het geschatte aantal kilometers weer Druk kort op de knop op de selectieschakelaar van het die het voertuig kan afl eggen voordat de lading van de hoogspanningsaccu is opgebruikt. combi-instrument op het stuurwiel om te schakelen tussen de volgende interface-elementen: ADAS-interface Opmerking: De actieradius is afhankelijk van de (Advanced Driver Assistance System) (indien aanwezig) →...
  • Pagina 56: Alarmmeldingen

    Voordat u gaat rijden Alarmmeldingen Interface voor storingsmeldingen Druk kort op de knop op de selectieschakelaar van meeste alarmmeldingen gaan gepaard bijbehorende afbeelding en een beschrijving op het dashboard. het combi-instrument op het stuurwiel om de relevante Als er meer dan één alarmmelding actief is, wordt eerst foutmeldingen voor de voertuigwaarschuwingen via deze gedurende 9 seconden de nieuwe alarmmelding weergegeven, interface op te vragen (als er geen storing is, wordt de interface...
  • Pagina 57: Onderhoudsherinneringen

    Voordat u gaat rijden Onderhoudsherinneringen Als alle alarmmeldingen zijn geannuleerd, wordt de informatie van de boordcomputer normaal weergegeven. Als de Herinnering volgend onderhoud oorzaken van het alarm zijn weggenomen, verdwijnen ook de alarmmeldingen van het scherm. Wanneer in het berichtencentrum van het combi-instrument wordt weergegeven "er blijven nog XXkm over voor het Indicatieve meldingen volgende onderhoud", herinnert het u aan de resterende...
  • Pagina 58: Bandendrukcontrolesysteem

    Voordat u gaat rijden Bandendrukcontrolesysteem Waarschuwings- en controlelampjes Het bandendrukcontrolesysteem controleert automatisch de Richtingaanwijzer toestand van de banden in realtime en biedt een eff ectieve veiligheidsgarantie tijdens het rijden. Wanneer de bandendruk te laag of te hoog is, wanneer de De linker of rechter "richtingaanwijzer band snel leegloopt of wanneer het systeem uitvalt onder het (groen)"...
  • Pagina 59: Controlelampje Mistlamp Vooraan

    Voordat u gaat rijden TPMS-waarschuwingslampje Zie "IHC (Intelligent High Beam Control)" in het gedeelte Starten en rijden voor meer informatie. Wanneer de contactschakelaar naar de stand Controlelampje mistlamp vooraan ON (AAN) is gedraaid en het bandendrukcontrolesysteem defect raakt, licht het "TPMS-waarschuwingslampje (geel)" Het "controlelampje mistlamp vooraan (groen)"...
  • Pagina 60: Waarschuwingslampje Veiligheidsgordel

    Voordat u gaat rijden in het systeem is. Neem zo snel mogelijk contact op met onze Opmerking: Wanneer het portier wordt geopend, wordt onderhoudsdealer. tijd gedurende welke waarschuwingslampje veiligheidsgordel knippert gereset. Zie "Airbag(s)" in dit deel voor meer informatie over de airbags. waarschuwingsfunctie die meldt dat de veiligheidsgordel van de voor- en achterpassagiers niet is vastgemaakt, kan Waarschuwingslampje veiligheidsgordel...
  • Pagina 61: Waarschuwingslampje Ebd (Elektronische Remkrachtverdeling)

    Voordat u gaat rijden Controlelampje ESP (elektronische Opmerking: Als er een storing is in het ABS, kan het remsysteem wel nog worden gebruikt. Zie "Remsysteem" stabiliteitscontrole) OFF (UIT) i "Starten en rijden" voor belangrijke informatie over het ABS. Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON Waarschuwingslampje EBD (elektronische (AAN) is gedraaid, licht het "ESP OFF (UIT)-controlelampje (geel)"...
  • Pagina 62: Storingslampje Eps (Elektrische Stuurbekrachtiging)

    Voordat u gaat rijden Controlelampje automatische remwerking Waarschuwingslampje storing aandrijfsysteem (AUTO HOLD) Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON uitgerust zijn met AUTO HOLD. (AAN) is gedraaid en het aandrijfsysteem uitvalt, gaat het "waarschuwingslampje storing aandrijfsysteem (geel/rood)"...
  • Pagina 63: Controlelampje Laadstatus

    Voordat u gaat rijden Controlelampje laadstatus Let op Voordat het "controlelampje READY (groen)" gaat branden, werkt de A/C-compressor niet wanneer u op de A/C- Wanneer de hoogspanningsaccu wordt opgeladen, schakelaar drukt. Voordat het "controlelampje READY brandt het "controlelampje laadstatus (geel)" op het combi- (groen)"...
  • Pagina 64: Power-Controlelampje (Sportmodus)

    Voordat u gaat rijden de zuinige modus, licht het "ECO-controlelampje (groen)" Opmerking: Dit is van toepassing op voertuigen die zijn op en bestuurt u het voertuig in de zuinige modus met een uitgerust met FCW (Waarschuwing aanrijding voorzijde) relatief laag uitgevoerd vermogen van de aandrijfmotor. De en AEB (Autonoom noodremsysteem).
  • Pagina 65: Acc-Controlelampje (Adaptieve Cruisecontrol)

    Voordat u gaat rijden Wanneer LDW, LKA en ELK een alarm geven of worden en rijden voor een meer uitvoerige beschrijving van de geactiveerd, knippert het "LDW-waarschuwingslampje/LKA- cruisefunctie. waarschuwingslampje/ELK-waarschuwingslampje (geel)". SLIF-controlelampje (Speed Limit Information Wanneer LDW, LKA en ELK zijn uitgeschakeld, gaat het Function) "LDW-waarschuwingslampje/LKA-waarschuwingslampje/ELK- waarschuwingslampje (geel)"...
  • Pagina 66: Controlelampje Aanhangwagen

    Voordat u gaat rijden Controlelampje aanhangwagen Schakelaar voor buitenlamp Opmerking: toepassing voertuigen Bedieningsschakelaar combinatielamp die uitgerust zijn met een controlelampje voor de aanhangwagen. Lampbedieningsschakelaar Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON (AAN) is gedraaid, de aanhanger correct aangesloten is en een richtingaanwijzer wordt geactiveerd, knippert het "controlelampje aanhanger (groen)"...
  • Pagina 67 Voordat u gaat rijden lampje gaat branden. De dagrijlichten gaan automatisch aan koplampbedieningsschakelaar in de stand Koplamp UIT nadat het voertuig is gestart. nadat het voertuig weer is ingeschakeld. Koplamp AUTO: koplampbedieningsschakelaar. Als de Opmerking: zie "Schakelaars op stuurkolom en stuurwiel" koplampschakelaar in stand Koplamp AUTO is gedraaid, in dit gedeelte voor meer bedieningsinstructies voor...
  • Pagina 68: Schakelaar Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Schakelaar combi-instrument Opmerking: de mistlampen achteraan mogen alleen worden ingeschakeld wanneer er echt sprake is van slecht zicht (zoals bij dichte mist of sneeuw). Koplampstelschakelaar Dagrijlichten De koplampstelschakelaar bevindt zich in de instrumentengroep aan bestuurderszijde. De dagrijlichten maken de voorkant van uw voertuig overdag beter zichtbaar voor andere weggebruikers.
  • Pagina 69: Verlichtingsregelschakelaar Combi-Instrument

    Voordat u gaat rijden Verlichtingsregelschakelaar combi-instrument EPB-schakelaar (Electronic Parking Brake) De verlichtingsregelschakelaar bevindt zich in het combi- Als het voertuig stilstaat en de EPB-schakelaar omhoog instrument aan bestuurderszijde. wordt getrokken, wordt de parkeerrem geactiveerd. Wanneer het "EPB-controlelampje (Electronic Parking Brake) (rood)" op het combi-instrument oplicht, is de parkeerrem succesvol aangetrokken.
  • Pagina 70: Auto Hold-Schakelaar

    Voordat u gaat rijden AUTO HOLD-schakelaar Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust zijn met de AUTO HOLD-functie. Wanneer u op de AUTO HOLD-schakelaar drukt, gaat het controlelampje in de schakelaar branden en licht het "AUTO HOLD-controlelampje (wit)" op het combi-instrument op. Als het voertuig stilstaat en het "AUTO HOLD-controlelampje (groen)"...
  • Pagina 71: Mode-Schakelaar (Rijmodus)

    Voordat u gaat rijden MODE-schakelaar (rijmodus) Schakelaar verwarming bestuurdersstoel De MODE-schakelaar (rijmodus) heeft drie modi: Normal, Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die ECO en POWER. De standaardmodus is Normal. Druk uitgerust zijn met de verwarmingsfunctie bestuurdersstoel. achtereenvolgens op de MODE-schakelaar om de rijmodus De schakelaar verwarming bestuurdersstoel heeft drie als volgt te schakelen: POWER (sportmodus) →...
  • Pagina 72: Sos-Alarmschakelaar

    Voordat u gaat rijden SOS-alarmschakelaar Schakelaar waarschuwingsknipperlichten Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust zijn met een SOS-alarmschakelaar. In een noodsituatie kunt u de SOS-alarmschakelaar indrukken om het monitoringplatform te waarschuwen. Het platform kan vervolgens de assistentie verlenen. Druk de schakelaar voor de waarschuwingsknipperlichten in om alle richtingaanwijzers tegelijkertijd te activeren.
  • Pagina 73: Schakelaars Op De Stuurkolom En Het Stuurwiel

