User Styles programmeren
3. Stop een floppy, een Zip-schijf (of MO enz.) in de
gewenste drive en druk (indien nodig) op Part Select
[M.BASS] (Device) om naar de Device-pagina te
springen. Zie blz. 17 voor het kiezen van een andere
drive (die hier Device heet).
4. Druk op Part Select [M.BASS] (Execute) uw Style
op disk te zetten.
Nogmaals, uw EM-2000 is multitasking. Zodra hij de
Style op disk aan het schrijven is, mag u deze pagina
dus verlaten:
5. Druk op Part Select [LOWER1] (➥UsrStl) om
terug te keren naar de User Style-mode.
6. Druk op [SHIFT]+[F1] om naar de eerste User
Style\Rec-pagina te gaan.
Andere Parts en divisies programmeren
U kunt nu verdergaan en de tweede Part opnemen –
waarschijnlijk de bas. Wilt u de hele rondleiding nog
een keer, ga dan naar blz. 85. Vergeet niet de toonaard
voor de bas te specifiëren (zie blz. 86).
U weet nu waarschijnlijk wel hoe u andere Parts
(ACC1~ACC6) moet opnemen. We gaan u dus laten
doen (zie "Nieuwe User Styles opnemen" op blz. 85).
Eens u de eerste divisie hebt afgewerkt, kunt u verder-
gaan met de overige divisies. Gebruik de kloonfunctie
(zie blz. 85) als u verschillende divisies in één keer wilt
opnemen.
Vergeet niet de Fills, Intro's en de Ending(s) op te
nemen om uw User Style volledig te maken.
Opgelet: De ABS-Part is monofoon. U kunt dus niet twee
noten tegelijk laten klinken.
Parts uitschakelen terwijl u andere
opneemt (Status)
Soms kunnen reeds opgenomen sporen u "in de weg
zitten" terwijl u nieuwe sporen opneemt. Gelukkig laat
de EM-2000 toe Parts uit te schakelen die u niet wilt
horen tijdens de opname.
Opgelet: De Status-functie geldt enkel voor de User Style-
mode. Bij de normale Arranger-weergave worden alle spo-
ren weergegeven. Dit is dus louter een functie die u helpt bij
het opnemen. Om een Part in de Arranger-mode uit te
schakelen verwijzen we u naar blz. 74.
Om sporen in de User Style-mode uit te schakelen gaat
u als volgt te werk:
1. Druk op de User Style\Rec-pagina op [PAGE] ▼ tot
u de volgende display-pagina te zien krijgt:
2. Kies de Part-/spoorgroep (1~4, 5~8) die u wilt uit-
schakelen met de [UPPER/VARIATION]-regelaar.
90
3. Gebruik de Part Select-knoppen om de Status van
de momenteel zichtbare Arranger-Parts op "On" of
"Off " (Mute) te zetten.
Opmerkingen
Van boven naar onder werken - programmeertips
Als u de voorgeprogrammeerde Styles aandachtig
beluistert, zult u merken dat de meeste divisies erg op
elkaar lijken. Als de ene divisie al wat "rijker" klinkt
dan de andere, heeft dat meestal te maken met het toe-
voegen van instrumenten aan Parts die verder identiek
zijn. Zo voegt de Advanced/Original-divisie misschien
een elektrische gitaar toe aan de drum-, bas-, en orgel-
partijen van het Basic-niveau, maar de drum-, bas-, en
orgelpartijen van het Advanced-niveau zijn meestal
identiek aan die van het Basic-niveau.
Neem dus eerst de meest complexe begeleiding op,
waarbij u alle andere Loop-divisies kloont (zie
blz. 85). Nu gaat u naar het Advanced/Original-niveau
en wist u de toeters en bellen (zie blz. 55 in het Refer-
entieboek). Daarmee is deze divisie al heel wat sober-
der dan die waarmee u bent gestart.
Vervolgens kunt u nu het Basic/Original-patroon kie-
zen en zowel de toeters en bellen als de schreeuwende
gitaar eruit halen.
Metronoom
In de User Style-mode hoort u tijdens de opname de
metronoom. Wilt u de metronoom ook horen terwijl
u beluistert wat u zonet hebt opgenomen, ga dan als
volgt te werk:
1. Druk, op de eerste User Style\Rec-pagina, op
[PAGE] ▼.
2. Stel met de [BASS/BANK]-regelaar de Mode op één
van de volgende waarden in:
Record: De metronoom klinkt enkel tijdens de
opname van de Style.
Play: De metronoom klinkt enkel tijdens de weergave
van de User Style in User de Style-mode.
Rec&Ply: De metronoom klinkt zowel tijdens de
opname als tijdens de weergave.
Always: De metronoom klinkt zelfs als de User Style
niet wordt weergegeven.
Lege sporen
Eens u een paar begeleidingspartijen hebt opgenomen,
herinnert u zich misschien nog moeilijk op welke spo-
ren zich reeds data bevonden. U kunt daar nochtans
gemakkelijk achter komen: voor sporen die reeds data
bevatten verschijnt de overeenkomstige naam in