Download Print deze pagina
Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing
Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing

Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing

Software vg7.1
Verberg thumbnails Zie ook voor Infinity Acute Care System:

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Infinity
®
WAARSCHUWING
Voor het juiste gebruik van dit medische
apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen
en strikt opvolgen.
Acute Care System
Bewakingstoepassingen
Software VG7.1

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dräger Infinity Acute Care System

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System ® Bewakingstoepassingen WAARSCHUWING Software VG7.1 Voor het juiste gebruik van dit medische apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen.
  • Pagina 3 Typografische conventies De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met “1”.  Afzonderlijke handelingen of verschillende keuzemogelijkheden voor handelingen worden met opsommingstekens aangegeven. – Streepjes geven een reeks van gegevens, opties of voorwerpen in een lijst aan. (A) Letters tussen haakjes verwijzen naar elementen in de relevante afbeelding.
  • Pagina 4 Handelsmerken – Babylog ® – Edwards ® – Evita ® – Vigilance ® – Infinity ® – Vigileo ® – Innovian ® – EV1000 ® – MCable ® zijn handelsmerken van Edwards Lifesciences, LLC. – Medical Cockpit ® – BIS VISTA ®...
  • Pagina 5 – Internet Explorer ® Het is mogelijk dat niet alle apparaten waarnaar in deze gebruiksaanwijzing wordt verwezen, in alle is ofwel een geregistreerd handelsmerk of een landen zijn goedgekeurd voor verkoop. Neem handelsmerk van Microsoft Corporation in de contact op met uw plaatselijke Dräger- Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 6 Afkortingen en symbolen OPMERKING Een OPMERKING geeft aanvullende informatie Raadpleeg paragraaf "Afkortingen" en die is bedoeld om ongemakken tijdens het "Apparaatsymbolen" in hoofdstuk gebruik te vermijden. "Systeemoverzicht” voor uitleg. Doelgroepen Verplichtingen van de Herbewerkingspersoneel gebruikerorganisatie Taak Vereiste De in dit document beschreven taken specificeren Klaarmaken voor Speciale medische kennis de vereisten waaraan door elke afzonderlijke...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Open-Source-Software....Parameterprioriteit..... . 78 Weergaven .
  • Pagina 8 Inhoudsopgave De alarminstellingen van een patiënt Aanpaste medicamentenlijst ....200 configureren ......133 Vergelijkingen voor de berekening van De alarminstelling voor een afzonderlijke medicatie .
  • Pagina 9 Inhoudsopgave QRS-patroon leren/herleren ....246 Voorbereiding van de patiënt op -bewaking ......286 Impedantie ademfrequentie (RRi) .
  • Pagina 10 Inhoudsopgave De instellingen van de invasieve Anesthesiegas-weergave ....381 drukbewaking openen ....324 xMAC (MAC-veelvoud) .
  • Pagina 11 Inhoudsopgave De functies voor de parameterconfiguratie..429 Schermconfiguratie – functies voor Auto Paw-configuratiefuncties ....430 weergave......459 Instelfuncties voor beademingsparameters .
  • Pagina 12 Inhoudsopgave Ademhaling (RRi) ..... . . 540 SpO2 ....... . 543 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) .
  • Pagina 13 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Voor de veiligheid van u en uw patiënten Verplichte melding van ongewenste incidenten ......14 Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op.
  • Pagina 14 Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op Training OPMERKING Training voor gebruikers is beschikbaar via Het Infinity Acute Care System biedt de volgende de verantwoordelijke Dräger-organisatie aanvullende instructies voor het gebruik: (zie www.draeger.com). – Infinity Acute Care System - Infinity M540 patiëntmonitor (beschrijft de M540-...
  • Pagina 15 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Accessoires Beperkingen ten aanzien van het gebruik WAARSCHUWING LET OP Risico als gevolg van incompatibele accessoires. Het apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik in gezondheidszorgfaciliteiten en uitsluitend door Dräger heeft alleen de accessoires in de personen die tot één van de doelgroepen behoren huidige lijst van accessoires getest op (zie "Doelgroepen"...
  • Pagina 16 -uitvoer. Sluit Veiligheid van de patiënt alleen passieve USB-apparaten aan op de IACS-(Infinity Acute Care System)-Cockpit. Bij het ontwerp van het medische apparaat, de bijbehorende documentatie en de labels op het Om de patiënt te beschermen tegen letsel...
  • Pagina 17 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Algemene veiligheidsinformatie De volgende WAARSCHUWING en LET OP- LET OP opmerkingen gelden voor de algemene werking Voordat u een patiënt verplaatst, moet u om van het apparaat. verwonding van de patiënt te voorkomen alle Specifieke WAARSCHUWINGEN en LET OP- sensors loskoppelen die tijdens het transport niet opmerkingen aangaande subsystemen of...
  • Pagina 18 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Niet gebruiken in omgevingen met Gebruiksomgeving explosiegevaar Gebruik apparaten (monitor, MPod, MCable en accessoires) alleen op plaatsen die voldoen aan WAARSCHUWING de omgevingsvereisten, zoals vermeld in het Risico op explosie hoofdstuk met technische gegevens. Dit medische apparaat is niet goedgekeurd WAARSCHUWING noch gecertificeerd om te worden gebruikt op...
  • Pagina 19 Voor de veiligheid van u en uw patiënten LET OP LET OP Na langdurige aanwezigheid in een koude Om de patiënt te beschermen tijdens het defibril- omgeving, moet u het apparaat langzaam laten leren en om de juistheid van de ECG-gegevens te acclimatiseren zodat er zich geen condens kan garanderen, mag u alleen de door Dräger gespe- vormen op de elektronische onderdelen en...
  • Pagina 20 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Aanbevelingen inzake de veiligheid Dräger doet de volgende aanbevelingen inzake de veiligheid: – De fysieke veiligheid van de patiëntmonitors wordt aanbevolen en valt onder de verantwoor- delijkheid van de organisatie die de apparaten gebruikt.
  • Pagina 21 Toepassing Toepassing Beoogd gebruik ..... . . 22 Gebruiksaanwijzing ....22 Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 22 Toepassing Beoogd gebruik Het IACS is bedoeld voor fysiologische patiënten- Het IACS en alle andere aangesloten optionele bewaking van volwassenen, kinderen en neonaten hardware zijn niet bedoeld voor gebruik in de via meerdere parameters in omgevingen waarin de volgende ziekenhuisomgevingen: patiëntenzorg wordt geleverd door geschoolde –...
  • Pagina 23 Systeemoverzicht Systeemoverzicht Overzicht ......24 Infinity Medical Cockpit ....24 Infinity PS250-netvoedingseenheid (PS250) .
  • Pagina 24 Systeemoverzicht Overzicht In deze gebruiksaanwijzing worden de Cockpit – Loskoppelen van de M540 – verwijst naar het (Medical Cockpit), het primaire display en de loskoppelen van de M540 van de M500 voor gebruikersinterface van de Acute Care System - patiëntvervoer. Bewakingstoepassingen - M540-patiëntmonitor In het volgende diagram worden de basisonder- (IACS) beschreven.
  • Pagina 25 Systeemoverzicht Infinity PS250-netvoedingseenheid (PS250) In de volgende afbeelding wordt de onderzijde van A Infinity-netwerkconnectors de PS250 weergegeven. B Connector voor nurse call-systeem C Connector voor exportprotocol D Netsnoeraansluiting E Twee onderling verwisselbare systeemkabel- connectors: een voor de M540 en een voor de Cockpit F LED’s voor netwerk-connector Het voorpaneel van de PS250 heeft de volgende...
  • Pagina 26 Cockpit. De M540 zorgt bovendien voor patiëntbewaking wanneer het apparaat tijdens patiënttransport is losgekoppeld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 voor gedetailleerde informatie over de M540. Infinity M500-dockingstation (M500) De M500 is het mechanische apparaat waarmee A Vergrendelmechanisme –...
  • Pagina 27 Systeemoverzicht Achteraanzicht van de M500 A Systeemkabelconnector B Connector voor nurse call-systeem C LED – brandt groen indien aangesloten op het netwerk Extra hardware In de volgende tabel worden de extra apparaten vermeld die op het IACS kunnen worden aangesloten. Apparaat Beschrijving Aansluiting...
  • Pagina 28 (Sevofluraan, op de CO2-connector van de Desfluraan, Isofluraan, Halothaan M540 of het M500 dockingstation en Enfluraan) in het ademgas. (zie de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Scio Four Oxi Meet de CO -, N O- en O -concen- Infinity M540).
  • Pagina 29 De secundaire op het achterpaneel (zie de display geeft de inhoud van de Cockpit gebruiksaanwijzing van de aan. Infinity Acute Care System – Medical Cockpit). R50N-recorder Hiermee worden tijdgebonden en Wordt aangesloten op het Infinity- continue registraties gemaakt.
  • Pagina 30 Systeemoverzicht Hieronder wordt een overzicht gegeven van aanvullende apparaten die fysiologische gegevens en informaties over meerdere parameters kunnen weergeven, trends kunnen tonen en informatie over een netwerk kunnen verzenden. (Beschikbaarheid is afhankelijk van goedkeuring in het betreffende land.) Apparaten van derden –...
  • Pagina 31 Systeemoverzicht Apparaatsymbolen Waarschuwing! Volg deze Onderste alarmgrenzen gebruiksaanwijzing strikt op Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Bovenste alarmgrenzen Let op! Raadpleeg de Alarmgrenzen automatisch instellen begeleidende documentatie! Medisch apparaat Alarmbewaking is tijdelijk gedeactiveerd Toegang tot trendpagina's Alarmbewaking permanent gedeactiveerd Met de toets naast dit symbool Het akoestische alarmsignaal is opent u pagina's met speciale tijdelijk gepauzeerd...
  • Pagina 32 Systeemoverzicht Toegang tot voorgeconfigureerde Longsymbool dat knippert bij elke weergaven en layouts waargenomen ademhaling Toegang tot de parameterpagina's Hartbliep die knippert bij iedere gedetecteerde puls Volwassene, patiëntcategorie Pediatrisch, patiëntcategorie Neonataal, patiëntcategorie Pacemakerdetectie is geactiveerd. Het hartsymbool knippert voor iedere gedetecteerde gepacete puls.
  • Pagina 33 Systeemoverzicht Functie/instelling is vergrendeld Serienummer van apparaat Gegevensinvoer met numeriek Fabricagedatum toetsenblok Trendconfiguratie Procedure voor schermkalibratie is voltooid Toegang tot toetsenbord Procedure voor schermkalibratie herhalen Verpleegkundigenoproep Weergavefilter. Indien geselecteerd worden alleen de aangesloten parameters en de bijbehorende instelpagina's weergegeven. Indien gedeselecteerd worden alle parameters en de bijbehorende pagina's weergegeven.
  • Pagina 34 Systeemoverzicht Wijzigingen opslaan (bijvoorbeeld ESD-waarschuwing wijzigingen in een weergave) Opslaan als symbool IPXx Mate van bescherming tegen binnendringende vaste deeltjes en vloeistoffen, zoals IPX1, IPX4 enz. Hiermee bladert u vooruit op een Hiermee vernieuwt u een website webscherm Het hoofdscherm weergeven Hiermee bladert u achteruit op een website Defibrillatiebestendige...
  • Pagina 35 Systeemoverzicht Niet hergebruiken, voor éénmalig Niet blootstellen aan zonlicht gebruik Niet hergebruike Chinese RoHs-aanduiding ter Gebruiken tot: Dit symbool geeft de uiterste bestrijding van verontreiniging gebruiksdatum aan. JJJJ-mm-dd veroorzaakt door elektronische geeft aan tot welke datum het informatieproducten. apparaat veilig kan worden gebruikt.
  • Pagina 36 Systeemoverzicht Afkortingen In de volgende lijst worden de afkortingen vermeld Afkorting Beschrijving die in deze gebruiksaanwijzing voorkomen en die Bursttelling worden weergegeven op de Cockpit. Voor alle afkortingen van parameters afkomstig van externe Blaasdruk apparaten, dient u de betreffende gebruiksaan- Bigeminie wijzing te raadplegen.
  • Pagina 37 Eind-inspiratoire druk I (I:Espon) Verhouding inspiratoir/expiratoir, Enfluraan spontaan, inspiratoire component Enf const Gecombineerd Enfluraanverbruik Verhouding inspiratoir/expiratoir Eindsystolisch volume IACS Infinity Acute Care System - ESVI Eindsystolische volume-index Bewakingstoepassingen End-tidal (in combinatie met Invasieve bloeddruk gaswaarden) Intermitterende cardiac index etDes End-tidal Desfluraan-concentratie...
  • Pagina 38 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Inspiratoir (in combinatie met MValv Alveolair minuutvolume gaswaarden) Minuutvolume, totaal expiratoir inCO2 Inspiratoire CO -concentratie MVespon Minuutvolume, spontaan inDes Inspiratoire Desfluraan- expiratoir concentratie Minuutvolume, totaal inspiratoir inEnf Inspiratoire Enfluraan- MVi s Minuutvolume, spontaan concentratie inspiratoir Ingesl.
  • Pagina 39 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving PEEPi Intrinsieke positieve eind- Radiale arteriële bloeddruk expiratoire druk Weerstand (ademwegen) Phoog Bovenste drukniveau tijdens Raw exp Expiratoire weerstand APRV (ademwegen) Perfusie-index (SpO2) Raw insp Inspiratoire weerstand Pinsp Inspiratoire druk (ademwegen) Piek inspiratoire druk Resp. Ademhaling Plaag Onderste drukniveau tijdens...
  • Pagina 40 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Drukondersteuning door interne TDek Dekentemperatuur Ptoevoer regelunit (SmartCare) TBloed Bloedtemperatuur beoordeeld Tijdconstante Spectrale randfrequentie Tcasus Casusduur therapie Sev const Gecombineerd TKern Lichaamstemperatuur Sevofluraanverbruik TOeso Oesophagustemperatuur SpCO Carboxyhemoglobinesaturatie Thigh Tijd van bovenste drukniveau in SpHb Totaal arterieel hemoglobine APRV SpHbv Totaal veneuze hemoglobine...
  • Pagina 41 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Psupp Tweede borstwandafleiding van Drukamplitude boven PEEP in een kabelset met 6 afleidingen Pressure Support T V1 - V6 ECG-borstwand-afleidingen V1 Temperatuurverschil tot V6 T1 Temperatuurverschil 1 VCO2 CO2-productie Dode ruimte Vds/VTe Slagvolume, relatieve dode ruimte VESA Video Electronics Standard...
  • Pagina 42 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 43 Werkingsconcept Werkingsconcept Overzicht ......45 Ondersteunde berichten....68 Dialoogvensters en pagina's .
  • Pagina 44 Werkingsconcept Profielen en weergaven beheren ..91 Profielen overdragen ....91 Standby-modus ..... . . 92 Privacy-modus .
  • Pagina 45 Werkingsconcept Overzicht Het IACS is een volledige netwerkoplossing die patiëntbewaking, behandeling en IT-toepassingen biedt op de plaats van zorgverlening. Dräger heeft het IACS ontwikkeld als oplossing voor veelvoorkomende problemen in de context van acute zorgverlening. Met het oog daarop biedt het IACS gestandaardiseerde gebruikersinter- faces, een betere ergonomie en grotere flexibiliteit in de werkomgeving en gecentraliseerde patiënt-...
  • Pagina 46 Werkingsconcept De IACS-componenten In de volgende afbeelding wordt een mogelijke configuratie van het IACS getoond. A C500/C700 K Netspanning B DVI-kabel / DisplayPort-kabel L Infinity-netwerk C Secundaire display (optioneel) M Infinity MCable – Verpleegkundigenoproep (optie) D USB-kabel N P2500 / PS250 E Toetsenbord en muis (optioneel) O Ziekenhuisnetwerk F Aansluitkabel voor apparaat (optioneel)
  • Pagina 47 Werkingsconcept Communicatie tussen de M540 en de Cockpit Koppelen van de M540 De communicatie tussen de M540 en de Cockpit start zodra de M540 is gekoppeld op de M500 (zie pagina 105). De M540 ontvangt fysiologische Zodra de M540 op de M500 is gekoppeld, gebeurt signalen van de patiënt en geeft die voor weergave het volgende op de Cockpit: door naar de Cockpit.
  • Pagina 48 Werkingsconcept Ontkoppelen van de M540 Koppelen op een andere Cockpit LET OP Als de gebruiker de M540 ontkoppelt, gebeurt het Voordat u de M540 op een andere Cockpit volgende: koppelt, moet u ervoor zorgen dat op beide – Het bericht Losgekoppeld van M540 apparaten dezelfde meeteenheden worden verschijnt in het midden van het Cockpit- gebruikt.
  • Pagina 49 Voor gedetailleerde informatie over hoe een M540 monitors (inclusief andere Cockpits) binnen zich gedraagt bij draadloos transport raadpleegt u dezelfde bewakingseenheid via de functie de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – "Externe weergave" bekijken (zie pagina 52). Infinity M540. OPMERKING...
  • Pagina 50 Werkingsconcept Gegevensoverdracht via het netwerk Het IACS ondersteunt de overdracht van patiëntge- – Resultaten voor hemodynamische, oxygenatie- gevens naar en van de volgende apparaten die aan en beademingsberekeningen dezelfde bewakingseenheid zijn toegewezen: – Waarden van laboratoriumgegevens worden – Infinity Delta/Delta XL/Kappa tijdens een netwerkoverdracht niet overge- (softwareversie VF7 tot VF9.x) dragen.
  • Pagina 51 Werkingsconcept Gegevens via het netwerk overdragen 9 Selecteer één van de volgende toetsen: Het IACS-netwerk ondersteunt de overdracht van – Annuleren – om de gegevensoverdracht te patiëntgegevens van een bronapparaat, zoals een voorkomen en naar de pagina Overdracht Infinity Delta, Delta XL/Kappa of een IACS Cockpit, terug te keren.
  • Pagina 52 Werkingsconcept Afstandsbediening en externe weergave Als een Cockpit op het Infinity-netwerk is aange- De externe weergave openen sloten, kunnen gegevens worden gedeeld tussen 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Infinity-apparaten die op het netwerk zijn aange- Weergaven... om het dialoogvenster sloten.
  • Pagina 53 Werkingsconcept In de volgende afbeelding ziet u een Externe De functies voor Externe weergave gebruiken weergave. In het dialoogvenster Externe weergave kan de gebruiker de volgende functies uitvoeren: Weergaven... – Selecteer de toets Verbinding verbreken (A) om de externe weergave af te sluiten. –...
  • Pagina 54 Werkingsconcept Centrale bewaking Onderbrekingen van netwerkcommunicatie Als een Cockpit met het Infinity-netwerk communi- ceert, kan de gebruiker de patiënt voor centrale Als de communicatie tussen de Cockpit en het ICS bewaking in het ICS opnemen. Een Cockpit-patiënt wordt verbroken, gebeurt het volgende op de wordt op het ICS met een viewport en een Cockpit als de instelling Centrale post bedweergave voorgesteld.
  • Pagina 55 Werkingsconcept Afstandsbediening IT-toepassingen Als de afstandsbedieningsfunctie is geactiveerd (zie pagina 490), kan de gebruiker de volgende Cockpit-functies van op afstand vanaf het ICS Verschillende IT-toepassingen bieden externe uitvoeren: toegang tot patiëntgegevens vanaf de Cockpit. Met de toepassing PatientWatch (toegankelijk met de OPMERKING Infinity Gateway) kunt u bijvoorbeeld maximaal vier Het van op afstand bedienen van aritmie-instel-...
  • Pagina 56 Werkingsconcept Communicatiebeheer In de volgende tabel wordt samengevat hoe de Cockpit, de M540 en de M500 onder specifieke omstandigheden functioneren. Wat gebeurt er als... Gedrag de gebruiker de M540 inschakelt? De M540 brengt een hoge toon voort gevolgd door twee opstarttonen, voert een zelftest uit en geeft het verzoek Nieuwe patiënt? weer.
  • Pagina 57 Werkingsconcept Wat gebeurt er als... Gedrag de systeemkabel wordt losgekoppeld – De Cockpit laat een alarmtoon van lage prioriteit horen. van de netvoeding of de M500? – Op de Cockpit wordt het bericht Sluit systeemkabel aan a.u.b. weergegeven in de kopbalk, en het bericht Losgekoppeld van M540 verschijnt in het bewakingsgebied.
  • Pagina 58 Werkingsconcept Stroomuitval Stroomuitval heeft het volgende effect: – Een alarm met een gemiddelde prioriteit wordt geactiveerd op de Cockpit en het bericht – De Cockpit schakelt gedurende 5 minuten over Netvoeding aansluiten a.u.b. verschijnt. op de acculading. Vervolgens wordt de veilige afsluitprocedure opgestart, waardoor de –...
  • Pagina 59 Werkingsconcept Extern scherm Als u de weergavemogelijkheden van een Cockpit Weergave Resolutie wilt uitbreiden, kunt u een extern scherm aansluiten C500 (2 generatie) 1440 x 900 pixels op de DVI-connector van de Cockpit. Gebruik hiervoor een kabel van het type DVI naar DVI C500 (3 generatie) 1920 x 1080 pixels...
  • Pagina 60 Werkingsconcept Het extra scherm configureren 3 Selecteer de toets Layout. Selecteer vervolgens de Links- of Rechts (standaard)- toets om te bepalen of de curven links of rechts 1 Druk op de toets Weergaven... op het van de parametervelden worden weergegeven. hoofdscherm.
  • Pagina 61 Werkingsconcept Tabblad Algemene instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn binnen de dialoogpagina Algemene instellingen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ECG-curven 1, 2, 3 Hiermee kunnen maximaal drie afleidingen worden ingesteld. IP rasters Aan, Uit Hiermee kan het raster weergegeven of verborgen worden.
  • Pagina 62 Werkingsconcept Tabblad Parameterkleuren Tabblad Profielen Op de dialoogpagina voor de parameterkleuren In de volgende tabel vindt u de instellingen die kan de gebruiker de kleur selecteren waarin het beschikbaar zijn binnen de dialoogpagina parameterveld en de curve op het extra scherm Profielen.
  • Pagina 63 Werkingsconcept De volgende lijst bevat alle instellingen die zijn – IP rasters opgeslagen in een profiel voor een extra scherm. – Mean groot voor invasieve drukken – Lijst parameterprioriteiten – Parameterkleuren – Weergavemodus in Auto weergave – Timerinstellingen – Aantal curven –...
  • Pagina 64 D Bewakingsgebied Voor een meer gedetailleerd overzicht van de algemene componenten van de gebruikers- interface van het IACS kunt u terecht in de gebruiksaanwijzing van Infinity Acute Care System – Medical Cockpit. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 65 Werkingsconcept Kopbalk De blauwe kopbalk verschijnt langs de bovenrand Het veld Naam patiënt van het Cockpit-scherm. Deze balk is altijd In het veld Naam patiënt (C) van de kopbalk wordt zichtbaar, ongeacht wat er in het bewakingsgebied de naam van de patiënt weergegeven. Als u dit veld wordt weergegeven.
  • Pagina 66 Werkingsconcept Het veld Alarmstatus voorbeelden van symbolen en berichten met betrekking tot alarmen die in dit veld kunnen In het veld Alarmstatus (F) in de kopbalk (zie verschijnen. "Berichten" op pagina 531) wordt de huidige alarm- status weergegeven. Hieronder vindt u een aantal Symbool Label Beschrijving...
  • Pagina 67 Werkingsconcept Parametervelden Elk parametervak bevat real-time waarden van een In het volgende voorbeeld ziet u hoe hetzelfde parameter en een combinatie van de volgende parameterveld er anders uitziet als het hoofd- gegevens: scherm meer parameters bevat. Elk parameterveld heeft minder ruimte voor de weergave van de –...
  • Pagina 68 Werkingsconcept Curven – QRS-synchronisatiemarkeringen – Markeringen voor ademhalingscurven om De Cockpit geeft minimaal 6 seconden aan curve- ademdetectie aan te geven gegevens per curvekanaal weer met een curve- – Berichten (zie pagina 68) snelheid van 25 mm/s als er geen dialoogvensters open zijn.
  • Pagina 69 Werkingsconcept Dialoogvensters en pagina's Het onderstaande diagram toont hoe het bewa- Als u op de hoofdmenubalk de overeenkomstige kingsgebied wordt weergegeven als de gebruiker toets gevolgd door puntjes selecteert, wordt het een dialoogvenster opent. De linkerkant is bestemd overeenkomstige dialoogvenster geopend. voor het dialoogvenster terwijl de rechterzijde het Met bijvoorbeeld de toets Alarmen...
  • Pagina 70 Werkingsconcept Hoofdmenubalk en werkbalk voor snelle toegang In het volgende diagram wordt de hoofdmenubalk De volgende toetsen verschijnen in de weergegeven met de symbolen voor snelle hoofdmenubalk. toegang en een werkbalk voor snelle toegang. Alarmen... Opent het Alarmen- De hoofdmenubalk en de symbolen voor snelle dialoogvenster.
  • Pagina 71 Werkingsconcept Werkbalk Snelle toegang Functies die veel worden gebruikt, worden op de ECG rapport werkbalken voor snelle toegang gegroepeerd zodat Rust-ECG rapport ze gemakkelijk kunnen worden geopend. Die functies voor snelle toegang kunnen worden ST rapport Bevindt zich naast de geopend door de overeenkomstige symbolen voor toets Trends/ Alarm historie rapport...
  • Pagina 72 Werkingsconcept De parameterinhoud filteren U kunt de inhoud van de weergegeven parameters Met de filtertoets schakelt u tussen de ongefilterde filteren met de Weergavefilter-toets die in de en de gefilterde weergave. Het filter is geactiveerd volgende dialoogvensters verschijnt: als de weergavefiltertoets op de lichtgroene achter- grond verschijnt.
  • Pagina 73 Werkingsconcept Instellingswerkbalk Auto weergave Als de modus Auto weergave is geactiveerd Die functioneert dynamisch in combinatie met de (zie pagina 459), verschijnt de instellingswerkbalk pagina Auto weergave (zie pagina 459), waarop Auto weergave langs de onderzijde van het de gebruiker het maximale aantal velden voor scherm.
  • Pagina 74 Werkingsconcept Cockpit-scherm in split screen-modus In de volgende afbeelding ziet u het display van de real-time-parameters weergegeven, terwijl in het Cockpit waarop de volgende opties/functies zijn linker deelvenster een trendtabel, loops, een geactiveerd: pagina met alle ECG-parameters, of parameters voor ECG/beademing, ECG/ST of ST worden –...
  • Pagina 75 Werkingsconcept Cockpit split screen-modus met minitrends In de volgende afbeelding ziet u het display van de Als de split screen-modus niet is geactiveerd, Cockpit waarop de volgende opties/functies zijn verschuift het deelvenster met de minitrends geactiveerd: naar de linkerrand van het scherm. –...
  • Pagina 76 Werkingsconcept Cockpit split screen-modus met multitab split screen De volgende afbeelding toont het beeldscherm van de Cockpit als de functie Multi-tab split scherm uit zichzelf is geactiveerd (zie pagina 460). A Kopbalk B Menubalk van hoofdscherm C Bewakingsgebied met vitale tekens in real-time D Multi-tab split scherm –...
  • Pagina 77 Werkingsconcept Cockpit split screen-modus met minitrends en IT-tabbladen De Cockpit ondersteunt IT-toepassingen die via Als de toepassing is geconfigureerd en de IT- tabbladen toegankelijk zijn. toepassingsfunctie is geactiveerd (zie pagina 494), wordt de overeenkomstige tab links van het In de volgende afbeelding ziet u het display van bewakingsgebied weergegeven.
  • Pagina 78 Werkingsconcept Parameterprioriteit Met de parameterprioriteit wordt de positie van een In de volgende lijst worden de standaardprioriteiten parameter op het scherm vastgelegd. Hoeveel voor parameters getoond. Drukwaarden zonder parameters er als curven en parametervelden toegewezen labels verschijnen als GD1, GD2, worden weergegeven, hangt ook af van de GD3, GD4, GD5, GD6, GD7 of GD8.