    Voordat u gaat rijden Schakelaars op de stuurkolom en het Ruitenwisser en sproeier, grootlicht, richtingaanwijzerhendelschakelaar stuurwiel Ruitenwissers en sproeiers voorruit Type 1 Type 2 1 Ruitenwisser en sproeier, grootlicht, hendelschakelaar richtingaanwijzer 2 Schakelhendel 3 Selectieknop combi-instrument en schakelaar cruisecontrol 4 Spraakbediening, Bluetooth-telefoon, stuurwielverwarming en schakelaar voor persoonlijke instellingen...
  • Pagina 74 Voordat u gaat rijden Draai de hendelschakelaar in de gewenste stand. Snel Snel Positie 1 - HI: hoge wissnelheid. Positie 2 - LO: lage wissnelheid. Traag Traag Positie 3 (type 1) - INT: met tussenpozen wissen. Positie 3 (type 2) - AUTO: automatisch met tussenpozen wissen.
  • Pagina 75 Voordat u gaat rijden Richtingaanwijzers en richtingaanwijzercontrolelampjes Koplamp grootlicht en dimlicht Duw de hendelschakelaar weg van het stuurwiel, zet het grootlicht aan en op dat moment keert de schakelaar Naar rechts — duw de bedieningshendel omhoog. automatisch terug naar de oorspronkelijke positie; druk Naar links —...
  • Pagina 76: Selectieknop Combi-Instrument En Schakelaar Cruisecontrol

    Voordat u gaat rijden Selectieknop combi-instrument en schakelaar verhogen. Als er een snelheid is opgeslagen, drukt u op deze schakelaar om die snelheid te hervatten. Druk nogmaals op de cruisecontrol schakelaar om de snelheid te verhogen (toename met 1 km/h per keer).
  • Pagina 77: Spraakbediening, Bluetooth-Telefoon, Stuurwielverwarming En Schakelaar Voor Persoonlijke Instellingen

    Voordat u gaat rijden volgafstand cyclisch met elke druk van niveau 1 naar niveau 3. kort op deze schakelaar om de oproep aan te nemen en lang om de oproep te beëindigen. Druk tijdens de oproep kort of Opmerking: zie "Rijhulpsystemen" in het deel "Starten en lang op deze schakelaar om op te hangen.
  • Pagina 78: Claxon

    Voordat u gaat rijden Claxon Stuurwiel afstellen Ongeacht de stand van de contactschakelaar kan de claxon Stel de stand van het stuurwiel niet af tijdens het worden bediend via betreff ende knop. rijden. Dat is zeer gevaarlijk. Stel de stuurwielpositie af op uw rijhouding door middel van de volgende stappen: 1 Ontgrendel de stelhendel van het stuurwiel op de stuurkolom door hem helemaal naar beneden te duwen.
  • Pagina 79: Verwarming, Ventilatie En Airconditioning (Hvac)

    Voordat u gaat rijden Verwarming, ventilatie en airconditioning Ventilatieroosters voorin (HVAC) Het airconditioningsysteem koelt de lucht en verwijdert vocht, stof en pollen. Het verwarmingssysteem gebruikt va, een elektronische verwarming met hoogspanning. Dit betekent dat de binnenlucht alleen kan worden verwarmd als het voertuig is verbonden met een hoogspanningstoevoer.
  • Pagina 80: Bedieningspaneel Handbediende A/C

    Voordat u gaat rijden Bedieningspaneel handbediende A/C Centrale ventilatieroosters Beweeg de hendel (1) in het midden van het rooster omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de richting van de luchtstroom te veranderen. 1 Aan-uitknop 2 Rolknop voor het regelen van de ventilatorsnelheid 3 A/C-knop Ventilatieroosters aan de zijkant 4 Knop voor ruitontdooiing voorin...
  • Pagina 81 Voordat u gaat rijden A/C-knop Rolknop voor het regelen van de temperatuur Compressor inschakelen en uitschakelen. Pas de temperatuur van de airco aan. Als de A/C-knop tijdens het inschakelen wordt ingedrukt, Met het paneel ingeschakeld: wanneer de rolknop naar gaat het bijbehorende controlelampje branden en wordt beneden wordt gedraaid, daalt de ingestelde temperatuur.
  • Pagina 82 Voordat u gaat rijden Bedieningspaneel elektrische airconditioning Wanneer u bij modellen met verwarmde buitenspiegels op de knop voor ruitontdooiing achterin drukt, wordt automatisch ook de buitenspiegelverwarming ingeschakeld om vocht of ijs van de buitenspiegels te verwijderen. Opmerking: de functie voor ruitontdooiing achterin wordt na 15 minuten automatisch uitgeschakeld en het bijbehorende controlelampje gaat uit.
  • Pagina 83 Voordat u gaat rijden De rolknop voor het regelen van de ventilatorsnelheid heeft deze luchtuitlaatmodus zijn lucht blazen door externe circulatie, acht standen. Wanneer u de knop naar boven of beneden A/C-schakelaar op het scherm van het entertainmentsysteem draait, neemt de ventilatorsnelheid toe of af. De rolknop kan AAN en ontdooien.
  • Pagina 84: Tips Voor Het Gebruik Van De Airconditioning

    Voordat u gaat rijden Tips voor het gebruik van de airconditioning Als de ontdooimodus wordt geactiveerd, wordt gedwongen overgeschakeld naar de modus voor externe circulatie. Op dat • Als het voertuig in de volle zon heeft gestaan, open dan de moment is het mogelijk om handmatig terug te schakelen naar ramen voordat u de airconditioning inschakelt.
  • Pagina 85: Buitenspiegels En Binnenspiegel

    Voordat u gaat rijden Buitenspiegels en binnenspiegel Verwarmde buitenspiegels Op modellen die uitgerust zijn met verwarmde buitenspiegels De buitenspiegels zijn bolrond om het gezichtsveld te spiegeloppervlak verwarmingselement verbreden. Daardoor lijken voorwerpen kleiner en verder weg geïntegreerd om vorst of damp van het spiegeloppervlak dan ze in werkelijkheid zijn.
  • Pagina 86: Inklapbare Buitenspiegels

    Voordat u gaat rijden Inklapbare buitenspiegels Interieuruitrusting Om de veiligheid van voetgangers te waarborgen, kunnen Plafondlampje de buitenspiegels naar twee kanten wegklappen als ze hard worden geraakt. Ze kunnen handmatig weer in de juiste stand worden gezet. Binnenspiegel Stel de binnenspiegel zo af dat het zicht naar achteren Druk op de linkerschakelaar om het linker plafondlampje optimaal is.
  • Pagina 87: Asbak

    Voordat u gaat rijden Asbak Aanraakschakelaar scherm entertainmentsysteem asbak vormt brandgevaar. Wanneer Wanneer de aanraakschakelaar leeslamp AAN op het brandende sigaretten of lucifers in een asbak met scherm van het entertainmentsysteem in de stand "AUTO" brandbaar materiaal worden gelegd, kan dat brand staat, gaan alle interieurlampen aan als er een portier veroorzaken.
  • Pagina 88: 12V-Stopcontact

    Voordat u gaat rijden 12V-stopcontact Sigarettenaansteker Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust zijn met een 12V-stopcontact. uitgerust zijn met een sigarettenaansteker. Het 12V-stopcontact bevindt zich in de asbak, onder het Houd de sigarettenaansteker nooit ingedrukt, omdat dat tot schade leidt.
  • Pagina 89: Usb-Poorten

    Voordat u gaat rijden USB-poorten USB-poort aan rechterkant van centraal ventilatierooster in combi-instrument De USB-poort rechts van de centrale ventilatieroosters van het combi-instrument ondersteunt het afspelen van audio en video, bekijken van foto's, opladen en aansluiten van een mobiele telefoon. De USB-poort aan bestuurderszijde op het combi- instrument kan gebruikt worden om apparaten op te laden.
  • Pagina 90: Handschoenenkastje

    Voordat u gaat rijden Handschoenenkastje Zonnekleppen Berg geen scherpe, zware of gevaarlijke voorwerpen Beide zonnekleppen kunnen omhoog en omlaag geklapt op in het handschoenenkastje aan de kant van de worden ter bescherming tegen zonlicht door de voorruit. Ze voorpassagier. kunnen ook opzij geklapt worden zoals in de afbeelding om zonlicht door de zijramen tegen te houden.
  • Pagina 91: Brilhouder

    Voordat u gaat rijden Brilhouder Gereedschapsset Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die Opmerking: Het type en de plaats van de gereedschapsset uitgerust zijn met een brilhouder. zijn afhankelijk van de confi guratie van uw voertuig. De brilhouder bevindt zich achter het plafondlampje voorin. Het gereedschap bevindt zich in de opbergbak bij de zijopstap rechtsvoor.
  • Pagina 92: Elektrische Opstap

    Voordat u gaat rijden Elektrische opstap Type 2 Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust zijn met een elektrische opstap aan de zijschuifdeur. Wanneer het portier aan bestuurderszijde ontgrendeld is en de zijschuifdeur wordt geopend, schuift de elektrische opstap aan de zijschuifdeur automatisch uit.
  • Pagina 93: Entertainmentsysteem

