Download Print deze pagina

Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing pagina 52

Software vg7.1
Verberg thumbnails Zie ook voor Infinity Acute Care System:

Advertenties

Werkingsconcept
Afstandsbediening en externe weergave
Als een Cockpit op het Infinity-netwerk is aange-
sloten, kunnen gegevens worden gedeeld tussen
Infinity-apparaten die op het netwerk zijn aange-
sloten. Vanaf de Cockpit kan de gebruiker andere
Infinity-apparaten weergeven en diverse functies
op afstand uitvoeren. De gebruiker kan ook andere
Infinity-apparaten toestaan een Cockpit weer te
geven en functies op afstand uit te voeren door
de afstandsbedieningsfunctie te activeren
(zie pagina 490).
Externe weergave vanaf de Cockpit
Met de functie "Externe weergave" van de Cockpit
kan de gebruiker patiëntgegevens van andere
Infinity-monitors binnen dezelfde bewakings-
eenheid bekijken. Als de gebruiker een andere
Cockpit bekijkt, wordt in het venster "Externe
weergave" de Auto weergave weergegeven
(zie pagina 72) van de externe Cockpit.
OPMERKING
Als de patiëntmonitor in de externe weergave
wordt bekeken, wordt voor de Cockpit en de M540
het HF-label in plaats van het PLS-label getoond,
als voor de HF-bron een andere instelling dan
ECG is geselecteerd. De gerapporteerde waarde
is de PLS-label.
Met de functie "Externe weergave" kan de
gebruiker akoestische alarmsignalen pauzeren en
tijdgebonden en doorlopende registraties van het
externe apparaat vanaf de Cockpit aanvragen.
52
Gebruiksaanwijzing – Infinity
De externe weergave openen
1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets
Weergaven... om het dialoogvenster
Weergaven te activeren.
2 Open het tabblad Externe weergave. In dit
dialoogvenster worden alle bedden in de
bewakingseenheid van de Cockpit vermeld.
3 Selecteer een bed in het dialoogvenster
Weergaven... om naar de externe weergave
van een individuele patiënt te gaan.
4 Selecteer de toets Verbinden.
Als er meerdere alarmen in hetzelfde p-vak worden
aangegeven, komt het p-vak in de externe
weergave voor het geselecteerde bed op het IACS
niet overeen met het bed als de Stille-modus is
ingesteld op Uit.
OPMERKING
Als er meerdere alarmen met verschillende
alarmtoestanden en/of -prioriteiten in hetzelfde
parameterveld worden weergegeven, worden
de parametervelden van de externe weergave
eventueel niet in de juiste kleur getoond en
knipperen deze, wanneer de Stille modus is
ingesteld op Uit. Wanneer echter de Stille
modus op Aan is ingesteld, wordt voor alle
parameters van het externe bed door de externe
weergave de juiste alarmstatus aangegeven.
In de externe weergave van de Cockpit verschijnt
de melding Pacemaker uit niet wanneer pacema-
kerdetectie op de bronmonitor is gedeactiveerd.
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1

Advertenties

loading