  • Pagina 79 Werkingsconcept 28 GD4 38 C.O. (niet beschikbaar in de modus voor neonaten) 29 GD5 39 SvO2 30 GD6 40 T (temperatuur) 31 GD7 41 T1 32 GD8 42 CO2 (MEDIBUS.X) 33 NIBP 43 Bead. 34 CO2 (van Infinity MCable – Mainstream CO2, Infinity MCable –...
  • Pagina 80 Werkingsconcept Profielen/status Cockpits kunnen aan verschillende zorggebieden De profielen zijn verdeeld in de volgende twee worden aangepast. Deze aanpasbaarheid is voor categorieën: een deel te danken aan profielen. Hiermee kan het – Patiënt- en standaardprofielen klinisch personeel unieke instellingen vastleggen voor de patiëntpopulaties van specifieke –...
  • Pagina 81 Werkingsconcept Instellingen die zijn opgenomen in een profiel De volgende tabel somt alle instellingen op die in Parameter Opgenomen instellingen een patiëntprofiel zijn opgenomen. Details over ST-bewaking elke instelling, zoals beschikbare selecties en een (zie pagina 244) gedetailleerde beschrijving van de desbetreffende ST afleiding 1 instelling, zijn te vinden op de vermelde pagina's.
  • Pagina 82 Werkingsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen SpO2 (Masimo SET Pulstoon volume Invasieve bloeddruk Schaal en Masimo Rainbow Toon bron Filter SET) Gemiddelde tijd Mean groot FastSAT modus Min. schaal (ICP) Grootte curve [%] Kleur Kleur Instelling alarm aan/uit Instelling alarm aan/uit Alarmgrenzen Alarmgrenzen Instelling alarmarchief...
  • Pagina 83 Werkingsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen Schaal Scio anesthesiegas Selectie anesthesiegas (zie pagina (alleen voor varianten met RRc apnoe tijd [s] pagina 373) handmatige identificatie) RRc apnoe archief Configuratie Kleur anesthesiegas- parametervak Luchtweg adapter Configuratie anesthesiegas/ Gemiddelde xMac-minitrend Instelling alarm aan/uit Alarmstatus Alarmgrenzen Alarmgrenzen...
  • Pagina 84 Werkingsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen Externe apparaten - Bead. parameter scherm Profielinstellingen alarm Beademingsapparaat instelling (zie pagina 430) Alarmsysteem- Alle alarmen pauzeren (Medibus X) Parameter 1 (bead., paw) instellingen Alarmgrenzen (zie pagina 415) (zie pagina 472) Parameter 2 (bead., paw) weergeven Parameter 3 (bead., paw) Paw schaal...
  • Pagina 85 Werkingsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen Profielinstellingen scherm Profielinstellingen procedures Auto weergave- Auto weergave-modus Wedge Schaal instellingen (zie pagina 322) Curven Curve snelheid [mm/s] (zie pagina 459) Layout (rechts/links) Referentie curve Drukoverlap Analysetool Parameterselectie (zie pagina 177) Parametervakken Duur Layout PPV/SPV Art.
  • Pagina 86 Werkingsconcept Instellingen die niet in een profiel zijn opgenomen De volgende instellingen zijn niet in een profiel opgenomen en moeten afzonderlijk worden geconfigureerd. Deze instellingen blijven onveranderd totdat ze handmatig worden aangepast door de gebruiker. Functie Instelling parameter/systeem Niet-invasieve bloeddruk Veneuze stase (zie pagina 303) Continue modus...
  • Pagina 87 Werkingsconcept Systeemprofielen Systeemprofielen zijn instellingen voor het gehele De meeste systeeminstellingen kunnen worden systeem. De systeemprofielen zijn verdeeld in de gedeeld en zijn ook vaste instellingen. Sommige volgende twee categorieën: instellingen zijn echter uitsluitend vaste instellingen. Deze worden in de onderstaande tabel –...
  • Pagina 88 Werkingsconcept Instelling Gedeelde en vaste instellingen Uitsluitend vaste instellingen Eerste recorder Tweede recorder Setupinstellingen rapport (zie pagina 485) Vertraging curve [s] Duur curve [s] Duur trend [u] Interval tabel [min] Biomed-printerinstellingen (zie pagina 492) IP adres printer HP universele printerdriver Papierformaat Biomed-patiëntmonitorinstellingen (zie pagina 488) Netfrequentie...
  • Pagina 89 Werkingsconcept Instelling Gedeelde en vaste instellingen Uitsluitend vaste instellingen Biomed Infinity-netwerkinstellingen (zie pagina 491) IP adres Subnet mask Gateway Offline detectie Primary DNS Controle dubbele IP Interval IP controle [s] Biomed-ziekenhuisnetwerkinstellingen (zie pagina 491) DHCP IP adres Subnet mask Gateway Primary DNS Biomed-netwerkinstellingen (zie pagina 490) ID bewakingsunit...
  • Pagina 90 Werkingsconcept Instelling Gedeelde en vaste instellingen Uitsluitend vaste instellingen Biomed-Citrix-instellingen (zie pagina 496) Naam van maximaal 32 toepassingen Waarde van maximaal 32 toepassingen Automatische afmelding Tab zichtbaar Grafische trendinstellingen (zie pagina 172) Weergave Grafieken Rasters Tabellarische trendinstellingen (zie pagina 172) Weergave Berekeningsparameters (zie het hoofdstuk ’Berekeningen’, dat begint op pagina 192) Alle hemodynamische...
  • Pagina 91 Werkingsconcept Instelling Gedeelde en vaste instellingen Uitsluitend vaste instellingen Volume Dosis eenheden Concentratie Profielen en weergaven beheren Profielen overdragen Elke patiëntcategorie (volwassen, pediatrie, neonataal) heeft zijn eigen unieke profiel. Als u bijvoorbeeld de neonatale patiëntcategorie Profielen kunnen naar andere Cockpits worden activeert, kunnen alleen de profielen voor de overgedragen op de met een wachtwoord neonatale patiëntcategorie worden geselecteerd.
  • Pagina 92 Werkingsconcept Standby-modus U kunt de patiëntbewaking tijdelijk onderbreken De Cockpit in de Standby-modus zetten door de Cockpit en de M540 in de Standby-modus 1 Selecteer het symbool naast de toets te zetten. Als u de Standby-modus op de Cockpit Start/Standby... in de hoofdmenubalk om de selecteert, wordt deze modus automatisch Standby-symboolbalk weer te geven.
  • Pagina 93 Werkingsconcept Privacy-modus De Privacy-modus is alleen mogelijk als de patiënt De Cockpit in de modus Privacy zetten in het Infinity CentralStation (ICS) is opgenomen. 1 Selecteer het symbool naast de toets In de Privacy-modus gaat patiëntbewaking door, Start/Standby... op de hoofdmenubalk. maar worden de patiëntgegevens van de Cockpit en de M540 verwijderd en verschijnen ze alleen op 2 Selecteer de toets Privacy op de werkbalk.
  • Pagina 94 Werkingsconcept Schermvergrendeling Met de Schermvergrendeling kan de gebruiker het touchscreen deactiveren. Met behulp van de Schermslot kan de gebruiker de Cockpit vergrendelen en voorkomen dat deze onbedoeld wordt gebruikt. Schermvergrendeling activeren 1 Selecteer toets Start/Standby... op de hoofdmenubalk om het Standby-dialoogvenster weer te geven.
  • Pagina 95 In bedrijf stellen In bedrijf stellen Overzicht ......96 Het IACS in-/uitschakelen ....96 Demografische gegevens weergeven .
  • Pagina 96 In bedrijf stellen Overzicht In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die Meer in het bijzonder wordt in dit hoofdstuk vereist zijn om de patiënt te bewaken op het IACS. uitgelegd hoe u het volgende doet: – Het IACS in-/uitschakelen –...
  • Pagina 97 In bedrijf stellen De Cockpit uitschakelen De M540 uitschakelen 1 Druk op de aan/uit-toets linksonder op de 1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Het Cockpit. uitschakelvenster verschijnt. 2 Selecteer de toets Afsluiten in het 2 Selecteer de toets Afsluiten in het dialoogvenster.
  • Pagina 98 In bedrijf stellen Patiënt opnemen U kunt een patiënt handmatig in de Cockpit 3 Voer de patiëntnaam in - gebruik het symbool opnemen door de demografische gegevens op de (B) naast het Naam patiënt-veld om een pagina Demografische gegevens in te voeren. toetsenbord te activeren en de naam van de patiënt in te voeren (maximaal U kunt een patiënt ook via het netwerk opnemen...
  • Pagina 99 Als u een patiënt op het ene apparaat ontslaat, wordt hij automatisch op het andere apparaat ontslagen. Raadpleeg de gebruiksaan- wijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 voor gedetailleerde informatie over het ontslaan van een patiënt vanaf de M540.
  • Pagina 100 In bedrijf stellen Een patiënt ontslaan 1 Selecteer Start/Standby... op de hoofdmenubalk. 1 Selecteer het meest linkse veld in de bovenste 2 Open zo nodig het tabblad Start. schermbalk van de Cockpit aan om naar de pagina Demografische gegevens te gaan. 3 Selecteer de toets Start.
  • Pagina 101 In bedrijf stellen De patiëntcategorie selecteren Als de functie Selectie patiënt profiel is geacti- 3 Selecteer de toets voor de gewenste veerd (zie pagina 488), kunt u de patiëntcategorie patiëntcategorie (Volwassen, Pediatrisch, of wijzigen en op de pagina Start een profiel selec- Neonaat), naast de selectie Patiëntcategorie.
  • Pagina 102 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 103 Montage en voorbereiding Montage en voorbereiding Overzicht montage ..... 104 Koppelen/ontkoppelen van de M540 ..105 Vooraanzicht van de M500 (met gekoppelde M540) .
  • Pagina 104 Montage en voorbereiding Overzicht montage In de winkel beschikbare In dit hoofdstuk worden de volgende elementaire montagetaken beschreven: montageoplossingen – De M540 koppelen aan/loskoppelen van de Er zijn diverse montageoplossingen beschikbaar. M500 Het ziekenhuis is ervoor verantwoordelijk iedere montageoplossing te installeren, te testen en de –...
  • Pagina 105 Montage en voorbereiding Koppelen/ontkoppelen van de M540 Het onderstaande diagram toont het voor- en zijpa- D M500 neel van de M500 die de M540 op zijn plaats houdt. E Draaivoet (optioneel) en bevestigingsklem Vooraanzicht van de M500 (met De M540 koppelen gekoppelde M540) 1 Plaats het gebogen gedeelte van de M540 tegenover het gebogen gedeelte van de M500.
  • Pagina 106 Montage en voorbereiding Vergrendelen/ontgrendelen van de M540 U kunt de M540 in de M500 vergrendelen om te De M540 ontgrendelen voorkomen dat iemand die ontkoppelt. 1 Plaats de zeskantige imbussleutel van 2 mm (A) in de middelste opening (B) van de De M540 permanent vergrendelen vergrendelpal.
  • Pagina 107 Bijkomende M540-accessoires De M540-patiëntmonitor ondersteunt een heel seerde accessoires kunt u terecht in de gebruiks- gamma aan accessoires, waaronder transport- aanwijzing van de Infinity Acute Care System – hardware, klemmen, kabelhaken, onderstellen, Bewakingsaccessoires. enz. Voor meer informatie over die gespeciali-...
  • Pagina 108 Montage en voorbereiding De systeemkabel aansluiten op de PS250 / P2500 en de M500 1 Sluit het ene uiteinde van de systeemkabel (B) aan op de M500-systeemconnector. 2 Sluit het andere uiteinde van de systeemkabel aan op één van de twee systeemconnectors voor PS250/P2500 (zie afbeelding op pagina 107).
  • Pagina 109 Montage en voorbereiding De Infinity MCable – Masimo SET/Masimo rainbow SET/ Nellcor OxiMax aansluiten In het volgende diagram ziet u hoe een Masimo MCable kan worden aangesloten op de M540. De Nellcor OxiMax MCable kan op dezelfde manier worden aangesloten. Zijaanzicht (connectors) Onderaanzicht A M540...
  • Pagina 110 Montage en voorbereiding De MCable-aansluitadapter bevestigen De MCable-aansluitadapter verwijderen Voer deze stappen uit om de MCable te bevestigen 1 Steek een platte schroevendraaier (of een aan de M540: gelijkaardig gereedschap) tussen de inkepingen voor het vergrendelen van de 1 Zorg dat het kabeleinde van de aansluiting (C) MCable-aansluitadapter (F).
  • Pagina 111 Alarmen Alarmen Overzicht van alarmen ....113 Akoestische alarmen vooraf onderdrukken ......128 Alarmprioriteiten.
  • Pagina 112 Alarmen Automatische instelling van alle alarmgrenzen ......146 Alarmhistorie en opgeslagen gebeurtenissen......147 De alarmhistorie weergeven.
  • Pagina 113 Alarmen Overzicht van alarmen De Cockpit en de M540 produceren akoestische en De kleur van een alarmbericht komt overeen met optische alarmsignalen. Met deze alarmsignalen de prioriteit van de bijbehorende alarmconditie wordt u gewaarschuwd voor alarmcondities (zie ‘Alarmprioriteiten‘ op pagina 114). variërend van overschreden alarmgrenzen en De alarminstellingen voor een patiënt kunnen aritmiegebeurtenissen tot netwerkproblemen.
  • Pagina 114 Alarmen Alarmprioriteiten Alarmcondities gemiddelde prioriteit Aan elke alarmconditie wordt één van de drie volgende prioriteiten toegekend: hoge (levensbe- dreigend), gemiddelde (ernstig) of lage (ter infor- De meeste alarmen met een gemiddelde prioriteit matie) optische en akoestische alarmsignalen betreffen fysiologische alarmcondities die geven het niveau van de alarmprioriteit aan.
  • Pagina 115 Alarmen Vergrendelend en niet-vergrendelend alarmgedrag Als een alarmconditie niet langer bestaat, Een vergrendelende alarmconditie bevestigen gedragen de akoestische en optische alarmen Druk op een van de twee volgende toetsen: zich op één van de volgende manieren: – De alarmsignalen stoppen automatisch –...
  • Pagina 116 Alarmen Alarmvalidatie activeren of deactiveren Als de alarmvalidatiefunctie geactiveerd is (zie uitstel voor alarmvalidatie. Wanneer voor HF de pagina 457), moet een alarmconditie gedurende uitsteltijd wordt toegevoegd, kan daarmee het een bepaalde periode hebben bestaan voordat er maximum van 10 seconden worden overschreden akoestische en optische alarmsignalen worden dat is toegestaan op grond van ingeschakeld.
  • Pagina 117 Alarmen Optische alarmsignalen Elke alarmprioriteit heeft zijn eigen optische Het alarmbericht in de kopbalk is het enige alarm- alarmsignaal. Wanneer de M540 wordt gedocked signaal dat zichtbaar is als er geen alarmerende op de M500, laat alleen de Cockpit akoestische parameter in de huidige schermweergave is alarmsignalen horen.
  • Pagina 118 Alarmen Optische alarmindicatoren op de Cockpit Optische alarmindicatoren op de M540 A Alarmberichtveld in de blauwe kopbalk B Alarmerend parameterveld C Alarmbalk Alarmbalk De alarmbalk op de Cockpit en de M540 kondigt OPMERKING alarmcondities met een hoge en gemiddelde De kleur van de alarmbalk komt altijd overeen met prioriteit optisch aan (zie pagina 114);...
  • Pagina 119 Alarmen Akoestische alarmsignalen Tijdens een alarm geeft de Cockpit naast optische OPMERKING alarmsignalen ook verschillende akoestische Akoestische alarmsignalen worden gewoonlijk signalen weer voor elke alarmprioriteit (zie alleen voortgebracht door de Cockpit en niet door pagina 117). De specifieke kenmerken van de M540.
  • Pagina 120 Alarmen Waarschuwingstonen Speciale omstandigheden die het alarmvolume beïnvloeden De Cockpit geeft ook een attentietoon om de aandacht te vestigen op speciale informatie zoals: Er zijn verschillende omstandigheden die het alarmvolume van de Cockpit beïnvloeden. – De start van veneuze stuwing –...
  • Pagina 121 Alarmen Het alarmvolume deactiveren Het alarmvolume deactiveren Zorg ervoor dat het Minimum alarmvolume op Uit U kunt het alarmvolume alleen deactiveren in de is ingesteld (zie pagina 475) voordat u de volgende volgende twee omstandigheden: stappen uitvoert: – Als de patiënt aan een ICS is toegewezen en de 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Minimum alarmvolume-instelling op Uit is Alarmen...
  • Pagina 122 Alarmen De pagina met huidige alarmberichten openen  Selecteer de toets Meer... links van het alarmberichtveld in de kopbalk (alleen zichtbaar wanneer er meer dan twee patiëntalarmcondities actief zijn). 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Alarmen... 2 Open het tabblad Huidige alarmen. Speciaal alarmgedrag ASY/VF-alarmen Wanneer u één van de volgende functies activeert,...
  • Pagina 123 Alarmen Invasieve drukken op nul stellen Ga als volgt te werk om er zeker van te zijn dat alarmen voor Asystolie en Ventrikel Fibrilleren altijd worden gemeld: Het op nul stellen van alle invasieve drukken met de toets Alle nullen in de menubalk van de Cockpit –...
  • Pagina 124 Alarmen Privacy-modus Wanneer de modus Privacy is geactiveerd, gebeurt het volgende op de Cockpit: – Alle patiëntgegevens worden verwijderd van de display van de Cockpit en de M540, maar zijn nog wel zichtbaar op het ICS (Infinity CentralStation). – Op de Cockpit en de M540 wordt het alarmbericht Privacy –...
  • Pagina 125 Alarmen Cardiale bypass-modus OK-alarmen De Cardiale bypass-modus is alleen beschikbaar als op de Cockpit OK-alarmen zijn ingesteld. Als de Cardiale bypass-modus is geactiveerd (zie Als OK-alarmen zijn geactiveerd, worden alarmbe- pagina 473), gebeurt het volgende op de Cockpit: richten voor alarmen met een gemiddelde en hoge prioriteit gewist, zodra de alarmconditie niet meer –...
  • Pagina 126 Alarmen ECMO-modus De ECMO-modus op de Cockpit activeren 1 Druk op het hoofdscherm op de toets Wanneer een patiënt een ECMO-behandeling Alarmen... om het dialoogvenster Alarmen te (extracorporele membraanoxygenatie) krijgt, openen. wijzigt het druksignaal van pulsatiel naar niet- 2 Druk op het tabblad Instellingen. pulsatiel.
  • Pagina 127 Alarmen Drukken uit- en Drukken pauzeren- WAARSCHUWING functies Door het selecteren van Drukken uitworden alle invasieve drukalarmen inclusief het alarm De gebruiker kan drukalarmen uitschakelen Art. kath. afgekoppeld gepauzeerd. (Uit),pauzeren (Pauze) en de pauzeduur instellen. OPMERKING Activeren van Drukken uit. Audio pauze heeft een hogere prioriteit dan Drukken pauzeren.
  • Pagina 128 Alarmen 1 Selecteer op het hoofdscherm een veld voor de Drukken pauzeren invasieve drukparameters. 4 Druk op de toets Drukken pauzeren naast 2 Druk op het tabblad Algemene instellingen. Interventie om de instelling te deactiveren. 3 Druk op de toets Drukken pauzeren naast WAARSCHUWING Interventie.
  • Pagina 129 Alarmen Alarmen vooraf onderdrukken vanaf de Cockpit Het geluid van alarmen vooraf onderdrukken op afstand  Druk op de gele toets op de Cockpit. Het uiterlijk van de gele toets is  Druk op de gele toets op de hoofdmenubalk afhankelijk van de hardwareversie van de van het ICS als u voor alle toegewezen patiënten Cockpit (zie pagina 24).
  • Pagina 130 Alarmen Stille-modus geactiveerd Als de patiënt ook op het ICS is opgenomen, zal elke alarmconditie met hoge prioriteit op het ICS Als er zich een nieuwe alarmtoestand met een hogere weerklinken. Voor alle volgende alarmcondities van prioriteit dan het momenteel gepauzeerde alarm dezelfde of lagere prioriteit weerklinken geen voordoet, weerklinkt er een ingekorte alarmtoon.
  • Pagina 131 Alarmen Een audiopauze activeren vanaf de M540 Een geluidsonderdrukking op afstand activeren Voor gedetailleerde informatie over hoe u op Druk op de gele toets op de M540 in een IACS- afstand een geluidsonderdrukking start, raadpleegt configuratie. U kunt de audiopauze voor alarmen u de gebruiksaanwijzing van een willekeurig extern op de M540 activeren als die is gekoppeld of tijdens apparaat binnen dezelfde bewakingsunit.
  • Pagina 132 Alarmen – Het alarmerende parameterveld en de alarm- OPMERKING balk keren terug naar de toestand vóór het Indien de Alle alarmen pauzeren-toets als alarm. zodanig is geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via de hoofdmenubalk. Zie – De alarmberichten worden uit het veld pagina 465 voor meer informatie.
  • Pagina 133 Alarmen – Het meest rechtse veld van de kopbalk wordt Alarmbewaking na deactiveren opnieuw geel en geeft het alarmbericht Alle alarmen uit activeren en het volgende symbool weer: 1 Select het symbool naast de toets – Het bericht Alle alarmen uit wordt in de Alarmen...
  • Pagina 134 Alarmen De bovenste en onderste alarmgrenzen Als u alarmen deactiveert, worden er voor de betreffende parameter geen akoestische en instellen optische alarmsignalen geactiveerd. Als de alarm- bewaking is gedeactiveerd, verschijnt er een U kunt de bovenste en onderste alarmgrenzen van doorgekruiste driehoek (A) in het parameterveld.
  • Pagina 135 Alarmen De alarminstelling voor een afzonderlijke parameter configureren Als u alleen de alarminstellingen van een Sensor parameters afzonderlijke parameter wijzigt, gebruikt u de parameterspecifieke instelpagina waarin de alarminstelling te vinden is. In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van en parameterspecifieke instelpagina.
  • Pagina 136 Alarmen Alarminstellingen wijzigen voor één parameter In de onderstaande stappen verwijzen de letters 3 Selecteer de Alarm aan/uit-knop (A) om de tussen haakjes naar het diagram van de pagina alarmbewaking te activeren of te deactiveren. voor parameterspecifieke instellingen. Er verschijnt een doorkruiste driehoek in het parameterveld als de alarmbewaking is WAARSCHUWING gedeactiveerd.
  • Pagina 137 Alarmen De alarminstellingen voor meerdere parameters configureren In de volgende afbeelding wordt de pagina A De tab Grenzen Algemeen weergegeven. Op deze pagina B Kolom voor parameterlabels configureert u de alarminstellingen voor alle beschikbare parameters. De pagina bestaat uit een C Kolom Alarm aan/uit tabel met instelrijen voor elke parameter.
  • Pagina 138 Alarmen Algemene alarminstellingen wijzigen In de volgende stappen verwijzen de letters tussen 7 Selecteer de overeenkomstige toets in de haakjes naar de afbeelding van de pagina kolom Boven (F) om de bovenste alarm- Algemeen (zie pagina 137). Alarmbereiken en grenzen bij te stellen. standaardwaarden worden vermeld op pagina 168 8 Selecteer één van de volgende instellingen in en verder.
  • Pagina 139 Alarmen Het gedrag van alarmberichten configureren Het Config.-tabblad biedt u de mogelijkheid om het 4 Zie de volgende tabel voor de beschikbare rapporteringsgedrag van de akoestische en instellingen. De geselecteerde alarmprioriteit optische alarmen als reactie op bepaalde SpO2- beïnvloedt de manier waarop de alarmgebeur- sensors en berichten met betrekking tot tenis optisch en akoestisch wordt gemeld (zie "afleidingen los"-condities in te stellen.
  • Pagina 140 Alarmen Bericht Beschikbare Beschrijving instellingen Archiefinstellingen SpO2 sensor uit – Uit (standaard) De archiefinstellingen voor deze twee alarmberichten kunnen niet worden geconfigureerd. De archiefinstelling SpO2 controleer – Opslaan volgt de algemene archiefstatus voor de parameter. Voor sensor – Registreren details over hoe u de archiefinstellingen van een parameter kunt wijzigen, kunt u terecht op pagina 135.
  • Pagina 141 Alarmen Bericht Beschikbare Beschrijving instellingen RRi afleiding los Alarminstellingen – Hoog Kent een alarmprioriteit aan het "RRI-afleiding los"-alarm toe of deactiveert het. – Medium – Hoog: De gebeurtenis wordt als een alarm met hoge – Laag (standaard) prioriteit beschouwd. – Eenmalig –...
  • Pagina 142 Alarmen De alarminstelling voor aritmie configureren In de volgende afbeelding wordt de pagina A De tab Grenzen Grenzen > ARR weergegeven. Op deze pagina B Categoriekolom Aritmie om het ARR-label te configureert u de alarminstellingen voor de identificeren aritmieparameters. De pagina bestaat uit een tabel met instelrijen voor elke aritmieparameter.
  • Pagina 143 Alarmen ARR-alarminstellingen configureren 7 Gebruik één van de volgende instellingen in de kolom Archief (F) om te bepalen wat er in reactie op een alarm gebeurt: Behalve ARR-alarminstellingen biedt de Grenzen > ARR-pagina u de mogelijkheid om de aritmiemodus – Uit – er worden geen gebeurtenissen te selecteren (zie pagina 233) en het herleren- opgeslagen en er worden geen registraties proces van de ECG-afleidingen activeren...
  • Pagina 144 Alarmen Alarminstelling voor ST In de volgende afbeelding wordt de pagina A Tabblad Grenzen Grenzen > ST weergegeven. Op deze pagina B Kolom Parameter voor labels configureert u de alarminstellingen voor de ST- parameters. De pagina bestaat uit een tabel met C Kolom Alarm aan/uit instelrijen voor elke ST-parameter.
  • Pagina 145 Alarmen ST-alarminstellingen configureren Een aantal van de beschreven ST-alarminstel- 6 Selecteer de configuratietoets in de kolom lingen zijn ook beschikbaar op de ST-alarmen- Boven (F) om de bovenste alarmgrenzen bij te pagina (zie pagina 243). In de volgende stappen stellen. verwijzen de letters tussen haakjes naar de 7 Selecteer één van de volgende instellingen in afbeelding van de pagina Grenzen >...
  • Pagina 146 Alarmen Automatische instelling van alle alarmgrenzen Met de functie Automatische instelling kunt u U kunt telkens één van de volgende groepen alarmgrenzen snel instellen op grond van de vooraf parameters automatisch instellen: ingestelde percentages die in de volgende tabel – afzonderlijke parameters (zie pagina 147) worden vermeld.
  • Pagina 147 Alarmen Een afzonderlijke parameter automatisch Alle parameters automatisch instellen instellen  Selecteer het symbool naast de toets Alarmen... op de hoofdmenubalk > Alle 1 Selecteer het parameterveld van de gewenste autom. instellen. parameter. 2 Selecteer de toets Auto. inst. in de rechter- bovenhoek van elke parameterinstelpagina.
  • Pagina 148 Alarmen Alarmhistorie na afsluiten A Tabblad Alarm historie B Hiermee wordt een gebeurtenis geïdentificeerd De alarmhistorie wordt bewaard tot de patiënt wordt ontslagen. Het uit- en terug aanzetten van de C Datum van het alarm Cockpit heeft geen invloed op de alarmhistorie van D Tijd waarop het alarm is opgeslagen de patiënt.
  • Pagina 149 Alarmen Een momentopname van één gebeurtenis weergeven 20 seconden van curve- en parametergegevens In de volgende afbeelding ziet u het scherm met de worden in de volgende omstandigheden momentopname van de gebeurtenis. automatisch in de alarmhistorie opgeslagen: Alarmen – Een parameter waarvan de functie Archief registreren is ingesteld op Opslaan of Opsl/ Reg (zie pagina 134) overschrijdt de ingestelde alarmgrenzen.
  • Pagina 150 Alarmen Huidige alarmen weergeven De Huidige alarmen-pagina toont alle alarmen die Huidige alarmen bekijken zich tijdens een bewakingssessie van een patiënt 1 Selecteer Alarmen... op de hoofdmenubalk. voordoen. De pagina wordt gewist als de patiënt wordt ontslagen. Elk alarm toont de alarmprioriteit, 2 Selecteer het tabblad Huidige alarmen.