    Voordat u gaat rijden Entertainmentsysteem Let op • Het product moet uit de buurt van vocht worden Voorzorgsmaatregelen voor gebruik gehouden. instructieboekje bevat eenvoudige instructies voor • Als het product voor de eerste keer wordt gestart bediening van het product. Lees de bedieningsinstructies voor of weer wordt verbonden na onderbreking van de het entertainmentsysteem zorgvuldig en zorg dat u ze volledig accuspanning, moet de datum die op elke interface van...
  • Pagina 94 Voordat u gaat rijden Appcentrum 1 Druk op het HOME-scherm op het pictogram "Application Center" ① om alle toepassingsinterfaces te zien. 2 Druk toepassingsinterface pictogram "Gebruikershandleiding" ② in het toepassingscentrum om de instructies van het entertainmentsysteem te bekijken. Druk kort op de HOME-knop om vanuit andere interfaces terug te keren naar de HOME-pagina;...
  • Pagina 95 Starten en rijden Starten en rijden Contactschakelaar Sleutelloos startsysteem Starten/stoppen Rijden Schakelen 101 Oplaadvereisten 117 Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem (AVAS) 118 Elektrische stuurbekrachtiging 119 Remsysteem 127 Cruisecontrolsysteem 130 Parkeerhulpsysteem 135 Rijhulpsysteem 156 Bestuurderbewakingssysteem 158 Banden 160 Belasting 162 Rijden met een aanhangwagen...
  • Pagina 96: Starten En Rijden

    Starten en rijden Starten en rijden Contactschakelaar • Overtuig ervan alle dagelijkse/wekelijkse Starten zonder sleutel onderhoudsinspecties zijn verricht in overeenstemming met het deel "Onderhoud en service - inspectie door de eigenaar". • Controleer of de stoel in de juiste positie staat. •...
  • Pagina 97 Starten en rijden Als de contactschakelaar 3 keer achter elkaar of gedurende "OFF" (UIT) 3 s wordt ingedrukt terwijl de voertuigsnelheid hoger is dan De aandrijfmotor valt stil wanneer de schakelhendel in deze 5 km/h, schakelt de contactschakelaar naar de stand ACC. stand wordt gezet.
  • Pagina 98: Sleutelloos Startsysteem

    Starten en rijden Sleutelloos startsysteem gevallen worden de portieren niet vergrendeld wanneer de microschakelaar wordt ingedrukt: Ontgrendelen zonder sleutel • De contactschakelaar staat niet in de stand "OFF" (UIT) Betreed wanneer alle portieren zijn vergrendeld • De afstandsbedieningssleutel ligt in het voertuig detectiebereik sensoren •...
  • Pagina 99: Starten Met De Back-Up

    Starten en rijden ontsteking plaats wanneer de start-stopschakelaar wordt ingedrukt. Starten met de back-up Als de batterij in de afstandsbediening leeg is, kan het voertuig niet zonder sleutel worden geopend, maar kan wel het voertuig worden gestart. Open een portier met de mechanische sleutel en stap in.
  • Pagina 100: Starten/Stoppen

    Starten en rijden Starten/stoppen Rijden Neem nooit draagbare houders met brandstof in de Starten auto mee. Ze kunnen gaan lekken en vlam vatten. Controleer of de parkeerrem is aangetrokken en dat de Neem het volgende in acht bij het rijden op een weg die bedekt schakelhendel in de stand N of de stand P staat.
  • Pagina 101: Schakelen

    Starten en rijden Schakelen • Controleer de waterdiepte voordat u erdoorheen rijdt. De maximale waaddiepte van het voertuig is 30 cm. Versnellingen • Rijd niet harder dan 10 km/h. • De golf die door voorliggers en tegenliggers wordt P (parkeren) veroorzaakt, kan de maximale waaddiepte overschrijden.
  • Pagina 102: Schakelen

    Starten en rijden Schakelen De stand N is een versnelling zonder aandrijfkracht, wat betekent dat het transmissiesysteem in deze versnelling geen Voordat naar stand (rijden) vermogen overdraagt. Schakel altijd naar de stand N wanneer (achteruitversnelling) schakelt, moet gecontroleerd u een wasstraat inrijdt. worden of zich geen obstakels rond het voertuig bevinden, vooral kinderen.
  • Pagina 103 Starten en rijden Schakelen naar de stand P Schakelen naar de stand R, N of D • Vanuit de stand P Druk het rempedaal in en druk/trek de versnellingspook kort in de gewenste richting (telkens twee standen). Nadat de versnellingspook is losgelaten, keert deze terug naar de middelste positie.
  • Pagina 104: Auto Park (Automatisch Terug Naar De Stand P)

    Starten en rijden • Vanuit de stand R Let op Bij het schakelen van de stand R naar een andere ①: wanneer het voertuig in de stand D staat, drukt u de versnelling: het wordt aanbevolen het rempedaal in te versnellingspook één stand omhoog en houdt u deze 1,5 drukken en te wachten tot het voertuig volledig tot stilstand seconden vast om naar de stand N te schakelen.
  • Pagina 105: Oplaadvereisten

    Starten en rijden Oplaadvereisten Bij extreem weer zoals storm moet het opladen worden gestopt. Over het algemeen is langzaam opladen van het Tijdens het opladen mag de sleutel niet in het voertuig raadzaam. Regelmatig snel opladen dient te contact worden gestoken om te starten. Het is worden voorkomen.
  • Pagina 106: Vereisten Voor De Oplaadapparatuur

    Starten en rijden Vereisten voor de oplaadapparatuur Veiligheidsinstructies voor thuis opladen met elektriciteit Vereisten voor de acculader Basisprincipes • Isolatieweerstand ≥ 10 MΩ. • Er is geen laadpunt beschikbaar voor thuis opladen met • De laagspanning gelijkstroomvoeding van de batterijlader elektriciteit.
  • Pagina 107 Starten en rijden Vereisten voor de circuitkabel Overig • Het voedingscircuit thuis moet een speciaal circuit zijn en de • Als de accu volledig is opgeladen, ontkoppelt u de bedrading van het circuit moet voldoen aan de betreff ende laadkabel. Wanneer het opladen moet worden gestopt, haalt vereisten voor gebouwen en elektriciteit.
  • Pagina 108: Vereisten Voor De Oplaadomgeving

    Starten en rijden Vereisten voor de oplaadomgeving Eff ect van het opladen op medische implantaten • In sommige modules van de laadapparatuur kunnen Bij snelladen kan er elektromagnetische interferentie ontstaan vonken ontstaan. Om ongelukken te voorkomen, mag niet op de plaats waar het laden plaatsvindt. Personen met een worden opgeladen bij benzinepompen en op plaatsen waar pacemaker of een geïmplanteerde cardioverter-defi...
  • Pagina 109: Laadmodus

    Starten en rijden Laadmodus en onverwacht inschakelen veroorzaakt door het normaal gebruik van andere apparatuur. Laadpunt voor DC-laden (snelladen) Na verloop van tijd kan het stopcontact slijten door normaal Gebruik de openbare DC-laadstations om uw voertuig op te gebruik, of zelfs beschadigd raken. Het kan dan niet meer laden.
  • Pagina 110: Snelladen

    Starten en rijden Snelladen 3 Open de klep op de laadaansluiting. Opmerking: Snelladen moet door medewerkers van het snellaadstation worden uitgevoerd aan de hand van de bedieningsinstructies voor het laadstation. Om het voertuig snel op te laden, zet u de contactschakelaar uit, verwijdert u de sleutel en wacht u 3~5 minuten.
  • Pagina 111 Starten en rijden onderstaande tabel voor status 6 Als de laadstekker goed is aangesloten, gaat het controlelampje rechtsonder op de laadaansluiting: controlelampje van de laadaansluiting (rood) op het combi- instrument branden. Kleur van het Status van het Opmerking: Zorg ervoor dat de laadstekker volledig in Laadstatus controlelampje op de controlelampje...
  • Pagina 112: Langzaam Opladen

    Starten en rijden Langzaam opladen 9 Sluit de klep op de laadaansluiting. Er zijn drie manieren om langzaam op te laden. De oplaadmethode van uw voertuig hangt af van de uitrusting van uw voertuig. 1 Modus 2 opladen wordt weergegeven in de onderstaande afbeelding.
  • Pagina 113 Starten en rijden De LED-woorden op het regelkastje van de kabel zijn als volgt: LED1 LED2 LED3 LED4 Functionele Uitleg toestand VOEDING Laden Fout voltooid Groen Rood Rood Groen Knipperen Knipperen Knipperen Initiële status Zelfcontrole inschakelen of opnieuw instellen. Wachten op De spanning op detectiepunt 1 is 12 V, relais uit.
  • Pagina 114 Starten en rijden LED1 LED2 LED3 LED4 Functionele Uitleg toestand VOEDING Laden Fout voltooid Groen Rood Rood Groen De stroomwaarde ligt binnen 2A meer dan de nominale stroom en duurt 30 seconden. Het relais wordt gescheiden en na 10 seconden opnieuw gestart. Als er weer overstroom optreedt, wordt het relais opnieuw geopend.
  • Pagina 115 Starten en rijden 2 Modus 3 opladen wordt weergegeven in de onderstaande 3 Direct opladen met laadaansluiting. afbeelding. Het ene uiteinde van de lader in deze modus Connector is verbonden met het laadstation en het andere uiteinde is verbonden met het voertuig. (Deze stekker is optioneel voor gebruikers) laadstations Contactdoos...
  • Pagina 116 Starten en rijden • Duits standaardstopcontact. 4 Ontgrendel het voertuig, open het linkervoorportier en open de klep van de laadaansluiting. • Israëlisch standaardstopcontact. 5 Open de klep van de laadaansluiting. 2 Haal de laadstekker tevoorschijn. 3 Steek de AC-invoerkabelstekker van de laadstekker in het stopcontact of in het AC-laadstation.
  • Pagina 117 Starten en rijden Opmerking: Zorg ervoor dat de laadstekker volledig in Kleur van het Status van het de laadaansluiting is gestoken zodat de elektronische Laadstatus controlelampje op de controlelampje vergrendeling vergrendeld kan worden. Als deze niet is laadaansluiting vergrendeld, kan er niet worden opgeladen. Normaal opladen Groen Knipperen...
  • Pagina 118 Starten en rijden wel werkt. Als die apparatuur wel kan worden opgeladen, Let op kan het zijn dat de eerder gebruikte laadapparatuur • Indien er vreemde materialen worden aangetroff en in de beschadigd is. laadstekker, de isolator, de pin en het stopcontact, moet Opmerking: Controleer of de PP- en CP-pennen van de het laadproces onmiddellijk worden beëindigd.
  • Pagina 119: Informatie Over Opladen

