Download Print deze pagina

Aftertouch Gebruiken Om Arranger-Patronen Te Kiezen - Roland EM-2000 Gebruikershandleiding

Advertenties

De lengte van de Intro hangt af van de Style die u hebt
gekozen. Sommige Intro's duren twee maten, andere
acht maten, enzovoort. U kunt de Intro-functie ook
met Sync Start combineren (zie hieronder).
Tijdens de weergave van de Intro knippert de indica-
tor van de gekozen divisie (Original of Variation) om
aan te geven welke van deze twee divisies de Arranger
zal kiezen na de Intro. De keuze kunt u nog tijdens de
weergave van de Intro veranderen, door op [ORIGI-
NAL]/[VARIATION] of [TYPE] te drukken.
Opgelet: U kunt ook ergens in het midden van een nummer
op [INTRO] drukken. In dat geval blijft de indicator knip-
peren tot aan het einde van de huidige maat en licht hij op
de eerste tel van de volgende op om aan te geven dat de
Arranger de Intro aan het spelen is.
Tip: U kunt een Intro zo vaak laten herhalen als u wilt.
Druk gewoon nog een keer op de [INTRO]-knop ter-
wijl de Intro wordt weergegeven. Doet u dat bijvoor-
beeld op de vierde tel van de eerste maat, wordt de
Intro in de tweede maat herhaald. Natuurlijk zal dit
slechts bij een aantal Intro's muzikale resultaten ople-
veren (ze mogen bijvoorbeeld niet met een drumroffel
beginnen enz.). In de gevallen waar het wel goed
klinkt kunt u deze mogelijkheid combineren met de
Fade Out-functie (zie blz. 45) om een origineel einde
aan uw songs te breien.
Als u tijdens de weergave van een Style op [ENDING]
drukt, begint de indicator te knipperen tot aan het
einde van de huidige maat. Op de eerste tel van de vol-
gende maat blijft de indicator branden en geeft daar-
mee aan dat de Arranger nu het Ending-patroon
weergeeft. Een Ending is een slotfrase die muzikaal
aansluit bij de rest van de Style. De lengte van de
Ending hangt weerom af van de Style die u hebt gese-
lecteerd.
Na het Ending patroon stopt de weergave van de Style.
Aftertouch gebruiken om Arranger-patro-
nen te kiezen
Een andere manier om een Type, een andere Division
of een Fill te kiezen is door dit via de Aftertouch van
de EM-2000 te doen. Natuurlijk kunt u telkens maar
één van de volgende opties kiezen omdat meerdere
toewijzingen –zoals voor de Realtime-Parts (zie
blz. 35) – de Arranger in de war zouden brengen.
Opgelet: Als u "12-Arranger" kiest, worden de Aftertouch-
instellingen voor de Realtime-Parts (zie blz. 35) niet gewist.
De gewenste Arranger-functie kiest u als volgt:
1. Druk, op de Master-pagina, op [F2] (Param) om de
Parameter-mode op te roepen.
2. Druk op [F3] (Cntrl) om het Control-niveau
(Cntrl) van de Parameter-mode te kiezen.
3. Kies met [PAGE] ▲▼ de vijfde Parameter Control-
pagina.
4. Zet Parameter met de [ACCOMP/GROUP]-rege-
laar op 12-Arranger. Het display zou er nu als volgt
moeten uitzien:
De benaming in het Part-veld luidt nu ARR, omdat de
Arranger-toewijzing natuurlijk betrekking heeft op de
Arranger. Bovendien verdwijnt de [ON]-schakelaar.
Als u de Arranger dus niet via de Aftertouch wilt
instellen, moet u voor Value "Off " kiezen.
5. Kies met de [UPPER/VARIATION]-regelaar de
schakelfunctie die u via de Aftertouch wilt bedienen.
Off: U kunt de Aftertouch niet gebruiken om de
Arranger in te stellen.
B/A: Keuze van het Basic- of Advanced-niveau.
O/V: Keuze van het Original- of Variation-niveau.
FO/FV: De eerste keer wordt de Fill-In To Original
gestart, de tweede keer de Fill-In To Variation.
To Prev: Dezelfde functie als de [TO PREVIOUS]-
knop.
Int en End: Dezelfde functie als de [INTRO]- of
[ENDING]-knop. Als de Arranger momenteel niet
weergeeft, kunt u via de Aftertouch de Intro kiezen.
Tijdens de weergave kunt u via de Aftertouch het
Ending-patroon oproepen.
Opgelet: Ook Aftertouch-commando's die buiten het
akkoordherkenningsgebied gegenereerd worden (zie ver-
derop) geven een schakelingsimpuls.
6. Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Mas-
ter-pagina.
EM-2000 – Gebruikershandleiding
41

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Roland EM-2000