Continu-modus
In de volgende afbeelding ziet u hoe een
parameterveld eruitziet als de Continu-modus voor
de niet-invasieve bloeddruk is geselecteerd
(zie pagina 306).
A
B
K
J
I
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/
gedeactiveerd)
C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve
bloeddrukmeting
D Waarde van gemiddelde druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste
driehoeksymbolen wanneer alarmen
gedeactiveerd zijn
F Tijd die resteert voordat de Continu-modus
wordt beëindigd.
G Label Cont. modus
H Meet-eenheid
I
Waarde van opblaasdruk
J Label Inflatie druk
K Waarde van systolische/diastolische druk
Gebruiksaanwijzing – Infinity
C
H
G
F
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
Interval-modus
In de volgende afbeelding ziet u hoe een
parameterveld eruitziet als de Interval-modus is
geselecteerd (zie pagina 305 voor meer
informatie).
A
D
I
E
H
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/
gedeactiveerd)
C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve
bloeddrukmeting
D Waarde van laatste mean druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste
driehoeksymbolen wanneer alarmen
gedeactiveerd zijn
F Geselecteerd opblaasinterval (zie pagina 308)
G Waarde van opblaasdruk of voortgangsbalk
H auto-label (als de meting is beëindigd, wordt
het label vervangen door een voortgangsbalk
die aangeeft hoeveel tijd er is vóór het begin
van de volgende meting)
I
Waarde van systolische en diastolische druk
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
B
C
G
F
D
E
303