    Starten en rijden Informatie over opladen Noodkabel laadaansluiting De AC-laadaansluiting is voorzien van een elektronische Anti-diefstal- Standaard vergrendeling zodat kinderen tijdens opladen Nominale Standaard systeem van Laadstan- voor laadspan- Laadvermogen voor snel- laadstekker laadstekker niet kunnen aanraken of per ongeluk kunnen daard langzaam ning...
  • Pagina 120: Laadtijd

    Starten en rijden Laadtijd Langzame laadtijd normale temperatuur, alarmtoestand (het De laadtijd van de hoogspanningsaccu is afhankelijk van veel waarschuwingslampje voor laag laadniveau factoren, zoals de mate van stroomtoevoer, de laadmodus, de hoogspanningsaccu op het combi-instrument gaat aan) omgevingstemperatuur en de kracht van het laadapparaat. tot volledige lading, zijn er naargelang de verschillende Snelle laadtijd hoogspanningsaccu-confi...
  • Pagina 121: Akoestisch Voertuigwaarschuwingssysteem (Avas)

    Starten en rijden Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem Let op (AVAS) • Bij lage temperaturen duurt het opladen langer. Als de airconditioning en andere elektrische apparaten met een Elektrische voertuigen accu's zijn stiller wanneer hoog vermogen worden ingeschakeld tijdens langzaam met een lage snelheid wordt gereden. Hierdoor is het opladen bij een lage temperatuur, kan dit leiden tot een risico op aanrijdingen met voetgangers (vooral blinde daling van het energieniveau en wordt de oplaadtijd...
  • Pagina 122: Elektrische Stuurbekrachtiging

    Starten en rijden Elektrische stuurbekrachtiging die het geluid van een draaiende motor simuleert om mensen te attenderen op het achteruitrijden. De hoorbare Als de elektrische stuurbekrachtiging het begeeft of waarschuwing wordt luider wanneer er sneller wordt gereden niet werkt, gaat het sturen erg zwaar. Dit beïnvloedt en zwakker wanneer het voertuig langzamer rijdt.
  • Pagina 123: Remsysteem

    Starten en rijden Remsysteem Storingslampje EPS (elektrische stuurbekrachtiging) Zie "Waarschuwings- en controlelampjes" in het deel "Voordat Bedrijfsrem u gaat rijden". Dubbel hydraulisch remsysteem Dit lampje kan aangaan als de accu losgekoppeld is of te weinig capaciteit heeft. Draai in dat geval het stuurwiel Bij een storing in een van de hydraulische leidingen helemaal naar links (met de benodigde kracht), vervolgens gaat...
  • Pagina 124 Starten en rijden Algemene staat Natte toestand Zorg er altijd voor dat vloermatten of andere Bij het rijden in zware regen of op modderige voorwerpen de rempedaalbeweging niet kunnen wegen gaat de remeffi ciëntie aanzienlijk achteruit. hinderen. Houd omstandigheden veilige afstand tot andere voertuigen aan en duw het Laat uw voet nooit op het rempedaal rusten omdat rempedaal met tussenpozen voorzichtig in om de...
  • Pagina 125: Abs (Antiblokkeerremsysteem)

    Starten en rijden ABS (antiblokkeerremsysteem) ABS in werking Het is mogelijk dat ABS de remafstand niet verkort. Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren wanneer er in Dit hangt af van de toestand van het wegdek. De een noodsituatie hard wordt geremd, zodat u de macht remafstand zonder ABS kan op bepaalde wegen over het stuur kunt behouden.
  • Pagina 126: Esp (Elektronische Stabiliteitscontrole)

    Starten en rijden ESP (elektronische stabiliteitscontrole) Voorzorgsmaatregelen voor het rijden met ABS • In geval van een noodstop moet u het rempedaal volledig ESP-functie indrukken. ESP omvat de functies ABS, EBD, TCS, VDC, EBA, RMI en • Oefen bij normaal remmen een gelijkmatige druk op het HAS.
  • Pagina 127 Starten en rijden TCS (tractieregelsysteem) HAS (hellingassistentiesysteem) TCS regelt automatisch de aandrijfkracht bij het wegrijden en Wanneer het voertuig een helling omhoog rijdt, kan HAS accelereren om te voorkomen dat de wielen doorslippen en de voorkomen dat het voertuig achteruit rolt wanneer de stabiliteit tijdens het rijden te bewaren.
  • Pagina 128: Epb (Electronic Parking Brake)

    Starten en rijden EPB (Electronic Parking Brake) De EPB-schakelaar (Electronic Parking Brake) bevindt zich (rood)" niet aan of uit gaat wanneer u de EPB- aan de stuurwielzijde van het instrumentenpaneel en wordt schakelaar bedient, of als het "EPB-storingscontrolelampje gebruikt om de parkeerrem te activeren of te deactiveren. (Electronic Parking Brake) (geel)"...
  • Pagina 129 Starten en rijden Starten te remmen. Het remeff ect is alsof het rempedaal hard wordt Handmatig lossen van de EPB ingedrukt. De noodrem wordt gedeactiveerd wanneer u de EPB-schakelaar loslaat of het gaspedaal stevig indrukt. 1 De contactschakelaar staat in de stand ACC/ON (AAN). 2 Druk het rempedaal in.
  • Pagina 130: Auto Hold

    Starten en rijden AUTO HOLD voertuig na 10 minuten nog steeds stilstaat. Het "AUTO HOLD-controlelampje (groen)" gaat uit en het Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die "EPB-controlelampje (Electronic Parking Brake) (rood)" uitgerust zijn met AUTO HOLD. De AUTO HOLD-schakelaar bevindt zich aan de licht op.
  • Pagina 131: Waarschuwingslampje

    Starten en rijden Waarschuwingslampje Cruisecontrolsysteem Waarschuwingslampjes verband houden Cruisecontrol kan gevaarlijk zijn als het niet remsysteem zijn onder meer: "waarschuwingslampje mogelijk is om veilig met een constante snelheid remsysteem (rood)", "ABS-waarschuwingslampje (geel)", te rijden. Gebruik de cruisecontrol daarom niet "EBD-waarschuwingslampje (rood)", "ESP-controlelampje op bochtige wegen of in druk verkeer.
  • Pagina 132: Cruisecontrol-Instellingen

    Starten en rijden Cruisecontrol-instellingen Snelheid instellen 1 Druk op om het cruisecontrolsysteem in te schakelen. Cruisecontrol instellen Het "controlelampje cruisecontrol (wit)" op het combi- Als de cruisecontrol ingeschakeld blijft terwijl u de instrument gaat aan. functie niet gebruikt, kunt u per ongeluk de knop 2 Accelereer tot de gewenste snelheid is bereikt.
  • Pagina 133: Cruisecontrol Beëindigen

    Starten en rijden Cruisecontrol beëindigen • Als het cruisecontrolsysteem ingeschakeld is, drukt u op RES+ en houdt u de knop vast tot de gewenste snelheid is Er zijn drie manieren om de cruisecontrol uit te schakelen: bereikt. Laat dan de knop los. Om de snelheid met kleine •...
  • Pagina 134: Parkeerhulpsysteem

    Starten en rijden Parkeerhulpsysteem Werkingsstatus van het parkeerhulpsysteem Wanneer u naar de achteruitversnelling schakelt, wordt Opmerking: Welk type parkeerhulpsysteem in uw voertuig parkeerhulpsysteem automatisch gestart. Wanneer geïnstalleerd is, hangt af van de uitrusting van uw er een andere versnelling wordt ingeschakeld, stopt het voertuig.
  • Pagina 135: Sensoren Voor En Achter

    Starten en rijden Sensoren voor en achter 150 cm 30 cm parkeerhulpsysteem niet blindelings worden vertrouwd; het is bedoeld om u bij het parkeren te begeleiden. Sommige obstakels, zoals dunne voorwerpen (gaas en touwen of kabels), kleine voorwerpen dicht bij de grond, conische voorwerpen en voorwerpen met niet-refl...
  • Pagina 136 Starten en rijden Werkingsstatus van parkeerhulpsysteem met sensoren voorradar standaard ingeschakeld. U kunt deze functie in- voor en achter of uitschakelen via de instellingen op het scherm van het entertainmentsysteem, afhankelijk van de rijbehoeften. Parkeerhulpsysteem achter Parkeerproces Nadat de achteruitversnelling is geselecteerd, wordt het parkeerhulpsysteem achter automatisch...
  • Pagina 137: Parkeercamera

    Starten en rijden 150 cm 120 cm Parkeercamera 30 cm 30 cm Het parkeerhulpsysteem met camera mag niet blindelings worden vertrouwd; het is bedoeld om u bij het parkeren te begeleiden. Het gezichtsveld van de parkeercamera is beperkt. Buiten dat gezichtsveld kan de parkeercamera geen obstakels waarnemen.
  • Pagina 138: 360° Camerasysteem