  • Pagina 151 Alarmen Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alarmgrenzen – Aan (standaard) Hiermee wordt bepaald of er in de parameter- weergeven velden alarmgrenzen verschijnen. – Uit – Aan Hiermee wordt de modus ECC geactiveerd/ gedeactiveerd. De alarmfuncties worden alleen – Uit (standaard) beïnvloed wanneer de Cardiale bypass-modus is geactiveerd (zie pagina 125).
  • Pagina 152 Alarmen De alarmprioriteit voor een Nellcor- functie kan voor elke patiëntcategorie afzonderlijk worden geconfigureerd. Voor informatie over het 'controleer sensor'-bericht configureren configureren van de SpO2 controleer sensor- instelling kunt u terecht op pagina 456. Deze alarminstallatie is voor het configureren van de alarmprioriteit en het alarmarchiveringsgedrag De onderstaande SpO2-parameters genereren dit van bepaalde Nellcor SpO2-parameters.
  • Pagina 153 Alarmen Alarmen van externe patiëntmonitors Ga als volgt te werk om alarmen voor externe patiëntmonitors te configureren: configureren 1 Selecteer Alarmen... op de hoofdmenubalk. De volgende tabel bevat instellingen waarmee 2 Selecteer het tabblad Instellingen. alarmen van externe patiëntmonitors die zich in het IACS-netwerk bevinden op de Cockpit kunnen worden weergegeven.
  • Pagina 154 Alarmen Alarm extern apparaat losgekoppeld Als de functie Alarm extern apparaat wordt geactiveerd op de Cockpit (zie pagina 474) en er een extern apparaat wordt losgekoppeld van de Cockpit, gebeurt het volgende op het ICS en op de Cockpit: – Er weerklinkt een alarmtoon van lage prioriteit. –...
  • Pagina 155 Alarmen De codefunctie activeren LET OP  Druk op de toets Code op de hoofdmenubalk. Deactiveer de functie Code altijd voordat u de Cockpit uitschakelt. Als de functie Code geactiveerd is en de instelling Audio uit met De codefunctie deactiveren betrekking tot Code is ingesteld op Aan, zullen ...
  • Pagina 156 Alarmen Alarmbereiken en standaardwaarden Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren HF volwassen Bovengrens: Opsl/ Reg 25 tot 300 bpm (volwassen) (volwassen) (volwassen/ Stap: 5 bpm pediatrisch) Ondergrens: 150 (pediatrisch) 50 (pediatrisch) 20 tot 295 bpm Uit (neonataal)
  • Pagina 157 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren SpO2 Bovengrens: 100 % 85 % 21 tot 100 % (volwassen, Stap: 1 OPMERKING: pediatrisch) Ondergrens: Door het wijzi- 20 tot 99 % 95 % (neonataal) gen van deze instelling wordt...
  • Pagina 158 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren SpCO Bovengrens: 1 tot 99 Stap: 1 Ondergrens: 0 tot 98 SpMet Bovengrens: 0,1 tot 99,9 Stap: 0,1 Ondergrens: 0,0 tot 99,8 NIBP S Bovengrens: 160 mmHg...
  • Pagina 159 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren NIBP D Bovengrens: 60 mmHg 25 mmHg neonataal 11 tot 130 mmHg 8 kPa 3,3 kPa 1,4 tot 17,3 kPa Stap: 1 mmHg of 0,1 kPa Ondergrens: 10 tot 129 mmHg...
  • Pagina 160 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren IBP S Bovengrens: – 160 mmHg – 90 mmHg volwassen –49 tot +400 mmHg (21,3 kPa) (12,0 kPa) voor GP1 S voor GP1 S –6,5 tot +53,3 kPa Stap: 1 mmHg...
  • Pagina 161 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren IBP D Bovengrens: – 110 mmHg – 50 mmHg volwassen –49 tot +400 mmHg (14,7 kPa) (6,7 kPa) voor GP1 D voor GP1 D –6,5 tot +53,3 kPa Stap: 1 mmHg...
  • Pagina 162 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren IP D Bovengrens: – 80 mmHg – 30 mmHg neonataal –49 tot +400 mmHg (10,7 kPa) (4,0 kPa) voor GD1 D voor GP1 D –6,5 tot +53,3 kPa Stap: 1 mmHg...
  • Pagina 163 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren IP M Bovengrens: – 85 mmHg – 50 mmHg pediatrisch –49 tot +400 mmHg (11,3 kPa) (6,7 kPa) voor GP1 M voor GP1 M –6,5 tot +53,3 kPa Stap: 1 mmHg...
  • Pagina 164 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren IP M Bovengrens: – 80 mmHg – 40 mmHg neonataal –49 tot +400 mmHg (10,7 kPa) (5,3 kPa) voor GP1 M voor GP1 M –6,5 tot +53,3 kPa Stap: 1 mmHg...
  • Pagina 165 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren Bovengrens: 100 % 10 % 11 tot 100 % Stap: 1 % Ondergrens: 10 to 99 % Vastgesteld op 82 % 82 % Niet van Opslaan...
  • Pagina 166 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren PVC/min Bovengrens:1 tot 50 Niet van toepassing Stap van 1 inHal Bovengrens: 1,6 kPa, 1,6 % 0,0 kPa, 0,0 % Opslaan 0,1 tot 8,5 kPa (volwassen) Stap: 0,1 kPa...
  • Pagina 167 Alarmen Parameter Standaard- Bereik alarmgrenzen Standaard- Standaard- Standaard- alarm- waarden voor waarden voor instelling voor status bovengrens ondergrens archiveren etEnf Bovengrens: 10 kPa, 10 % 0,0 kPa, 0,0 % Uit 0,1 tot 10,0 kPa Stap: 0,1 kPa 0,1 tot 10,0 % of 0,1 % Ondergrens: 0,0 tot 9,9 kPa...
  • Pagina 168 Alarmen Aritmiebereiken en standaardwaarden Parameter Alarmprioriteit Frequentie Telling (standaard) Fabriekswaarde standaard (standaard) alarmarchief Hoog Niet instelbaar Niet instelbaar Opsl/ Reg Hoog Niet instelbaar Niet instelbaar Opsl/ Reg 100 tot 200 (120) 5 tot 15 (10) VTACH Hoog Opsl/ Reg Stap: 10 Stap: 1 ARTF Niet instelbaar...
  • Pagina 169 Trends/gegevens-dialoogvensters Trends/gegevens-dialoogvensters Overzicht ......170 Minitrends ......184 De minitrendweergave configureren .
  • Pagina 170 Trends/gegevens-dialoogvensters Overzicht Het Trends/Gegevens-dialoogvenster biedt – Beademing – hiermee geeft u verschillende pagina's met trends, gegevensover- ademhalings-/beademingsloops weer zichten en rapporten. (zie pagina 451). Wanneer een Perseus A500 is aangesloten, verandert de naam van dit tabblad in Anesthesie/ Beademing Het Trends/Gegevens-dialoogvenster openen om anesthesie/beademingsparameters weer te geven.
  • Pagina 171 Trends/gegevens-dialoogvensters Ondersteunde parameters – Maquet SERVO-i: voor een lijst van in trends bijgehouden parameters kunt u terecht op pagina 438. Een trendparameter kan worden weergegeven in tabelvorm of grafische vorm. In de volgende – BIS VISTA – BIS, EMG, SQI, BSR, PWR, SEF, paragrafen wordt uitgelegd hoe de verschillende parametergroepen in de grafische trends worden –...
  • Pagina 172 Trends/gegevens-dialoogvensters Speciale tekens en symbolen Gebeurtenis Teken/symbool Er zijn geen parameterwaarden * * * Behalve parameters worden in grafische en beschikbaar tabelvormige trends ook bepaalde condities Waarde buiten bereik +++ (hoog) geïdentificeerd, zoals losgekoppelde afleidingen, - - - (laag) artefacten, enzovoort. Herleren LEREN Gebeurtenis...
  • Pagina 173 Trends/gegevens-dialoogvensters De layout van de pagina's met trendgrafieken De pagina's met trendgrafieken hebben dezelfde A Tabblad Trends layout. Deze bestaan uit maximaal vier afzonder- B Tabblad Grafisch – hiermee opent u de lijke trendvensters. In elk trendvenster kunnen de grafische trends trendgrafieken van maximaal vijf selecteerbare parameters worden weergegeven.
  • Pagina 174 Trends/gegevens-dialoogvensters De pagina's met trendgrafieken gebruiken U kunt de pagina's met trendgrafieken gebruiken door verschillende weergavefuncties in te stellen. De parameterinhoud van de trendgrafieken configureren Met uitzondering van de Grafieken vitale-pagina, A Toets Weergavefilter waarvoor de parametertoewijzing vaststaat, kunt u B Toets waarmee het instellingenvenster wordt de parameterinhoud voor de pagina's met trend- gesloten...
  • Pagina 175 Trends/gegevens-dialoogvensters Navigeren door de trendgrafieken De parameterselectie voor een pagina met een trendgrafiek aanpassen De trenddatabase voor een patiënt kan meer In de volgende stappen verwijzen de letters tussen gegevens bevatten dan op één pagina met haakjes naar de afbeelding van de pagina voor trendgrafieken kan worden weergegeven.
  • Pagina 176 Trends/gegevens-dialoogvensters Trendschalen wijzigen 3 Selecteer de toets Grafieken (J) en gebruik de draaiknop om te selecteren hoeveel trendvensters moeten worden weergegeven. De trendschalen worden links van elke trendpara- U kunt één tot vier trendvensters selecteren. meter weergegeven. De schalen kunnen te allen tijde worden gewijzigd, op voorwaarde dat de 4 Gebruik de toets Weergave (K) om de trendcursor niet wordt weergegeven.
  • Pagina 177 Trends/gegevens-dialoogvensters Analyse Instrument-pagina De Analyse Instrument-pagina is een uitgebreide Procedures trendpagina voor het visualiseren van de vereiste informatie voor het uitvoeren van een recruitment- manoeuvre. Op de pagina worden de effecten op longmechanica en hemodynamische parameters weergegeven in één geïntegreerde weergave. Op de Analyse Instrument-pagina wordt een bepaalde duur van gegevens, die door de gebruiker werd geconfigureerd, en worden in drie...
  • Pagina 178 Trends/gegevens-dialoogvensters De Analyse Instrument-pagina gebruiken De parameterinhoud configureren Hoewel de Analyse Instrument-pagina over De parameterinhoud configureren standaardparameterinstellingen beschikt, kunt 1 Selecteer de toets Procedures... vanuit de u de pagina aan uw huidige bewakingssessie hoofdmenubalk. aanpassen. 2 Open het tabblad Analyse Instrument. In de volgende afbeelding wordt het instellingen- venster weergegeven voor het aanpassen van 3 Selecteer het trendconfiguratiesymbool...
  • Pagina 179 Trends/gegevens-dialoogvensters De cursors gebruiken De Analyse Instrument-pagina bevat twee Behalve de waarden worden ook symbolen cursors voor het markeren van een gedeelte van de weergegeven naast de waarden om de trends aan trendgrafieken voor een nauwkeurigere analyse. te geven voor de parameters binnen de cursors: De letters tussen haakjes verwijzen naar de –...
  • Pagina 180 Trends/gegevens-dialoogvensters Een tijdsinterval selecteren Een grafisch trendrapport voor Analyse Instrument printen U kunt het tijdsinterval instellen dat van toepassing is op de drie trendgrafieken. Een grafisch trendrapport voor recruitment bevat de begin- en eindcursorwaarden en de waarde voor elke parameter. U kunt een grafisch trend- Het tijdsinterval instellen rapport voor recruitment alleen printen nadat u 1 Selecteer de Duur-toets (F).
  • Pagina 181 Trends/gegevens-dialoogvensters De layout van de trendtabel De volgende afbeelding toont de pagina van de A Tabblad Trends trendtabellen. Door de pagina met trendtabellen te B De kolom parameterlabel configureren, bepaalt u ook hoe de informatie in het trendrapport met tabellen wordt weergegeven. C De kolom Parameters D Laatst trendgegevens Trends/Gegevens...
  • Pagina 182 Trends/gegevens-dialoogvensters De trendtabel gebruiken Navigeren door de trendtabellen U kunt het trendscherm gebruiken door verschillende weergavefuncties in te stellen. De trenddatabase voor een patiënt kan meer gegevens bevatten dan op één pagina met trend- Trendtabellen in split screen-modus tabellen kan worden weergegeven. Gebruik de scrollbalken om door de volledige trendgegevens U kunt de trendtabellen op het hoofdscherm te bladeren.
  • Pagina 183 Trends/gegevens-dialoogvensters De parameterinhoud van de trendtabellen configureren In de volgende afbeelding wordt de configuratie- J Venster voor het automatisch sorteren van de pagina weergegeven voor het aanpassen van de parameters parameterinhoud van trendtabellen. K Groep parametertoetsen genaamd Overige voor het selecteren van verschillende parameters zoals SpO2, temperatuur enz.
  • Pagina 184 Trends/gegevens-dialoogvensters Een trendrapport met tabellen printen OPMERKING Indien een Tabellarisch trendrapport-toets De inhoud van een trendrapport in tabelvorm hangt als zodanig is geconfigureerd, is deze ook af van de systeeminstallatie (zie pagina 482). toegankelijk via de hoofdmenubalk. Zie pagina 465 voor meer informatie. Een trendrapport in tabelvorm printen Zie pagina 512 voor meer details over hoe u een 1 Open de pagina Trends >...
  • Pagina 185 Trends/gegevens-dialoogvensters Pagina's met gegevensoverzichten Naast trendgegevens worden in het De gegevensoverzichten openen Trends/Gegevens-dialoogvenster verschillende 1 Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de pagina's met gegevensoverzichten weergegeven hoofdmenubalk. die in de volgende tabel worden vermeld. Sommige overzichtspagina's zijn ook onder andere tabbladen 2 Selecteer één van de volgende tabbladen om beschikbaar.
  • Pagina 186 Trends/gegevens-dialoogvensters Pagina met gege- Beschrijving Beschikbare functies vensoverzichten Beademing of – Als er een anesthesieapparaat De pagina met gegevensoverzicht waarop Anesthesie/ is aangesloten, wordt de naam informatie over ademhalings-, anesthesie- Beademing > Toon van het tabblad gelabeld als of beademingsparameters wordt alle-pagina Anesthesie/ Beademing.
  • Pagina 187 Trends/gegevens-dialoogvensters Pagina met gege- Beschrijving Beschikbare functies vensoverzichten Lab-pagina Laboratoriumgegevens worden via Hiermee kunt u laboratoriumgegevens het Infinity-netwerk verzonden naar selecteren en de bijbehorende resultaten de Cockpit. Telkens wanneer er weergeven. nieuwe labdata beschikbaar zijn, gebeurt er het volgende op de Cockpit: –...
  • Pagina 188 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 189 Berekeningen Berekeningen Overzicht ......190 Het gebied van het lichaamsoppervlak berekenen......190 De berekeningsfuncties openen .
  • Pagina 190 Berekeningen Overzicht Het gebied van het lichaamsoppervlak Met de optie voor fysiologische berekening voert de Cockpit fysiologische berekeningen uit aan de berekenen hand van gegevens die door de M540 en andere apparaten zijn verkregen. De Cockpit slaat De waarden Ht (lengte) en huidige Wt (gewicht) afgeleide parameters op en toont ze.
  • Pagina 191 Berekeningen De berekeningsfuncties openen In de volgende afbeelding wordt de pagina A Tabblad Berekeningen Berekeningen weergegeven voor de berekening B Toets Waarden vastleggen van hemodynamische, zuurstoftoedienings- en beademingsparameters. C Toets Lab uitslag vastleggen (zie pagina 194) D Toets Resultaten berekenen (zie pagina 193) Procedures E Tabblad Resultaten F Parametertoetsen Lab uitslagen...
  • Pagina 192 Berekeningen Een berekening uitvoeren In de volgende stappen verwijzen de letters tussen 5 Bewerk of voeg een waarde toe door de toets haakjes naar de afbeelding van de pagina naast een parameterlabel te selecteren om een Berekeningen (zie pagina 191). pop-up met een toetsenblok te activeren.
  • Pagina 193 Berekeningen De berekeningsresultaten weergeven Berekeningen weergeven en opslaan In de volgende afbeelding wordt de pagina Resultaten weergegeven voor de berekening van hemodynamische, zuurstoftoedienings- en Op de pagina Resultaten kunt u de weergave beademingsparameters. configureren en berekeningen opslaan. U kunt maximaal 50 berekeningen opslaan voordat ze Procedures worden overschreven (oudste berekeningen eerst).
  • Pagina 194 Berekeningen Berekeningen weergeven 5 Selecteer de OK-toets in het pop-upvenster om uw selectie te bevestigen. Op de pagina In de volgende stappen verwijzen de letters tussen Resultaten wordt de parameterlijst haakjes naar de afbeelding van de pagina dienovereenkomstig aangepast. Resultaten (zie pagina 193). 1 Selecteer de toets Procedures...
  • Pagina 195 Berekeningen Vergelijkingen voor berekening In het volgende gedeelte wordt beschreven aan de OPMERKING hand van welke bewaakte parameters en vergelij- Eventueel ontbreken sommige Hemodynamica- kingen de berekeningen voor hemodynamica, en Oxygenatie/Beademing-berekeningsresul- zuurstoftoediening en beademing in de Cockpit taten op het netwerk. Alle berekeningen zijn worden uitgevoerd.
  • Pagina 196 Berekeningen De Cockpit gebruikt de waarden in de voorgaande tabel plus de BSA-waarde om de volgende afgeleide hemodynamische waarden te berekenen. Label Beschrijving Vergelijking Beschik-bare eenheden CI, CCI Cardiac Index (continu) C.O. / BSA, CCO / BSA L/min/m LHCPP Coronaire perfusiedruk ART D –...
  • Pagina 197 Berekeningen Parameters voor zuurstoftoediening en beademing De Cockpit gebruikt de volgende parameterwaarden voor de berekeningen voor zuurstoftoediening en beademing. Al deze berekeningen zijn bewaakte parameterwaarden, met uitzondering van PaO2, PaCO2, Hgb en SaO2, dit zijn laboratoriumwaarden. Label Beschrijving Beschik-bare eenheden Hemoglobineconcentratie g/dL inO2...
  • Pagina 198 Berekeningen De Cockpit gebruikt de waarden in de voorgaande tabel, de laboratoriumwaarden en de BSA-waarde om de volgende afgeleide waarden voor zuurstoftoedienings- en beademingsparameterwaarden te berekenen. Label Beschrijving Afleiding Beschik- bare eenheden C(a-v)O Arterioveneus CaO2 – CvO2 mL/dL zuurstofverschil CaO2 Arteriële zuurstofinhoud 0,0134 x Hgb x SaO2 mL/dL...
  • Pagina 199 Berekeningen Berekening medicatie De Cockpit berekent de infuussnelheden van Gegevens over standaard-medicamenten worden maximaal 44 medicamenten. 40 van deze niet verwijderd wanneer een patiënt wordt medicamenten zijn vooraf geconfigureerd en vier ontslagen. Zie pagina 200 voor meer informatie om kunnen worden aangepast voor een specifieke een aangepaste medicamentenlijst te maken.
  • Pagina 200 Berekeningen Medicatieberekeningen uitvoeren U kunt medicatie selecteren in een voorgeconfigu- 3 Selecteer de gewenste medicatie. De vooraf reerde medicamentenlijst (zie pagina 200) of geconfigureerde waarden voor de hoeveelheid, medicatie handmatig opgeven om de gewenste de dosis en de eenheden worden weergegeven dosis en snelheidswaarden te berekenen.
  • Pagina 201 Berekeningen De medicamentenlijst aanpassen In de volgende afbeelding ziet u de pagina Medicatie dosering > Set-up, waarop u de medicamentenlijst kunt aanpassen. U hebt een wachtwoord nodig om de pagina Medicatie dosering > Set-up te openen. In de Procedures volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding voor de Medicatie dosering >...
  • Pagina 202 Berekeningen 11 Selecteer de toets Volume (F) om een pop- 12 Selecteer de toets Enter. Het volume wordt upvenster met toetsenblok te activeren om het toegewezen aan het veld Volume (F). De volume toe te voegen. Gebruik het pijlsymbool eenheid wordt toegewezen aan het veld Dosis om een lijst met toegewezen meeteenheden te eenheden (G).
  • Pagina 203 Berekeningen In de volgende tabel worden de beschikbare bereiken vermeld voor elke categorie op de pagina Medicatie berekening. Parameter Bereik en eenheden Dagelijks gewicht 0,1 tot 350 kg (volwassen, pediatrisch) 1 tot 10000 g (neonataal) Hoeveelheid 0,01 tot 100.000.000.000 microgram (µg), m-eenheden, mEq, mmol 0,01 tot 100.000.000 milligram (mg), eenheden, mol 0,01 tot 100.000 gram (g), k-eenheden 0,01 tot 100 M-eenheden...
  • Pagina 204 Berekeningen Parameter Bereik en eenheden Dosis/Dagelijks Volwassen en pediatrisch: gewicht (per uur) 0,01 tot 100.000.000.000 µg/kg/u, m-eenheden/kg/u, mmol/kg/u 0,01 tot 100.000.000 mg/kg/u, eenheden/kg/u, mol/kg/min of u 0,01 tot 100.000 g/kg/u, k-eenheden/kg/u 0,01 tot 100 M-eenheden/kg/u Neonataal: 0,01 tot 100.000.000.000 µg/g/u, m-eenheden/g/u, mEq/g/u, mmol/g/u 0,01 tot 100.000.000 mg/g/u, eenheden/g/u, mol/g/u 0,01 tot 100.000 g/g/u, k-eenheden/g/u 0,01 tot 100 M-eenheden/g/u...
  • Pagina 205 ECG, aritmie en ST-segment ECG, aritmie en ST-segment Overzicht van ECG en Elektrodenplaatsing voor neonaten ..219 hartfrequentiebewaking ....207 Bewaking met 12 afleidingen .
  • Pagina 206 ECG, aritmie en ST-segment Aansluiten van de leadsets voor ST-bewaking ......239 ST-weergave ......239 ST-complexen analyseren .
  • Pagina 207 (zie pagina 484 voor informatie inzake de De aritmiebewaking en de geselecteerde configuratie). aritmiemodus beïnvloeden de weergave van Raadpleeg de Infinity Acute Care System – Infinity het parameterveld voor hartfrequentie. Zie M540-gebruiksaanwijzing voor een gedetailleerde ‘Aritmieverwerking‘ op pagina 232 voor meer beschrijving van de M540 ECG-functies.
  • Pagina 208 ECG, aritmie en ST-segment ECG-voorzorgsmaatregelen Raadpleeg de volgende hoofdstukken voor WAARSCHUWING algemene voorzorgsmaatregelen: Om letsel bij de patiënt te voorkomen, moet – "Elektrische veiligheid" op pagina 16 u altijd de timing van de QRS-synchronisa- tiepuls controleren voordat u een cardioversie –...
  • Pagina 209 ECG, aritmie en ST-segment Aansluiten van de kabelsets met 3, 5 en 6 afleidingen voor de ECG-bewaking De ECG-leadsets kunnen rechtstreeks op de M540 De ECG-kabelsets aansluiten worden aangesloten. 1 Plaats de kabelset met 3, 5 of 6 afleidingen (C) in de verzonken ECG-connector (B) aan de zijkant van de M540 die zich het dichtst bij de connector voor de niet-invasieve bloeddruk (A)
  • Pagina 210 ECG, aritmie en ST-segment Aansluiten van de kabelsets voor bewaking met 12 afleidingen De ECG-leadsets kunnen rechtstreeks op de M540 De ECG-kabelsets aansluiten worden aangesloten. 1 Plaats de kabelset met 6 afleidingen (B) en de kabelset met 4 afleidingen (C) in de ECG-poort (A) aan de zijkant van de M540.
  • Pagina 211 ECG, aritmie en ST-segment Aansluiten van de afleidingskabels voor neonatale bewaking De ECG-leadsets kunnen rechtstreeks op de M540 De ECG-kabelset aansluiten worden aangesloten. 1 Plaats de neonatale ECG-adapterkabel (B) in de ECG-poort (A) aan de zijkant van de M540. Richt de neonatale ECG-adapterkabel (B) zodanig dat de blootgestelde pennen in uw richting wijzen als u het geheel stevig in de ECG-poort steekt.
  • Pagina 212 ECG, aritmie en ST-segment Voorbereiding van de patiënt op ECG-bewaking Elektrochirurgie De volgende tips leiden tot optimale ECG- bewakingsresultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis Geïntegreerde ESU-onderdrukking verbetert de goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van prestaties van de monitor tijdens elektrochirurgie, de fabrikant.
  • Pagina 213 ECG, aritmie en ST-segment ECG-weergave De ECG-weergave op de Cockpit bestaat uit: – Toon alle pagina met maximaal 12 afleidingen – ECG-parameterveld Het ECG-parameterveld ziet er anders uit als u de aritmiebewaking activeert. Zie pagina 213 voor – ECG-curven meer informatie. ECG-parameterveld In parametervelden worden parameterwaarden A Parameter-label...
  • Pagina 214 ECG, aritmie en ST-segment -curven De ECG-curve bevat de volgende elementen: Afhankelijk van de geselecteerde kabelset en het type ECG-kabel worden er maximaal 3 ECG- curven weergegeven. Kabelset Beschikbare ECG- afleidingen Drie elektroden I, II of III Vijf elektroden I, II, III, aVR, aVL, aVF, V A Afleidingslabel Zes elektroden Standaard: I, II, III, aVR, aVL,...
  • Pagina 215 ECG, aritmie en ST-segment ECG-kleuren Leads-connectors naar de elektroden zijn gelabeld en met kleuren gecodeerd conform IEC en AHA. AHA/US Geel Zwart Groen Rood Rood C/C2 Wit/wit en geel V/V2 Bruin/bruin en geel Zwart Groen C+/C5 Grijs en wit/wit en zwart V+/V5 Grijs en bruin/bruin en oranje Wit en paars...
  • Pagina 216 ECG, aritmie en ST-segment Elektrodenplaatsing voor volwassen en pediatrische patiënten Standaardconfiguratie, drie elektroden (IEC/AHA) Standaardconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 217 ECG, aritmie en ST-segment Pacemakerconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Standaardconfiguratie, zes elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 218 ECG, aritmie en ST-segment Configuratie met 12 afleidingen, tien elektroden voor rust-ECG-bewaking met 12 afleidingen (AHA) Configuratie met 12 afleidingen, tien elektroden voor rust-ECG-bewaking met 12 afleidingen (IEC) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 219 ECG, aritmie en ST-segment Elektrodenplaatsing voor neonaten – Bij neonaten plaatst u de RA- en LA-elektroden op de mid-axillaire lijn. Plaats de LL-elektrode onder het diafragma en de navel. Vermijd het gebied van de lever en de ventrikels van het hart om artefacten veroorzaakt door de bloedcirculatie te voorkomen.
  • Pagina 220 ECG, aritmie en ST-segment De ECG-functies openen  Selecteer het parameterveld voor de hart- 3 Selecteer de tabbladen Instell. 1, Instell. 2, frequentie om de ECG-pagina rechtstreeks Toon alle . te openen. Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toetsen Auto.
  • Pagina 221 ECG, aritmie en ST-segment Functies voor het configureren van ECG-parameters Alle functies voor ECG-configuratie worden OPMERKING uitgevoerd op de pagina’s ECG. Als op de M540 ECG is geselecteerd als HF-bron en vervolgens wordt gewijzigd in Auto, indien de OPMERKING werkelijke HF-bron nog steeds ECG is, maar het Als er een artefact met bovenmatige lijnfrequentie ECG-signaal op een gegeven moment ongeldig op de ECG-curve wordt waargenomen, controleer...
  • Pagina 222 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Instell. 1-pagina Pulstoon Uit, 5, 10 (standaard) tot 100 % in stappen van Hiermee wordt het volume volume 10 % van de pulstoon ingesteld. Toon bron – ECG (standaard) Hiermee wordt de bron van de pulstoon ingesteld.
