Parameter-mode
u dit akkoord daarna in het akkoordherkenningsge-
bied van het klavier speelt, klinkt de begeleiding van
de Mode die u hier aan dat akkoord toegewezen hebt.
Gebruik deze parameter dus om de "6", "7/11" enz.
families toe te wijzen aan een bepaalde Mode.
Waarschijnlijk herinnert u zich nog dat de Modes in
feite "onzichtbare" Divisions zijn, terwijl u de andere –
Basic/Original, Advanced/Variation enz. – via het
frontpaneel of een optionele FC-7 gekozen kunnen
worden.
Alteratn: Met de Alteration-parameter bepaalt u of uw
"complexe" akkoorden reeds tijdens een Intro (In) of
Ending (Ed) worden gespeeld. Kiest u On, dan heeft
het complexe akkoord dat u vóór de weergave van de
Intro speelt een duidelijke invloed op de hele akkoor-
denreeks van de Intro (of Ending). Dat kan soms zo
uitgesproken zijn dat u begint te twijfelen aan de
"kwaliteiten" van uw EM-2000.
In de meeste gevallen kiest u daarom waarschijnlijk
Off, zodat uw favoriete G7 5 enz. akkoord pas omgezet
wordt nadat de Intro is afgelopen (of helemaal geen
invloed heeft op de weergave van het Ending-
patroon).
7.5 Param\Glbal\5
A
Master-pagina: [F2] (Param)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 5)
Acc Wrap: Part en Range
In de Gebruikershandleiding hadden we het er al over
dat de Wrap-parameter kan zorgen dat de weergave
van een Style op een manier kan gebeuren dat de bas
bv. altijd in een natuurlijk bereik klinkt. Zie "Muzikale
Style-weergave: Wrap" op blz. 81 in de Gebruikershan-
dleiding voor meer details.
Part (ABS, AC1~AC6):
Part-parameter kiest u de Arranger-Part waarvan u de
Range instelling wilt wijzigen.
Range: Natural: De Arranger speelt alle noten van de
betreffende Part op een "natuurlijke" toonhoogte.
Noten die te hoog of te laag zijn, worden een octaaf
lager/hoger getransponeerd.
Full: In dit geval worden de noten van het begelei-
dingsspoor precies weergegeven zoals u ze opgenomen
had. Deze stand is bv. nuttig als u de User Style-mode
gebruikt om sequences op te nemen.
26
[F1] (Glbal)
Arranger-parameter) Met de
(
Song Set Play
Met de Song Set Play-functies bepaalt u hoe de geko-
zen Song Set weergegeven wordt (zie blz. 15).
7.6 Param\Tune\1
A
Master-pagina: [F2] (Param)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 1)
Master Tune (415.3Hz~466.2Hz)
(Algemene parameter) De Master Tune-parameter
beïnvloedt de toonhoogte van de hele EM-2000.
Gebruik deze parameter om uw EM-2000 af te stem-
men op akoestische instrumenten die moeilijk of niet
te stemmen blijken. In alle andere gevallen zet u deze
parameter het best op 440.0Hz, omdat dát de stan-
daardwaarde is voor de meeste muziekinstrumenten.
De Master Tune instelling wordt eveneens in een User
Program opgeslagen.
Transpose Mode
(Algemene parameter) De Transpose Mode-parameter
dient om te bepalen welke sectie of welk deel van uw
EM-2000 getransponeerd mag worden als u op de
[TRANSPOSE]-knop drukt (indicator licht op).
Int: Als de [TRANSPOSE]-indicator oplicht, worden
enkel de Realtime- en Arranger-Parts getransponeerd.
Song: Enkel de Song-Parts worden getransponeerd.
MIDI: Als de [TRANSPOSE]-indicator oplicht, wor-
den enkel de noten, die via MIDI IN worden ontvan-
gen, getransponeerd. Dit komt ongeveer op hetzelfde
neer als de Rx Shift-parameter in de MIDI mode (zie
blz. 67).
Int+Song: Als de [TRANSPOSE]-indicator oplicht,
worden de Realtime- en Arranger-Parts alsook de
Recorder Song-Parts getransponeerd.
Int+MIDI: Als de [TRANSPOSE]-indicator oplicht,
worden de Realtime- en Arranger-Parts alsook alle
noten, die via MIDI worden ontvangen, getranspo-
neerd.
Song+MIDI: Als de [TRANSPOSE]-indicator oplicht,
worden de Recorder Song-Parts alsook alle noten, die
via MIDI worden ontvangen, getransponeerd.
All: Alle Parts en ontvangen nootcommando's worden
getransponeerd.
De Transpose-functie is dus bijzonder flexibel. In de
regel zal u waarschijnlijk kiezen voor Int+Song of All.
Int zou handig kunnen zijn als u enkel de Realtime-
Parts wilt transponeren om op die manier in "uw"
toonaard te spelen, terwijl u zich door een Song in een
andere toonaard laat begeleiden.
[F2] (Tune)