Werkingsconcept
Parameterprioriteit
Met de parameterprioriteit wordt de positie van een
parameter op het scherm vastgelegd. Hoeveel
parameters er als curven en parametervelden
worden weergegeven, hangt ook af van de
geselecteerde Curven-instelling (zie pagina 460).
Op de pagina Auto weergave (zie pagina 459)
bepaalt u voor elke parameter de weergavelocatie en
weergavestatus. In de "Auto weergave"-modus kunt
u de parameterprioriteit ook wijzigen met de "Auto
weergave"-instellingswerkbalk (zie pagina 462). In
de Handmatig-modus kunt u de parameterprioriteit
alleen via de Auto weergave-pagina wijzigen.
De parameterprioriteit en weergave
configureren
De plaats van een parameter in het scherm bepaalt
niet alleen waar de parameter op het scherm
verschijnt, maar ook hoe deze wordt weergegeven.
Parameters worden in aflopende volgorde op het
scherm weergegeven en nemen dezelfde positie
op het scherm in. Bijvoorbeeld de bovenste
parameter in het scherm voor parameterselectie
staat op de bovenste plaats in het hoofdscherm.
Zie "Parameters voor weergave configureren" op
pagina 461 voor meer informatie.
Lijst parameterprioriteiten
De lijst met parameterprioriteiten verschijnt in het
venster voor parameterselectie van de pagina
Auto weergave (zie pagina 459). U kunt de
parameterprioriteit wijzigen door de positie van
de parameters op de Auto weergave-pagina te
wisselen. Zie "De parameterprioriteit en -weergave
configureren met de instellingswerkbalk Auto
weergave" op pagina 463 voor meer informatie.
78
Gebruiksaanwijzing – Infinity
In de volgende lijst worden de standaardprioriteiten
voor parameters getoond. Drukwaarden zonder
toegewezen labels verschijnen als GD1, GD2,
GD3, GD4, GD5, GD6, GD7 of GD8.
1 ECG
2 SpO2
3 SpO2*
4 RRi
5 ART
6 AOR
7 FEM
8 AXL
9 RAD
10 UAP
11 BRA
12 PA
13 CVD
14 RA
15 LV
16 LA
17 RV
18 ICP
19 GPM
20 FEMV
21 UVP
22 ABD
23 BDP
24 OESO
25 GD1
26 GD2
27 GD3
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1