    Starten en rijden 360° camerasysteem entertainmentsysteem. Daarbij dient het horizontale vlak als referentie en is het gebied achter het voertuig verdeeld Het 360°-camerasysteem is niet altijd betrouwbaar. in segmenten die afgebakend zijn met rode, gele en Het biedt alleen hulp! Vanwege het beperkte groene lijnen.
  • Pagina 139: Rijhulpsysteem

    Starten en rijden Rijhulpsysteem Functie-instellingen Druk op "Instellingen" op het scherm onder de panoramische Opmerking: Welke type geavanceerde rijhulpsysteem er in interface. Gebruikers kunnen ervoor kiezen om subfuncties uw voertuig is geïnstalleerd, hangt af van de uitrusting van zoals "door de besturing geactiveerd panorama", "voorwaartse het voertuig dat u gekocht hebt.
  • Pagina 140 Starten en rijden Onderhoud van de camera • Plotse lichtveranderingen (bijv. bij het in- of uitrijden van een tunnel). Om een correcte werking van de camera te garanderen, moet • Cameratrillingen wegens een hobbelige weg of andere u ervoor zorgen dat er zich geen vreemde stoff en zoals stof, factoren.
  • Pagina 141: Radar

    Starten en rijden Onderhoud van de radar • Radartrillingen wegens een hobbelige weg of andere factoren. Om een correcte werking van de radar te garanderen, moet u ervoor zorgen dat er zich geen vreemde stoff en zoals stof, ijs, FCW (Waarschuwing aanrijding voorzijde) en sneeuw of water op de voorkant van de radar bevindt.
  • Pagina 142 Starten en rijden Functie aan of uit te geven. Kies de gewenste gevoeligheid op basis van uw behoeften. Functie aan Informatieve meldingen Wanneer het voertuig wordt gestart, is de aanrijdingsassistent • Visueel alarm standaard ingeschakeld. Als u de functie uitgeschakeld hebt en deze opnieuw –...
  • Pagina 143 Starten en rijden Servicebeperkingen Let op • Als de snelheid van het voertuig lager is dan 8 km/h, De aanrijdingsassistent is ontworpen om de snelheid van produceert het systeem geen alarm. Het is mogelijk dat het het voertuig zoveel mogelijk te verlagen om schade en letsel systeem af en toe wordt geactiveerd door een lage snelheid als gevolg van botsingen te beperken.
  • Pagina 144: Ldw (Waarschuwing Voor Onbedoeld Verlaten Van De Rijbaan)

    Starten en rijden LDW (Waarschuwing voor onbedoeld verlaten Hoorbaar alarm van de rijbaan) U kunt het alarm instellen via het scherm van het entertainmentsysteem. Druk rechts van LDW op de knop "...". De LDW-functie helpt de bestuurder op autosnelwegen, De opties "ON" (AAN) en "OFF" (UIT) verschijnen. U kunt het snelwegen en vergelijkbare verkeersaders.
  • Pagina 145 Starten en rijden • De breedte en kwaliteit van rijstrooklijnen voldoen niet Let op aan de vereisten (versleten of bedekte rijstrooklijnen, de LDW is een rijfunctie die alleen ondersteuning biedt via een aanwezigheid van zowel oude als nieuwe rijstrooklijnen, alarmsignaal. rijstrooklijnen door wegwerkzaamheden...
  • Pagina 146: Lka (Rijstrookassistent)

    Starten en rijden LKA (rijstrookassistent) waarschuwingspictogram weer te geven op het combi-instrument en een zoemer te laten horen, en kan het ingrijpen door het Wanneer de LKA-functie geactiveerd is, bepaalt deze de voertuig naar de oorspronkelijke rijstrook terug te sturen. positie van het voertuig ten opzichte van de rijstrooklijnen op basis van de informatie met betrekking tot de grenzen van Let op...
  • Pagina 147 Starten en rijden Servicebeperkingen te voorkomen dat de huidige rijstrook onbedoeld wordt verlaten, moet de bestuurder waakzaam blijven en altijd op LKA kan de rijstrooklijnen niet altijd duidelijk detecteren. de wegomstandigheden letten, zodat er zo snel mogelijk Onder de volgende omstandigheden kunt u een ongeldige corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.
  • Pagina 148 Starten en rijden Informatieve meldingen Als het rijbaanassistentiesysteem voor noodgevallen niet Als de bestuurder onbedoeld de rijstrook verlaat en er een werkt nadat de rijbaanassistentiefunctie is geactiveerd, risico bestaat op een aanrijding met het voertuig ernaast of de blijft het “waarschuwingslampje LDW (waarschuwing voor stoeprand, enz., zal het systeem de bestuurder hiervan op de onbedoeld verlaten van de rijbaan) / LKA (Lane Keeping hoogte stellen door middel van het waarschuwingspictogram...
  • Pagina 149: Acc (Adaptive Cruise Control)

    Starten en rijden ACC (Adaptive Cruise Control) • Het zicht van de camera is geblokkeerd (waternevel, stof of sticker, enz.). ACC kan de bestuurder helpen om gedurende het vooraf • De breedte en kwaliteit van rijstrooklijnen voldoen niet aan geselecteerde tijdsinterval dezelfde snelheid aan te houden als de vereisten, zoals versleten of bedekte rijstrooklijnen, de de voorligger.
  • Pagina 150 Starten en rijden Wanneer de ACC-functie (Adaptive Cruise Control) is : hoofdschakelaar adaptieve cruisecontrol; kort indrukken geactiveerd, gaat het "ACC-controlelampje (Adaptive Cruise om het systeem in te schakelen. Wanneer de adaptieve cruisecontrol geactiveerd is: Control) (blauw)" op het combi-instrument branden. : deactiveringsschakelaar adaptieve cruisecontrol;...
  • Pagina 151 Starten en rijden Geheugen voor kruissnelheid Let op Als de ACC-functie tijdens deze ontstekingscyclus werd De bestuurder moet altijd op de verkeersomstandigheden geactiveerd, wordt de vorige kruissnelheid hervat bij het letten en ingrijpen wanneer het ACC-systeem geen gepaste opnieuw activeren. De kruissnelheid blijft niet in het geheugen snelheid of volgafstand aanhoudt.
  • Pagina 152 Starten en rijden op het scherm aan bestuurderszijde een melding getoond. De Let op bestuurder moet ingrijpen om de snelheid en volgafstand te Bij het ingaan en verlaten van de bocht kan de selectie van regelen. Automatische deactivering kan de volgende oorzaken het doel vertraagd of verstoord zijn.
  • Pagina 153: Slif (Functie Voor Informatie Over Snelheidslimieten)

    Starten en rijden SLIF (functie voor informatie over Als wordt vastgesteld dat de huidige snelheid van het voertuig hoger is dan de snelheid van het snelheidsbord, knippert het snelheidslimieten) verkeersbord met een hoorbaar alarm. SLIF herkent snelheidsborden met behulp van de intelligente frontzichtcamera en stuurt relevante informatie naar het : geeft de maximumsnelheid op de huidige weg aan.
  • Pagina 154: Ihc (Intelligent High Beam Control)

    Starten en rijden IHC (Intelligent High Beam Control) • Enkele LED-borden met snelheidslimieten. • Zie "Camera" voor meer informatie over de beperkingen van (Intelligent High Beam Control) herkent de camera. verkeersomgeving voor u via de frontzichtcamera van het • De prestaties van het SLIF-systeem worden beperkt door de voertuig en regelt automatisch de overgang van dimlicht naar kaartdekking, aangezien deze alleen de EU omvat.
  • Pagina 155 Starten en rijden • U kunt deze functie als volgt instellen via het centrale Let op bedieningsscherm: Buitenlampen -> Lampinstellingen -> De frontzichtcameramodule is geïntegreerd in de voorruit. IHC-schakelaar uitschakelen. Het gezichtsveld van de camera mag niet worden Voorwaarden voor activering geblokkeerd door objecten, wat de werking van de camera zou beïnvloeden.
  • Pagina 156: Dodehoekdetectie

    Starten en rijden regenval, dichte mist enz. kunnen de prestaties van de IHC- Dode hoek verwijst naar de blinde zones in het gezichtsveld functie afnemen. achter de linker- en rechterbuitenspiegel van het voertuig (zoals getoond in zone ①). Als er zich een voertuig in •...
  • Pagina 157: Rcta (Waarschuwing Kruisend Verkeer Achter)

    Starten en rijden RCTA (Waarschuwing kruisend verkeer achter) Let op RCTA (waarschuwing kruisend verkeer achteraan) (dodehoekdetectiesysteem) een rijhulpfunctie die de bestuurder bij het achteruitrijden (assistentiesysteem voor het wisselen van rijbaan) bieden waarschuwt voor kruisende voertuigen of voetgangers aan de geen waarschuwingsondersteuning wanneer u in een linker- en rechterkant van het voertuig.
  • Pagina 158 Starten en rijden Let op RCTA (waarschuwing kruisend verkeer achter) kan de observatiefunctie van een buitenspiegel niet vervangen. RCTA (waarschuwing kruisend verkeer achter) is een rijhulpfunctie die niet onder alle omstandigheden hulp kan bieden. RCTA (waarschuwing kruisend verkeer achter) betekent niet dat de bestuurder zich kan ontspannen.
  • Pagina 159: Dow (Waarschuwing Openen Portier)