  • Pagina 223 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Afleidingen – Drie elektroden: I, II, III Hiermee worden specifieke afleidingen voor elke curve toegewezen op grond van – Vijf elektroden: I, II, III, aVR, aVL, aVF, V de geselecteerde afleidingsmodus. – Zes elektroden: I, II, III, aVR, aVL, aVF, V, V+ –...
  • Pagina 224 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina Instell. 2 Filter – Uit – biedt de grootste gevoeligheid voor ruis of Hiermee wordt de artefacten (het bericht Filter uit verschijnt in het gevoeligheid voor diverse curvekanaal) bronnen van artefacten geregeld.
  • Pagina 225 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pacemaker – Aan (standaard) Hiermee wordt ingesteld of detectie pacemakerimpulsen worden gedetecteerd. Zie ‘Modus – Uit – het bericht Pacemaker uit wordt Pacerfusie’ op pagina 229 (Niet weergegeven in het curvekanaal voor de vereiste voorzorgs- beschikbaar in maatregelen voordat u deze neonatale...
  • Pagina 226 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Grootte alle 0,25, 0,5, 1 (standaard), 2, 4, 8 mV/cm Hiermee wordt de amplitude ECG's [mV/cm] van alle weergegeven ECG- afleidingen ingesteld. QRS drempel – Normaal (standaard) Deze functie is alleen beschikbaar voor volwassen en pediatrische patiënten.
  • Pagina 227 ECG, aritmie en ST-segment Gepacete patiënten bewaken Wanneer pacemakerdetectie is geactiveerd, Pacemakerdetectie activeren/deactiveren worden op de M540 de volgende specificaties  Selecteer het parameterveld voor de hart- gebruikt om een puls te identificeren als een frequentie om de ECG-pagina rechtstreeks pacemakerpuls: te openen.
  • Pagina 228 ECG, aritmie en ST-segment Voorzorgsmaatregelen bij pacemakers De M540 is getest op de detectie van pacemaker- WAARSCHUWING pulsen. Het is echter onmogelijk alle klinisch moge- Zorg ervoor dat pacemakerdetectie gedeacti- lijke curvekenmerken te anticiperen. Voor een veerd is voor patiënten zonder voor patiënten gepacete patiënt, kan het daarom gebeuren dat de zonder pacemaker.
  • Pagina 229 ECG, aritmie en ST-segment OPMERKING WAARSCHUWING De weergegeven hartfrequentie kan onjuist zijn Ademhalingsimpedantie en pacemaker- als de pacemakerpuls door de ECG-curve loopt detectie functioneren niet wanneer het ESU- (niet-effectieve pacing). Tijdens de test voor filter is geselecteerd. Zie "Elektrochirurgie" op variërende pacemakers vereist door pagina 20 voor de algemene veiligheidsvoor- AAMI/ANSI/IEC 60601-2-27 varieerde de...
  • Pagina 230 ECG, aritmie en ST-segment Lijnisolatieapparaten Transcutane elektrische zenuwstimulatie Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het Signalen van transcutane elektrische zenuwstimu- effect te reduceren van lijnisolatieapparaten die latoren (TENS) lijken vaak op pacemakersignalen tijdelijke storingen in het ECG-signaal kunnen en kunnen als zodanig worden gelabeld. De M540 veroorzaken: kan geldige QRS-complexen, die volgen op onjuist geïnterpreteerde TENS-signalen, verwerpen.
  • Pagina 231 ECG, aritmie en ST-segment Overzicht van aritmiebewaking Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute WAARSCHUWING Care System – Infinity M540 voor een gedetail- Wanneer HF-alarm en aritmiebewaking leerde beschrijving van de M540-aritmiefuncties. worden gedeactiveerd en ASYS/VF alarmen De aritmiebewakingsfuncties kunnen worden wordt ingesteld op Volg HF alarm, worden geconfigureerd op parameterspecifieke door de monitor geen alarmen voor asystolie instellingspagina's (zie pagina 236).
  • Pagina 232 ECG, aritmie en ST-segment Aritmieverwerking Aritmie wordt geïdentificeerd door middel van een 12 ARTF (artefact, achtergrondritme) intern detectieproces. Dat proces verloopt als volgt: Voor een beschrijving van de gevallen van aritmie – Het filtert de artefacten in het ECG-signaal en verwante gebeurtenissen, zie "Aritmiemodi" op pagina 233.
  • Pagina 233 ECG, aritmie en ST-segment Aritmiemodi Als de aritmiebewaking is geactiveerd, bepaalt de Wanneer de instelling ASYS/VF alarmen wordt geselecteerde aritmiemodus hoeveel gebeurte- ingesteld op Altijd aan, worden asystolieën en nissen worden bewaakt. De aritmiemodi zijn Basis, ventriculaire fibrillaties altijd gemeld, zelfs wanneer Geavanceerd en Uit.
  • Pagina 234 ECG, aritmie en ST-segment BRADY Bradycardie Acht of meer opeenvolgende normale hartslagen met een gemiddelde frequentie  de instelling voor de bradycardiefrequentie. PAUSE Pauze Sequentie van twee of meer hartslagen geclassificeerd als normaal of PVC, met een interval  pauzefrequentiewaarde in seconden (±100 ms).
  • Pagina 235 ECG, aritmie en ST-segment Gecombineerd parameterveld voor de hartfrequentie/aritmie In parametervelden worden parameterwaarden F Aantal premature ventriculaire contracties gerapporteerd en wordt de alarmstatus van (PVC) per minuut parameters aangegeven. In parametervelden G PVC/min-label kunnen ook technische omstandigheden zoals losgeraakte sensors, enz. worden gerapporteerd. H Hartfrequentie Zie het hoofdstuk "Probleemoplossing"...
  • Pagina 236 ECG, aritmie en ST-segment De functies voor aritmie openen  Selecteer het parameterveld voor de hartfre- 1 Selecteer Sensor parameters... in de quentie om de ECG-pagina rechtstreeks te hoofdmenubalk > ECG-tab om naar de pagina openen. ECG te gaan. 2 Selecteer het tabblad ARR instellingen. Instelfuncties voor aritmieparameters Alle functies voor aritmieconfiguratie worden uitgevoerd op de pagina ARR instellingen.
  • Pagina 237 ST-segment van het ST-complex. Het enige ECG-rapport van diagnostische kwaliteit is het Rust-ECG-rapport. Raadpleeg de Infinity Acute Care System – Infinity M540-gebruiksaanwijzing voor een gedetailleerde beschrijving van de M540 ST-functies. De ST-bewakingsfuncties kunnen op de configuratiepagina's voor parameters worden geconfigureerd (zie pagina 244).
  • Pagina 238 ECG, aritmie en ST-segment 12-afleidingen TruST-bewaking Deze functie biedt real-time evaluatie van 12 ST- OPMERKING segmentafwijkingen met slechts zes elektroden, ST-waarden en -complexen van afgeleide die acht gemeten ECG-afleidingen en vier afleidingen ontbreken na het ontslag van een afgeleide borstwand-afleidingen opleveren. De patiënt en het invoeren van de bedzijdige afgeleide afleidingen worden geïdentificeerd met configuratie met ingeschakelde TruST en...
  • Pagina 239 ECG, aritmie en ST-segment Aansluiten van de leadsets voor ST-bewaking Voor ST-bewaking worden de volgende – TruST - biedt ST-bewaking met 12 afleidingen afleidingsconfiguraties gebruikt voor elke met een kabelset met 6 afleidingen (zie beschikbare ST-bewakingsmodus: pagina 209). – ST-standaardbewaking - gebruikt de –...
  • Pagina 240 ECG, aritmie en ST-segment ST-complexen analyseren U kunt alle ST-complexen weergeven of inzoomen – Een referentiecomplex opslaan op één complex. – Een ST-rapport aanvragen De volgende functies zijn in beide weergaven beschikbaar: In alle trends worden wijzigingen in ST-meetpunten samen met een tijdstempel gemarkeerd met een –...
  • Pagina 241 ECG, aritmie en ST-segment Inzoomen op een ST-complex In de volgende afbeelding ziet u één ST-complex- A Tabblad ECG scherm, zoals getoond wanneer u inzoomt op één B Curveschaal ST-complex. Als u wilt inzoomen op één ST- complex, selecteert u een ST-paneel op de C Tabblad ST-complex pagina ST-complex (zie pagina 240).
  • Pagina 242 ECG, aritmie en ST-segment ST-meetpunten U kunt de ST-meetpunten en het iso-elektrische De ST-meetpunten wijzigen punt wijzigen op de pagina voor algemene ST-  Selecteer het parameterveld voor de hartfre- complexen of enkel -complexen (zie de quentie om de ECG-pagina rechtstreeks te afbeeldingen op pagina 240).
  • Pagina 243 ECG, aritmie en ST-segment Werkwijze voor het opslaan van ST- 3 Selecteer de tab ST-complex om de algemene referentiepunten pagina ST-complex weer te geven.  Selecteer het parameterveld voor de 4 Selecteer een afzonderlijk ST-deelvenster om hartfrequentie om de ECG-pagina rechtstreeks in te zoomen op een enkel ST-complex.
  • Pagina 244 ECG, aritmie en ST-segment ST-instelfuncties Alle functies voor ST-configuratie worden uitgevoerd op de pagina ST-inst.. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ST-bewaking – Aan (standaard) Hiermee wordt ST-bewaking geactiveerd/gedeactiveerd – Uit en wordt bepaald of er een Niet beschikbaar in ST-parameterveld wordt neonatale modus weergegeven en of de ST-parameters in een trend...
  • Pagina 245 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ST afleiding 1 – Drie elektroden: STI, STII, STIII Hiermee wordt een ST- afleiding geselecteerd voor ST afleiding 2 – Vijf elektroden: STI, STII, STIII, STaVR, analyse en weergave. STaVL, STaVF, STV ST afleiding 3 –...
  • Pagina 246 ECG, aritmie en ST-segment QRS-patroon leren/herleren De M540 maakt een referentiesjabloon door het – De "afleidingen los"-conditie voor een voor dominante QRS-patroon van een patiënt te leren. de verwerking geselecteerde afleiding is De referentiesjabloon wordt opgeslagen. Alle verholpen. volgende hartslagen en ritmes worden hiermee –...
  • Pagina 247 ECG, aritmie en ST-segment Handmatig herleren Herleren vanaf de instelpagina voor aritmie  Selecteer het parameterveld voor de hartfre- Herleer het QRS-patroon van een patiënt als: quentie om de ECG-pagina rechtstreeks te openen. – Afleidingen opnieuw worden aangesloten of elektroden worden verplaatst –...
  • Pagina 248 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 249 Impedantie ademfrequentie (RRi) Impedantie ademfrequentie (RRi) Overzicht van ademhalingsbewaking..250 Ondersteunde parameter ....250 Voorzorgsmaatregelen bij ademhalingsbewaking ....250 Aansluiten van de kabelsets van 3, 5, 6 afleidingen voor de ademhalingsbewaking .
  • Pagina 250 Impedantie ademfrequentie (RRi) Overzicht van ademhalingsbewaking De M540 meet de ademfrequentie die van een Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute impedantiemeting is afgeleid door een onschade- Care System – Infinity M540 voor een gedetail- lijke hogefrequentiestroom tussen twee ECG- leerde beschrijving van de M540-ademhalings- elektroden op de borst van de patiënt te laten functies.
  • Pagina 251 Impedantie ademfrequentie (RRi) WAARSCHUWING WAARSCHUWING De monitor meldt een apnoe-gebeurtenis RRi en pacemakerdetectie functioneren niet wanneer er binnen de vastgelegde tijdspe- als het ECU-filter is geselecteerd. Zie riode voor apnoe geen ademhaling wordt "Elektrochirurgie" op pagina 20 voor de gedetecteerd. Vertrouw daarom niet op de algemene veiligheidsvoorschriften.
  • Pagina 252 Impedantie ademfrequentie (RRi) Aansluiten van de kabelsets voor bewaking met 12 afleidingen De ECG-kabelsets kunnen rechtstreeks op de De ECG-kabelsets aansluiten M540 worden aangesloten. 1 Plaats de kabelset met 4 afleidingen (B) en de kabelset met 6 afleidingen (C) in de ECG-poort (A) aan de zijkant van de M540.
  • Pagina 253 Impedantie ademfrequentie (RRi) Aansluiten van de afleidingskabels voor neonatale bewaking De ECG-kabelsets kunnen rechtstreeks op de De ECG-kabelset aansluiten M540 worden aangesloten. 1 Plaats de ECG-adapterkabel (B) in de verzonken aangebrachte ECG-connector(A) aan de zijkant van de M540. Houd de neonatale ECG-adapterkabel (B) op dusdanige wijze vast dat de blootgestelde pinnen uw richting uitstaan wanneer u deze stevig in het ECG-kanaal steekt.
  • Pagina 254 Impedantie ademfrequentie (RRi) Patiëntvoorbereiding voor ademhalingsbewaking De volgende tips voor preparatie van de huid en IEC-elektrodeplaatsing (volwassene) juiste elektrodenplaatsing dienen om een krachtig signaal met minimaal artefact te waarborgen. Deze tips mogen echter nooit worden gebruikt in plaats van door het ziekenhuis goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 255 Impedantie ademfrequentie (RRi) – Bij neonaten plaatst u de RA- en LA-elektroden op de mid-axillaire lijn. Plaats de LL-elektrode onder het diafragma en de navel. Vermijd het gebied van de lever en de ventrikels van het hart om artefacten veroorzaakt door de bloedcirculatie te voorkomen.
  • Pagina 256 Impedantie ademfrequentie (RRi) Weergave van de ademhaling De weergave van de ademhaling op de Cockpit Het parametervak voor ademhaling bestaat uit de bestaat uit: volgende elementen: – Parametervak voor ademhaling – Ademhalingscurve Parametervak voor ademhaling OPMERKING In de volgende afbeelding ziet u een gangbare indeling van een parameterveld.
  • Pagina 257 Impedantie ademfrequentie (RRi) De ademhalingsmarkering activeren  Selecteer het parameterveld voor de 3 Open zo nodig het tabblad Instell. 1. beademing om de Resp.-pagina rechtstreeks te 4 Selecteer Aan naast Respiratie marker. selecteren. 1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofdmenubalk. 2 Selecteer het tabblad Resp.
  • Pagina 258 Impedantie ademfrequentie (RRi) De ademhalingsinstellingen openen  Selecteer het parameterveld voor de 3 Selecteer de tabbladen Instell. 1 en Instell. 2. beademing om de Resp.-pagina rechtstreeks Het bovenste gedeelte van de pagina Instell. 1 te selecteren. bevat de toetsen Auto. inst. en Alarm voor het configureren van de alarmfuncties.
  • Pagina 259 Impedantie ademfrequentie (RRi) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Herleren Geen Hiermee start u het herleren van het ademhalingssignaal, alleen in de automatische modus. Respiratie I, II (standaard) Hiermee selecteert u de afleiding afleiding voor ademhalingsbewaking. Respiratie marker – Aan Hiermee wordt een verticale lijn op de ademhalingscurve –...
  • Pagina 260 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 261 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Overzicht van SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking ....262 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 262 Voor details kunt u De Masimo SET MCable en Masimo rainbow terecht in het hoofdstuk "Technische gegevens" SET MCable ondersteunen bewegingstolerante van de Infinity Acute Care System – Infinity M540- pulsoxymetrie met Signal Extraction Technology gebruiksaanwijzing. (SET). Deze technologie verbetert de kwaliteit van de SpO2-bewaking en meet ook op nauwkeurige Raadpleeg de Infinity Acute Care System –...
  • Pagina 263 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Standaardparameterset De Infinity MCable – Masimo SET en de Masimo Er zijn verschillende sensors beschikbaar voor de rainbow SET MCable ondersteunen altijd de Masimo rainbow SET MCable. De beschikbaarheid volgende parameters: van de parameters is afhankelijk van het geselecteerde sensortype.
  • Pagina 264 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable SpO2- en Puls CO-Ox-voorzorgsmaatregelen SpO2-bewaking is alleen mogelijk met een SpO2 WAARSCHUWING MCable. De pulsaties van een ballonondersteuning Storende substanties: carboxyhemoglobine kan de in de aorta kunnen de polsslag verhogen. meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang Verifieer de polsslag van de patiënt aan de van de toename is ongeveer gelijk aan de hand van de hartslag.
  • Pagina 265 Masimo. Zie de LET OP gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bij gebruik van de maximale gevoeligheidsin- Accessoires voor een lijst met goedgekeurde stelling kunnen de prestaties van de 'sensor uit'- sensors.
  • Pagina 266 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De Masimo SET MCable aansluiten De Masimo SET MCable wordt direct aangesloten A SpO -poort op de M540 op de M540. Het logo op de MCable geeft aan of u B MCable-connector een Masimo rainbow SET of een Masimo SET MCable gebruikt.
  • Pagina 267 Voor gedetailleerde informatie over welke sensors welke parameters ondersteunen, zie de hoofd- B MCable-connector stukken met de ondersteunde parameters in de C MCable 20-pins connector gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingsaccessoires. D Masimo rainbow SET tussenkabel-connector op MCable E Connector voor diverse sensors (3 mogelijkheden) Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 268 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Patiëntvoorbereiding De volgende tips leiden tot optimale SpO2- modus 'normale gevoeligheid'. Deze modus wordt bewakingsresultaten, maar mogen niet worden niet aangeraden voor zorglocaties waar patiënten gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis niet visueel worden bewaakt, zoals gewone zieken- goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van zalen.
  • Pagina 269 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De sensor aanbrengen 3 Sluit de sensor aan op de Masimo SET MCable of de Masimo rainbow SET MCable. 1 Selecteer de grootte en het type sensor dat het best geschikt is voor uw patiënt. Volg de OPMERKING aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 270 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Masimo SET MCable-parameterveld H "Alarm uit"-symbool als de alarmen zijn uitge- schakeld. Als de alarmen zijn ingeschakeld, OPMERKING worden de alarmgrenzen weergegeven. In de volgende afbeelding ziet u een gangbare OPMERKING indeling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters De alarmgrenzen voor SpO zijn altijd zichtbaar...
  • Pagina 271 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable – Onder de volgende omstandigheden worden de E Parameter 3 Puls CO-Ox-waarde parameterwaarden vervangen door sterretjes F Parameter 2 Puls CO-Ox-waarde (***): G "Alarm uit"-symbool als de alarmen zijn – Een parameter is geactiveerd, maar er is uitgeschakeld.
  • Pagina 272 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De parameters SpO2 en Puls CO-Ox bekijken Als de Masimo rainbow SET MCable is aange- A Tabblad SpO2 sloten, kunt u de waarden en gekoppelde trends B Subtab Toon alle van de volgende parameters op één pagina door- nemen.
  • Pagina 273 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De SpO2-instellingen openen De volgende drie configuratiepagina's zijn 3 Selecteer het horizontale tabblad SpO2 om de beschikbaar voor het configureren van Masimo SpO2-pagina te openen. SpO2-parameters: – SpO2 -configuratiepagina voor het Selecteer de tab Puls CO-Ox om de Masimo configureren van algemene SpO2-parameters rainbow SET-specifieke configuratiepagina te (Masimo rainbow SET MCable en Masimo SET...
  • Pagina 274 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Functies voor het configureren van SpO2-parameters Algemene SpO2-instelfuncties worden uitgevoerd op de pagina SpO2 (zie pagina 273). Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pulstoon volume Uit, 5 %, 10 % (standaard), 20 %, 30 %, Hiermee wordt het volume van 40 %, 50 %, 60 %, 70 %, 80 %, 90 %, 100 % de pulstoon ingesteld.
  • Pagina 275 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Gevoeligheid – Normaal (standaard) – standaardmodus Hiermee wordt het niveau van modus de detectiegevoeligheid – APOD (adaptive probe off detection) – de ingesteld. minst gevoelige modus om een aflezing te detecteren bij patiënten met een lage Het bericht APOD of Max perfusie.
  • Pagina 276 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Functies Masimo rainbow SET voor het configureren van Puls CO-Ox- parameters Algemene Masimo rainbow SET SpO2 instelfuncties vinden plaats op de pagina Puls CO-Ox. Zie pagina 273 om te weten hoe u deze instellingenpagina opent.
  • Pagina 277 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Toon parameters – SpHb Selecteert de parameter voor de parameter 2-locatie in het (middelste toets) – SpOC (standaard) Puls CO-Ox-parameterveld. – PVI Met een Hb-sensor is de – SpCO standaardparameter SpOC.
  • Pagina 278 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving SpHb gemiddelde Voor SpHb zijn de selecties: Bepaalt hoe responsief de duur monitor reageert op snelle – Lang – ongeveer 6 minuten fysiologische veranderingen bij – Medium (standaard) – ongeveer het bijhouden van 3 minuten bloedhemoglobinewaarden.
  • Pagina 279 SpO2- en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Met een wachtwoord beveiligde Masimo rainbow SET-configuratiefuncties Aanvullende Masimo rainbow SET-instelfuncties zijn te vinden op de pagina Set-up, die is beveiligd met een klinisch wachtwoord. Zie pagina 273 om te weten hoe u deze instellingenpagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving...
  • Pagina 280 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 281 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Overzicht van SpO2-bewaking ... 282 Ondersteunde parameters ....282 Voorzorgsmaatregelen voor SpO2 .
  • Pagina 282 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Overzicht van SpO2-bewaking SpO2-bewaking is alleen mogelijk met een SpO2 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute MCable. De M540 gebruikt de Infinity MCable – Care System – Infinity M540 voor een Nellcor OxiMax (Nellcor OxiMax MCable) om gedetailleerde beschrijving van de M540 SpO2- continu het percentage functionele hemoglobine te functies.
  • Pagina 283 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Voorzorgsmaatregelen voor SpO2 Storende substanties: carboxyhemoglobine kan de WAARSCHUWING meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang De pulsaties van een ballonondersteuning van de toename is ongeveer gelijk aan de in de aorta kunnen de polsslag verhogen. hoeveelheid aanwezig carboxyhemoglobine.
  • Pagina 284 Zie de SpO2-sensor de kalibratiecurve reproduceert. gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Accessoires voor een lijst van goedgekeurde sensors. OPMERKING Gebruik een functionele tester niet om de nauw- keurigheid van een SpO2-sensor of een SpO2- sensormonitor te meten.
  • Pagina 285 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable De Nellcor OxiMax MCable aansluiten De Nellcor OxiMax MCable-kabel wordt direct De Nellcor OxiMax MCable aansluiten aangesloten op de M540. 1 Sluit de Nellcor OxiMax MCable-connector (B) aan op de blauwe SpO2-poort (A) van de M540. 2 Sluit de hemodynamische kabel (D) aan op de connector van de Nellcor OxiMax MCable (C).
  • Pagina 286 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Voorbereiding van de patiënt op SpO -bewaking De volgende tips leiden tot optimale SpO2- – Helder licht waardoor er onregelmatig wordt bewakingsresultaten, maar mogen niet worden gemeten of er waarden ontbreken. Dek de gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis sensor af met opaak materiaal als het goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van de...
  • Pagina 287 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable De sensor aanbrengen De sensor aanbrengen 1 Selecteer de grootte en het type sensor dat Als u een herbruikbare sensor gebruikt, moet u het best geschikt is voor uw patiënt. Volg de ervoor zorgen dat de sensor schoon is voordat u aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 288 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable SpO2-weergave De SpO2-weergave op de Cockpit bestaat uit: – SpO2-parameterveld – SpO2 pols plethysmografie curve SpO2-parameterveld Het SpO2-parameterveld bestaat uit de volgende elementen: A SpO2-label B Meeteenheden – kunnen worden geactiveerd/gedeactiveerd C PLS* (puls)-label D PLS*-waarde E Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorgekruiste driehoeksymbolen wanneer...
  • Pagina 289 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable De SpO2-instellingen openen 1 Selecteer het SpO2-parameterveld om de Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de SpO2-pagina rechtstreeks te openen. toetsen Auto. inst. en Alarm voor het configureren van de alarmfuncties. Voor gedetailleerde informatie over de alarmconfiguratie kunt u Selecteer Sensor parameters...
  • Pagina 290 SpO2 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Respons modus – Normaal (standaard) – tot Bepaalt de frequentie van de oximeter die 90 % verandering binnen wordt gebruikt voor het berekenen, registreren 5 tot 7 seconden en weergeven van SpO2-saturatieniveaus: –...
  • Pagina 291 Temperatuur Temperatuur Overzicht van temperatuurbewaking ..292 Voorzorgsmaatregelen....292 Temperatuurweergave ....293 Temperatuurparametervak .
  • Pagina 292 Tcore-sensor wordt gebruikt. aansluiten van temperatuursensors op de M540 of hemodynamische pods de gebruiksaanwijzing OPMERKING Infinity Acute Care System – Infinity M540. De functies voor temperatuurbewaking en de bijbehorende sondes moeten om de twee jaar Ondersteunde parameters worden gekalibreerd door gekwalificeerd personeel om een nauwkeurigheid van ±0,1 °C...
  • Pagina 293 Temperatuur Temperatuurweergave Op de Cockpit bestaat de temperatuurweergave uit Het temperatuurparameterveld bestaat uit de een parameterveld (zie pagina 295). volgende elementen: Alle temperatuurwaarden die afkomstig zijn van de MPod – QuadHemo, de Hemo2-pod of de Hemo4- pod worden met T1a, T1b en T1 gelabeld. Alle temperatuurwaarden die afkomstig zijn van een enkele of dubbele Y-temperatuurkabel die op de temperatuurpoort van de M540 is aangesloten,...
  • Pagina 294 Temperatuur Het temperatuurdialoogvenster openen Een temperatuurlabel toepassen  Selecteer het temperatuurparameterveld om de Temp.-pagina rechtstreeks te selecteren. 1 Open het tabblad Temp.labels. 2 Selecteer de gewenste temperatuurparameter 1 Selecteer Sensor parameters... in de (Ta, Tb, T1a, T1b). hoofdmenubalk. 3 Selecteer het label dat u wilt toepassen op de 2 Selecteer het tabblad Temp.
  • Pagina 295 Temperatuur Instelfuncties voor temperatuurparameters Alle functies voor temperatuurconfiguratie worden OPMERKING uitgevoerd op de pagina's Temp./Temp. 1/ Als op de M540 de kleur van één temperatuur- Temp.labels (zie pagina 294). parameter wordt gewijzigd, wijzigt de kleur van alle temperatuurparameters. LET OP Sluit geen Tcore ®...
  • Pagina 296 Temperatuur Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving – T1Ora T1a configureert de derde temperatuurwaarde. – T1Oeso T1b configureert de vierde – T1Nas temperatuurwaarde. – T1Rect – T1Bla – T1Kern – T1Bld1 – T1Dek – T1Huid – T1Re – T1Li  Verschil T1a–T1b Kleur Rood, Wit (standaard), Geel, Groen, Hiermee worden de kleur van...
  • Pagina 297 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Overzicht van de bewaking van niet-invasieve bloeddruk ....298 Ondersteunde parameters ....298 Voorzorgsmaatregelen bij niet-invasieve bloeddruk .
  • Pagina 298 Servicehandleiding. methode bepaald en zijn gelijk aan de metingen die via intra-arteriële methoden worden verkregen, Raadpleeg de Infinity Acute Care System – Infinity binnen de door de Association for Advancement of M540-gebruiksaanwijzing voor een gedetailleerde Medical Instrumentation, Electronic Automated beschrijving van de M540-bewaking van niet- Sphygmomanometers voorgeschreven limieten.
  • Pagina 299 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Voorzorgsmaatregelen bij niet-invasieve bloeddruk WAARSCHUWING WAARSCHUWING Snelle, langdurig herhaalde niet-invasieve Voor precieze niet-invasieve bloeddrukmetingen worden soms in verband bloeddrukmetingen moeten, op grond van de gebracht met petechie, ischemie, purpura of omtrek van de arm van de patiënt, de juiste neuropathie.
  • Pagina 300 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) OPMERKING OPMERKING De nauwkeurigheid van het oscillometrische Een systolische bloeddruk die hoger is dan de bloeddruksignaal kan onder de volgende huidige hoge inflatiegrens, kan het bericht omstandigheden afnemen (met inbegrip van activeren dat de inflatiegrens van de niet- volledig verlies van meting): invasieve bloeddruk laag is.
  • Pagina 301 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Patiëntvoorbereiding voor bewaking van niet-invasieve bloeddruk De volgende tips leiden tot optimale bewakings- A Index-lijn resultaten voor niet-invasieve bloeddruk, maar B Slagadermarkering mogen niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeurde praktijken of C Bereiklabels aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 302 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) 1 Plaats de manchet 2 tot 5 cm (1 tot 2 inch) OPMERKING boven de elleboog (of rond het midden van Een bloeddrukmeting kan worden beïnvloed door de dij). Plaats het manchetlabel "this side to aritmieën (bijvoorbeeld atriale en premature patient"...
  • Pagina 303 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Continu-modus Interval-modus In de volgende afbeelding ziet u hoe een In de volgende afbeelding ziet u hoe een parameterveld eruitziet als de Continu-modus voor parameterveld eruitziet als de Interval-modus is de niet-invasieve bloeddruk is geselecteerd geselecteerd (zie pagina 305 voor meer (zie pagina 306).
  • Pagina 304 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Meetmodi bij niet-invasieve bloeddruk Aan het begin van de meting blaast de M540 WAARSCHUWING de manchet op tot een druk die in de Druk op de -Start/Stop-toets om de volwassen/pediatrische modus 25 mmHg (3,3 kPa), manchet snel te laten leeglopen als de patiënt en in de neonatale modus 30 mmHg (4 kPa), boven nadelige gevolgen ondervindt.
  • Pagina 305 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Als de Interval-modus op beide apparaten is geacti- OPMERKING veerd, maar u een M540 met een andere inter- Een veiligheidstimer zorgt ervoor dat een valtijd koppelt, wordt de niet-invasieve bloeddruk- manchet vóór het einde van een meting en meting voortgezet.
  • Pagina 306 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) De Continu-modus activeren of deactiveren OPMERKING Wanneer u de NIBP Start/Stop -toets langer dan 1 Selecteer het parameterveld voor de niet- twee seconden ingedrukt houdt, wordt de interval- invasieve bloeddruk om de NIBP-pagina modus opgeheven en wordt Intervaltijd [min] rechtstreeks te openen, ingesteld op Uit.
  • Pagina 307 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Veneuze stase Door een constante manchetdruk te handhaven, Veneuze stase activeren of deactiveren onderbreekt de M540 de bloedcirculatie naar het OPMERKING onderste uiteinde van het ledemaat met de manchet lang genoeg om de patiënt te cannuleren. Indien de Veneuze stase-toets als zodanig is In deze modus sluit de manchet het ledemaat af geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via de gedurende de duur van een niet-invasieve bloed-...
  • Pagina 308 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) De instellingen voor de niet-invasieve bloeddruk openen 1 Selecteer het parameterveld voor de niet- invasieve bloeddruk om de NIBP-pagina rechtstreeks te openen. Selecteer Sensor parameters... in de hoofdmenubalk. 2 Selecteer het tabblad NIBP om de pagina NIBP te openen.
  • Pagina 309 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Instelfuncties voor niet-invasieve bloeddrukparameters Alle instelfuncties voor niet-invasieve bloeddruk worden uitgevoerd op de pagina NIBP (zie pagina 308). Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Intervaltijd [min] Uit (standaard), 1 min, 2 min, 2,5 min, Hiermee worden intervallen 5 min, 3 min, 5 min, 10 min, 15 min, gedefinieerd voor niet-invasieve 20 min, 25 min, 30 min, 45 min, bloeddrukmetingen.
  • Pagina 310 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 311 Invasieve druk (IP) Invasieve druk (IP) Overzicht van invasieve drukbewaking ..312 Ondersteunde parameters ....312 Voorzorgsmaatregelen invasieve druk..312 Voorbereiding van de patiënt op invasieve drukbewaking .
  • Pagina 312 Invasieve druk (IP) Overzicht van invasieve drukbewaking Ondersteunde parameters De M540 ontvangt en verwerkt de invasievedruk- signalen (IP) en geeft deze informatie door aan de Cockpit. Er zijn diverse pods beschikbaar om de Zie pagina 315 voor beschikbare invasieve invasieve druk te bewaken. Als u meer dan twee druklabels.
  • Pagina 313 Invasieve druk (IP) Voorbereiding van de patiënt op invasieve drukbewaking – Let tijdens de voorbereiding van de patiënt OPMERKING goed op dat er geen luchtbelletjes in de sensor Als er luchtbelletjes in het slangensysteem of de plugkraan voorkomen. verschijnen, moet u het systeem nogmaals met de infuusoplossing doorspoelen.
  • Pagina 314 Invasieve druk (IP) Een parameterveld voor invasieve pulsatiele druk Een parameterveld voor invasieve niet-pulsatiele bevat de volgende elementen: druk bevat de volgende elementen: A IP-parameterlabel A Parameterlabel invasieve druk B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/ B Waarde van gemiddelde druk gedeactiveerd) C Doorgekruist driehoeksymbool wanneer het C Waarde van gemiddelde druk diastolische invasieve drukalarm is...
  • Pagina 315 Invasieve druk (IP) Grote gemiddelde waarde Invasieve drukcurven De gemiddelde waarde voor invasieve druk kan Curven voor invasieve druk worden ofwel in worden weergegeven met een gewoon of een groot afzonderlijke curvekanalen of in een overlappend lettertype. formaat in één kanaal weergegeven. In het overlappende formaat wordt het curvegebied vergroot en worden meerdere curven De grote weergave van de gemiddelde waarde...
  • Pagina 316 Invasieve druk (IP) Een druklabel handmatig toewijzen  Selecteer het parameterveld voor de invasieve 1 Selecteer Sensor parameters... op het druk om het dialoogvenster Invasieve drukken hoofdscherm. rechtstreeks te openen. 2 Open het tabblad Invasieve drukken. 3 Selecteer het tabblad Druklabels. 1 Selecteer Sensor parameters...
  • Pagina 317 Invasieve druk (IP) Invasieve druklabels Label Druktype Gemeten drukwaarden Meetbereik Arteriële bloeddruk Systolisch, diastolisch, –50 tot +400 mmHg gemiddeld Aortische arteriële bloeddruk –6,6 tot +53,3 kPa Femorale arteriële bloeddruk Axiallaire arteriële bloeddruk Radiale arteriële bloeddruk Umbilicale arteriële bloeddruk Brachiale arteriële bloeddruk Bloeddruk linkerventrikel Pulmonaire arteriële bloeddruk Bloeddruk rechterventrikel...
  • Pagina 318 Invasieve druk (IP) Druklabelconflicten Labelconflicten pod-M540 Elk druklabel wordt toegewezen aan één locatie. Als u het label opnieuw probeert te gebruiken, moet u dit bevestigen. De M540 wijst het label toe aan Op de hemodynamische pods worden druklabels het huidig geselecteerde parameterveld en plaatst opgeslagen zoals op de M540.
  • Pagina 319 Voor meer informatie over hoe u alle invasieve informatie. drukken met behulp van een hemodynamische pod tegelijkertijd op nul kunt zetten, zie de gebruiksaan- wijzing Infinity Acute Care System - Infinity M540. WAARSCHUWING Invasieve drukalarmen worden onderdrukt wanneer de drukwaarden op nul worden gesteld.
  • Pagina 320 Invasieve druk (IP) Pulmonale wedgedruk Wanneer de M540 is aangekoppeld, kunt u een WAARSCHUWING pulmonale wedgedruk (PWP) berekenen op de Blaas de ballon niet teveel op omdat daardoor Hemo4-pod, Hemo2-pod en de MPod – QuadHemo. de longslagader kan scheuren. U kunt ook een wedgedruk berekenen op de pagina Wedge op de Cockpit (zie pagina 323).
  • Pagina 321 Invasieve druk (IP) Wedgedrukmetingen starten vanaf de pods Een wedgedrukmeting starten 2 Druk nogmaals op de Wedge-toets (A) om te starten. 1 Druk op de Wedge-toets (A) op de Hemo2-pod, Hemo4-pod of de MPod – QuadHemo. Het – De PA-alarmen worden tijdelijk bericht Blaas ballon op.
  • Pagina 322 Invasieve druk (IP) Wedgedrukmetingen starten vanaf de Cockpit In de volgende afbeelding ziet u de Wedge-pagina A Toets Wedge voorbereid. waarop u wedgemetingen handmatig start. De B Toets Start wedge wedgedrukwaarde wordt automatisch opgeslagen wanneer: C Toets Vastzetten/ Instellen – u de Wedge-pagina sluit. D Toets Wedge opslaan –...
  • Pagina 323 Invasieve druk (IP) Een wedgemeting starten  Selecteer het PA-parameterveld (indien 8 Selecteer de toets Start wedge (B). weergegeven) > selecteer de Start wedge- – Het bericht Wedge loopt wordt toets. weergegeven in het berichtengedeelte (F). OPMERKING – Er verschijnt een nieuwe PWP-waarde die Indien de Start wedge-toets als zodanig is gedurende de volgende 10 seconden is geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via...
  • Pagina 324 Invasieve druk (IP) De instellingen van de invasieve drukbewaking openen  Selecteer het Invasieve drukken-parameterveld twee symbolen in de rechterbovenhoek van het om de Invasieve drukken-pagina rechtstreeks dialoogvenster: -symbool en de toets te openen. weergavefilter Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toetsen Auto.
  • Pagina 325 Invasieve druk (IP) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Schaal – 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 50, 75, 100, Hiermee wordt de bovenste schaal van de 125, 150, 175, 200, 225, 250, drukcurve gecontroleerd. 300 mmHg De laagste waarde is –5 mmHg (–0,7 kPa) –...
  • Pagina 326 Invasieve druk (IP) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alleen ICP-parameterpagina Min. schaal Hiermee kunt u de minimumschaal selecteren. Wanneer deze functie is geactiveerd, gebeurt er het volgende: – De laagste waarde wordt ingesteld op –25 mmHg (–3 kPa) – De hoogste waarde wordt ingesteld op 25 mmHg (3 kPa) –...
  • Pagina 327 Invasieve druk (IP) Polsdrukvariatie meten (PPV) De gebruiker selecteert waarden voor de maximale Een PPV-meting berekenen polsdruk en de minimale polsdruk op een arteriële 1 Druk op de toets Vastzetten om de curven te curve. Deze waarden worden gebruikt om de stoppen.
  • Pagina 328 Invasieve druk (IP) Systolische drukvariatie meten (SPV) Om de systolische drukvariatie te berekenen 8 Druk op het veld naast Schaal en selecteer de selecteert de gebruiker waarden voor de maximale gewenste schaalwaarde. systolische druk en de minimale systolische druk 9 Druk op het veld naast Sweep snelheid en van een arteriële drukcurve.
  • Pagina 329 Cardiac output (C.O.) Cardiac output (C.O.) Overzicht van de cardiac output-bewaking..... . . 330 Meetmethode cardiac output ....330 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 330 Cardiac output (C.O.) Overzicht van de cardiac output-bewaking De M540 berekent met behulp van de thermodilutie- Voor de berekening van de cardiac output houdt de methode de cardiac output (C.O.) voor volwassen M540 rekening met de volgende factoren: en pediatrische patiënten. Cardiac output- –...
  • Pagina 331 Cardiac output (C.O.) C.O.-voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Een onjuiste berekeningsconstante kan Controleer of u het huidige gewicht van de onjuiste cardiac output-metingen opleveren en patiënt opgeeft (en niet zijn of haar gewicht bij de patiënt in gevaar brengen. Controleer of de opname).
  • Pagina 332 Cardiac output (C.O.) A Hemodynamische poort van de M540 B Grijze connector van de hemodynamische kabel C Rode connector van de hemodynamische kabel D Hemodynamische poort van de MPod – QuadHemo E Pod-connector van de tussenkabel voor de cardiac output F Cardiac output-poort van de MPod –...
  • Pagina 333 Cardiac output (C.O.) De hardware voor de cardiac output aansluiten met de Hemo4- en de Hemo2-pod 1 Sluit de grijze connector van de hemodynamische kabel (B) aan op de grijze hemodynamische poort (A) van de M540. 2 Sluit de rode connector van de hemodynamische kabel (C) aan op de poort van de Hemo4/Hemo2-pod (D).
  • Pagina 334 Cardiac output (C.O.) Voorbereiding van de patiënt op cardiac output-bewaking De volgende tips leiden tot optimale resultaten van – Gebruik een inlijninjectaatsysteem. Systemen de cardiac output-bewaking, maar mogen niet die de injectaattemperatuur in het ijsbad meten, worden gebruikt ter vervanging van door het kunnen fouten introduceren.
  • Pagina 335 Cardiac output (C.O.) Weergave Cardiac output Op de Cockpit bestaat de cardiac output-weergave A C.O.-label uit een parameterveld. B Tijdstempel van het laatst opgeslagen cardiac output-gemiddelde (dit gebied is leeg als er in OPMERKING de afgelopen 24 uur geen metingen zijn In de volgende afbeelding ziet u een gangbare verricht) indeling van een parameterveld.
  • Pagina 336 Cardiac output (C.O.) Berekeningsconstante cardiac output Een berekeningsconstante handmatig opgeven WAARSCHUWING Zorg ervoor dat het kathetertype Overige is Een onjuiste berekeningsconstante kan geselecteerd (zie pagina 344), omdat anders de onjuiste cardiac output-metingen opleveren en toets Comp. constant niet beschikbaar is op de de patiënt in gevaar brengen.
  • Pagina 337 Cardiac output (C.O.) In de volgende tabellen worden de berekenings- constanten voor Baxter-, BD/Ohmeda- en Arrow- katheters vermeld. Baxter-berekeningsconstanten Injectaattemperatuur Tinj-sensor Tinj-sensor niet (Tinj) aangesloten aangesloten sensor aangesloten Katheter- Injectaat- Tinj = –4,9 tot 16,0 °C Tinj = 16,1 tot 25 °C Tinj = 20 °C grootte volume...
  • Pagina 338 Cardiac output (C.O.) Arrow-berekeningsconstanten Injectaattemperatuur Tinj-sensor aangesloten (Tinj) sensor aangesloten/ sensor niet aangesloten Katheter- Injectaat- Injectaattemperatuur: Injactaattemperatuur: grootte volume Tinj = –4,9 °C tot 23,9 °C Tinj >= 24 °C (75,2 °F) (23 °F tot 75 °F ) 7,5F 10 cc 0,532 0,586 7,5F...
  • Pagina 339 Cardiac output (C.O.) Een meting in de Auto-interval-modus starten Hemo4-pod 1 Druk op de starttoets voor de cardiac output (A) op de MPod – QuadHemo of de Hemo4/Hemo2. Selecteer de toets Start C.O. op de pagina Procedures... > C.O. (zie pagina 342). OPMERKING Indien de Start C.O.-toets als zodanig is geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via...
  • Pagina 340 Cardiac output (C.O.) Handmatige metingen Als automatische metingen niet mogelijk zijn ten Hemo4-pod gevolge van onstabiele bloedtemperaturen of andere oorzaken, schakelt u over naar de handmatige modus. Zie pagina 344 als u de handmatige Cardiac output-modus wilt selecteren. Een meting in de handmatige modus starten ...
  • Pagina 341 Cardiac output (C.O.) De cardiac output-waarde opslaan Als u een meting hebt voltooid, kunt u het cardiac De cardiac output-waarde handmatig opslaan output-gemiddelde opslaan. Als u de pagina 1 Selecteer Procedures... in de hoofdmenubalk. Procedures... > C.O. sluit zonder de cardiac output-waarde(n) op te slaan, gaan niet- 2 Selecteer het tabblad C.O.
  • Pagina 342 Cardiac output (C.O.) De cardiac output-gemiddelden doornemen Verschillende injectietypen kunnen variaties in A Start C.O.-toets (alleen beschikbaar in de cardiac output-metingen veroorzaken. Om voor handmatige modus – zie pagina 340) dergelijke afwijkingen te compenseren, kunt u B Toets Opsl. C.O. gemidd. maximaal vijf metingen bekijken en daarmee een cardiac output-gemiddelde berekenen.
  • Pagina 343 Cardiac output (C.O.) De cardiac output-instellingen openen  Selecteer het cardiac output-parameterveld om Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de de C.O.-pagina rechtstreeks te openen. toetsen Auto. inst. en Alarm voor het configureren van de alarmfuncties. Voor gedetailleerde informatie over de alarmconfiguratie kunt u terecht 1 Selecteer Sensor parameters...
  • Pagina 344 Cardiac output (C.O.) Instelfuncties voor cardiac output-parameters Alle instelfuncties voor cardiac output worden uitgevoerd op de pagina C.O. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Catheter type – BD/Ohmeda (standaard) Hiermee wordt het momenteel geselecteerd kathetertype weergegeven. – Edwards/Baxter – Arrow – Overige Grootte catheter 5F, 7F (standaard), 7,5F Hiermee wordt de momenteel geselecteerd...
  • Pagina 345 Mainstream CO -bewaking Mainstream CO -bewaking Overzicht van Mainstream CO2-bewaking......346 Ondersteunde parameters ....346 CO2-voorzorgsmaatregelen .
  • Pagina 346 CO in ademgassen te meten. -bewaking is beschikbaar voor volwassen, Ondersteunde parameters pediatrische en neonatale patiënten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 voor informatie inzake het bestellen – etCO (end-tidale CO -concentratie) van de geschikte maat van accessoires.
  • Pagina 347 Mainstream CO -bewaking -voorzorgsmaatregelen Zie "Algemene veiligheidsinformatie" op pagina 18 LET OP voor algemene voorzorgsmaatregelen. Lekkage in het beademingscircuit (bijvoorbeeld door een losgeraakte endotracheale tube of WAARSCHUWING een beschadigde ademwegadapter) kan een RRc-apnoealarmen worden NIET gemeld als significante invloed op de CO -metingen hebben.
  • Pagina 348 Mainstream CO -bewaking De CO -sensor aansluiten Voordat u CO -hardware aansluit, moet u zich ervan vergewissen dat de gebruikte ademweg- adapter bij de ademwegadapterinstelling van de Cockpit past. Gebruik bijvoorbeeld geen ademwe- gadapter voor éénmalig gebruik als de Cockpit voor een herbruikbare ademwegadapter is geconfigu- reerd (en omgekeerd).
  • Pagina 349 Mainstream CO -bewaking Voorbereiding van de patiënt op CO -bewaking De volgende tips leiden tot optimale bewakings- Als u tussen adaptertypen wisselt (van herbruik- resultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter baar naar éénmalig gebruik, van volwassen naar vervanging van door het ziekenhuis goedgekeurde pediatrie, of vice versa), moet u een Dräger-sensor praktijken of aanbevelingen van de fabrikant van de niet opnieuw op nul stellen.
  • Pagina 350 Mainstream CO -bewaking -weergave De CO -weergave op de Cockpit bestaat uit: Het CO -parameterveld bestaat uit de volgende elementen: – Een CO -parameterveld – Een CO -curve -parameterveld OPMERKING In de volgende afbeelding ziet u een gangbare indeling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters worden weergegeven.
  • Pagina 351 Mainstream CO -bewaking -curven De Cockpit geeft ook een actuele CO -curve weer. A Expiratieplateau of alveolair plateau (het niveau van CO in de longen stopt met significant toe te nemen) B End-tidal concentratiepunt (einde van de expiratiefase, waar CO wordt gemeten) C Begin van inspiratiefase D Begin van expiratiefase...
  • Pagina 352 Mainstream CO -bewaking Beschrijving Oorzaak -curve Verhoogde basiswaarde Terugademen door één van de voor curve met overeen- volgende oorzaken: komstige toename in het – De ademwegadapter voor -gehalte. éénmalig gebruik wordt gebruikt, hoewel de Cockpit is geconfigureerd voor het herbruikbare adaptertype –...
  • Pagina 353 Mainstream CO -bewaking Het CO -dialoogvenster gebruiken -grenzen De configuratie voor alle CO -parameters gebeurd in het CO -dialoogvenster. Dat dialoogvenster bevat de volgende tabs: Het configureren van alle functies van de CO alarmgrenzen gebeurt in het Mainstream-tabblad – Mainstream stelt bijbehorende CO binnen hetCO -dialoogvenster.
  • Pagina 354 Mainstream CO -bewaking -parameterconfiguratie Alle functies voor het configureren van de CO Voor gedetailleerde informatie over de alarmconfi- worden in het CO -dialoogvenster uitgevoerd. guratie kunt u terecht in "De alarminstellingen van een patiënt configureren" op pagina 133. OPMERKING OPMERKING Wanneer een Scio-module is aangesloten, kan de instelling van de parameters voor CO alleen...
  • Pagina 355 Mainstream CO -bewaking Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving RRc apnoe tijd [s] Uit (standaard), 10, 15, 20, 25, Hiermee wordt gespecificeerd hoe lang de 30 s M540 wacht voordat een onderbreking van de ademhaling wordt gemeld als een apnoegebeurtenis. RRc apnoe tijd [s]-instellingen zijn van toepassing op zowel Mainstream als Microstream.
  • Pagina 356 Mainstream CO -bewaking Een kalibratiecontrole uitvoeren Vereiste accessoires Het Kalibratie controle-tabblad wordt gebruikt om de volgende taken uit te voeren: – Testfilter (bevestigd aan de CO -sensor en – De datum van de laatste kalibratie bekijken afgebeeld op de volgende figuur). –...
  • Pagina 357 Microstream CO -bewaking Microstream CO -bewaking Overzicht van Microstream -bewaking ......358 Ondersteunde parameters ....358 Accessoires .
  • Pagina 358 Microstream CO -bewaking Overzicht van Microstream -bewaking ® Ondersteunde parameters De Cockpit biedt continue sidestream-metingen van kooldioxideconcentraties (CO ) voor geïntubeerde en niet-geïntubeerde patiënten. – etCO (end-tidale CO -concentratie) De Cockpit ontvangt signalen van de Infinity – inCO2 (inspiratoire CO -concentratie) MCable –...
  • Pagina 359 Microstream CO -bewaking -weergave De CO -weergave op de Cockpit bestaat uit: J etCO -waarde - het hoogste niveau van CO de ademweg tijdens expiratie binnen de – CO -parameterveld meetinterval – CO -curve -curve -parameterveld De M540 geeft ook een actuele CO -curve weer.
  • Pagina 360 Microstream CO -bewaking Probleemoplossing Behalve voor de evaluatie van de klinische status van een patiënt kunnen CO -curven ook nuttig zijn bij het oplossen van problemen met apparatuur. In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u met -curven veelvoorkomende problemen kunt identificeren.
  • Pagina 361 Microstream CO -bewaking Het CO -dialoogvenster gebruiken -grenzen De configuratie voor de CO -parameters gebeurt in het CO -dialoogvenster. Dat dialoogvenster bevat de volgende tabs: De functies voor het configureren van de CO parameters zijn te vinden in het Microstream- –...
  • Pagina 362 Microstream CO -bewaking -parameterconfiguratie De functies voor het configureren van de CO Voor gedetailleerde informatie over de alarmconfi- parameters zijn te vinden in het CO -dialoog- guratie kunt u terecht in "De alarminstellingen van venster binnen het Microstream-tabblad. een patiënt configureren" op pagina 133. OPMERKING Wanneer een Scio-module is aangesloten, kan de instelling van de parameters voor CO2 alleen...
  • Pagina 363 Microstream CO -bewaking Kalibratiecontrole Vereiste accessoires Het Kalibratie controle-tabblad wordt gebruikt om de volgende taken uit te voeren: – Een gasfles (met een mengsel van 5 % CO – Weergeven van het aantal resterende uren vóór 21 % O , balans: N de volgende onderhoudscontrole van de Microstream MCable –...
  • Pagina 364 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 365 Scio-bewaking Scio-bewaking Overzicht van Scio-bewaking ... . 366 Ondersteunde parameters ....368 Het Scio-dialoogvenster gebruiken ..369 De Scio-instellingen openen.
  • Pagina 366 Scio-bewaking Overzicht van Scio-bewaking De Scio Four module neemt gasmonsters uit de OPMERKING ademgasstroom van pediatrische en volwassen In dit hoofdstuk worden alle Scio Four modules patiënten. De module meet continu de CO -, N (Scio Four, Scio Four Oxi, Scio Four plus en concentratie en anesthesiegassen (Sevofluraan, Scio Four Oxi plus) aangeduid als ‘gasanalyse- Desfluraan, Isofluraan, Halothaan en Enfluraan)
  • Pagina 367 Scio-bewaking Het gasanalyseapparaat is leverbaar in vier varianten met verschillende functies zoals hieronder beschreven. Anesthesiegas Anesthesiegas-ID Mengsels Scio Four 1 van 5 Scio Four Oxi 1 van 5 Scio Four plus 2 van 5 Scio Four Oxi plus 2 van 5 Het IACS detecteert automatisch welk gasanaly- –...
  • Pagina 368 Scio-bewaking Ondersteunde parameters De volgende parameters worden ondersteund: – RRc – inCO – etCO – FiO (weergegeven als inO in parametervelden) – etO2 – inN – etN – inSev – etSev – inDes – etDes – inIso – etIso – inHal –...
  • Pagina 369 Scio-bewaking Het Scio-dialoogvenster gebruiken De configuratie voor de Scio-parameters gebeurt in het Scio-dialoogvenster. Dat dialoogvenster bevat de volgende tabs: – CO2 – O – A-gas instellingen – A-gas alarmen – Alle weergeven De Scio-instellingen openen De Scio-instellingen kunnen via de CO -, O - of de anesthesiegas-parametervelden worden geopend.
  • Pagina 370 Scio-bewaking Functies voor het configureren van CO OPMERKING parameters Wanneer de CO -Mainstream-sensor of de Microstream MCable is aangesloten, kunnen de De functies voor het configureren van de CO Scio-parameters niet worden ingesteld. parameters zijn te vinden in het CO -tabblad binnen het Scio-dialoogvenster.
  • Pagina 371 Scio-bewaking -alarmgrenzen Voor gasanalyseapparaten met O -bewaking toont het O -tabblad in der linkerbovenhoek van het venster de velden voor de instelling van de alarm- grenzen voor etO2 en FiO etO2 en FiO bieden de mogelijkheid om de boven- en ondergrenzen van het alarm aan te passen en om de Archief-functie en de Auto.
  • Pagina 372 Scio-bewaking Anesthesiegas-alarmconfiguratie G Toets Weergavefilter H De toets Alle automatisch instellen (zie Op het A-gas alarmen-tabblad kunnen de ‘Automatische instelling van alle alarmgrenzen‘ volgende parameters voor alle anesthesiegas- op pagina 146) alarmen worden gewijzigd: WAARSCHUWING – Alarmstatus (aan/uit) Als u de alarmgrenzen op extreme waarden –...
  • Pagina 373 Scio-bewaking Functies voor het configureren van de Wanneer een secundair anesthesiegas wordt gebruikt, worden bij het overschrijden van een anesthesiegas-parameters alarmgrens alleen de alarmen voor het primaire anesthesiegas geactiveerd. De alarmgrenzen voor De functies voor het configureren van de het secundaire anesthesiegas kunnen wel anesthesiegas-parameters zijn te vinden op het ingesteld worden, maar de alarmen worden pas A-gas instellingen-tabblad binnen het Scio-...
  • Pagina 374 Scio-bewaking Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving "Tweede A-gas – Aan (standaard) Geeft aan dat er tijdens de bewaking een ander gedetecteerd" anesthesiegas is gedetecteerd. – Uit Alarm Wordt alleen op gasanalyseapparaten met automatische anesthesiegas-identificatie weergegeven. OPMERKING: De "Tweede A-gas gedetecteerd" Alarm-toets wordt grijs weergegeven wanneer een gasanalyseapparaat met handmatige anesthesiegas-identificatie wordt aangesloten (Scio Four, Scio Four Oxi).
  • Pagina 375 Scio-bewaking -weergave Op de Cockpit bestaat de CO -weergave uit: A etCO -label – CO -parameterveld B etCO -waarde – het hoogste niveau van CO de ademweg tijdens expiratiefase binnen de – CO -curve meetinterval De Cockpit ondersteunt een configureerbaar C etCO -alarmgrenzen (weergave van een parameterveld voor de volgende CO...
