• Winterse omstandigheden op de weg.
• Slecht weer met beperkt zicht en hellende wegen.
De rijstrookassistent inschakelen/uitschakelen
De LDW- en LKA-functie activeren
Selecteer Voertuigbediening → Rijhulpsysteem en vervolgens
Uit/Alarm/Alarm + LKA.
Activeren/deactiveren
De
functie
kan
geactiveerd
met
behulp
van
de
schakelaar
entertainmentsysteem of de LDW-schakelaar
middenconsole.
• Waarschuwing voor onbedoeld verlaten van de rijbaan (LDW)
Zet het systeem aan. Het berichtencentrum van het combi-
instrument ziet er als volgt uit:
De
rijstrookmarkeringen
van
het
combi-instrument
waarschuwingslampje"
154
Starten en rijden
of
gedeactiveerd
worden
"Aanpassen"
op
het
op de
op
het
berichtencentrum
zijn
wit
en
het
"LDW-
brandt wit.
Als de voertuigsnelheid hoger is dan 60 km/h en het
systeem de linker of rechter rijstrookmarkering detecteert,
zijn de rijstrookmarkeringen op het berichtencentrum
van het combi-instrument groen en brandt het "LDW-
waarschuwingslampje"
op
dat
moment
de
zonder de richtingaanwijzer te activeren, knippert dit
waarschuwingslampje geel en klinkt er een zoemer.
• Rijbaanassistentiesysteem
Zet het systeem aan. Het berichtencentrum van het combi-
instrument ziet er als volgt uit:
De LKA-statusmarkeringen op het berichtencentrum van het
combi-instrument
Als de snelheid van het voertuig hoger is dan 75 km/h
en de rijstrooklijnen normaal worden gedetecteerd, kan
de
rijstrookassistent
worden
statusmarkeringen
op
combi-instrument
waarschuwingslampje"
groen. Als het voertuig
oorspronkelijke
rijstrook
zijn wit.
ingeschakeld.
De
het
berichtencentrum
van
zijn blauw en het "LDW-
gaat blauw branden.
verlaat
LKA-
het