Disk-mode
11.3 Rename
Met de Rename-functies kunt u de naam wijzigen van
een bestand dat zich bevindt op de diskette die in de
disk drive van de EM-2000 steekt. Houd er wel reke-
ning mee dat u aan het geselecteerde bestand geen
naam kunt geven die al door een ander bestand op de
disk wordt gebruikt.
Probeert u toch een bestaande naam aan een ander
bestand te geven, dan maakt het display u erop attent
dat dit niet kan:
Druk op Part Select [M.DRUMS] (REPLACE) om het
andere bestand te overschrijven, of op Part Select
[UPPER2] (Exit) om een andere naam aan het huidig
geselecteerde bestand toe te wijzen.
Rename Style
A
Master-pagina: [F5] (Disk)
[F3] (Rname)
[PAGE] ▲▼ (kies STYLE)
Op de eerste Rename Style-pagina kiest u de User Style
op diskette waaraan u een andere naam wilt geven.
Eens die keuze gemaakt is mag u op Part Select
[UPPER2] (Proceed) drukken om naar de tweede
pagina te gaan.
Device: Hiermee kiest u de disk die het bestand bevat
waar u een andere naam aan wilt geven. Als u op Part
Select [M.DRUMS] drukt, springt u naar de Device-
pagina waar u de benodigde datadrager kunt kiezen.
Zie blz. 10 voor meer details.
Style Name en File Name
Style Name is de naam waarvan de EM-2000 voor zijn
"interne huishouding" gebruik maakt. Dit is dus niet
de "officiële" naam van de Style in kwestie (met "offi-
cieel" bedoelen we de naam waarmee de Style op disk
door het leven gaat). De Style Name is in feite niet
76
meer dan een User Style-parameter die u op deze dis-
play-pagina instelt. De naam die u hier instelt krijgt u
vervolgens te zien op alle display-pagina's met een
Style Name venster.
Maar wat is nu het verschil? File Name is een MS-
®
DOS
parameter, wat inhoudt dat u enkel hoofdletters
kunt gebruiken. Al die "hoofdletternamen" zijn echter
niet altijd even aangenaam of leesbaar. Daarom kunt u
voor "intern gebruik" een prettiger ogende Style Name
vastleggen, waarbij u wel kleine letters kunt gebruiken
(omdat Style Name deel uitmaakt van de User Style-
parameters).
Opgelet: Hoewel dit best mogelijk is, raden we u ten sterkste
af verschillende namen te kiezen voor Style Name en File
Name. Daarmee schept u namelijk al snel verwarring.
File Name: Zie blz. 74 voor meer details.
Execute: Druk op Part Select [LOWER1] om de
nieuwe namen naar de disk weg te schrijven.
Rename User Program Set, MIDI Set,
Chord Sequence
A
[F3] (Rname), [PAGE] ▲▼
Master-pagina: [F5] (Disk)
We gaan nu drie functies tegelijk behandelen omdat
ze, uitgezonderd het feit dat ze op verschillende
bestandstypes werken, identiek zijn. Zorg wel dat u
steeds de juiste pagina kiest met de [PAGE] ▲▼ knop-
pen: USR PRG (User Program Sets), MDI SET (MIDI
Set) of CHR SEQ (Chord Sequence).
Deze pagina's dienen om de respectievelijke bestands-
types op disk een andere naam te geven.
Opgelet: Een User Program Set kunt u ook in de Parameter-
mode (zie blz. 53 in de Gebruikershandleiding) een andere
naam geven.
Device: Hiermee kiest u de disk die het bestand bevat
waar u een andere naam aan wilt geven. Als u op Part
Select [M.DRUMS] drukt, springt u naar de Device-
pagina waar u de benodigde datadrager kunt kiezen.
Zie blz. 10 voor meer details.
Select: Kies het bestand waarvan u de naam wilt ver-
anderen met de [ACCOMP/GROUP]-regelaar.
File Name: Met Part Select [UPPER2] en UPPER1]
kunt u de cursor naar de gewenste positie brengen en
met de [LOWER/NUMBER]- of [UPPER/VARIA-
TION]-regelaar een teken voor deze positie kiezen.
Voor het schrijven van de naam kunt u ook de knop-
pen van de TONE/USER PROGRAM-sectie gebruiken
(zie blz. 25 in de Gebruikershandleiding).
Execute: Druk op Part Select [LOWER1] om de
nieuwe naam naar de disk weg te schrijven.