– Het meest rechtse veld van de kopbalk wordt
geel en geeft het alarmbericht Alle alarmen uit
en het volgende symbool weer:
– Het bericht Alle alarmen uit wordt in de
alarmhistorie geregistreerd (zie pagina 148).
OPMERKING
Als de Cockpit is aangesloten op het netwerk,
verschijnt ook een bericht in het ICS dat alle
alarmen zijn uitgeschakeld.
Alarmbewaking permanent deactiveren
1 Selecteer het symbool
Alarmen... op de hoofdmenubalk van de
Cockpit.
2 Selecteer de toets Alle alarmen uit op de
werkbalk.
OPMERKING
Indien de Alle alarmen uit-toets als zodanig is
geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via de
hoofdmenubalk. Zie pagina 465 voor meer
informatie.
De alarminstellingen van een patiënt configureren
In de volgende paragraaf worden de beschikbare
alarmfuncties en -instellingen beschreven. U kunt
de alarminstellingen bijstellen voor een
afzonderlijke parameter op de instelpagina van de
betreffende parameter. U kunt ook de
alarminstellingen van meerdere parameters op één
pagina instellen. Wanneer u alarmgrenzen instelt,
moet u zeker weten dat ze geschikt zijn voor de
conditie van de patiënt.
Alarmen activeren/deactiveren
Met uitzondering van de volgende parameters, kunt
u de alarmfunctie voor afzonderlijke parameters
activeren of deactiveren:
Gebruiksaanwijzing – Infinity
naast de toets
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
Alarmbewaking na deactiveren opnieuw
activeren
1 Select het symbool
Alarmen... op de hoofdmenubalk van de
Cockpit.
2 Klik nogmaals op de toets Alle alarmen uit op
de werkbalk.
OPMERKING
Indien de Alle alarmen uit-toets als zodanig is
geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via de
hoofdmenubalk. Zie pagina 465 voor meer
informatie.
De Cockpit brengt opnieuw akoestische en
optische alarmsignalen voort wanneer er een
nieuwe alarmconditie wordt gedetecteerd.
– Asystolie en ventriculaire fibrillatie (voor deze
aritmiegebeurtenissen kunt u alarmen alleen
deactiveren als de functie ASYS/VF alarmen is
ingesteld op Volg HF alarm)
– Cardiac output (C.O.)
– Injectaattemperatuur (Tinj)
– Pulmonale wedgedruk (PWP)
– Gepacete hartslagen (%gepaced)
– Perfusie-index (PI)
– Totale zuurstofaandeel (SpOC) voor de Masimo
rainbow SET MCable
– Parameters die afkomstig zijn van een apparaat
waarvan de waarden worden weergegeven op
de Cockpit via de optie voor device connectivity.
Alarmen
naast de toets
133