Mainstream CO
-bewaking
2
CO
-parameterconfiguratie
2
Alle functies voor het configureren van de CO
worden in het CO
-dialoogvenster uitgevoerd.
2
OPMERKING
Wanneer een Scio-module is aangesloten, kan de
instelling van de parameters voor CO
worden uitgevoerd in het configuratiemenu van
de Scio-module.
Voordat u CO
-hardware aansluit, moet u
2
zich ervan vergewissen dat de gebruikte
ademwegadapter met de ademwegadapter
instelling van de Cockpit overeenkomt.
Selectie
Nullen
(alleen beschikbaar
als er een CO
-
2
apparaat is
aangesloten)
Schaal
Atm. druk
Gascompensatie
354
Gebruiksaanwijzing – Infinity
alleen
2
Beschikbare instellingen
Geen
– 0 tot 40 mmHg (standaard),
0 tot 60 mmHg,
0 tot 80 mmHg,
0 tot 100 mmHg
– 0 tot 5 kPa (standaard),
0 tot 8 kPa, 0 tot 12 kPa,
0 tot 16 kPa
– 0 tot 5 % (standaard), 0 tot
8 %, 0 tot 12 %, 0 tot 16 %
570 tot 800 mmHg
760 mmHg (standaard)
Air (standaard), N
O/O2,
2
O
>50%, Heliox
2
Voor gedetailleerde informatie over de alarmconfi-
2
guratie kunt u terecht in "De alarminstellingen van
een patiënt configureren" op pagina 133.
OPMERKING
De sensor moet van de ademwegadapter worden
verwijderd voordat u de sensor nult. De sensor
wordt in omgevingslucht op nul gesteld. Adem
tijdens de nulstelling niet op de ademwegadapter.
Beschrijving
Stelt de CO
sensor slaat een nieuw iso-elektrisch nulpunt
op voor CO
Past de grootte van de CO
De schaalinstellingen zijn van toepassing op
zowel Mainstream als Microstream.
Bepaalt de omgevingsdrukinstelling van de
sensor en compenseert voor drukeffecten. Als
er niet voor druk wordt gecompenseerd, kan
dat leiden tot onjuiste metingen.
Compenseert voor extra zuurstof of N
Heliox. Als er niet wordt gecompenseerd voor
extra zuurstof, kan dat leiden tot onjuiste
metingen.
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
-sensor zo nodig op nul. De CO
2
-metingen.
2
-curve aan.
2
-
2
O of
2