Division: Met de [LOWER/NUMBER]-regelaar kiest
u de Division voor het patroon: Or (Original) of Var
(Variation), FO (Fill-In To Original), FV (Fill-In To
Variation), In (Intro) of Ed (Ending). Als u een optie
met een "=" kiest, worden verschillende patronen
tegelijk aangemaakt.
Execute: Na instellen van al deze parameters hoeft u
enkel nog op Part Select [UPPER1] te drukken om de
conversie te starten. In het veld helemaal rechts ziet u
dat uw User Style tijdelijk in het Style RAM-geheugen
van de EM-2000 (D88) wordt opgeslagen.
Als dat geheugen nog geen data bevat, zijn het huidige
tempo en de maatsoort van het fragment bepalend
voor de User Style. Als D88 al data bevat, krijgen de
nieuwe patronen dezelfde maatsoort en tempo als de
Style-data in het D88-geheugen.
Opgelet: Vergeet niet uw User Style op een floppy, Zip-schijf
e.d. op te slaan.
Init
A
[SONG TOOLS]
Part Select [M.DRUMS]
Kies deze pagina om de momenteel in het Song RAM-
geheugen aanwezige Song te wissen en voor alle spo-
ren weer de fabrieksinstellingen op te roepen. Tijdens
het initialiseren kunt u de maatsoort en het tempo
voor de nieuwe Song instellen. Verder kunt u, door het
Song-geheugen te initialiseren, weer met een schone
lei beginnen – ditmaal echter met twee drumsporen.
Lees deze waarschuwing aandachtig en denk goed na
of u de Song wel degelijk wilt wissen. Is dat het geval,
druk dan op Part Select [UPPER1] (Proceed).
Time Sign: Kies met de [DRUMS/PART]-regelaar de
maatsoort (1/2~32/16).
Tempo: Kies met de [BASS/BANK]-regelaar het aan-
vankelijke tempo van de nieuwe Song ( = 20~250).
2nd Drum Track: Met deze parameter ([UPPER/
VARIATION]-regelaar) kunt u een tweede drumspoor
kiezen dat op dezelfde manier werkt als spoor 10. Zie
ook "Twee drumsporen gebruiken (Init)" op blz. 67 in
de Gebruikershandleiding.
Kies Off als u geen tweede drumspoor nodig hebt, of
stel het nummer van het gewenste spoor in. "10" kunt
u niet kiezen omdat dat spoor altijd als drumspoor
fungeert.
A
[F3]
Execute: Druk op Part Select [UPPER2] (Execute) om
het Song-geheugen echt te initialiseren (dat hebt u tot
nu toe nog niet gedaan). Het display beeldt nu "Execu-
ting" af en springt dan weer naar de REC 1-pagina.
Alle sporen worden nu als volgt geïnitialiseerd:
Volume 100, Expression 127, Tone Piano 1 (Standard 1
Set voor spoor 10 en het tweede drumspoor), Panpot
64, Reverb 40, Chorus 0, Delay 0 (niet beschikbaar
voor drumsporen).
Opgelet: Als u het Song-geheugen toch liever niet initialis-
eert, drukt u op Part Select [M.BASS] (Exit) om terug te
keren naar de "3 Init" pagina.
Opgelet: Vergeet niet de gewenste effecten voor de beschik-
bare processors te programmeren (zie blz. 20) voordat u de
eerste partij opneemt.
Opgelet: Als uw Song compatibel moet blijven met oudere
Sound Canvas en alle GM-modules, kiest u het best geen
tweede drumspoor.
Editfuncties van de 16-sporen sequencer
De Edit-mode van de 16-sporen sequencer biedt acht
functies: Erase, Delete, Insert, Quantize, Transpose,
Change Velo, Change Gate Time en Track Shift.
Als u één van deze functies hebt gekozen en u bedenkt
dan dat u ze toch niet wilt gebruiken, druk dan op Part
Select [UPPER1] (Rec) of [F5] (Exit) voordat u op
Part Select [M.DRUMS] (Execute) drukt.
De parameters van de editfuncties zijn verdeeld over
twee of drie display-pagina's die u kiest met de
[PAGE] ▲▼ knoppen. Aanvankelijk is het misschien
moeilijk om de juiste waarde voor het gewenste resul-
taat te vinden. Hier zijn alvast enkele richtlijnen:
• Kies de sporen die u wilt wijzigen.
Kies het bereik (From Bar, Beat, CPT~To Bar, Beat,
CPT) voor de editoperatie.
• Voer in wat en hoe u het wilt veranderen.
• Voer de operatie uit door op Part Select [M.DRUMS]
(Execute) te drukken.
Opgelet: Als u de originele Song wilt bewaren, moet u die
nu op diskette zetten, vóór u verdergaat. Zie "Wegschrijven
van uw Song" op blz. 63 in de Gebruikershandleiding.
Track Erase
A
[SONG TOOLS]
Part Select [M.DRUMS]
Track Erase laat toe om bepaalde data te verwijderen –
hetzij van een volledig spoor (of meerdere sporen),
hetzij slechts van een deel van een spoor. Als u All kiest
en dan noten wist, vervangt Erase de verwijderde
noten door rusten, zodat u achteraf met een aantal
lege maten zit. Als u ook de maten zelf wilt wissen,
gebruik dan Track Delete (zie verderop).
EM-2000 – Referentieboek
A
A
[F4]
[F1]
37