Editen
Parts uitschakelen (Mute)
Op de Mixer-pagina kunt u op Part Select
[M.DRUMS] drukken om de geselecteerde Part uit te
schakelen. De On-prompt onder de draairegelaar ver-
andert dan in Off, terwijl de Part-naam in de schuif-
balk in kleine letters wordt afgebeeld (bv. acc2).
1. Druk op [F1] (RTime) of [F2] (Arrng), naar gelang
u een Realtime- of Arranger-Part wilt uitschakelen.
2. Indien nodig, kunt u met de [PAGE] ▲▼ knoppen
de display-pagina kiezen die overeenkomt met de Part
die u wilt uitschakelen.
3. Druk op de Part Select [M.DRUMS] knop om Off
te selecteren.
4. Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Mas-
ter-pagina.
Opgelet: Verderop vindt u de overige functies van de Mixer-
pagina's.
Volume in de GM/GS-mode
Het systeem van de regelaars wordt ook in de Song-
mode toegepast, d.w.z. als de indicator van de [GM/
GS MODE]-knop oplicht, tijdens de weergave van een
Song of wanneer u een 16-Track Sequencer Song aan-
het editen bent. Als u dan op [VOLUME] drukt (indi-
cator licht op), ziet de Volume Global-pagina er als
volgt uit:
U kunt nu op [F2] drukken om naar de individuele
Upper-regelaars (en M.INT) te gaan of met [F3] de
Lower1- & Lower-2-Fader oproepen.
Opgelet: Er is geen aparte pagina voor de M.Drums-Part
omdat die hier overbodig is. Het volume van deze Part kunt
u namelijk op de Global-pagina instellen.
Gebruik de [BALANCE]-regelaar op het frontpaneel
om de balans tussen de Song-Parts (ACCOMP) en de
Realtime-Parts (KEYBOARD) in te stellen.
Opgelet: Met "Mute" op blz. 47 in het Referentieboek kunt
u de overbodige Song-Parts uitschakelen.
74
10.2 Panpot (stereopositie)
U kunt voor iedere Part een eigen positie in het stereo-
beeld geven. Zo zou het geen slecht idee zijn om de
Upper1-Part naar de linkeruitgang te sturen, terwijl u
de Upper2-Part naar de rechteruitgang stuurt. Stapelt
u nu Upper1 en Upper2 (door op SPLIT of WHOLE
RIGHT en op [UPPER1] en [UPPER2] te drukken),
dan hoort u een brede klank waarbij de Upper1-klank
uit de linker luidspreker komt, terwijl de Upper2-
klank uit de rechter luidspreker komt.
Opgelet: Zie "(EFX) Type" op blz. 23 in het Referentieboek
voor een andere toepassing van Pan in combinatie met het
Insert-effect (DSP EFX).
De Panpot-parameter van een Part stelt u als volgt in:
1. Druk, op de Master-pagina, op [F1] (Mixer) om de
Mixer-mode op te roepen.
2. Kies de Part-groep (Realtime of Arranger) door op
[F1] (RTime) of op [F2] (Arrng) te drukken.
3. Kies met de [PAGE] ▲▼ knoppen de Part waarvan
u de Pan-instelling wilt aanpassen.
4. Stel met de [ACCOMP/GROUP]-regelaar de
gewenste stereopositie in.
Kies een waarde tussen 1 en 63 om de Part verder naar
links te plaatsen, of tussen 65~127 om de Part verder
naar rechts te plaatsen. U kunt ook Rnd (Random)
kiezen, waardoor de Part willekeurig tussen het linker-
en het rechterkanaal heen en weer gaat. Om deze optie
te kiezen moet u de [ACCOMP/GROUP]-regelaar
helemaal naar links draaien.
Opgelet: De draairegelaars zijn snelheidsgevoelig. Hoe snel-
ler u eraan draait, hoe grotere waardesprongen u neemt. Zo
kunt u met een snelle draai van links naar rechts van Pan 1
naar Pan 127 springen. Hoe trager u draait, hoe kleiner de
waardesprongen waarmee u omhoog/omlaag gaat.
5. Blijf op de Mixer-pagina want daar speelt zich ook
het volgende verhaal af: