Ondersteunde parameters
Een trendparameter kan worden weergegeven
in tabelvorm of grafische vorm. In de volgende
paragrafen wordt uitgelegd hoe de verschillende
parametergroepen in de grafische trends worden
afgebeeld.
Continue parameters
De volgende parameters worden als continue
trends weergegeven en verschijnen als één
doorlopende lijn of als een band in de grafische
trends (zie pagina 36 voor definities van
afkortingen):
– ECG-parameters: HF, %gepaced, ST, PVC/min
– Beademingsparameters: RRi
– Anesthesieparameters: FiO
etN2O inSev, N
O, inHal, etHal, inIso, etIso,
2
inEnf, etEnf, inSev, etSev, inDes, etDes, xMAC
– IP-parameters: voor een volledige lijst met
invasieve bloeddrukparameters, zie pagina 312
– CO2-parameters: etCO
– C.O.-parameter: TBloed
– Temperatuurparameters: Ta, Tb, T, T1a, T1b
en T1
– Continue cardiac output-parameters die de
optie voor apparaatkoppeling gebruiken: SvO2,
TBloed, CCO, CCI, VO2, DO2, SaO2, SVR,
SVRI, EDV, EDVI, ESV, ESVI, EF, SV, SVI,
SVV
– Compatibele Medibus X-apparaten: Dräger
Evita V500, Dräger Babylog VN500, Savina
300, Carina, Dräger Evita V300, Oxylog 3000+,
Infinity Perseus A500, Zeus IE, Primus-familie,
Apollo: voor een lijst van in trends bijgehouden
parameters kunt u terecht op pagina 418.
– Compatibele Medibus-apparaten: Dräger Evita
2D, Dräger Evita 4, Dräger Evita XL, voor een
lijst van in trends bijgehouden parameters kunt
u terecht op pagina 448.
Gebruiksaanwijzing – Infinity
, etO2, inN2O,
2
, inCO2, RRc
2
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
Trends/gegevens-dialoogvensters
– Maquet SERVO-i: voor een lijst van in trends
bijgehouden parameters kunt u terecht op
pagina 438.
– BIS VISTA – BIS, EMG, SQI, BSR, PWR, SEF,
BCT
– NMT – T NMT
– pulsoxymetrieparameters met Masimo SET:
SpO2, PLS*, PI
– pulsoxymetrieparameters met Masimo rainbow
SET: SpO2, PLS*, PI, SpHb, SpHbv, SpOC,
PVI, SpCO, SpMet
– pulsoxymetrieparameters met Nellcor OxiMax
MCable: SpO2, PLS*
OPMERKING
De kleur van de grafische trend voor SpO2
verandert afhankelijk van de huidige waarde in
verhouding tot de bovenste trendschaal en de
onderste alarmgrens. De kleur verandert van
groen naar geel naar oranje naar rood naarmate
de SpO2-trendwaarde verder onder de bovenste
trendschaal komt. De kleur verandert naar rood
als de SpO2-trendwaarde onder de onderste
alarmgrens daalt.
Discrete parameters
De volgende discrete parameters worden alleen in
grafische trends afgebeeld:
– NIBP bestaat uit een lijn met drie stippen die de
diastolische, gemiddelde en systolische
waarden voorstellen.
– PWP en C.O. worden als een '+'-teken
weergegeven.
– Labgegevens worden met een '+'-symbool
weergegeven en bevatten tijdstempels
– NMT-parameters: Enkelvoudig, PTC, TOF ratio
of TOF aantal
171