MIDI-mode
De ACC3-Part is een Arranger-Part, dus moeten we
het Arranger-niveau (of Arrng) kiezen:
2. Druk op [F2] om naar het Arranger-niveau te gaan.
3. Zorg met [PAGE] ▲▼ dat de melding "TX" in de
schuifbalk verschijnt.
"TX" is de Engelse afkorting voor "transmit" (zen-
den).
De Shift-parameter op deze pagina laat toe om de
MIDI-nootcommando's van de gekozen Part te trans-
poneren. Dit geldt echter enkel voor de commando's
die naar de MIDI OUT-connector van de EM-2000
worden gestuurd en dus niet voor de noten die de
EM-2000 zelf speelt.
4. Kies met de [DRUMS/PART]-regelaar de ACC3-
Part (Part= ACC3 A5).
5. Zet "Shift" met de [BASS/BANK]-regelaar op "–12".
"–12" vertegenwoordigt een transpositie van twaalf
halve toon (= één octaaf) naar omlaag – en dat is pre-
cies wat we hier nodig hebben.
Opgelet: Als de EM-2000 deze instelling moet "onthouden",
moet u ze in een MIDI Set opslaan (zie blz. 102).
6. Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Mas-
ter-pagina.
Andere MIDI TX-parameters
Part, Channel, Shift, Filter
Deze parameters zijn identiek aan de RX-parameters,
behalve dat het hele verhaal dit keer niet gaat over het
ontvangen van MIDI-commando's maar over het zen-
den (wanneer u op de EM-2000 speelt, Tones kiest,
enz.).
Opgelet: We raden u aan om voor elke Part hetzelfde TX
(zend-) en RX (ontvangst-) kanaal te kiezen, tenzij u een
goede reden hebt om het anders op te lossen. Op die manier
spoort u later snel problemen op, zoals Parts die geen MIDI-
commando's ontvangen of die MIDI-data op het "ver-
keerde" kanaal zenden.
Local (On, Off)
Zet Local op On (standaardinstelling) als u wilt dat de
EM-2000 reageert op de noten die u op het klavier
speelt. Als u Local op Off zet, stuurt u met de betref-
fende Part niet langer de interne klankbron aan. Nor-
maal laat u deze parameter op On staan.
100
13.5 MIDI-parameters (Param)
1. Druk, op de Master-pagina, op [F3] (MIDI).
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [F3]
(Param) drukt om naar de volgende pagina te gaan:
Op deze pagina vindt u verschillende parameters die
in feite niets met elkaar te maken hebben (de andere
MIDI-pagina's hebben steeds een "centraal thema").
Zie "MIDI-parameters (Param)" op blz. 71 in het
Referentieboek voor meer details.
Bruikbare transpositie van MIDI-nootcommando's
De TX Octave-parameter houdt verband met de Tone
die u kiest. Als u al eens een basklank hebt gekozen
voor de Upper1-Part in de Split Keyboard Mode, is het
u misschien opgevallen dat de noten die u speelt naar
omlaag worden getransponeerd, zodat u binnen het
bereik van de Upper1-Part toch lage basnoten kunt
spelen. Kiest u Relative, dan wordt deze interne (en
automatische) transpositie vertaald in nootnummers.
Speelt u dus een C4 (nootnummer 60), dan wordt
nootnummer 36 weergegeven en naar de MIDI OUT-
poort gezonden. De transpositie hangt af van de Tone
die u aan de Upper1-Part toewijst.
In de Absolute-mode daarentegen wordt gewoon het
MIDI-nootnummer van de toets waarop u drukt (bv.
nootnummer 60) naar de MIDI OUT-poort gezon-
den. Het voordeel van de keuze tussen Absolute en
Relative te is dat u een baslijn kunt spelen met de
Upper1-Part van de EM-2000 en deze kunt dubbelen
met een trompet van een extern instrument.
Opgelet: Wilt u de TX of RX Shift-waarde niet gebruiken,
zet dan de betreffende schakelaar op Off. Dat gaat heel wat
sneller dan alle Shift-waarden weer op "0" te zetten.
Ontvangen en verzenden van aanslagwaarden
De EM-2000 is uitgerust met een aanslaggevoelig kla-
vier en een klankbron die op aanslagcommando's kan
reageren. Aanslagcommando's ("Velo") vormen een
belangrijk deel van uw muzikale expressiemogelijkhe-
den, aangezien de kracht waarmee u een toets aanslaat
bepaalt hoe luid/helder of zacht/dof een noot klinkt.
Op die manier vertelt u de luisteraar iets over uw
gevoelens.
In een aantal gevallen is het echter beter de aanslagge-
voeligheid achterwege te laten, bijvoorbeeld wanneer
u niet-aanslaggevoelige instrumenten (zoals orgels)
wilt nabootsen. De EM-2000 stelt u in staat het zenden
(TX) en/of ontvangen (RX) van aanslagcommando's
in of uit te schakelen.