Laten we even een voorbeeld bekijken: als het huidige
Style tempo op 100 is ingesteld, betekent de Fill Rit%
waarde "10%" dat, wanneer de [FILL RIT]-functie
ingeschakeld is, het tempo tijdens de Fill daalt tot 90.
Aan het einde van de Fill wordt echter weer het vorige
tempo ( = 100) opgeroepen.
Tempo Change% (5%~92%)
(Arranger-parameter) Met deze parameter definieert
u de tempoverandering die op de normale Style-weer-
gave kan worden toegepast. Meer bepaald gaat het om
de waarde die bereikt wordt als de voor CPT (zie ver-
derop) ingestelde duur verstreken is. Tempo Change%
geldt zowel voor de [RIT] (vertraging) als de [ACC]
(versnelling) functie. Ook dit kan enkel als u op één
van deze twee knoppen drukt (de betreffende indica-
tor moet oplichten).
Tempo Change CPT (15~3825CPT)
(Arranger-parameter) De CPT waarde bepaalt hoe
lang het duurt voordat de Tempo Change% functie
het nieuwe tempo bereikt. Aangezien een kwartnoot
overeenkomt met 120CPT, raden we u aan telkens met
deze waarde als basis te werken, bv. 240 (één 2/4
maat), 360 (één 3/4 maat), 480 (één 4/4 maat) enz.
7.3 Parameter\Global\3
A
Master-pagina: [F2] (Param)
[F1] (Glbal)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 3)
Metron
(Algemene parameter) Met deze functie kiest u de uit-
gang via dewelke de metronoom wordt weergegeven.
Hierbij gaat het om de algemene metronoom, te weten
degene die klinkt tijdens de weergave van een Song of
een Style. Deze metronoom kunt u ook gebruiken om
een drummer e.d. een ritmische houvast te geven.
Mogelijkheden: MDR, MIDI, ALL. Zie ook "Metro-
noomuitgang (Metron)" op blz. 36 in de Gebruikers-
handleiding.
De metronoom van de User Style mode (zie blz. 50)
kan afzonderlijk geprogrammeerd worden.
Count-In
(Arranger-parameter) Met deze parameter kiest u hoe
de aftel wordt weergegeven. De aftel kan bv. in de
Song-mode gebruikt worden (zodat de EM-2000 één
maat aftelt voordat de weergave van een Song begint).
Bovendien wordt de aftel altijd in de User Style-mode
gebruikt.
Roll Resolution
(Manual Drums Part) Met deze parameter kiest u de
resolutie (onderverdeling) van de Roll functie:
1/16
3
1/16t
1/16s
swing
De fabrieksinstelling is 1/16. Zoals reeds aangestipt in
de Gebruikershandleiding, kan de keuze van "1/32" of
zelfs nog kortere noten een knetterend geluid i.p.v. een
roffel tot gevolg hebben. Kies de resolutie dus steeds in
functie van het tempo waarvoor de roffel moet dienen.
Hoe sneller de Style- of Song-weergave, hoe langer de
nootwaarde die u hier zou moeten kiezen – als u ten-
minste uit bent op een natuurlijke roffel.
Stl Change
(Chord Sequencer parameter) Met deze parameter
kunt u bepalen wat de Chord Sequencer precies moet
opnemen (see page 56 in the Player's Guide). Kies On
als de Chord Sequencer alle instellingen voor de
Arranger (Style keuze, volume van de Arranger Parts,
tempoveranderingen enz.) eveneens moet opnemen.
Kies Off als de Chord Sequencer enkel de NTA-noten
moet opnemen.
7.4 Param\Glbal\4
A
Master-pagina: [F2] (Param)
[F1] (Glbal)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 4)
Chord Family Assign
(Arranger-parameter) Deze pagina is helemaal gewijd
aan te toewijzing van "complexe" akkoorden aan één
van de drie modes (majeur, mineur, septiem) van de
Arranger. Als het geselecteerde User Program of de
huidige registratie nog helemaal geen akkoordtoewij-
zing bevat, kunt u enkel Chord-geheugen 1 kiezen. U
moet Chord-geheugen 1 eerst aan een akkoord toewij-
zen voordat u het tweede geheugen kunt kiezen enz. U
kunt dan wel van geheugen naar geheugen 1 terug-
gaan.
Chord: Hier verschijnt het nummer van het geselec-
teerde Chord-geheugen. Speel een akkoord in het
akkoordherkenningsgebied. De naam van dat akkoord
verschijnt nu rechts naast het geheugennummer.
Family: Na het akkoord gespeeld te hebben moet u de
Family-parameter gebruiken om dat akkoord aan één
van de drie modes (Maj, Min of 7th) toe te wijzen. Als
EM-2000 – Referentieboek
1/32
3
1/32t
1/32s
swing
25