Systeemconfiguratie
Profielconfiguratie
In een profiel worden de patiënt- en apparaat-
instellingen opgeslagen voor toekomstig gebruik.
Met profielen wordt het maken van tijdrovende
instellingen, die anders voor iedere monitoring
sessie opnieuw moeten worden uitgevoerd,
Een profiel selecteren
In het volgende diagram ziet u de pagina Profiel
selecteren waarop u een profiel kunt selecteren
met vooraf geconfigureerde patiënt en apparaat-
instellingen.
Systeem set-up
C
D
498
Gebruiksaanwijzing – Infinity
A
E
F
G
vermeden. Elke patiëntcategorie heeft een eigen
standaardprofiel. Alle taken die met profielen
verband houden, worden uitgevoerd op de pagina's
Profielen.
A Tabblad Profielen
B Tabblad Profiel selecteren
C Selectietoets Volwassen
D Selectietoets Pediatrisch
E Selectietoets Neonaat
B
F Pijltoets Profiel
G Omschrijvingsvenster van geselecteerd profiel
Een profiel selecteren
1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets
Systeem set-up...
2 Selecteer het tabblad Profielen (A) > het
tabblad Profiel selecteren (B).
3 Selecteer de gewenste patiëntcategorietoets:
– Volwassen (C)
– Pediatrisch (D)
– Neonaat (E)
4 Selecteer de pijltoets naast de menuselectie
Profiel (F) om een lijst met profielen binnen de
geselecteerde patiëntcategorie weer te geven.
Indien beschikbaar wordt er een beschrijving
van het geselecteerde profiel weergegeven in
het omschrijvingsveld (G).
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1