    Starten en rijden DOW (waarschuwing openen portier) Als de bestuurder of passagier op dat moment het portier aan de alarmzijde opent, knippert het waarschuwingslampje en Wanneer het voertuig stilstaat en niet in de stand R staat, kan verschijnt op het combi-instrument een pop-up en wordt er de DOW-functie voertuigen, fi...
  • Pagina 160: Bestuurderbewakingssysteem

    Starten en rijden Bestuurderbewakingssysteem Servicebeperkingen • De DOW-functie is alleen eff ectief als het voertuig stilstaat Opmerking: dit is van toepassing op modellen die en niet in de stand R staat. Het systeem werkt niet wanneer uitgerust zijn met een bestuurderbewakingssysteem. het voertuig in beweging is.
  • Pagina 161 Starten en rijden subfunctie. De hoofdschakelaar kan de status van alle Detectie van vermoeidheid schakelaars tegelijkertijd regelen. Het DMS kan worden Wanneer de bestuurder bepaalde tekenen van vermoeidheid in- en uitgeschakeld met de bedieningsknoppen van het vertoont, schat de DMS-camera de mate van vermoeidheid entertainmentsysteem.
  • Pagina 162: Banden

    Starten en rijden Banden wordt niet geactiveerd wanneer de richtingaanwijzers, de achteruitrijcamera en de 360°-camera in werking zijn. GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! Detectie van abnormaal gedrag Rij NIET in uw voertuig als een of meer banden te Wanneer de bestuurder rookt of belt, beoordeelt de DMS- zeer versleten of beschadigd zijn of niet de juiste camera of de bestuurder momenteel ongepast rijgedrag bandendruk hebben.
  • Pagina 163: Winterbanden

    Starten en rijden Winterbanden De maximaal toelaatbare snelheid van winterbanden is te zien aan de snelheidscode op de band. De snelheid van het voertuig mag niet hoger worden dan de maximaal toelaatbare snelheid van Snelheidssymbool Maximumsnelheid (km/h) de gemonteerde winterbanden, anders kunnen de banden plotseling leeglopen, delamineren of zelfs scheuren, wat gemakkelijk een ongeval kan veroorzaken.
  • Pagina 164: Sneeuwkettingen

    Starten en rijden Belasting Wanneer de temperatuur stijgt tot boven de 7 °C, wordt aanbevolen de winterbanden door zomerbanden te vervangen. Elke bestuurder is verplicht om ervoor te zorgen dat zijn/haar Sneeuwkettingen voertuig niet te zwaar is belast. Opmerking: maximaal toelaatbare totale massa...
  • Pagina 165: Ladingzekering

    Starten en rijden Ladingzekering Zet de lading in het voertuig vast om letsel door bewegende voorwerpen te voorkomen. Opmerking: De bestuurder dient te controleren of alle goederen goed zijn vastgemaakt. Tussenschot Aangezien het tussenschot niet bedoeld is om lading tegen te houden, moet de lading ook wanneer er een tussenschot is gemonteerd, goed vastgezet Ladingzekeringsvoorzieningen worden.
  • Pagina 166: Rijden Met Een Aanhangwagen

    Starten en rijden Rijden met een aanhangwagen Voorafgaande instructies • De lokale regelgeving voor trekken Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die aanhangwagen moet worden nageleefd. uitgerust zijn om te rijden met een aanhangwagen. • De voertuigsnelheid mag niet hoger zijn dan 100 km/h. De voertuigsnelheid mag niet hoger zijn dan 70 km/h tijdens het Instructies voor het rijden met een wisselen van rijstrook of sturen.
  • Pagina 167 Starten en rijden voorgeschreven druk worden gebracht, en ook de druk van afneemt naarmate de snelheid toeneemt, moet de snelheid de banden van de aanhanger moet worden gecontroleerd, zo laag mogelijk blijven, vooral op een helling. en de bandendruk van de achterbanden moet ten minste •...
  • Pagina 168: Aanbevolen Trekgewicht

    Starten en rijden Aanbevolen trekgewicht Trekvermogen Laadvermogen (kg) Bruto Bruto voertuiggewicht Leeggewicht voertuig Totaal aanhangergewicht Type (exclusief chauff eur combinatiegewicht (kg) (kg) (geremde aanhanger) (kg) 75 kg) (kg) 3.500 2.280 1.145 1.500 4.250 3.500 2.355 1.070 1.500 4.250 3.500 2.300 1.125 1.500 4.250...
  • Pagina 169 Starten en rijden Let op • De som van het bruto voertuiggewicht en het totale aanhangergewicht mag niet groter zijn dan het bruto combinatiegewicht van voertuig + aanhanger. • In de trekhaakfl ens zijn twee rijen montagegaten aangebracht. De eerste rij montagegaten is geschikt voor voertuigen met een maximummassa van 4.000 kg of meer, de tweede rij montagegaten is geschikt voor voertuigen met een maximummassa van 4.000 kg of minder.
  • Pagina 170: Installatie Van Trekinrichting

    Starten en rijden Installatie van trekinrichting Kogelbelasting aanhanger Voor de trekinrichting is de standaard trekhaak A50-X gebruikt. Let op Daar kan al naargelang de behoefte een overeenkomstige Overschrijd nooit de maximaal toelaatbare kogelbelasting op aanhanger aan worden gekoppeld. Neem contact op met onze de aanhangwagenkoppeling.
  • Pagina 171: Wat Te Doen In Een Noodsituatie

    Wat te doen in een noodsituatie 168 Waarschuwingsknipperlicht 168 Gevarendriehoek 169 Startkabels gebruiken 171 Wiel verwisselen 177 Voertuig slepen 180 Zekering vervangen 187 Lampen vervangen...
  • Pagina 172: Waarschuwingsknipperlicht

    Wat te doen in een noodsituatie Waarschuwingsknipperlicht Gevarendriehoek Schakel waarschuwingsknipperlichten De gevarendriehoek bevindt zich in de opbergbak bij de onverwachts moet stoppen of afremmen. Het controlelampje zijopstap rechtsvoor. van de "richtingaanwijzer (groen)" op het combi-instrument Als u langs aan de kant van de weg moet stoppen, moet u gaat dan branden en alle richtingaanwijzers gaan knipperen ongeveer 100 m achter het voertuig een gevarendriehoek om andere weggebruikers te waarschuwen en de politie te...
  • Pagina 173: Startkabels Gebruiken

    Wat te doen in een noodsituatie Startkabels gebruiken Let op • Schakel eerst de aandrijfmotor en alle elektrische Accu loskoppelen apparaten langer dan 2 minuten uit voordat u de accu Draag altijd beschermhandschoenen loskoppelt. Zorg ervoor dat de accuklemmen tijdens het beschermbril wanneer u werk aan een accu verricht.
  • Pagina 174: Startkabels Gebruiken

    Wat te doen in een noodsituatie Startkabels gebruiken Starten Start het voertuig dat stroom levert en laat de motor Duw of trek het voertuig nooit om het aan de praat te krijgen. verschillende minuten stationair draaien. Controleer of het voltage van de twee accu's gelijk is (12 V) en •...
  • Pagina 175: Wiel Verwisselen

    Wat te doen in een noodsituatie Wiel verwisselen Reservewiel Controleer regelmatig spanning Krik reservewiel. Wanneer een reserveband met een onjuiste druk wordt gebruikt, is dat van invloed op Locatie de stabiliteit van het wiel. Dit kan gevaarlijk zijn en De krik en de gereedschapsset bevinden zich in de opbergbak permanente schade aan het wiel toebrengen.
  • Pagina 176 Wat te doen in een noodsituatie 3 Laat het reservewiel zakken. 5 Verwijder de klem uit het reservewiel. Steek de wielmoersleutel in het gat voor montage/ demontage van het reservewiel en draai de wielmoersleutel tegen de klok in om het reservewiel op de grond te laten zakken.
  • Pagina 177: Wiel Verwisselen

    Wat te doen in een noodsituatie Wiel verwisselen Het reservewiel opbergen 1 Leg het reservewiel op de grond, met het ventiel naar boven Voertuig parkeren gericht (zorg ervoor dat het niet omgekeerd ligt). Parkeer voertuig stevige, vlakke 2 Leg het reservewiel onder de achterkant van het voertuig en ondergrond zonder het verkeer te hinderen of uzelf breng de klem aan in het midden van de velg, zodanig dat in gevaar te brengen.
  • Pagina 178 Wat te doen in een noodsituatie De krik uitnemen Krikpunt voor het achterwiel: met de kop van de krik 45 graden gedraaid, bevindt het krikpunt zich op de bladveer (2). Draai de krik in de opbergbak bij de zijopstap rechtsvoor in de laagste stand en neem hem samen met de gereedschapsset uit het voertuig.
  • Pagina 179 Wat te doen in een noodsituatie Reservewiel plaatsen Start de aandrijfmotor niet tijdens het krikken. Begeef u nooit onder een opgekrikt voertuig. Overtuig u ervan dat het voertuig stabiel staat en niet kan schuiven of bewegen voordat u de wielmoeren verwijdert. Gebruik een momentsleutel om de wielmoeren op het juiste moment vast te zetten en controleer de bandendruk zodra het wiel verwisseld is.
  • Pagina 180 Wat te doen in een noodsituatie 8 Zet de wielmoeren diagonaal vast in de afgebeelde Let op volgorde, met een aanhaalmoment van 180±18 Nm. Trek het wiel na vervanging helemaal omhoog en zet het goed vast. Bij modellen met stalen wielen kan het vervangen wiel op de plaats van het reservewiel gemonteerd worden.
  • Pagina 181: Voertuig Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Voertuig slepen Sleepoog achterzijde Het sleepoog aan de achterkant van het voertuig kan Trekken of slepen dient te gebeuren in overeenstemming met gebruikt worden om andere voertuigen te slepen. Verwijder de nationale regels. voorafgaand aan het gebruik de plastic dop van het sleepoog. Sleepoog Sleepoog voorzijde Als dit voertuig aan de voorzijde moet worden gesleept,...
  • Pagina 182: Slepen