  • Pagina 376 Scio-bewaking -parameterveld G inO (FiO )-alarmgrenzen (weergave van een doorgekruist driehoeksymbool als de inO Het CO -parameterveld toont de volgende alarmsignalen zijn uitgeschakeld). extra waarden: H Afkorting voor ‘expiratoir’ – Inspiratoire O (inO /FiO ) – het niveau van O etCO -waarde –...
  • Pagina 377 Scio-bewaking Probleemoplossing Behalve voor de evaluatie van de klinische status van een patiënt kunnen CO -curven ook nuttig zijn bij het oplossen van problemen met apparatuur. In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u met -curven veelvoorkomende problemen kunt identificeren Beschrijving Oorzaak Capnogram...
  • Pagina 378 Scio-bewaking Beschrijving Oorzaak Capnogram Wijziging in de helling van Obstructie veroorzaakt door één en stijgende tak. Mogelijke van de volgende problemen: afwezigheid van een – Gedeeltelijke obstructie in een alveolair plateau. expiratietak van het beademingscircuit – Lichaamsvreemd voorwerp in de bovenste ademweg –...
  • Pagina 379 Scio-bewaking -weergave -parameterveld OPMERKING -bewaking is alleen beschikbaar voor Scio Het standaard O -parameterveld toont de actuele Four Oxi en Scio Four Oxi plus. waarden voor: De O -weergave op de Cockpit bestaat uit: – Inspiratoire O (inO /FiO ) – het niveau van O in de ademweg tijdens de inspiratiefase.
  • Pagina 380 Scio-bewaking O-parameterveld O-waarde – het hoogste niveau van N O in de ademweg tijdens expiratiefase binnen de meetinterval Het O O-parameterveld toont de volgende extra waarden: J etO -alarmgrenzen (weergave van een doorgekruist driehoeksymbool als de etO – Inspiratoire N O (inN O) –...
  • Pagina 381 Scio-bewaking Anesthesiegas-weergave De anesthesiegas-curven en -parameters kunnen A Afkorting voor primair anesthesiegas worden geïdentificeerd m.b.v. de volgende kleuren: (weergave van A-gas? tijdens de anesthesiegas-identificatie bij – Sevofluraan = geel gasanalyseapparaten met automatische – Desfluraan = blauw identificatie) – Isofluraan = paars B Waarde inspiratoire primair anesthesiegas –...
  • Pagina 382 Scio-bewaking A-gas/ xMAC-parameterveld Expiratoire alarmgrenzen voor secundair anesthesiegas Het A-gas/ xMAC-parameterveld toont de J Waarde expiratoire secundair anesthesiegas – volgende extra waarden: het niveau van het anesthesiegas in de ademweg tijdens de expiratiefase – xMAC – de MAC-veelvoud berekend aan de hand van de huidige expiratoire meetwaarden K xMAC-veelvoud en de anesthesiegas-afhankelijke MAC-...
  • Pagina 383 Scio-bewaking A-gas/N2O-parameterveld H Expiratoire alarmgrenzen voor primair anesthesiegas Het A-gas/N2O-parameterveld toont de volgende Expiratoire alarmgrenzen voor secundair extra waarden: anesthesiegas – Inspiratoire N O (inN O) – het niveau van N J Waarde expiratoire secundair anesthesiegas – in de ademweg tijdens inspiratie, die tijdens de het niveau van het anesthesiegas in de vorige meetinterval als minimale waarde werd ademweg tijdens de expiratiefase...
  • Pagina 384 Scio-bewaking Handmatige anesthesiegas-identificatie Gemengd anesthesiegas Handmatige anesthesiegas-identificatie is alleen OPMERKING beschikbaar voor gasanalyseapparaten zonder De meting van gemengd anesthesiegas is alleen automatische anesthesiegas-identificatie: Scio beschikbaar voor gasanalyseapparaten met Four en Scio Four Oxi. automatische anesthesiegas-identificatie: Scio Four plus en Scio Four Oxi plus. WAARSCHUWING Risico op onnauwkeurige gasmeetwaarden Als het gasanalyseapparaat een mengsel van twee...
  • Pagina 385 Scio-bewaking Scio-pagina Toon alle  FiO  inCO2 De Scio-pagina Toon alle toont de waarden en  inN2O meeteenheden van de actueel bewaakte parameters op één scherm.  inHal  inEnf De Scio-pagina Toon alle openen  inIso  Druk op de Scio-pagina op het Toon alle- ...
  • Pagina 386 Scio-bewaking xMAC (MAC-veelvoud) De xMAC-waarde is een eenvoudige navigatiehulp De op basis van de leeftijd-gecorrigeerde MAC- voor de anesthesiegasdosering. waarden worden berekend met behulp van een door W. W. Mapleson opgestelde vergelijking Het IACS toont de inspiratoire en expiratoire (British Journal of Anesthesia 1996, blz. 179-185). meetwaarden voor O2, N2O, anesthesiegassen en de xMAC.
  • Pagina 387 Scio-bewaking Voor gasmengsels worden de respectieve veelvouden voor N O en anesthesiegassen toegevoegd volgens de onderstaande vergelijking: Voorbeeld: exp. iso. = 0,65 Vol%; exp. N O = 69 %; leeftijd = 32 jaar van Iso.: MAC = 1,21 Vol% leeftijd gecorrigeerd van N O: MAC = 110 Vol%...
  • Pagina 388 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 389 Dubbele SpO -bewaking Dubbele SpO -bewaking Overzicht dubbele SpO -bewaking..390 Ondersteunde parameters ....390 voorafgaand aan het gebruik instellen .
  • Pagina 390 Dubbele SpO -bewaking Overzicht dubbele SpO -bewaking Dubbele SpO -bewaking is mogelijk m.b.v. een OPMERKING extern apparaat dat via een seriële poort van het Het sterretje bij SpO2* en PLS* geeft aan dat type RS232 op de Cockpit wordt aangesloten. Nadat deze parameters van een extern apparaat het apparaat is aangesloten, worden de gegevens afkomstig zijn.
  • Pagina 391 Dubbele SpO -bewaking De weergave voor de minitrends configureren 1 Druk op de toets Systeem set-up... op het hoofdscherm. 2 Druk op het tabblad Scherm set-up. 3 Druk op het tabblad Auto weergave. 4 Druk op de toets Mini trends. 5 Selecteer één van de volgende instellingen: –...
  • Pagina 392 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 393 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) Overzicht van BIS-bewaking ... . . 394 Ondersteunde parameters en instellingen ..394 BIS-voorzorgsmaatregelen ....395 Compatibiliteit van apparaten .
  • Pagina 394 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) Overzicht van BIS-bewaking Ondersteunde parameters en De Cockpit ontvangt gegevens van het BIS VISTA- bewakingssysteem met behulp van een RS232- instellingen verbinding. BIS – Bispectrale index BIS-bewaking biedt het niveau van bewustzijn door gebruik te maken van EEG-elektrodes die op het EMG –...
  • Pagina 395 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) BIS-voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bij het aansluiten op een apparaat van een Het volgende hoofdstuk somt alle externe derde partij moet u vóór klinisch gebruik de apparaten en verwante softwareversies op die goede werking van het apparaat verifiëren. Zie Dräger heeft gevalideerd.
  • Pagina 396 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) Het BIS-parameterveld bestaat uit de volgende EMG-staafdiagram elementen: Het EMG-staafdiagram bestaat uit 5 tic- markeringen. Als de amplitude stijgt, worden meer tic-markeringen in witte kleur weergegeven. A Label bispectrale index (BIS) B Secundair parameterlabel (kan worden geselecteerd) A Eerste sectie is opgevuld –...
  • Pagina 397 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) SQI-staafdiagram A SQI-waarde tussen 0 en 20 Het SQI-staafdiagram bestaat uit 5 staven. Hoe B SQI-waarde tussen 21 en 40 meer staven groen zijn gekleurd, hoe beter de C SQI-waarde tussen 41 en 60 kwaliteit van het signaal.
  • Pagina 398 Extern apparaat – Bispectrale index (BIS) Functies voor het configureren van BIS-parameters Alle functies voor BIS-configuratie worden uitgevoerd op de pagina BIS. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina Instellingen Schaal [uV] 5, 10, 25, 50, 100 (standaard), 250 µV Selecteert de schaal van de EEG T-curve.
  • Pagina 399 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) Overzicht van NMT-bewaking ... . 400 Ondersteunde parameters ....400 Ondersteunde modi .
  • Pagina 400 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) Overzicht van NMT-bewaking Ondersteunde modi De Cockpit ondersteunt communicatie met apparaten voor neuromusculaire transmissie van derde partijen met behulp van een RS232- De volgende modi van het NMT-apparaat worden aansluiting. ondersteund: NMT-bewaking meet de mate van spieront- –...
  • Pagina 401 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) NMT-voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bij het aansluiten op een apparaat van een Het volgende hoofdstuk somt alle externe derde partij moet u vóór klinisch gebruik de apparaten en verwante softwareversies op die goede werking van het apparaat verifiëren. Zie Dräger heeft gevalideerd.
  • Pagina 402 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) NMT-parameterveld (PTC-modus) A Label neuromusculaire transmissie (NMT) B Label NMT-modus PTC Het NMT-parameterveld in PTC-modus bestaat uit C Tijdstempel van huidige waarde (weergave is de volgende elementen: afhankelijk van menu-instelling – zie pagina 404) D PTC-waarde E 15 individuele amplitudestaafdiagrammen geven het aantal stimulaties aan...
  • Pagina 403 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) NMT-informatie printen U kunt een rapport van alle NMT-instellingen en tot de laatste 500 metingen printen. 1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofdmenubalk. NMT-instellingen en -metingen printen 2 Selecteer het tabblad NMT om de pagina NMT 1 Selecteer het NMT-parameterveld om de NMT- te openen.
  • Pagina 404 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) De NMT-pagina De NMT -pagina geeft de instellingen van het NMT- A Toets Toon temperatuur voor het activeren of apparaat weer. Behalve voor de Toon tempera- deactiveren van de temperatuurweergave in tuur- en de Printen -toetsen zijn die instellingen het NMT-parameterveld.
  • Pagina 405 Extern apparaat – Neuromusculaire transmissie (NMT) NMT-parameterfuncties en -instellingen Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Toon temperatuur – Aan Controleert de temperatuurweergave in het – Uit (standaard) NMT-parameterveld (niet beschikbaar bij TOFscan). Stim current 0 tot 60 mA (geen standaard) Geeft de stimulatiestroom van het NMT-apparaat weer.
  • Pagina 406 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 407 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Overzicht van CCO-bewaking ... . 408 Alarmen externe apparaten ....408 Naslagwerk.
  • Pagina 408 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Overzicht van CCO-bewaking Alarmen externe apparaten Dankzij de optie voor apparaatkoppeling kan de Cockpit parameterwaarden van een continu Cardiac output-apparaat weergeven. Binnen Als de alarmfunctie voor externe apparaten is 30 seconden na aansluiting van het apparaat geactiveerd op de Cockpit (zie pagina 474) en verschijnen de gegevens op de Cockpit.
  • Pagina 409 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Ondersteunde parameters In de volgende tabel worden de ondersteunde parameters vermeld die worden weergegeven op de Cockpit en afkomstig zijn van externe CCO- apparaten waarmee deze parameters worden ondersteund en bewaakt. Het bereik en de resolutie wordt voor alle parameters geleverd door het CCO-apparaat.
  • Pagina 410 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Label Parameter Meet- Bemerkingen Cockpit Trends Afkomstig van eenheid pagina welk apparaat TBloed Bloedtempera- °C of °F Meeteenheid wordt Continue trend Vigilance II en tuur bepaald door de EV1000 meeteenheid die op de Cockpit werd geselecteerd Zuurstofverbruik mL/min Niet van toepassing Niet in trends...
  • Pagina 411 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) CCO-voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als u de kans op verwonding van de patiënt Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron door elektrische schokken wilt verkleinen, voordat u diagnostische of therapeutische dient u de aansluitkabel van het externe beslissingen neemt.
  • Pagina 412 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) CCO/SvO2-weergave Op de Cockpit bestaat de CCO/SvO2-display uit een parameterveld. CCO/SvO2-parameterveld OPMERKING In de volgende afbeelding ziet u een gangbare indeling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters worden weergegeven. Zie ‘Parametervelden‘ op pagina 67 voor meer informatie.
  • Pagina 413 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) De CCO/SvO2-instellingen openen 1 Selecteer de toets Sensor parameters... vanuit de hoofdmenubalk. 2 Selecteer het tabblad CCO. Als u het tabblad niet ziet, selecteert u de volgende twee symbolen in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster: -symbool en de toets weergavefilter...
  • Pagina 414 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 415 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Bewaking extern apparaat ....416 Alarmen externe apparaten ....416 Voorzorgsmaatregelen.
  • Pagina 416 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Bewaking extern apparaat Alarmen externe apparaten Dankzij de optie voor apparaataansluiting kan de Cockpit verbinding maken met externe MEDIBUS.X-compatibele apparaten en zodoende Alarmen van het beademingsapparaat worden de volgende functie aanbieden: naar het Infinity-netwerk verstuurd en voor alarmmelding op het ICS beschikbaar gemaakt.
  • Pagina 417 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron De volgende tabel somt alle externe apparaten voordat u diagnostische of therapeutische en verwante softwareversies op die Dräger beslissingen neemt. heeft gevalideerd. Dräger kan zich niet uitspreken over de betrouwbaarheid van de Randapparatuur kan via de optie voor gegevens bij gebruik van latere of eerdere apparaatkoppeling worden aangesloten.
  • Pagina 418 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Ondersteunde MEDIBUS.X beademingsapparaat- en anesthesiegegevens. De beademings- en anesthesieapparaten van met lage prioriteit, maar geeft alle alarmberichten MEDIBUS.X versturen parameters, instellingen, met gemiddelde prioriteit en hoge prioriteit op het modi en curven die via de Cockpit op het netwerk Infinity-netwerk weer.
  • Pagina 419 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? Elastantie mbar/L Anesthesie en Continue beademing trend Eindinspiratoire druk mbar Beademing Continue trend...
  • Pagina 420 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? inCO2 Inspiratoire Anesthesie en Continue kooldioxide- beademing trend concentratie I (I:E) Inspiratoire Geen een-...
  • Pagina 421 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? MVmand Verplicht L/min Beademing en Continue minuutvolume anesthesie trend MVspon Spontaan L/min...
  • Pagina 422 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? Correlatiefactor Beademing Continue trend Rpat Ademwegweerstand mbar/L/s Beademing Continue patiënt trend Beademings-...
  • Pagina 423 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? Expiratoire tijd Beademing Continue constant trend Tlaag Effectieve expiratoire Beademing Continue tijd tijdens APRV/...
  • Pagina 424 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid de Toon alle-pagina Trends voor van Beademing of pagina weergave in Anesthesie parameterveld (zie pagina 428) Ja/Nee? VTispon Spontaan inspiratoir Beademing Continue slagvolume trend VTispon Inspiratoir spontaan Beademing Continue gem.
  • Pagina 425 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Ondersteunde curven De volgende MEDIBUS.X-curven worden op de Cockpit weergegeven. Curvelabel Beschrijving Meet-eenheid Ademwegdruk mbar Flow Inspiratoire en expiratoire flow L/min Kooldioxideconcentratie mmHg, kPa, % MEDIBUS.X Parametergegevens bekijken De Cockpit geeft parametergegevens weer die afkomstig zijn van aangesloten MEDIBUS.X- apparaten op de volgende locaties: –...
  • Pagina 426 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Parametervelden OPMERKING OPMERKING In de volgende afbeelding ziet u een gangbare De achtergrond van het Paw-parameterveld indeling van een parameterveld. De indeling kan wordt in groenblauw weergegeven als een veranderen als er aanvullende parameters beademingsapparaat of anesthesiewerkstation worden weergegeven.
  • Pagina 427 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Loops bekijken Loops verschaffen belangrijke informatie over de 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets reactie van de patiënt op mechanische beademing. Sensor parameters... De Cockpit geeft loops van ondersteunde 2 Selecteer de Beademingsapparaat -tab of de MEDIBUS.X-apparaten weer op voorwaarde dat Anesthesiewerkstation-tab.
  • Pagina 428 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten De Toon alle-pagina's De Toon alle-pagina toont de waarden en meet- OPMERKING eenheden van de actueel bewaakte parameters op Afhankelijk van welke apparaten er op de Cockpit één scherm. De volgende twee Toon alle-pagina's zijn aangesloten, kunnen er twee Beademings- zijn beschikbaar: apparaat-tabbladen worden weergegeven.
  • Pagina 429 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten 2 Tip een toets aan om een lijst beschikbare 3 Selecteer de gewenste parameter in de lijst om parameters te activeren. U kunt ook Geen die aan de toets en aan de Toon alle -pagina selecteren om alle parameters die in dat veld toe te kennen.
  • Pagina 430 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Paw-configuratiefuncties Zie pagina 429 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Paw schaal 10, 15, 20, 25 (standaard), 30, 40, 50, 60, 70, Hiermee wordt de schaal van 80, 100, 120 mbar de weergegeven Paw-curve bepaald.
  • Pagina 431 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Bead. parameter – Auto (standaard) Bepaalt of de geselecteerde scherm parameters die in het parameterveld – Handmatig worden weergegeven, handmatig of automatisch worden geselecteerd. Met de Handmatig-instelling wordt de parameter voor elk parame- terveld handmatig geselecteerd.
  • Pagina 432 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Parameter 3 MVe, MVi, VTe (standaard), VTACH, VTi, Selecteert de derde parameter in RR, RRf, RRp het parameterveld voor de beademing als de Bead. parameter scherm-instelling op Handmatig is ingesteld. – MV auto – (beschikbare parameter is Selecteert de primaire parameter in afhankelijk van bronapparaat: MVe, MV, het parameterveld voor de beade-...
  • Pagina 433 Externe apparaten – MEDIBUS.X apparaten CO2-configuratiefuncties Zie pagina 429 voor informatie om deze pagina te openen. De tab is gelabeld CO2 als er een beademingsapparaat is aangesloten. Het tabblad is gelabeld CO2/O / A-gas als er een anesthesiewerkstation is aangesloten. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving...
  • Pagina 434 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 435 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Overzicht van beademingsbewaking ..436 Infinity CentralStation – Vent Central optie ..436 Alarmen externe apparaten ....436 Voorzorgsmaatregelen.
  • Pagina 436 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Overzicht van beademingsbewaking Alarmen externe apparaten Dankzij de optie voor apparaatkoppeling kan de Cockpit parameterwaarden, curven en loops van een Servo-i-beademingsapparaat weergeven. Alarmen van het beademingsapparaat worden naar het Infinity-netwerk verstuurd en voor Binnen 30 seconden na aansluiting van een alarmmelding op het ICS beschikbaar gemaakt.
  • Pagina 437 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron Het volgende hoofdstuk somt alle externe voordat u diagnostische of therapeutische apparaten en verwante softwareversies op die beslissingen neemt. Dräger heeft gevalideerd. Dräger kan zich niet uitspreken over de betrouwbaarheid van de Randapparatuur kan via de optie voor gegevens bij gebruik van latere of eerdere apparaatkoppeling worden aangesloten.
  • Pagina 438 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Ondersteunde Servo-i parameters De volgende tabel vermeldt welke parameters van het Servo-i-beademingsapparaat op de Cockpit worden weergegeven en in trends worden bijgehouden. Zie pagina 437 voor een lijst van ondersteunde beademingsapparaten en de compatibele softwareversies. Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op...
  • Pagina 439 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Ondersteunde Servo-i curven De volgende Medibus-curven worden op de Cockpit weergegeven. Curvelabel Beschrijving Meet-eenheid Ademwegdruk mbar Flow Inspiratoire en expiratoire flow L/min Kooldioxideconcentratie mmHg, kPa, % Parametergegevens bekijken De Cockpit geeft parametergegevens weer die Op de Cockpit worden de volgende curven, loops afkomstig zijn van het aangesloten Servo-i- en parameters weergegeven: beademingsapparaat op de volgende locaties:...
  • Pagina 440 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Parametervelden Het onderstaande diagram toont een parameter- OPMERKING veld voor een beademingsapparaat. In de volgende afbeelding ziet u een gangbare indeling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters worden weergegeven. Zie ‘Parametervelden‘ op pagina 67 voor meer informatie.
  • Pagina 441 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Loops bekijken Loops verschaffen belangrijke informatie over de Loops bekijken reactie van de patiënt op mechanische beademing. 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets U kunt loops op twee pagina's bekijken: Sensor parameters... Druk/volume en Flow/volume. 2 Selecteer het tabblad Beademingsapparaat.
  • Pagina 442 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat De Toon alle-pagina De Toon alle-pagina geeft de waarden van de momenteel bewaakte beademingsapparaatpara- 1 Selecteer de toets Sensor parameters... op de meters en meeteenheden op één scherm weer. hoofdmenubalk. OPMERKING 2 Open het tabblad Beademingsapparaat. Naast de parameters verschijnen ook de TVi-, OPMERKING I (I:E)- en E (I:E)-instellingen op de Toon alle-...
  • Pagina 443 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Paw-configuratiefuncties voor beademingsapparaten Zie pagina 442 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Paw schaal 10, 15, 20, 25 (standaard), 30, 40, 50, 60, 70, Hiermee wordt de schaal van 80, 100, 120 mbar de weergegeven Paw-curve bepaald.
  • Pagina 444 Externe apparaten – Servo-i-beademingsapparaat Instelfuncties voor beademingsparameters Zie pagina 442 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Flow schaal 5, 10, 15, 20 (standaard in neonatale modus), Hiermee wordt de schaal van 35, 50, 100 (standaard in volwassen en de weergegeven flow-curve pediatrische modus),150, 200 L/min bepaald.
  • Pagina 445 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Overzicht van beademingsbewaking ..446 Infinity CentralStation – Bead. centraal optie ..... 446 Alarmen externe apparaten .
  • Pagina 446 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Overzicht van beademingsbewaking Dankzij de optie voor apparaatkoppeling kan de OPMERKING Cockpit parameterwaarden, curven en loops van Als een Evita XL-apparaat op het IACS wordt de Medibus-compatibele beademingsapparaten aangesloten en zich de patiënt in de NIV-modus Evita 2D, Evita 4 en Evita XL weergeven.
  • Pagina 447 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron Het volgende hoofdstuk somt alle externe voordat u diagnostische of therapeutische apparaten en verwante softwareversies op die beslissingen neemt. Dräger heeft gevalideerd. Dräger kan zich niet uitspreken over de betrouwbaarheid van de Randapparatuur kan via de optie voor gegevens bij gebruik van latere of eerdere...
  • Pagina 448 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Gegevens van ondersteunde Medibus-beademingsapparaten De Evita-beademingsapparaten (Evita 2D, Evita 4 Zie het RS232-exporthandboek voor informatie en Evita XL) versturen parameters, instellingen, over welke parameters voor het exportprotocol modi en alarmberichten naar de Cockpit. beschikbaar zijn en welke instellingen en modi worden ondersteund.
  • Pagina 449 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Parameter- Beschrijving Meet- Weergegeven op Cockpit Beschikbaar label eenheid Toon alle-pagina Trends voor van de beademing pagina weergave in (zie pagina 452) parameterveld Ja/Nee? Ja/Nee? Pmin Minimale mbar of Niet in trends ademwegdruk cmH2O bijgehouden...
  • Pagina 450 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Ondersteunde Medibus curven De volgende Medibus-curven worden op de Cockpit weergegeven. Curvelabel Beschrijving Meet-eenheid Ademwegdruk mbar Flow Inspiratoire en expiratoire flow L/min Kooldioxideconcentratie mmHg, kPa, % Medibus Parametergegevens bekijken De Cockpit geeft parametergegevens weer die De Cockpit geeft de volgende curven, loops en afkomstig zijn van aangesloten Evita 2D-, Evita 4- parameters weer:...
  • Pagina 451 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Parametervelden OPMERKING In de volgende afbeelding ziet u een gangbare indeling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters worden weergegeven. Zie ‘Parametervelden‘ op pagina 67 voor meer informatie. In parametervelden worden parameterwaarden gerapporteerd en wordt de alarmstatus van parameters aangegeven.
  • Pagina 452 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Loops bekijken 3 Selecteer het PV loop-tabblad om de druk/volume-loops weer te geven, of selecteer 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets het FV loop-tabblad om de flow/volume-loops Sensor parameters... weer te geven.
  • Pagina 453 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) De functies voor de parameterconfiguratie openen 1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofd- 2 Selecteer het tabblad Paw of het tabblad Bead. menubalk > Beademingsapparaat-tab om om naar de betreffende instelpagina's te gaan. naar de pagina Beademingsapparaat te gaan.
  • Pagina 454 Externe apparaten – Evita 2D, Evita 4, Evita XL (Medibus) Instelfuncties voor beademingsparameters Zie pagina 453 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Flow schaal 5, 10, 15, 20 (standaard in neonatale modus), Hiermee wordt de schaal van 35, 50, 100 (standaard in volwassen en de weergegeven flow-curve pediatrische modus),150, 200 L/min...
  • Pagina 455 Systeemconfiguratie Systeemconfiguratie Overzicht ......456 Configuratie rust- ECG ....484 Instelling rapporten –...
  • Pagina 456 Systeemconfiguratie Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft het Systeem set-up- – Biomed (zie pagina 486) dialoogvenster dat bestaat uit verschillende – Profielen (zie pagina 498) configuratiepagina's om de Cockpit te configureren. Sommige van deze instellingen zijn De meeste instellingen bestaan uit selecties met een wachtwoord beschermd en zijn alleen om afzonderlijke functies te configureren.
  • Pagina 457 Systeemconfiguratie Scherminstelling – algemene instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn binnen de pagina Algemene instellingen. Uw selectie wordt onmiddellijk van kracht. Zie pagina 456 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Bewaking curve 6,25, 12,5, 25 (standaard), 50...
  • Pagina 458 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving QR-code Scanbare code die kan Geautoriseerd personeel kan de QR-code worden gebruikt om toegang scannen (vanaf een smartphone of ander te krijgen tot apparaatinfor- apparaat), in plaats van een wachtwoord te matie. gebruiken, om toegang te krijgen tot apparaatinformatie.
  • Pagina 459 Systeemconfiguratie Schermconfiguratie – functies voor Auto weergave In de volgende afbeelding ziet u de pagina Auto A Selectietoets voor weergavemodus Auto weergave. Deze pagina functioneert bovendien B Selectietoets voor weergavemodus Handmatig dynamisch met de instellingswerkbalk voor Auto weergave (zie pagina 463). Zie pagina 456 om te C Scherm weten hoe u deze pagina opent.
  • Pagina 460 Systeemconfiguratie De instellingen Auto weergave configureren U kunt diverse functies uitvoeren binnen de pagina 5 Selecteer de toets Parametervakken (H) en Auto weergave. Met de volgende instellingen gebruik de draaiknop om het gewenste aantal worden de algemene instellingen beschreven voor weer te geven parametervelden te selecteren.
  • Pagina 461 Systeemconfiguratie Parameters voor weergave configureren Het venster Parameterselectie In het venster voor parameterselectie (D) van de pagina Auto weergave wordt in principe bepaald waar een parameter op het scherm verschijnt en In het venster voor parameterselectie (D) op de hoe deze wordt weergegeven. In het venster wordt pagina Auto weergave wordt bepaald waar een ook bepaald hoe een parameter wordt weerge- parameter op het scherm verschijnt en hoe deze...
  • Pagina 462 Systeemconfiguratie De parameterprioriteit en -weergave configureren In het venster voor parameterselectie verschijnt De parameterprioriteit en -weergave een van de drie weergavesymbolen naast elk configureren op de pagina Auto weergave parameterlabel. De symbolen geven aan hoe de In de volgende stappen verwijzen de letters tussen parameter op het scherm verschijnt: haakjes naar de afbeelding van de pagina Auto de parameter wordt als een curve en een...
