MIDI-mode
Sostn: Sostenuto-commando's (CC66)
Soft: Soft-commando's (CC67)
Revrb: Reverb Send-commando's (CC91)
Chrus: Chorus Send-commando's (CC93)
Delay: Delay Send-commando's (CC94)
CAF: Kanaal-Aftertouch
RPN: Geregistreerd parameternummer (CC100/101)
NRPN: Niet-geregistreerd parameternummer (CC98/
99)
SysEx: SysEx-commando's (System Exclusive)
CC16 & CC17: Source 1- en 2-instellingen.
C32= 0: Wat moet er gebeuren als het CC32 com-
mando ontbreekt of gelijk is aan 0? Voor deze parame-
ter kunt u enkel Old, G-800 of EM kiezen. U het com-
mando dus niet gewoon filteren. (Dit filter werkt enkel
op de ontvangst.)
Opgelet: Zie "MIDI-commando's die de EM-2000 gebruikt"
op blz. 65 voor meer details over deze MIDI-commando's.
Limit (High, Low: C-1~G9)
Met deze parameters (High en Low) bakent u de reeks
noten af die u wilt ontvangen. Zorg dus dat noten die
u niet op het geselecteerde MIDI-kanaal wilt ontvan-
gen buiten dit bereik vallen. Dat is bv. noodzakelijk
wanneer u de EM-2000 via een MIDI-accordeon aan-
stuurt die de bas- en akkoordnoten op hetzelfde
MIDI-kanaal zendt. Hiervoor zou u de Song-Parts
(MIDI Port B®) kunnen gebruiken – en de EM-2000
nog steeds op dezelfde vertrouwde manier bespelen.
Om de bovengrens (High) in te stellen drukt u eerst
op Part Select [UPPER1] tot High boven de regelaar
op het scherm verschijnt. De ondergrens kiest u door
op Part Select [UPPER1] te drukken tot Low ver-
schijnt. De waarde stelt u in beide gevallen in met de
[UPPER/VARIATION]-regelaar.
Opgelet: U kunt geen hogere ondergrens kiezen dan de
bovengrens (en vice versa). Als de grenzen aan elkaar gelijk
zijn kiest u, door de Low-waarde te verhogen, ook een
hogere High-waarde.
Opgelet: Het bereik van een aantal instrumenten begint bij
C-2 en eindigt bij G8 (in plaats van C-1 en G9). In die
gevallen zal u soms een octaaf moeten "toevoegen" aan de
waarde die u op het scherm van uw computer of externe
sequencer ziet.
68
10.3 MIDI TX-parameters
A
Master-pagina: [F3] (MIDI)
[F1] (RTime), [F2] (Arrng) of [F3] (Sng)
[PAGE] ▲▼ (kies de TX-pagina)
Part, Channel, Shift, Filter
Deze parameters zijn identiek aan de RX-parameters,
behalve dat het hele verhaal dit keer niet gaat over het
ontvangen van MIDI-commando's maar over het zen-
den (wanneer u op de EM-2000 speelt, Tones kiest,
enz.).
Opgelet: We raden u aan om voor elke Part hetzelfde TX
(zend-) en RX (ontvangst-) kanaal te kiezen, tenzij u een
goede reden hebt om het anders op te lossen. Op die manier
spoort u later snel problemen op, zoals Parts die geen MIDI-
commando's ontvangen of die MIDI-data op het "ver-
keerde" kanaal zenden.
Local (On, Off)
Zet Local op On (standaardinstelling) als u wilt dat de
EM-2000 reageert op de noten die u op het klavier
speelt. Als u Local op Off zet, stuurt u met de betref-
fende Part niet langer de interne klankbron aan. Nor-
maal laat u deze parameter op On staan. Als u werkt
met een sequencer die voorzien is van een Soft Thru
(MIDI echo) functie – en enkel als u (i) de MIDI IN en
OUT connectors van de EM-2000 met de externe
sequencer of computer verbindt en (ii) de EM-2000 als
MIDI Masterkeyboard bij het sequencen gebruikt–
moet u deze parameter op Off zetten om te voorko-
men dat iedere noot dubbel klinkt (een weinig aange-
naam geluid dat luistert naar de naam MIDI-lus).
Opgelet: U bereikt hetzelfde resultaat als Local Off door een
Part uit te schakelen (zie blz. 74 in de Gebruikershan-
dleiding) en Part Switch (zie blz. 71) op Int te zetten.
10.4 NTA: Note-to-Arranger
ontvangstkanalen
A
Master-pagina: [F3] (MIDI)
[F4] (NTA)
Er is maar één NTA-pagina want de NTA-noten moet
u enkel kunnen ontvangen. Zenden heeft weinig zin
om de volgende reden: alles wat u in het akkoordher-
kenningsgebied van de Arranger speelt wordt automa-
tisch omgezet in de overeenkomstige MIDI-nootnum-