    Wat te doen in een noodsituatie Slepen Let op Het is verboden om het voertuig met de voorwielen • De wielen zijn vergrendeld (d.w.z. in omstandigheden op de grond te slepen, want dit zal ernstige schade waarin het verloopstuk naar de stand P schakelt of aan het aandrijfsysteem veroorzaken.
  • Pagina 183 Wat te doen in een noodsituatie Aanbevolen sleepmethoden Verboden sleepmethoden • Gebruik een dieplader met kraan om het voertuig te • Sleep het voertuig NIET met de voorwielen op de grond. verplaatsen (beste optie). • Sleep het voertuig NIET met touwen. •...
  • Pagina 184: Zekering Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekering vervangen Zekeringdoos bestuurderszijde De zekeringen van dit voertuig bevinden zich respectievelijk in De zekeringdoos van de bestuurdersruimte bevindt zich links de zekeringdoos aan bestuurderszijde, de zekeringdoos in het onder het stuurwiel. Om de zekeringen te bereiken moet het motorcompartiment en de zekeringdoos bij de accu.
  • Pagina 185 Wat te doen in een noodsituatie De zekeringen in de zekeringdoos van de bestuurdersruimte Code Specifi catie Functie zijn te herkennen aan de labels die op de achterkant van het Sigarettenaansteker ACC zekeringdoosdeksel zijn aangebracht. Trekhaak KL15 Stuurwielverwarming KL15 Negatieve feedback aanjager voorin Gereserveerd Dashcam / ETC / DMS / feedback IBDU IG1 / FVCM KL15...
  • Pagina 186 Wat te doen in een noodsituatie Code Specifi catie Functie Code Specifi catie Functie IBDU externe lamp KL30 SB01 Gereserveerd ACU KL30 SB02 Gereserveerd Gereserveerd SB03 Gereserveerd Gereserveerd SB04 Gereserveerd Gereserveerd SB05 Gereserveerd Gereserveerd SB06 IBDU externe lamp KL30 Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Relais ruitontdooiing achterin...
  • Pagina 187: Zekeringdoos Motorcompartiment

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos motorcompartiment De zekeringendoos in het motorcompartiment bevindt zich rechts van de compartimentswand onder aan de motorkap en achter de rechterkoplamp (gezien vanaf de voorkant van het voertuig). Specifi catie Let op Controleer voordat u het deksel van de zekeringendoos Code Specifi...
  • Pagina 188 Wat te doen in een noodsituatie Code Specifi catie Functie Code Specifi catie Functie SB03 Ruitontdooiing achterin SB23 Stroomvoorziening voor bandenreparatie Combi-instrument / SB24 Stoelverwarming SB04 entertainmentsysteem SB25 Luchtvering SB05 IGN-voeding Gereserveerd SB06 ACC-voeding Claxon SB07 Gereserveerd Gereserveerd SB08 Elektrisch pedaal Ruitenwisser vooraan SB09 ESP/ESP-klep...
  • Pagina 189 Wat te doen in een noodsituatie Code Specifi catie Functie Code Specifi catie Functie Zekeringendoos motorcompartiment / Gereserveerd airconditioning / OBD Gereserveerd Aanhangwagenmodule 1 Gereserveerd Aanhangwagenmodule 2 Gereserveerd ESP / EPS / SAS KL15 Gereserveerd Gereserveerd RLY1 Gereserveerd Gereserveerd RLY2 Relais claxon Gereserveerd RLY3...
  • Pagina 190: Zekeringdoos Accu

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringdoos accu Code Specifi catie Functie RLY17 Hogesnelheidsrelais hulpventilator De accuzekeringdoos bevindt zich bij de positieve accupool RLY18 Gereserveerd onder de bestuurdersstoel. RLY19 Relais aanjager voorin RLY20 Relais aanjager verwarming achterin RLY21 Gereserveerd RLY22 Gereserveerd RLY23 Gereserveerd...
  • Pagina 191: Zekeringen Vervangen

    Wat te doen in een noodsituatie Zekeringen vervangen Lampen vervangen Gebruik alleen vervangende zekeringen Voordat lampen worden vervangen, moeten het contact en de dezelfde specifi caties/nominale stroom. Montage verlichting worden uitgeschakeld om kortsluiting te voorkomen. van zekeringen die niet aan de specifi catie voldoen Bij het demonteren of monteren mag de lamp niet met de leidt tot schade aan het elektrisch systeem en kan handen worden aangeraakt.
  • Pagina 192 Onderhoud en service 190 Gepland onderhoud 190 Inspectie door de eigenaar 191 Motorkap 193 Onder de motorkap 193 Koelvloeistof 195 Remvloeistof 196 Sproeiervloeistof 197 Ruitensproeier 197 Wisserbladen 198 Accu 203 Hoogspanningsaccu 205 Banden 207 Veiligheidsgordels 208 Overig onderhoud...
  • Pagina 193: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service Gepland onderhoud Inspectie door de eigenaar Regelmatig onderhoud is onmisbaar om de zuinigheid, Hier volgen een aantal eenvoudige maar belangrijke controles veiligheid en betrouwbaarheid van uw voertuig te waarborgen. die u regelmatig moet uitvoeren voor u gaat rijden, om een U mag niet vergeten dat u er als eigenaar/gebruiker uiteindelijk betrouwbare en zuinige werking te verzekeren: verantwoordelijk voor bent om uw voertuig in een veilige,...
  • Pagina 194: Wekelijkse Controles Of Controle Voorafgaand Aan Een Lange Reis

    Onderhoud en service Wekelijkse controles of controle voorafgaand Motorkap aan een lange reis De motorkap openen • Controleer het peil van de vloeistoff en en vul zo nodig bij. 1 Trek in de richting zoals aangegeven in de afbeelding – Koelvloeistof tweemaal de ontgrendelingshendels van de voorklep onder –...
  • Pagina 195: De Motorkap Sluiten

    Onderhoud en service De motorkap sluiten 2 Til de motorkap op, gebruik uw linkerhand om de steunstang op te tillen en plaats het uiteinde ervan in de daarvoor Om de motorkap te sluiten, houdt u de voorkant van de bestemde opening in de motorkap. motorkap met één hand tegen terwijl u met de andere hand de steunstang uit de daarvoor bestemde opening haalt en horizontaal in de bevestigingspunten vastklemt.
  • Pagina 196: Onder De Motorkap

    Onderhoud en service Onder de motorkap Koelvloeistof Koelvloeistof is schadelijk indien het wordt ingeslikt. Laat koelvloeistof niet in contact komen met de ogen of huid. Als dat toch gebeurt, onmiddellijk overvloedig spoelen met water. Gebruik koelvloeistof met de juiste specifi catie. Ga nooit met het voertuig rijden als koelvloeistof met de verkeerde specifi...
  • Pagina 197: Inspectie En Bijvullen

    Onderhoud en service Inspectie en bijvullen Koelvloeistofreservoir voor accucirculatie Verwijder de reservoirdop niet wanneer het systeem warm is. Ontsnapte waterdamp of hete koelvloeistof kan letsel veroorzaken. Als er koelvloeistof moet worden bijgevuld terwijl het systeem heet is, wacht dan 10 minuten, leg een dikke doek over de dop van het reservoir en draai de dop langzaam linksom om de druk uit het reservoir te laten ontsnappen voordat u de dop verwijdert.
  • Pagina 198: Remvloeistof

    Onderhoud en service Remvloeistof Let op Neem snel mogelijk contact Als het peil aanzienlijk is gedaald, of als er vaak moet onderhoudsdealer als het peil van de remvloeistof worden bijgevuld, is er waarschijnlijk sprake van lekkage aanzienlijk is gedaald. Gebruik alleen nieuwe of oververhitting.
  • Pagina 199: Inspectie En Bijvullen

    Onderhoud en service Inspectie en bijvullen Sproeiervloeistof Controleer het remvloeistofpeil nadat de remmen zijn Inspectie en bijvullen afgekoeld, terwijl het voertuig op een vlakke ondergrond staat. Het remvloeistofpeil dat op het reservoir te zien is, moet zich Rijden zonder werkend ruitensproeiersysteem kan tussen de markeringen MAX en MIN bevinden.
  • Pagina 200: Ruitensproeier

    Onderhoud en service Ruitensproeier Wisserbladen Afstellen en reinigen Inspectie Zorg voordat u de sproeiers afstelt of reinigt eerst dat het Inspecteer de rand van het blad op ruwheid of schade en sproeierreservoir gevuld is. Reinig de sproeiers met een dunne controleer of het rubber over de hele lengte stevig vastzit.
  • Pagina 201: Accu

    Onderhoud en service Accu 4 Pak het nieuwe blad, steek het schuin in de sleuf, knijp de klemmen aan beide kanten samen en duw het in de sleuf. Waarschuwing voor de accu: Draag een beschermbril! accuzuur agressief. Draag beschermhandschoenen en een veiligheidsbril! Open vuur, vonken, sterk licht en roken zijn streng verboden! Tijdens het opladen van de accu kan een explosief...
  • Pagina 202 Onderhoud en service Keer de accu niet om, anders kan er zuur uit de Houd de juiste polariteit van de stroomvoorziening ontluchtingsopening lekken. vloeibaar aan. Alvorens het contact in te schakelen moet zuur in uw ogen terechtgekomen is, onmiddellijk gecontroleerd worden of de polariteit klopt. verschillende minuten lang spoelen met schoon Elke inschakeling moet minstens 5 seconden duren.
  • Pagina 203: Langdurige Stalling Van Het Voertuig

