Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron
voordat u diagnostische of therapeutische
beslissingen neemt.
Randapparatuur kan via de optie voor
apparaatkoppeling worden aangesloten. Sluit
alleen perifere medische apparatuur op een
patiënt aan, als die aan de normen voor
elektrische veiligheid van IEC 60601-1
voldoet. Zie "Veilige aansluiting op andere
elektrische apparatuur" op pagina 16 van
deze gebruiksaanwijzing voor meer informatie
over het veilig aansluiten van apparatuur.
Compatibele MEDIBUS.X apparaten
Dankzij de interface voor apparaatkoppeling van de
Cockpit is het mogelijk om via gegevens van
verschillende standalone apparaten parameters,
instellingen en curven op de Cockpit weer te geven.
Ondersteund apparaat
Dräger Evita V500
Dräger Babylog VN500
Dräger Savina 300
Dräger Carina
Dräger Evita V300
Dräger Oxylog 3000+
Dräger Primus-familie, Apollo
Dräger Infinity Perseus A500
Dräger Zeus IE
Dräger Fabius-familie
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Beademingsapparaten
Anesthesieapparaten
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten
WAARSCHUWING
De volgende tabel somt alle externe apparaten
en verwante softwareversies op die Dräger
heeft gevalideerd. Dräger kan zich niet
uitspreken over de betrouwbaarheid van de
gegevens bij gebruik van latere of eerdere
softwareversies, of bij gebruik van apparaten
die niet zijn goedgekeurd. In het belang van de
veiligheid van de patiënt en de prestaties van
het apparaat, dient u geen apparaten op de
monitor aan te sluiten die niet door Dräger zijn
goedgekeurd. Het ziekenhuis is ervoor
verantwoordelijk contact op te nemen met
Dräger om de compatibiliteit en garantiestatus
te bepalen van iedere verbinding die met
medische apparaten van een andere fabrikant
wordt gemaakt.
De volgende tabel vermeldt welke apparaten en
overeenkomstige software door versie 1.0.3. van
MEDIBUS.X worden ondersteund.
Ondersteunde softwareversie
2.31
2.31
4.02
3.21
2.31
1.04
4.5
1.11
1.04
3.35
417