Times (1~99): Hiermee stelt u het aantal kopieën dat
moet worden gemaakt. De waarde "3" betekent bij-
voorbeeld dat u driemaal hetzelfde fragment hoort,
waarbij de tweede kopie aan het einde van de eerste
wordt geplaatst enz.
Execute: Druk op Part Select [M.DRUMS] om de
gekozen brondata te kopiëren.
9.9 User Style Edit-mode
De meeste display-pagina's van de User Style Edit-
mode bieden een ➥REC-functie die toelaat om naar
de eerste User Style\Rec-pagina terug te springen.
Gebruik deze functie als u na het editen meteen nieuw
materiaal wilt opnemen.
Voor sommige functies kunt u het datatype kiezen dat
moet worden geëdit. Als dat het geval is, kunt u één
van de volgende opties kiezen.
Parameter
Verklaring
All
Alle hierna vernoemde parameters
Note
Noot-aan/uit-commando's
Modul
Modulatiecommando's (CC01)
PanPt
Panpot-commando's (stereopositie, CC10)
Expre
Expressiecommando's (relatief volume, CC11)
Revrb
Reverb-diepte (CC91)
Chrus
Chorus-diepte (CC93)
PChng
Programmakeuze-commando's
PBend
Het Pitch Bend-interval (d.w.z. de toonhoogte-
buiging die u verkrijgt door de Bender-hendel
helemaal naar links of rechts te schuiven).
NRPN
Niet vastgelegd parameternummer. Een bij-
zonder type MIDI-commando voor het instel-
len van parameterwaarden. Wordt enkel uitge-
voerd door GS-instrumenten.
Track Erase
A
Master-pagina: [F4] (UsrStl)
[F4] (Edit)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 1)
Track Erase laat toe om bepaalde data te verwijderen –
hetzij van een volledig spoor (of meerdere sporen),
hetzij slechts van een deel van een spoor. Als u All kiest
en dan noten wist, vervangt Erase de verwijderde
noten door rusten, zodat u achteraf met een aantal
lege maten zit. Als u ook de maten zelf wilt wissen,
gebruik dan Track Delete (zie blz. 56).
Track (1ADR~8AC6, All): Hiermee kiest u het te edi-
ten spoor. U kunt ook All kiezen, wat betekent dat alle
sporen van het gekozen patroon worden geëdit.
Mode: Dient voor het kiezen van de Mode die u wilt
editen: Maj (majeur), min (mineur) of 7 (septiem).
A
[F1] (Erase),
Type: Hiermee kiest u Type dat u gaat editen: Bsc
(Basic) of Adv (Advanced).
Division: Met deze parameter kiest u de divisie van
het patroon: Or (Original) of Var (Variation).
Style: In dit veld komt u te weten waar de editoperatie
plaatsvindt: in het Style RAM-geheugen (D88) van de
EM-2000.
Execute: Druk op Part Select [M.DRUMS] om de data
meteen te editen. De navolgende parameters laten toe
het bereik van de editoperatie te beperken. Als u het
hele patroon wilt bewerken, hoeft u die parameters
niet in te stellen. Bevestig dan meteen het commando
door op Part Select [M.DRUMS] te drukken.
Edit\Erase\2-pagina
A
A
Master-pagina: [F4] (UsrStl)
[F4] (Edit)
[PAGE] ▲▼ (kies pagina 2)
From/To: Met de [DRUMS/PART]-regelaar kiest u het
"To"- of "From"-niveau. From heeft betrekking op de
plaats waar de editoperatie moet beginnen. Die positie
bepaalt u aan de hand van de maat (Bar), tel (Beat) en
CPT. To slaat op de positie waar de editoperatie moet
eindigen (Bar-Beat-CPT waarde). Controleer altijd of
u het juiste niveau (From of To) gekozen hebt voordat
u de volgende parameters instelt.
Bar (1~9999): Hier kiest u de maat. Standaard worden
voor From en To respectievelijk het begin en het einde
van het gekozen spoor ingesteld. To heeft altijd betrek-
king op het einde van het langste spoor.
Beat (1~[aantal tellen per maat]): Met deze parame-
ter specifieert u de tel. Het aantal selecteerbare tellen
staat in functie van de maatsoort van het gekozen
patroon.
CPT: Hiermee specifieert u de CPT-positie van het
begin en het einde. Doe dat echter alleen als u niet alle
data van de eerste en/of laatste maat nodig hebt. De
Micro-mode laat bovendien toe de data stap voor stap
(of Event voor Event) te editen, wat veel nauwkeuriger
is omdat u daar de Events ook daadwerkelijk ziet (zie
blz. 59).
Data Type: Hiermee kiest u het type van de data die
moeten worden geëdit. Zie de tabel op blz. 55 voor een
overzicht van de editeerbare datatypes.
Execute: Druk op Part Select [M.DRUMS] om de data
meteen te editen. De navolgende parameters laten toe
het bereik van de editoperatie te beperken. Als u het
hele patroon wilt bewerken, hoeft u die parameters
niet in te stellen. Bevestig dan meteen het commando
door op Part Select [M.DRUMS] te drukken.
EM-2000 – Referentieboek
[F1] (Erase)
55