    Onderhoud en service Langdurige stalling van het voertuig Gebruik in de winter Als het voertuig langdurig geparkeerd moet worden, raakt Voor het gebruik van de accu in de winter gelden een aantal de accu leeg door het stroomverbruik van de elektrische strenge eisen.
  • Pagina 204: De Accu Opladen Met Een Acculader

    Onderhoud en service De accu opladen met een acculader Let op Laad nooit een bevroren accu op. Dat kan een • Houd kinderen uit de buurt van de accu, het accuzuur en explosie veroorzaken! Zelfs als de accu ontdooid de lader. is, kan er zuur uit de accu lekken en corrosie •...
  • Pagina 205: De Accu Uit Het Voertuig Nemen

    Onderhoud en service De accu uit het voertuig nemen De accu vervangen Zet het contact en alle elektrische apparaten uit voordat u de De accu in uw voertuig is gemaakt voor de daarvoor accu verwijdert. bestemde montageplaats. Zorg dat de vervangende accu hetzelfde voltage (12V), dezelfde afmetingen en hetzelfde Om de accu te verwijderen, moet eerst de negatieve kabel veiligheidslabel heeft.
  • Pagina 206: De Accu Plaatsen

    Onderhoud en service De accu plaatsen Hoogspanningsaccu Zet voordat u de accu plaatst het contact uit en schakel alle Instructies en beperkende voorwaarden elektrische apparaten uit. Zet de accu op zijn plaats en zet hem vast met de accubeugel. Sluit eerst de positieve kabel aan en Wanneer voertuig gestald...
  • Pagina 207 Onderhoud en service 3 Wanneer u het voertuig gebruikt, is het aan te raden om niet de hoogspanningsaccu elke 3 maanden langzaam volledig vaak hard op te trekken en af te remmen en zoveel mogelijk worden opgeladen en vervolgens tot 40~ 60% worden voor vlakke en droge wegen te kiezen.
  • Pagina 208: Banden

    Onderhoud en service Banden 10 Als het voertuig bij een ernstig ongeval betrokken is geraakt, moeten de inzittenden het voertuig zo snel mogelijk GEBREKKIGE BANDEN ZIJN GEVAARLIJK! Rij verlaten en moet u onmiddellijk contact opnemen met onze NIET in uw voertuig als een of meer banden te onderhoudsdealer.
  • Pagina 209: Slijtage-Indicator

    Onderhoud en service Slijtage-indicator worden gecorrigeerd. De druk moet worden gecontroleerd met een geschikte bandenspanningsmeter. Dit dient te gebeuren Alle originele banden zijn voorzien van een slijtage-indicator in wanneer de band koud is, in plaats van de druk te verlagen het loopvlak.
  • Pagina 210: Controle En Rotatie Van De Banden

    Onderhoud en service Controle en rotatie van de banden Veiligheidsgordels Om een gelijkmatige bandenslijtage te bereiken, wordt Inspectie aanbevolen om de banden elke 5.000 km te controleren en indien nodig de wieluitlijningsparameters te controleren bij De gordels zijn tevens voorzien van een gevoelige leeggewicht van het voertuig.
  • Pagina 211: Overig Onderhoud

    Onderhoud en service Onderhoud en service Overig onderhoud Probeer niet spaninrichting Het voertuig reinigen gespmechanisme repareren veiligheidsgordels op enigerlei wijze aan te passen. Druk het rempedaal bij de eerste rit nadat de auto is Veiligheidsgordels die tijdens een ongeval aan gewassen voorzichtig een paar keer in om het vocht mechanische belasting zijn blootgesteld, moeten van de remschijven te verwijderen.
  • Pagina 212: Corrosiewering Van De Onderkant

    Onderhoud en service • Wanneer het voertuig met een slang wordt gereinigd, mag Verwijder stof, vlekken vuil speciaal het water niet direct op de ramen, de deuren of, via de gaten reinigingsmiddel. Reinig lederen delen met een speciaal in de velg, op de remmen worden gespoten. reinigingsmiddel.
  • Pagina 213 Algemene technische specifi caties 212 Belangrijkste afmetingen van het voertuig 213 Voertuiggewicht 215 Dynamische prestatieparameters 216 Specifi caties aandrijfmotor 217 Technische specifi caties chassis 218 Aanbevolen vloeistoff en 219 Wielen en banden 220 Instellingen wieluitlijning...
  • Pagina 214: Algemene Technische Specifi Caties

    Algemene technische specifi caties Belangrijkste afmetingen van het voertuig Model EV65C-3510 EV65C-3520 EV65C-4520 Aandrijftype Voorwielaandrijving Voorwielaandrijving Voorwielaandrijving Lengte, mm 4.998 5.364 5.364 Breedte, mm 2.030 2.030 2.030 Hoogte, mm 1.990 1.990 2.390 Wielbasis, mm 3.000 3.366 3.366 Overhang voor/achter, mm 1.010/988 1.010/988 1.010/988...
  • Pagina 215: Voertuiggewicht

    Algemene technische specifi caties Voertuiggewicht Model EV65C-3510 Bruto 3.500 voertuiggewicht, kg Leeggewicht 2.280 2.355 2.300 2.375 2.310 2.390 2.330 2.410 voertuig, kg Asbelasting (voor-/ achterasbelasting 1.605/1.895 1.625/1.875 1.680/1.820 1.700/1.800 1.620/1.880 1.640/1.860 1.690/1.810 1.710/1.790 onder bruto voertuiggewicht), kg Passagierscapa- citeit Model EV65C-3520 Bruto 3.500...
  • Pagina 216 Algemene technische specifi caties Model EV65C-4520 Bruto 3.500 voertuiggewicht, kg Leeggewicht 2.380 2.455 2.395 2.475 2.410 2.490 2.430 2.510 voertuig, kg Asbelasting (voor-/ achterasbelasting 1.650/1.850 1.675/1.825 1.720/1.780 1.740/1.760 1.665/1.835 1.685/1.815 1.730/1.770 1.750/1.750 onder bruto voertuiggewicht), kg Passagierscapa- citeit...
  • Pagina 217: Dynamische Prestatieparameters

    Algemene technische specifi caties Dynamische prestatieparameters Model EV65C-3510 EV65C-3520 EV65C-4520 Capaciteit van 77 kWh 88,8 kWh 77 kWh 88,8 kWh 77 kWh 88,8 kWh hoogspanningsaccu Max. snelheid, km/h 90 (ECO-modus), 120 (andere modi) Max. snelheid achteruit, km/h Max. klimvermogen, Acceleratievermo- gen (acceleratietijd van 0 tot 50 km/h), seconden...
  • Pagina 218: Specifi Caties Aandrijfmotor

    Algemene technische specifi caties Specifi caties aandrijfmotor Model TZ202XSSQC Type Synchrone motor met permanente magneet Nominaal toerental, omw/min 4.215 Maximaal toerental, omw/min 15.000 Nominaal vermogen, kW Maximaal vermogen, kW Nominaal koppel, Nm Piekkoppel, Nm Werkspanning van de motor, V...
  • Pagina 219: Technische Specifi Caties Chassis

    Algemene technische specifi caties Technische specifi caties chassis Items Waarde Ophanging voor McPherson onafhankelijke ophanging Ophanging achter Niet-onafhankelijke bladveerophanging Type bladveer Paraboolbladveer Specifi caties van de bladveer 54/84, 70, 80, 100 (N/mm) Vereiste dynamische wielbalans Resterende dynamische onbalans aan beide zijden van het wiel dient minder te zijn dan 10 g Speling rempedaal binnen 10 mm Redelijk toepassingsbereik van...
  • Pagina 220: Aanbevolen Vloeistoff En

    Algemene technische specifi caties Aanbevolen vloeistoff en Item Specifi catie Capaciteit Koelvloeistof voor elektrisch D-35(-35°C) aandrijfsysteem, L Circulatiekoelvloeistof accu (77 kWh, D-35(-35°C) 10,5 88,8 kWh), L Remvloeistof, l Laike 901-4 DOT 4 Versnellingsbakolie, l Castrol BOT 352B1BEV 0,8 ± 0,05 Universele sproeiervloeistof met laag Ruitensproeiervloeistof, l vriespunt...
  • Pagina 221: Wielen En Banden

    Algemene technische specifi caties Wielen en banden Item Specifi catie Wielspecifi caties 6 1/2J×16, 6J×16 Bandenmaat 215/75R16C 215/65R16C Belastingsindex van de banden 116/114 109/107 Snelheidssymbool band Niet minder dan S (180 km/h) Niet minder dan T (190 km/h) Voertuigtype Bandendruk voor-/achterwiel (in 4,0/4,5 4,0/4,5 koude toestand), bar...
  • Pagina 222: Instellingen Wieluitlijning

    Algemene technische specifi caties Instellingen wieluitlijning Item Specifi catie 0,067°±0,75° Wielvlucht Absolute waarde van verschil tussen linker- en rechterwielen ≤0,75° 2,1°±0,75° Fuseelangshelling Absolute waarde van verschil tussen linker- en rechterwielen ≤0,75° Voorwielen 0,083°±0,083° Toespoor Absolute waarde van verschil tussen linker- en rechterwielen ≤0,1° 12,6°±0,5°...

Inhoudsopgave