Chord Sequencer
Style Change
Dit is de functie waarmee u bepaalt wat de Chord
Sequencer allemaal moet opnemen. Deze functie noe-
men we Style Change (afgekort Stl Change).
In wat volgt leggen we uit wat de mogelijkheden van
deze functie zijn en hoe u ze instelt:
1. Druk, op de Master-pagina, op [F2] (Param) om de
Parameter-mode op te roepen.
2. Druk vervolgens op [F1] (Glbal) om naar de Glo-
bal-pagina te gaan.
3. Druk zo vaak op [PAGE] ▼ tot de volgende pagina
in het display verschijnt:
4. Schakel de functie met de [UPPER/VARIATION]-
regelaar in (On) of uit (Off).
On: All handelingen, die verband houden met de
Arranger, worden opgenomen. Hierbij horen:
• Style-keuze
• Division-keuze (d.w.z. wanneer u op [ENDING],
[TYPE] enz. drukt)
• Tempowaarde (evenals AUTO en LOCK) en -veran-
deringen
• Weergavevolume van de ACC-Parts (dat via de
Dynamic Arranger-functie wordt bepaald).
• Alle User Program-instellingen i.v.m. de Arranger.
• NTA-noten.
Off: De Chord Sequencer neemt enkel de NTA-noten
op. Bij de weergave van de Chord Sequence kunt u dus
probleemloos een andere Music Style kiezen.
In de meeste gevallen laat u deze parameter waar-
schijnlijk op On staan, zodat alle Arranger-informatie
wordt opgenomen door de Chord Sequencer. On is de
standaardinstelling voor deze functie. Wilt u enkel de
NTA-informatie opnemen, kies dan Off.
5. Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Mas-
ter-pagina.
Tip: Als u de Chord Sequencer gebruikt als voorberei-
ding van de begeleiding voor uw eigenlijke opname,
hoeft u zich bij die opname enkel nog op de melodie te
concentreren.
56
7.3 Realtime-opname
Hiermee bedoelen we dat de Arranger reeds loopt
wanneer u uw Chord Sequence begint op te nemen.
Om dit te kunnen doen moet u wel Stl Change op Off
instellen.
1. Start de weergave van de Arranger (zie blz. 39).
2. Druk één of twee tellen vóór de plaats waar de
opname moet beginnen op [REC●/STOP■].
De indicator van de [REC●/STOP■]-knop begint te
knipperen en licht vanaf de eerste tel van de volgende
maat op om aan te geven dat de Chord Sequencer aan
het opnemen is.
3. Zodra u alle akkoorden hebt gespeeld, drukt u op
Chord Sequencer [PLAY ®/STOP ■].
Op de eerste tel van de volgende maat keert de Chord
Sequencer terug naar het begin van de akkoordenreeks
die u zonet hebt gespeeld en herhaalt deze akkoorden
in een lus tot u op de [PLAY ®/STOP ■]-knop drukt.
Opgelet: Als u met de Chord Sequencer in Realtime wilt
opnemen en de akkoordenreeks in een lus wilt weergeven,
moet de Stl Change-functie op Off staan.
Wilt u de Chord Sequence die u net hebt opgenomen
niet meteen weergeven, druk dan op de Chord
Sequencer [PLAY ®/STOP ■]-knop.
Opgelet: De laatste Chord Sequence die u opneemt, voordat
u de EM-2000 uitschakelt, blijft in het geheugen bewaard
tot u een andere Chord Sequence opneemt.
Tip: U kunt Chord Sequences wegschrijven naar en
laden van disk. Dit doet u best voordat u een andere
Chord Sequence opneemt. Alleen dan kunt u de
Sequence in het geheugen later nog eens gebruiken.
7.4 Chord Sequence weergeven
Om een Chord Sequence weer te geven moet u op de
Chord Sequencer [PLAY ®/STOP ■]-knop drukken
(indicator licht op) en de Music Style op één van de
manieren starten die we reeds hebben besproken (zie
blz. 39).
Druk op Chord Sequencer [PLAY ®/STOP ■] om de
weergave van de Chord Sequence te stoppen. Houd er
wel rekening mee dat u hiermee niet de Arranger
stopt. Hoe u dát doet kunt u nalezen op blz. 39.