  • Pagina 463 Systeemconfiguratie De parameterprioriteit en -weergave B Een parameter met het -symbool op de configureren met de instellingswerkbalk Auto instellingswerkbalk voor Auto weergave weergave verschijnt alleen als een parameterveld op het hoofdscherm. Parameters worden in deze Indien geactiveerd (zie pagina 459), verschijnt de weergavemodus altijd in het midden van de instellingswerkbalk voor Auto weergave langs de instellingswerkbalk voor Auto weergave...
  • Pagina 464 Systeemconfiguratie De weergavestatus van een parameter wijzigen Als een parameter bijvoorbeeld is toegewezen aan de status 'geen weergave' , draait u de 1 Selecteer in de instellingswerkbalk voor Auto draaiknop naar links totdat het veld verschijnt in weergave het veld van de parameter waarvan het 'curvegedeelte' van de instellingswerkbalk u de weergavemodus wilt wijzigen.
  • Pagina 465 Systeemconfiguratie Scherminstelling – toetsen hoofdmenubalk configureren Op de pagina Config. toetsen kunt u de inhoud A Toets Alarmen... van de hoofdmenubalk (zie pagina 70) aanpassen B Toets Gebeurtenis markeren door toetsen toe te voegen of te verwijderen. De hoofdmenubalk bevat echter enkele toetsen die C Toets Code een essentiële functie hebben en permanent op de D Toets Weergaven...
  • Pagina 466 Systeemconfiguratie De functietoetsen configureren 5 Selecteer de toets op de menubalklijst die door een andere moet worden vervangen. In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de pagina Config. OPMERKING toetsen (zie pagina 465). Elke toets op een lichtgrijze achtergrond is een 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets toets met een vaste positie op de menubalk.
  • Pagina 467 Systeemconfiguratie Toets Beschrijving Pacemaker detectie Biedt u de mogelijkheid om de pacemakerdetectie te activeren of deactiveren. Print casus Print een combinatie van rapporten die op de Rapporten-pagina worden samenvatting geconfigureerd. Print scherm Hiermee wordt de inhoud van het huidige scherm geprint op een aangesloten laserprinter.
  • Pagina 468 Systeemconfiguratie 6 Selecteer de gewenste toets of druk op de De standaardinstelling van de menubalk draaiknop om de nieuwe toets naar de terugzetten menubalk te verplaatsen. De vorige toets wordt U kunt de standaardinstelling van de menubalk (zie naar het pop-upvenster verplaatst. De pagina 465) op elk moment terugzetten.
  • Pagina 469 Systeemconfiguratie Schermconfiguratie – de Weergave editor Naast de acht Dräger-weergaven kunnen er op A Veld Weergave en pijltoets elke Cockpit ook acht aangepaste weergaven B Symbool voor het wijzigen van de naam van de voorkomen. De Weergave editor is een optie geselecteerde weergave waarmee u aangepaste weergaven kunt maken, wijzigen en opslaan.
  • Pagina 470 Systeemconfiguratie Een aangepaste weergave wijzigen 6 Selecteer de onderste pijltoets (H) in het pop- upvenster Inhoud om aanvullende instellingen OPMERKING te selecteren. Bijvoorbeeld, als u in stap 4 Hoewel op de Cockpit veel parameters en curven Curven kiest, kunt u de ECG-afleiding voor kunnen worden weergegeven, dient u zorgvuldig weergave selecteren.
  • Pagina 471 Systeemconfiguratie De alarminstellingen configureren De met een wachtwoord beschermde pagina's Alarmen dienen om algemene alarminstellingen te configureren. De pagina's Alarmen openen 1 Selecteer Systeem set-up... op de hoofdmenubalk. Er verschijnt een wachtwoordvenster. 2 Open het tabblad Alarmen. 3 Geef het wachtwoord op en selecteer de toets Enter.
  • Pagina 472 Systeemconfiguratie Alarmen instellen – algemene instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Algemene instellingen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alle alarmen – 1, 2 (standaard), 3, 4, 5 min. De toets op de alarmwerkbalk verandert in Alle pauzeren alarmen pauzeren.
  • Pagina 473 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving SpO2 alarm – Aan (standaard) De alarmvalidatiefunctie moet geactiveerd zijn vertraging om deze instelling te gebruiken. – Uit Als deze instelling is geactiveerd, moet de onderste SpO2-alarmgrens gedurende 10 seconden worden overschreden vooraleer er akoestische en optische alarmsignalen worden geactiveerd.
  • Pagina 474 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pacemaker – Volledig Volledig – hiermee kunt de fusie-modus detectie modus selecteren op de pagina ECG (zie pagina 225). – Basis (standaard) Basis – fusie-modus kan niet worden geselecteerd. Alarm bij – Aan (standaard) Als deze functie is geactiveerd, geeft de Cockpit ontkoppelen het bericht Extern apparaat losgekoppeld –...
  • Pagina 475 Systeemconfiguratie Alarminstellingen – het alarmvolume en de alarmtonen configureren De volgende tabel bevat de beschikbare instellingen van de pagina Volume/ Toon waarop verschillende tooninstellingen worden beheerd. Zie pagina 471 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Minimum –...
  • Pagina 476 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving “Audio uit” – Aan (standaard) Laat om de 30 seconden een alarmtoon op de herinnering Cockpit en op de M540 weerklinken om u eraan – Uit te herinneren dat de alarmtoon tijdens een actieve alarmconditie gedeactiveerd is. Deze functie is alleen actief als er een alarmtoestand is.
  • Pagina 477 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving “Alle alarmen uit” – Aan (standaard) Als de Alle alarmen pauzeren-instelling op herinnering Geen timeout is ingesteld (zie pagina 472) en u – Uit de Alle alarmen uit-toets selecteert, herinnert deze functie er u aan dat de alarmbewaking voor alle alarmen werd gedeactiveerd.
  • Pagina 478 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Audio pauze: Stille – Aan – Aan – Alleen alarmtoestanden met hoge modus prioriteit alarm heffen een actieve – Uit (standaard) audiopauze op. Het toepasselijke parametervak knippert. Alarmtoestanden met eenzelfde of lagere prioriteit worden niet met een alarmtoon gerapporteerd.
  • Pagina 479 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alarm volume uit – Ja – Ja – het akoestische alarmsignaal voor alle actieve alarmen wordt gedeactiveerd, het – Nee (standaard) bericht Audio alarmen uit en het symbool verschijnen in de kopbalk. – Nee – de akoestische alarmsignalen voor actieve alarmen worden niet beïnvloed wanneer u op de toets Code drukt.
  • Pagina 480 Systeemconfiguratie Alarmconfiguratie – M540-instellingen configureren Op de pagina M540 inst. kunnen bepaalde M540- instellingen worden geconfigureerd. Deze instelling zorgt ervoor dat de instellingen van de M540 automatisch worden bijgewerkt wanneer de M540 is gekoppeld. Zie pagina 471 om te weten hoe u deze pagina opent.
  • Pagina 481 Systeemconfiguratie Alarmen instellen – Drukinstellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Drukinstellingen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Drukken pauzeren – 1 min Bepaalt de duur en beschikbaarheid van de Drukken pauzeren-functie. Voor meer –...
  • Pagina 482 Systeemconfiguratie De instellingen voor registratie en rapportage configureren Op de pagina's Registraties/ Rapporten kunt u algemene instellingen voor registraties en rapporten configureren. De pagina's Registraties/ Rapporten openen 1 Selecteer Systeem set-up... op de hoofdmenubalk. 2 Open het tabblad Registraties/ Rapporten. 3 Selecteer één van de volgende tabs om de betreffende instelling te openen: –...
  • Pagina 483 Systeemconfiguratie Recorderinstelling In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Recorder set-up. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Uitstel 6, 10 (standaard), 15 s Hiermee wordt bepaald hoeveel uitstelgegevens (voorafgaand aan een gebeurtenis) in een tijdgebonden registratie worden opgenomen.
  • Pagina 484 Systeemconfiguratie Configuratie rust- ECG De juiste instellingen zijn essentieel voor een Om een optimale automatische diagnostische optimale analyse met 12 afleidingen. In de interpretatie van een rust-ECG-rapport te volgende tabel vindt u de instellingen die verkrijgen, moet u ervoor zorgen dat de selecties in beschikbaar zijn op de pagina Rust-ECG rapport, de volgende tabel en het Gewicht, de Lengte en waarop diverse instellingen worden geregeld.
  • Pagina 485 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Rust-ECG rapport Toets Print De toets is in de volgende gevallen gedimd en niet selecteerbaar: – De patiënt is niet opgenomen in het ICS. – De functie voor Rust-ECG-analyse is niet geactiveerd op het ICS. –...
  • Pagina 486 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen In deze paragraaf worden diverse pagina's 4 Selecteer één van de volgende tabs: beschreven die alleen voor gemachtigd personeel – Land toegankelijk zijn. Alle Biomed-pagina's zijn met een – Meet eenheden wachtwoord beschermd. – Patiënt monitor WAARSCHUWING – Naam service Voer geen onderhoud uit aan de Cockpit als –...
  • Pagina 487 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – meeteenheden LET OP Voordat u de M540 aan een andere Cockpit In de volgende lijst vindt u de instellingen die koppelt, moet u ervoor zorgen dat op beide beschikbaar zijn op de pagina Meet eenheden, apparaten dezelfde meeteenheden worden waar u de eenheden voor alle parametergroepen gebruikt.
  • Pagina 488 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – patiëntmonitorinstellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn binnen de pagina Patiënt monitor. Zie pagina 486 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Wijzig klinische Gebruik het toetsenbord om Configureert een nieuw wachtwoord voor de wachtwoord het nieuwe wachtwoord in te...
  • Pagina 489 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving OK alarmen – Auto Auto – OK-alarmen worden automatisch overnemen geactiveerd wanneer een anesthesieapparaat – Handmatig wordt aangesloten. Handmatig – OK-alarmen moeten handmatig worden geactiveerd wanneer een anesthesie- apparaat wordt aangesloten. Wanneer u de A500 van de Cockpit loskoppelt, worden de functies OK alarmen en ECC automatisch uitgeschakeld, ongeacht de instellingen.
  • Pagina 490 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – naamservice-instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Naam service. Zie pagina 486 om te weten hoe u deze pagina opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aange- bracht, selecteert u de toets Toepassen, waardoor er een kort communicatieverlies met een gekop- pelde M540 optreedt.
  • Pagina 491 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – netwerkinstellingen In de volgende tabel worden de instellingen vermeld die beschikbaar zijn om de instellingen van de Infinity en het ziekenhuisnetwerk te configureren op de pagina's Infinity en Ziekenhuis. Zie pagina 486 om te weten hoe u de pagina's opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, selecteert u de toets Toepassen om ze te activeren.
  • Pagina 492 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – printerinstelling In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Printer set-up. Zie pagina 486 om te weten hoe u deze pagina opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, selecteert u de toets Toepassen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving...
  • Pagina 493 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – service-instelling A Tabblad Biomed B Productidentificatieveld waarin In de volgende tabel vindt u de instellingen die softwarespecifieke informatie wordt beschikbaar zijn op de pagina Service. Zie pagina weergegeven (softwareversie enzovoort). 486 om te weten hoe u deze pagina opent. C Selecteer deze toets om alle logboeken naar de aangesloten USB-geheugenstick te kopiëren.
  • Pagina 494 (zie ‘een IT-tab openen‘ op pagina 521). LET OP De IT-tabfunctie activeren/deactiveren Het Infinity Acute Care System – Bewakingstoe- passingen (IACS) heeft geen antivirussoftware en Wanneer de optie voor web-enabled IT-tabs vertrouwt daarom op de firewall van uw instelling ontgrendeld is, ondersteunt de Cockpit IT- om toegang tot geïnfecteerde bestanden te...
  • Pagina 495 Systeemconfiguratie In de volgende afbeelding ziet u de pagina J Selectievenster met vooraf geconfigureerde Webbrowser. Aan de linkerzijde wordt een selec- websites. tielijst weergegeven, die voor vooraf geconfigu- K Toets Toevoegen reerde websites is bestemd. De rechterzijde is L Toets Verwijderen bedoeld om nieuwe sites op te zetten of bestaande sites te bewerken.
  • Pagina 496 Systeemconfiguratie Een webbrowserpagina verwijderen A Tabblad Toepassing B IT-tabbladen In de volgende stappen verwijzen de letters tussen C Symbool en veld Naam haakjes naar de afbeelding van de pagina Webbrowser op pagina 495. D Kolom Naam E Kolom Waarde Een webbrowserpagina verwijderen F Lijst van objecteigenschappen van Citrix-clients 1 Open de pagina Webbrowser (zie pagina 486).
  • Pagina 497 Systeemconfiguratie IT-tabs configureren Een tabblad van een IT-toepassing configureren In de volgende stappen verwijzen de letters tussen In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van haakjes naar de afbeelding van de pagina IT set- een IT-pagina. Wanneer de geschikte optie voor IT- up (zie pagina 497).
  • Pagina 498 Systeemconfiguratie Profielconfiguratie In een profiel worden de patiënt- en apparaat- vermeden. Elke patiëntcategorie heeft een eigen instellingen opgeslagen voor toekomstig gebruik. standaardprofiel. Alle taken die met profielen Met profielen wordt het maken van tijdrovende verband houden, worden uitgevoerd op de pagina's instellingen, die anders voor iedere monitoring Profielen.
  • Pagina 499 Systeemconfiguratie Profielen opslaan U kunt voor elke patiëntcategorie vijf unieke Toets Profiel opslaan (zie pagina 500) profielen maken en opslaan. Elk van de vijf profielen bevat een Dräger-standaardprofiel dat Een bestaand profiel wijzigen niet kan worden gewijzigd. In het volgende diagram ziet u de pagina Profiel opslaan, waarop u bestaande profielen kunt wijzigen en nieuwe U kunt wijzigingen in een bestaand profiel opslaan.
  • Pagina 500 Systeemconfiguratie 4 Open het tabblad Profielen (A) Een nieuw profiel opslaan 5 Open het tabblad Profiel opslaan (B). Er 1 Herhaal stap 1 tot en met 6 om wijzigingen in een verschijnt een wachtwoordvenster. bestaand profiel op te slaan (zie pagina 499). 6 Voer het wachtwoord in en selecteer de toets 2 Selecteer de toets Profiel opslaan als...
  • Pagina 501 Systeemconfiguratie Profielen configureren In het volgende diagram ziet u een patiëntspeci- A Tabblad Volwassen fieke pagina Profielen om profielen te configu- B Tabblad Pediatrisch reren. Met deze pagina's kunt u bestaande profielen wijzigen (de naam van het profiel, C Tabblad Neonaat de profielbeschrijving enz.).
  • Pagina 502 Systeemconfiguratie De patiëntspecifieke profielen configureren In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar het diagram van de patiëntspecifieke Profielen-pagina (zie pagina 501). De profielen configureren 1 Open de patiëntspecifieke pagina Profielen. 2 Selecteer het gewenste profiel in de selectielijst (K).
  • Pagina 503 Systeemconfiguratie Profielen overdragen U kunt profielen via het netwerk of met een USB- Systeem set-up geheugenstick overdragen. OPMERKING Gebruik een FAT32-geheugenstick om profielen te importeren of te exporteren. USB- geheugensticks met NTFS-format bieden geen betrouwbare resultaten. Alleen patiëntprofielen kunnen via het netwerk worden overdragen.
  • Pagina 504 Systeemconfiguratie Een profiel via het netwerk overdragen OPMERKING 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Wanneer profielen worden overgedragen naar Systeem set-up..een apparaat met oudere compatibele software, wordt een nieuwe profielfunctionaliteit niet 2 Open de tabbladen Profielen > Profiel overgedragen.
  • Pagina 505 Systeemconfiguratie Patiëntprofielen en gedeelde systeemprofielen Gedeelde systeemprofielen van een USB- naar een USB-geheugenstick exporteren geheugenstick importeren 1 Plaats een USB-geheugenstick in een van de 1 Plaats de USB-geheugenstick in de USB-poort USB-poorten van de Cockpit waarvan u de van de Cockpit waarnaar u de profielen wilt overdragen.
  • Pagina 506 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 507 Rapporten/registraties Rapporten/registraties Overzicht ......508 R50N-recorder......508 Het recorderpapier vervangen .
  • Pagina 508 Rapporten/registraties Overzicht De Cockpit biedt registraties in real-time van de OPMERKING bewakingsresultaten op een R50N-recorder. Koppel de op een netwerk aangesloten recorder Verder kunt u diverse rapporten en schermaf- voor de papierstrookregistratie tijdens het printen drukken aanvragen en printen op een laserprinter. niet los, aangezien dit de Cockpit zou kunnen resetten.
  • Pagina 509 Rapporten/registraties Tijdgebonden registraties Vanaf de Cockpit kunt u tijdgebonden papierstrook- registratie werd gestart, en real-time gegevens registraties aanvragen die op een R50N-recorder die zijn binnengehaald nadat de registratie was worden geprint (zie pagina 511). Tijdgebonden gestart. De verhouding tussen uitgestelde en real- registraties kunnen handmatig worden aange- time gegevens is configureerbaar (zie pagina 482).
  • Pagina 510 Rapporten/registraties Automatische alarmregistraties Wanneer de functie Alarm curve geactiveerd is Een alarmprioriteit aan aritmiegebeurtenissen (zie pagina 482), worden er automatisch tijdge- toewijzen bonden registraties gegenereerd wanneer een 1 Selecteer de toets Alarmen... op de parameter waarvan de archiveerfunctie geacti- hoofdmenubalk. veerd is, de ingestelde alarmgrenzen overschrijdt.
  • Pagina 511 Rapporten/registraties Continue registratie Oorzaken voor de automatische Continue registraties zijn vrijwel identiek aan tijdgebonden registraties (zie de illustratie op annulering van registraties pagina 509). Het enige verschil is dat een continue registratie doorloopt totdat u deze handmatig Alle actief tijdgebonden of continue registraties onderbreekt, terwijl een tijdgebonden registratie worden onder de volgende omstandigheden daarentegen alleen gedurende een bepaalde,...
  • Pagina 512 Rapporten/registraties Beschikbare rapporten Als een IACS-patiënt op het ICS voor centrale – Zorgeenheid bewaking wordt opgenomen of vroeger daar is – Bedplaats opgenomen geweest en de gegevens zijn gearchiveerd, kunt u de volgende rapporten van de – Parameterlabels en -waarden (alleen voor Cockpit aanvragen.
  • Pagina 513 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen ECG-rapport De curven van de aange-  Selecteer het symbool naast de toets Trends/ sloten ECG-afleidingen Gegevens... op de hoofdmenubalk > Rust-ECG worden geprint. rapport Dit rapport is niet van  Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de diagnostische kwaliteit.
  • Pagina 514 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen Tijdgebonden Print strookrapporten van alle  Selecteer het symbool naast de toets Trends/ curverapport op dat moment weergegeven Gegevens... op de hoofdmenubalk > Getimed curven (de instellingen voor curve rapport de curveduur en uitsteltijd ...
  • Pagina 515 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen Trendtabel- Print de inhoud van de  Selecteer het symbool naast de toets Trends/ rapport trendtabellen volgens de Gegevens... op de hoofdmenubalk > Tabellarisch geselecteerde Interval trendrapport tabel [min]-instelling  Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de (zie pagina 485).
  • Pagina 516 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen Samen- Print een combinatie van  Selecteer het symbool naast de toets Trends/ vattings-rapport de rapporten die op de Gegevens... op de hoofdmenubalk > Casus casus Rapporten-pagina van samengevat rapport het Trends/Gegevens-  Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de dialoogvenster zijn hoofdmenubalk >...
  • Pagina 517 Rapporten/registraties Een samenvattingsrapport casus configureren De Rapporten Set-up-pagina biedt u de Een samenvattingsrapport casus instellen mogelijkheid om te selecteren welke rapporten in 1 Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de een casus-samenvattingsrapport moeten worden hoofdmenubalk. opgenomen. Als u de Casus samengevat rapport-toets selecteert, worden de voorgeconfi- 2 Open zo nodig het tabblad Rapporten.
  • Pagina 518 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 519 IT-toepassingen (opties) IT-toepassingen (opties) Overzicht ......520 IT-tabs configureren ....520 Webbrowser .
  • Pagina 520 IT-toepassingen (opties) Overzicht De Cockpit ondersteunt diverse IT-toepassingen. Als u een toetsenbord gebruikt, kunt u een Elke toepassing is een optie die toegankelijk is door muiscursor op de Cockpit activeren door aan de linkerzijde van het bewakingsgebied een tegelijkertijd op ALT en F10 te drukken. tabblad te selecteren (zie ‘Cockpit split screen- OPMERKING modus met multitab split screen‘...
  • Pagina 521 IT-toepassingen (opties) een IT-tab openen de volgende afbeelding is een voorbeeld van een Cockpit altijd zichtbaar om de status van de website. Nadat er een browser is geconfigureerd bewakingsgegevens van de patiënt te melden. (zie pagina 495), kunt u deze selecteren door op De bovenste IT-tab is de tab Patiënt, waarmee u het betreffende IT-tabblad te klikken.
  • Pagina 522 IT-toepassingen (opties) Ondersteunde IT-toepassingen Als u een nieuwe M540 koppelt en de patiënt in de Browseremulatie voor Internet Explorer 7 naar Cockpit opneemt, wordt de inhoud van sommige Internet Explorer 11 en Microsoft Edge wordt in alle toepassingstabbladen aangepast aan de gegevens IT-tabbladen, behalve het Toepassing-tabblad, van de nieuwe patiënt.
  • Pagina 523 IT-toepassingen (opties) Naam van toepassing Ondersteunde Beschrijving softwareversie RemoteView (Gateway VF6 of hoger Hiermee kunt u maximaal 4 verschillende bedzijdige monitors op afstand bekijken vanaf de Cockpit. PatientWatch) Er verschijnt geen symbool voor draadloos (voorbeeld: ) op het beeldscherm van de PatientWatch wanneer de M540 in draadloze modus is.
  • Pagina 524 IT-toepassingen (opties) EC 60601-1:2005 en 60601-1:2012 – De specificaties van de LAN-verbinding voor medische Dräger-apparaten op het IT-netwerk clausule 14.13 compliantie worden beschreven in de IEEE 802.3 wired en IEEE 802.11(b, g, n) wireless Ethernet-normen. Latere wijzigingen aan het IT-netwerk zijn onder De poortinstellingen voor de switches van laag 2 andere: en laag 3 worden op een productspecifieke basis...
  • Pagina 525 IT-toepassingen (opties) – Naast rechtstreekse netwerkverbindingen zijn  Onderschepte/aangetaste patiëntgegevens er ook andere communicatie-interfaces  Foutieve tijdstempel op gegevens mogelijk:  Alarmsignalen die niet op tijd worden  Seriële gegevensverbindingen, conform waargenomen door onveilig verspreid EIA RS232 (CCITT V.24/V.28) voor alarmsysteem of alarmsignaal bij producten op basis van Medibus, netwerkonderbreking...
  • Pagina 526 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 527 Probleemoplossing Probleemoplossing Overzicht ......528 Berichten voor apparaatcommunicatie ..528 Berichten .
  • Pagina 528 Probleemoplossing Overzicht Alarmberichten worden in het veld voor alarm- Als er geen prioriteitsniveau is toegewezen, is het weergave getoond in hiërarchische volgorde. bericht informatief van aard en hoeft er niet te worden ingegrepen. Als er bijvoorbeeld twee storingen tegelijkertijd worden gedetecteerd, wordt de meest urgente van In de volgende tabel worden de berichten op de twee weergegeven.
  • Pagina 529 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Extern apparaat Een extern apparaat Controleer de verbindingen met de losgekoppeld communiceert niet meer met externe apparaten. de Cockpit als gevolg van een losgekoppelde kabel (hardwaregerelateerd). Een extern apparaat Controleer eerst de verbinding van communiceert niet langer het externe apparaat en sluit de met de Cockpit.
  • Pagina 530 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Niet door centrale De Cockpit is aangesloten Neem de patiënt op het Central bewaakt op het Infinity-Netwerk, maar Station op. is niet aan een Central Breng de M540 terug binnen het Station toegewezen. bereik van het draadloze access Een draadloze M540 bevindt point.
  • Pagina 531 Probleemoplossing Berichten Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Alle alarmen uit: ECC Dit bericht verschijnt in het alarmbe- Deactiveer de functie om het richtenveld als u de Cardiale bypass- bericht te verwijderen. modus activeert (zie pagina 473). Alle alarmen uit De Alle alarmen pauzeren-functie is Selecteer de Alle alarmen op Geen timeout ingesteld (zie uit-toets opnieuw om het...
  • Pagina 532 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Geen Filter uit Dit bericht verschijnt boven de ECG- Activeer de functie om het curve als de filterinstelling op Uit is bericht te verwijderen. ingesteld (zie pagina 224). HF, ASY, VF uit In de volgende omstandigheden Activeer de functies om het verschijnt dit bericht in het bericht te verwijderen.
  • Pagina 533 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing HF alarm. uit In de volgende omstandigheden Activeer de functie om het verschijnt dit bericht in het bericht te verwijderen. alarmberichtenveld. – Als de alarmgrenzen voor hartfre- quentie gedeactiveerd zijn en de ASYS/VF alarmen-functie op Altijd aan is ingesteld (zie pagina 473).
  • Pagina 534 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Asystolie De gemelde aritmie Controleer de patiënt is gedetecteerd. en behandel deze zo nodig. Bradycardie BRADY De gemelde aritmie Controleer de patiënt is gedetecteerd. en behandel deze zo (neonataal, nodig. patiëntcategorie) HF > (alarmgrens) Parameterwaarde De parameter- –...
  • Pagina 535 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 niet De parameterwaarde Afleiding los- – Vervang defecte aangesloten wordt vervangen conditie kabel(s). door *** gedetecteerd ten – Breng opnieuw %0 afleidingen los gevolge van: gel aan op – gebroken herbruikbare kabel(s) elektroden en breng ze opnieuw –...
  • Pagina 536 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Ventriculaire De gemelde aritmie Controleer de patiënt fibrillatie is gedetecteerd. en behandel deze zo nodig. Rust-ECG-berichten Geen ECG curven Parameterwaarde Rust-ECG is gestart Vraag de patiënt stil te verzamelen liggen. Geen ECG bezig Parameterwaarde Het Central Station Wacht een paar is al bezig met de...
  • Pagina 537 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Kan ST niet Het algoritme kan – Voer een analyseren parameterwaarde de ST-waarden niet herleerprocedure uit wordt vervangen bepalen ten (zie pagina 239). door *** gevolge van een – Controleer de artefact, de elektroden. Breng ze zo afwezigheid van nodig opnieuw aan normale pulsaties...
  • Pagina 538 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik De parameter- De parameter- – Controleer de patiënt laag waarde wordt waarde valt onder en behandel deze zo vervangen door - - - het meetbereik van nodig. de monitor. – Controleer de plaatsing van de elektroden en wijzig zo nodig de positie ervan.
  • Pagina 539 Probleemoplossing Behalve voor asystolie en ventriculaire fibrillatie Voor asystolie en ventriculaire fibrillatie staat de kunt u de alarmprioriteit laag, gemiddeld of hoog alarmprioriteit vast als levensbedreigend en kunt u toewijzen of kunt u de alarmfunctie deactiveren. de alarmfunctie niet deactiveren. Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem...
  • Pagina 540 Probleemoplossing Ademhaling (RRi) Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing RRi > (alarmgrens) Parameterwaarde – Controleer de De parameterwaarde patiënt en valt boven/onder de RRi < (alarmgrens) behandel deze ingestelde bovengrens/ zo nodig. ondergrens van het – Controleer de alarm. alarmgrenzen. %0 buiten bereik De parameter- –...
  • Pagina 541 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 HF=RR Parameterwaarde De hart- en – Controleer de ademfrequentie vallen patiënt en binnen 20 % van elkaar. behandel deze zo nodig. – Controleer en wijzig de elektroden- plaatsing als u een HF=RF- bericht ontvangt totdat u een duidelijk ademhalings-...
  • Pagina 542 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 afleiding Los 1), 2) De parameter- – Controleer de De RRi-afleiding is waarde wordt patiënt en ongeldig. vervangen door *** behandel deze zo nodig. %0 artefact 1), 2) De parameter- Er is een persistent waarde wordt –...
  • Pagina 543 Probleemoplossing SpO2 De volgende berichten zijn afkomstig van drie verschillende apparaten (Masimo SET, Masimo rainbow SET en Nellcor OxiMax). Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen Puls CO-Ox leren Leren De parameters zijn Wacht tot het bericht gedetecteerd maar zijn verdwijnt. (alleen Hiermee geeft u nog niet berekend.
  • Pagina 544 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing PLS buiten bereik, De parameter- De parameterwaarde – Controleer de laag waarde wordt valt onder het patiënt en (Elke SpO2 vervangen door - - - meetbereik van de behandel deze MCable) monitor. zo nodig. PLS buiten bereik, De parameter- De parameterwaarde...
  • Pagina 545 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing SpO2 kabel is Vervang kabel Kabel is verlopen. Vervang de kabel. verlopen (Elke Parameterwaarden Masimo voor SpO2, PLS*, MCable) PI, SpHb (SpHbv), SpOC, SpCO, SpMet enPVI worden vervangen door ***. OPMERKING: SpHb, SpOC, SpCO, SpMet en PVI worden alleen ondersteund door Masimo SET.
  • Pagina 546 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing SpO2 H/W storing Parameterwaarden Hardwarefout – Controleer op worden vervangen een defecte (Elke SpO2 door *** MCable. MCable) – Neem contact op met gespeciali- seerd service- personeel. SpO2 interferentie Interferentie Er is interferentie, zoals –...
  • Pagina 547 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen alleen SpO2 modus alleen SpO2 Het apparaat kan de Verwijder de sensor modus Masimo rainbow SET- en breng deze (alleen parameters niet opnieuw aan. Als het Masimo Parameterwaarden rainbow kalibreren en probeert probleem aanhoudt, voor SpO2, PLS*, PI de Masimo-standaard- neemt u contact op...
  • Pagina 548 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 sensor storing Sensor storing – Hardwarefout – Controleer of de SpO2-sensor (Elke SpO2 Parameterwaarden – SpO2-sensor juist op de MCable) worden vervangen defect patiënt is door *** bevestigd en of alle kabels juist zijn aangesloten.
  • Pagina 549 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing SpO2 onbekende Sensor onbekend – Er is een niet- – Sluit het juiste sensor compatibele type sensor aan. (Elke SpO2 Parameterwaarden Nellcor- of Masimo MCable) worden vervangen – Neem contact op SET-sensor door *** met gespeciali- aangesloten.
  • Pagina 550 Probleemoplossing Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing NIBP S > (alarmgrens) Parameterwaarde De parameter- – Controleer de waarde valt patiënt en behandel NIBP S < (alarmgrens) boven/onder deze zo nodig. NIBP D > (alarmgrens) Parameterwaarde de bovenste/ – Wijzig de onderste alarm- NIBP D <...
  • Pagina 551 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik Parameterwaarde De parameter- Controleer de NIBP- hoog of waarde wordt waarde valt opblaasgrenzen en stel vervangen door ***, boven/onder het deze zo nodig bij (als afhankelijk van het meetbereik van de bijvoorbeeld de onjuiste drukniveau monitor.
  • Pagina 552 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 meting niet Het bericht Laatste Het pulsprofiel is – Controleer de mogelijk meting mislukt! te slecht om een patiënt en behandel wordt gevolgd door betrouwbare deze zo nodig. het bericht Kan niet meting te –...
  • Pagina 553 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 open lijn Het bericht Laatste Er is tijdens de Controleer of de slang meting mislukt! opblaascyclus en het manchet juist op wordt gevolgd door geen significante de monitor zijn het bericht Open toename in de aangesloten.
  • Pagina 554 Probleemoplossing Temperatuur Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing T1a > (alarmgrens) Parameterwaarde De parameter- – Controleer de T1b > (alarmgrens) waarde valt patiënt en OPMERKING: Het Ta > (alarmgrens) boven/onder behandel deze temperatuurlabel in het Tb > (alarmgrens) de bovenste/ zo nodig. bericht kan variëren, T >...
  • Pagina 555 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 niet aangesloten 1), 2) De parameterwaarde De temperatuur- Breng de tempera- sensor is niet wordt vervangen tuursensor opnieuw aangesloten. door *** aan. %0 is een plaatshouder voor de parameterlabel T voor Temp. Na het ontslag van een patiënt of het starten van het apparaat wordt het alarm alleen actief nadat er een numerieke waarde is ontvangen voor die parameter.
  • Pagina 556 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 nullen Parameterwaarde De IP-nulwaarde, Nul de transducer. controleren a.u.b. welke was opgeslagen in de M540, is verloren gegaan en de transducer moet opnieuw op nul worden gesteld. %0 H/W storing De parameterwaarde IP-hardwarefout. –...
  • Pagina 557 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 statische druk Parameterwaarde Er is statische – Controleer de patiënt druk gedetec- en behandel deze zo teerd op een pul- nodig. satiekanaal ten – Open het systeem gevolge van: naar de patiënt door –...
  • Pagina 558 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen HemoPod niet Geen – alleen bericht Er is een niet- – Verwijder de niet- compatibel compatibele pod compatibele pod voor voor de invasieve de invasieve druk. druk aangesloten. Geen %0 nullen Parameterwaarde De nulstelling van Informatief bericht –...
  • Pagina 559 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen Ontlucht ballon en Parameterwaarde Er moet worden Druk op de toets Wedge druk op "Wedge ingegrepen om opslaan om de opslaan" om te de wedgemeting wedgemeting te beëindigen te voltooien. beëindigen. Dit bericht verschijnt alleen in het dialoogvenster Wedge.
  • Pagina 560 Probleemoplossing Mainstream CO Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Geen CO2 kalibratiecontrole De kalibratieprocedure voor Neem contact op met mislukt de mainstream sensor is gespecialiseerd mislukt. servicepersoneel. Geen CO2 kalibratiecontrole De kalibratieprocedure voor Informatief bericht – geen loopt de mainstream sensor is aan ingrijpen vereist.
  • Pagina 561 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing %0 sensor niet – De M540 heeft – Gebruik het type compatibel gedetecteerd dat de ademwegadapter waarvoor gebruikte mainstream- het systeem is sensor niet compatibel is geconfigureerd, of stel de met de geselecteerde ademwegadapterinstelling sensortype-instelling bij.
  • Pagina 562 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing CO2 MCable storing De storing in de CO Neem contact op met sensorhardware is te wijten gespecialiseerd aan een fout in de EPROM servicepersoneel. (erasable programmable read-only memory)-chip. CO2 opwarmen De opwarmcyclus van de – Wacht tot de CO -sensor is -sensor is aan de gang.
  • Pagina 563 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing etCO > (alarmgrens) De parameterwaarde valt – Controleer de patiënt en boven/onder de ingestelde behandel deze zo nodig. etCO < (alarmgrens) bovengrens/ondergrens van (behalve inCO – Wijzig de alarmgrenzen. het alarm. RRc buiten bereik hoog Het parametersignaal valt –...
  • Pagina 564 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Geen %0 nullen loopt De Microstream MCable Informatief bericht – geen wordt naar nul gereset. ingrijpen vereist. Geen CO2 zeroing succesful De Microstream MCable is Informatief bericht – geen succesvol naar nul gereset. ingrijpen vereist. -bewaking Prioriteit Bericht Oorzaak...
  • Pagina 565 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing CO2 opwarmen De opwarmcyclus van de – Wacht tot de Microstream Microstream MCable is aan de MCable is opgewarmd. Tijdens gang. het opwarmen is de nauwkeurig- heid minder groot. – Als het bericht langer dan 15 minuten blijft staan, nadat de sensor is opgewarmd en de omgevingstemperatuur meer dan...
  • Pagina 566 Probleemoplossing Samplelijn Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Samplelijn wordt Een samplelijn is Informatief bericht – geen gereinigd geblokkeerd en de ingrijpen vereist. Microstream MCable probeert om de lijn vrij te maken. Samplelijn geblokkeerd De samplelijn is tijdens het Vervang de samplelijn. flushen geblokkeerd.
  • Pagina 567 Probleemoplossing Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld C.O. catheter fout, Parameterwaarde De kalibratie- – Controleer de slechte referentie weerstand van de katheter en C.O.-bloedther- vervang deze zo mistor voldoet niet nodig. aan de gespecifi- – Neem contact op ceerde tolerantie. met gespeciali- seerd service- personeel.
  • Pagina 568 Probleemoplossing Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Geen %0 identiek apparaat Parameterwaarde Er zijn meerdere Koppel de dubbele aangesloten C.O. bronnen C.O.-bronnen los. aangesloten. Dat omvat CCO- apparaten die via de optie voor apparaatkoppeling zijn aangesloten. Geen %0 injectaat te koud Parameterwaarde De injectaattempe- –...
  • Pagina 569 Probleemoplossing Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Geen %0 kouder injectaat Parameterwaarde – Het verschil Gebruik een kouder gebruiken tussen de injectaat. temperatuur van het bloed en het injectaat is minder dan 5 °C (41 °F). – De injectaattem- peratuur is hoger dan 25 °C (77 °F).
  • Pagina 570 Probleemoplossing Berichten voor registratiestatus Prioriteit Bericht Probleem Oplossing Geen Eerste recorder niet Er is een registratie Probeer opnieuw en neem aangesloten aangevraagd, maar er is geen contact op met gespecialiseerd recorder beschikbaar. servicepersoneel. Tweede recorder niet aangesloten Geen Eerste recorder 'papier Er is een registratie Plaats recorderpapier (zie aangevraagd, maar er zit...
  • Pagina 571 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Probleem Oplossing Geen Getimede registratie De aangevraagde registratie Informatief bericht – geen gestart wordt geprint. ingrijpen vereist. Continue registratie gestart Geen Getimede registratie- De recorder is niet aanvraag geaccepteerd beschikbaar en de aangevraagde registratie staat in de wachtrij of is Aanvraag continue opgeslagen om later te registratie geaccepteerd...
  • Pagina 572 Probleemoplossing Scio Alarm – Oorzaak – Oplossing LET OP Risico ten gevolge van een storing van het Als zich een alarm voordoet, kunt u de tabel gasmeetsysteem gebruiken om snel de oorzaak en de oplossing te Als het gasmeetsysteem uitvalt, kan de patiënt vinden.
  • Pagina 573 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Laag %0 sensor storing De meting m.b.v. de – Controlereer de anesthesiegas-sensor is samplelijn. mislukt door: – Verwijder straling – Verstopping van de uitzendende apparatuur samplelijn. (bijv. telefoons). – Elektrische storing. – Gebruik een alternatief anesthesiegas- –...
  • Pagina 574 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Laag CO2 verminderde De nauwkeurigheid van de – Zorg voor schone nauwkeurigheid -sensor kan momenteel omgevingslucht. niet worden gegarandeerd. – Controleer vochtvanger en samplelijn. – Vervang de vochtvanger of samplelijn, indien nodig. – Wacht tot automatische nulstelling.
  • Pagina 575 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Gemiddeld etA-gas > # De expiratoire anesthesiegas- Controleer de verdamper en concentratie heeft de de instellingen voor versgas. Opmerking bovenste alarmgrens Dit alarm treedt alleen gedurende meer dan op voor het primaire 15 seconden overschreden. anesthesiegas.
  • Pagina 576 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Gemiddeld Gassensor storing De patiëntgasmeting is – Controlereer de mislukt door: samplelijn. – Verstopping van de – Verwijder straling samplelijn. uitzendende apparatuur (bijv. telefoons). – Elektrische storing. – Gebruik een alternatief – Interne fout. gasmeetsysteem.
  • Pagina 577 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Gemiddeld inA-gas > # De inspiratoire Controleer de verdamper en anesthesiegas-concentratie instellingen voor versgas. OPMERKING heeft de bovenste alarmgrens Dit alarm treedt alleen overschreden gedurende: op voor het primaire anesthesiegas. – ten minste 15 seconden (tijdens ademhalings- fases) –...
  • Pagina 578 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Ademhaling xMAC – De inspiratoire anesthe- Controleer de verdamper en Hoog hoog siegas-concentratie heeft instellingen voor versgas. 5 xMAC overschreden of, terwijl de patiënt ademhaalt: – De inspiratoire anesthe- siegas-concentratie heeft gedurende meer dan 30 seconden 3 xMAC overschreden.
  • Pagina 579 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Laag %0 sensor storing De N O-sensor in de – Controlereer de patiëntgas-meetmodule werkt samplelijn. niet goed door: – Verwijder straling – Verstopping van de uitzendende apparatuur samplelijn. (bijv. telefoons). – Elektrische storing. – Gebruik een alternatief O-meetsysteem.
  • Pagina 580 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Laag %0 verminderde De nauwkeurigheid van de – Zorg voor schone nauwkeurigheid -sensor kan niet worden omgevingslucht. gegarandeerd. – Controleer vochtvanger en samplelijn. – Vervang de vochtvanger of samplelijn, indien nodig. – Wacht tot automatische nulstelling.
  • Pagina 581 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Laag %0 waarde tijdelijk De nauwkeurigheid van de – Zorg voor schone niet beschikbaar -parameter is onbekend, omgevingslucht. mogelijk te wijten aan: – Verwijder straling – Vervuilde omgevingslucht uitzendende apparatuur tijdens het op nul stellen. (bijv.
  • Pagina 582 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Gemiddeld %0 buiten bereik RRc heeft de bovengrens van Beademing controleren. hoog het meetbereik van de Scio overschreden. Laag Samplelijn De samplelijn of het Controleer de samplelijn, de geblokkeerd patiëntzijdige filter is verstopt. vochtvanger en het patiëntzijdige filter.
  • Pagina 583 Probleemoplossing Alarm- Alarm Oorzaak Oplossing prioriteit Gemiddeld Derde gas Een combinatie van drie of – Overgangsfase na gedetecteerd meer anesthesie- of andere omschakeling op het gassen is gedetecteerd, anesthesiemiddel OPMERKING mogelijk als gevolg van: afwachten. Dit alarm treedt – De keuze voor een ander –...
  • Pagina 584 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 585 Onderhoud Onderhoud Overzicht ......586 Definitie van de onderhoudsconcepten ..587 Inspectie .
  • Pagina 586 Onderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de onderhoudsmaatre- LET OP gelen beschreven die vereist zijn om de juiste Gebruik bij onderhoud aan apparaten van Dräger werking van het medische apparaat te behouden. altijd reserveonderdelen die voldoen aan de Deze onderhoudsmaatregelen moeten door het normen van Dräger.
  • Pagina 587 Onderhoud Definitie van de onderhoudsconcepten Concept Definitie Onderhoud Alle maatregelen (inspectie, preventief onderhoud, reparatie) die bedoeld zijn om de juiste werking van een medisch apparaat te behouden en te herstellen. Inspectie Maatregelen die bedoeld zijn om de huidige staat van een medisch apparaat te bepalen en te beoordelen.
  • Pagina 588 Onderhoud Inspecties/veiligheidscontroles De inspectie en veiligheidscontroles van 5 Controleer of het apparaat voldoet aan de apparatuur moeten worden uitgevoerd met de veiligheidsvoorschriften voor elektrische aanbevolen tussenpozen zoals gespecificeerd in apparaten van IEC 62353. de tabel op pagina 587. 6 Controleer of de optische en akoestische alarmsignalen juist werken.
  • Pagina 589 Onderhoud Bereik van de inspecties/veiligheidscontroles voor de M540 Veiligheidscontroles zijn niet bedoeld ter 5 Controleer de volgende veiligheidsfuncties: vervanging van de preventieve onderhouds- – De netvoeding-LED en de accu-LED maatregelen (waaronder de preventieve werken juist. vervanging van slijtende onderdelen) die door de fabrikant worden voorgeschreven.
  • Pagina 590 Onderhoud Preventief onderhoud WAARSCHUWING WAARSCHUWING Risico van defecte onderdelen Risico op elektrische schok Slijtage en materiaalmoeheid van de onder- Vóór het uitvoeren van onderhoudswerk delen kunnen leiden tot apparaatstoringen. moeten alle elektrische connectors worden afgekoppeld van de netvoeding. Het apparaat moet met regelmatige tussen- pozen worden onderworpen aan inspectie en De volgende tabel bevat de intervallen voor preventief onderhoud om een juiste werking...
  • Pagina 591 Onderhoud Herstart na onderhoud Om de optimale prestaties te behouden, moet de bereikt, stuurt de Cockpit een bericht naar de Cockpit regelmatig worden heropgestart. Als gebruiker, zoals in de volgende tabel wordt specifieke IACS-drempels voor herstart worden beschreven. Drempel Werkings- Inhoud bericht Duur Opties...
  • Pagina 592 Onderhoud Drempel Werkings- Inhoud bericht Duur Opties Resulta(a)t(en) voor modus bericht herstart (-modi) Kritiek Elke Herstarten is vereist 2 minuten Selecteer Herstart het voor gepland Herstarten IACS onderhoud en onmiddellijk afteltimer geven de Registreert resterende tijd tot bericht "Herstart herstart weer is vereist"...
  • Pagina 593 Herbewerking Herbewerking Demonteren......594 Informatie inzake herbewerken ... 595 Veiligheidsinformatie.
  • Pagina 594 Herbewerking Demonteren Vóór het demonteren: 1 Schakel het apparaat en alle aangesloten apparaten uit. 2 Haal de stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING Door het risico op elektrische schok mag u nooit de behuizing van een apparaat verwijderen als het apparaat in gebruik is of op een stopcontact is aangesloten.
  • Pagina 595 Herbewerking Informatie inzake herbewerken Instructies voor het klaarmaken voor hergebruik LET OP zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde Risico ten gevolge van defecte producten richtlijnen, bijv. de norm ISO 17664. Herbruikbare producten kunnen tekenen van slijtage, bv. barstjes, vervormingen, verkleuringen of afschilferen, vertonen. Veiligheidsinformatie Controleer de producten op tekenen van slijtage en vervang ze, indien nodig.
  • Pagina 596 Herbewerking Oppervlaktedesinfectiemiddelen Tests door de fabrikanten van de oppervlaktedesin- fectiemiddelen hebben aangetoond, dat de verschillende middelen minimaal over de volgende Ten tijde van de test wezen de in de volgende tabel werkingsspectra beschikken: vermelde oppervlaktedesinfectiemiddelen een – Bactericide goede materiaalverdraagzaamheid uit. Zij kunnen –...
  • Pagina 597 Herbewerking Classificaties voor herbewerking Classificatie van medische apparaten Medische apparaten en hun componenten worden geclassificeerd naar de wijze van hun gebruik en de daaruit voortvloeiende risico's. Classificatie Toelichting Niet-kritisch Componenten die alleen in aanraking komen met de intacte huid Semi-kritisch (A, B) Componenten die ademgas bevatten of in aanraking komen met slijmmembranen of pathologisch veranderde huid Kritisch (A, B, C)
  • Pagina 598 Herbewerking Procedures voor opnieuw ingebruikname Gevalideerde procedures voor opnieuw Op het moment van de validering getuigden de volgende procedures voor opnieuw ingebruikname ingebruikname van een goede materiaalcompatibiliteit en efficiëntie: De effectiviteit van de vermelde procedures voor het klaarmaken voor hergebruik is gevalideerd door onafhankelijke laboratoria, gecertificeerd volgens de norm ISO 17025.
  • Pagina 599 Afvalverwerking Afvalverwerking EU-richtlijn 2002/96/EU (AEEA) ... . 599 EU-richtlijn 2002/96/EU (AEEA) Dit apparaat voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in EU-richtlijn 2002/96/EU (AEEA). Om te voldoen aan de registratie in overeenstemming met deze richtlijn, mag dit apparaat niet ingeleverd worden bij een gemeentelijk inzamelpunt voor afgedankte elektrische en elektronische...
  • Pagina 600 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1...
  • Pagina 601 Technische gegevens Technische gegevens Overzicht ......602 Combinaties van apparaten....602 Stroomvoorziening van de Infinity PS250 .
  • Pagina 602 Technische gegevens Overzicht Dit hoofdstuk bevat de technische gegevens voor Voor de volgende informatie kunt u terecht in de de volgende apparaten van het Infinity Acute Care gebruiksaanwijzing van Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen: System – Infinity M540: – Netvoeding van de PS250 –...
  • Pagina 603 Technische gegevens LET OP Het medische apparaat mag alleen worden gebruikt met software die door Dräger is getest en goedgekeurd. Alle modificaties van instellingen van het besturingssysteem kunnen de gebruiksveiligheid nadelig beïnvloeden. De organisatie die de apparaten gebruikt, is alleen verantwoordelijk voor dergelijke modificaties.
  • Pagina 604 Technische gegevens Elektrische specificaties Elektrische bescherming Klasse 1 Ingangsspanning 100 tot 240 V wisselstroom (50/60 Hz) Ingangsstroom 3,0 tot 1,3 A Bedrijfsmodus Continu Accu's Dräger NiMH-accu Gebruiksduur: ca. 5 min. Oplaadtijd: 8 uur DC vermogen +24 V nominaal, SELV volgens IEC 60601-1 Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 605 Technische gegevens Infinity P2500 Fysieke specificaties Afmetingen (B x D x H) 218 mm x 150 mm x 348 mm (8,6 in x 5,9 in x 13,7 in) Gewicht 10 kg (22 lbs) Koeling Natuurlijke convectie (geen koelventilator) Aansluitingen – Verpleegkundigenoproep –...
  • Pagina 606 Technische gegevens LED's – Groene LED (apparaat is aangesloten op wisselstroom). – Gele LED (kortstondig tijdens het opstarten) – De accu-indicator voor storing bij het opladen licht geel op in de volgende omstandigheden: – Accu-storing (accu leeg, accu niet aangesloten, defecte accu), of –...
  • Pagina 607 Technische gegevens Infinity MCable – Verpleegkundigenoproep Fysieke kenmerken Aansluitingen Wordt aangesloten op de PS250 / P2500 Aansluiting alleen via kabel 8417370 Kabelsignalen tijdens niet-alarmstatus Kabel 1 (NO normally open): wit Kabel 2 (COM common): bruin Kabel 3 (NC normally closed): groen Bedrijfsmodus Continu Stroomvoorziening...
  • Pagina 608 Technische gegevens Infinity R50N Fysieke kenmerken Grootte (H x B x D) 180 x 120 x 222 mm (7,1 x 4,7 x 8,7 in) Gewicht 1,6 kg (3,6 lbs) Aansluitingen Netspanning X14 Infinity-netwerkconnector Connector voor potentiaalequalisatie Koeling Convectie Stroomvoorziening Ingangsspanning 100 tot 240 V wisselstroom (50/60 Hz, 1 A) Risicobeheer Beveiligingsklasse...
  • Pagina 609 Technische gegevens Geluidsdruk Geluidsdrukniveaus voor IEC-alarmtonen Metingen conform ISO 3744, volume-instelling 5 tot 100 % Apparaat Lage prioriteit Gemiddelde prioriteit Hoge prioriteit C500 (1 generatie) 50 dB(A) tot 68 dB(A) 53 dB(A) tot 69 dB(A) 55 dB(A) tot 71 dB(A) C700 (1 generatie) 53 dB(A) tot 70 dB(A)
  • Pagina 610 Technische gegevens Elektromagnetische compatibiliteit De scheidingsafstanden zijn geschreven voor de OPMERKING Cockpit. De vermelde getallen staan niet garant In het algemeen zal het vergroten van de afstand voor een foutloze werking, maar dienen te worden tussen elektrische apparaten de waarschijn- beschouwd als een redelijke waarborg daarvoor.
  • Pagina 611 Technische gegevens Elektromagnetische emissie Emissie In overeenstemming met... Elektromagnetische omgeving Radiofrequente emissies Groep 1 De apparatuur gebruikt RF-energie (CISPR 11) alleen voor de interne werking. De RF-emissies zijn daarom zeer zwak en het is niet waarschijnlijk dat ze enige storing veroorzaken in nabije elektronische apparatuur.
  • Pagina 612 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit IEC 60601-1-2 Conformiteits- Elektromagnetische omgeving tegen... testniveau niveau (van dit apparaat) Contactontlading: 6 kV 6 kV Elektrostatische Vloeren dienen van hout, beton of ontlading, ESD keramische tegels te zijn. Als de Luchtontlading: 8 kV 8 kV vloeren met synthetisch materiaal (IEC 61000-4-2) zijn bedekt, moet de relatieve...
  • Pagina 613 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit IEC 60601-1-2 Conformiteits- Elektromagnetische omgeving tegen... testniveau niveau (van dit apparaat) Geleide RF 150 kHz tot 80 MHz 3 Vrms Draagbare en mobiele RF-communi- catieapparatuur mag niet dichter in RF gekoppeld in 80 MHz tot 2,5 GHz 3 V/m de buurt van apparaatonderdelen leidingen...
  • Pagina 614 Technische gegevens Aanbevolen scheidingsafstanden Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-telecommunicatieapparaten en de Cockpit max. 150 kHz tot 800 MHz tot Commentaar (indien beschikbaar) 800 MHz 2,5 GHz EIRP Afstand Afstand 0,001 0,04 0,07 0,003 0,06 0,12 0,010 0,12 0,23 0,040 0,21 Bijvoorbeeld: WLAN 5250...
  • Pagina 615 Technische gegevens EMC-verklaring Algemene informatie Dit apparaat is getest op elektromagnetische Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in de compatibiliteit met gebruik van accessoires uit de directe nabijheid van andere apparaten, indien accessoirelijst. Andere accessoires mogen alleen Dräger deze apparaatopstelling heeft worden toegepast, indien deze de goedgekeurd.
  • Pagina 616 Technische gegevens Immuniteit tegen Testniveau en vereiste elektromagnetische omgeving Elektrostatische ontlading (ESD) (IEC 61000-4-2) Contactontlading: ±8 kV Luchtontlading: ±15 kV Snelle elektrische transiënten (bursts) Netsnoer: ±2 kV (IEC 61000-4-4) Langere signaalingangs-/uitgangsleidingen: ±1 kV Impulsspanningen (spanningspieken) Spanning, externe geleider– externe geleider: ±1 kV (IEC 61000-4-5) Spanning, externe geleider–...
  • Pagina 617 Index Index Alarmbewaking alarmbewaking in-/uitschakelen ..133 Aanhoudende alarmen ....113 één alarm aan/uit ....136 Aansluitingen meerdere parameters aan/uit .
  • Pagina 618 Index Alarminstellingen Automatische anesthesiegas-identificatie, tijdelijk configureren ....150 Scio ....... . 384 Alarminstellingen configureren .
  • Pagina 619 Index Combinaties van apparaten ....16 Communicatie tussen de M540 en het IACS . . . 47 C.O. Configuratie beademingsapparaat aansluitingen ..... . . 331 kleurselectie .
  • Pagina 620 Index Één parameteralarm, aan/uit ....136 Grafisch trendrapport Een patiënt opnemen trendduur selecteren ....485 handmatig .
  • Pagina 621 Index IP ........311 berichten ......555 M500, beschrijving .
  • Pagina 622 Index Modus Enkele meting ....304 Ontslaan, patiënt ..... . . 99 Modus FastSat, SpO2 .
  • Pagina 623 Index Patiëntvoorbereiding Profielen ......80 ademhaling ......254 exporteren met een cardiac output .
  • Pagina 624 Index Schermindeling IT-tabbladen ......77 R50-recorder minitrends ......75 technische gegevens .
  • Pagina 625 Index Trendgrafieken alarm aan/uit ..... . . 145 navigeren door trendgegevens ..175 alarminstallatie .
  • Pagina 626 Index Volume injectaat, C.O....344 Voorgeconfigureerde code-instellingen ..154 Ziekenhuislabel configureren ... . . 490 Voorval opsporen (Resp) .
  • Pagina 628 Deze gebruiksaanwijzing is alleen van toepassing op het Infinity ® Acute Care System – Monitoring Applications – VG7.1 met het serienummer: Als er geen serienummer door Dräger is ingevuld, is deze gebruiksaanwijzing uitsluitend als algemene informatie verstrekt en is deze niet bedoeld voor gebruik met een bepaalde machine of eenheid.