Systeemconfiguratie
De instellingen Auto weergave configureren
U kunt diverse functies uitvoeren binnen de pagina
Auto weergave. Met de volgende instellingen
worden de algemene instellingen beschreven voor
de pagina Auto weergave. Zie 'Parameters voor
weergave configureren' op pagina 461 voor
gedetailleerde informatie over het instellen van de
weergavekenmerken van een parameter.
De beschikbare instellingen configureren
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen
haakjes naar de afbeelding van de pagina Auto
weergave (zie pagina 459).
1 Open de pagina Auto weergave
(zie pagina 456).
2 Selecteer de schermfunctie door een van de
volgende twee toetsen naast Weergavemodus
te selecteren:
– Auto (A) om de weergavemodus Auto te
selecteren (zie pagina 79).
– Handmatig (B) om de weergavemodus
Handmatig te selecteren (zie pagina 73).
3 Selecteer de toets Curven (E) om te bepalen
hoeveel curven er in het venster voor
parameterselectie kunnen worden
geselecteerd (N). Het aantal voor selectie
beschikbare curven is afhankelijk van de
aangekochte software- en hardwareopties:
Apparaat Met optie
C500
12 of 16 curven
C700
16 curven
Selecteer de Layout-toets (F). Selecteer
vervolgens de Links- of Rechts (standaard)-
toets om te bepalen of de curven links of rechts
van de parametervelden worden weergegeven.
4 Selecteer de toets Drukoverlap Uit
(standaard), Algemeen of Individueel (G) om de
modus Drukoverlap te activeren of deactiveren.
Deze functie werkt alleen als de drukcurven in
aangrenzende kanalen worden weergegeven.
460
Gebruiksaanwijzing – Infinity
5 Selecteer de toets Parametervakken (H) en
OPMERKING
Wanneer de Parametervakken-waarde is
ingesteld op Uit, kan na een herstart een andere
waarde dan Uit worden weergegeven. Stel het
parameterveld opnieuw op Uit.
6 Selecteer de Layout-toets (I). Selecteer
7 Selecteer de toets Split scherm (J). Deze toets
Zonder optie
10 curven
12 curven
8 Selecteer de toets Mini trends (K) om de weer-
9 Selecteer de toets NIBD trend (L) om te kiezen
10 Schakel de Werkbalk-toets (M) naar Aan
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
gebruik de draaiknop om het gewenste aantal
weer te geven parametervelden te selecteren.
De beschikbare selecties zijn: Uit, 1, 2, 3
(standaard), 4, 5, 6.
vervolgens de Boven- of Onder (standaard)-
toets om te bepalen of de curven langs de
onder- of bovenrand van het scherm worden
weergegeven.
wordt grijs weergegeven als de optie voor web-
enabled layouts is vergrendeld. De beschikbare
selecties zijn: Geen (standaard), Anesthesie
alles tonen, BIS toon alle, BIS/NMT toon alle,
CCO toon alle, ECG/ST, ECG/Bead., ECG
alles weergeven, Loops, SpO2 toon alles,
ST parameters, Multi-tab split scherm,
Trendtabel - autom., Trendtabel - handm.,
Beademing toon alle, IP toon alle.
Als u Geen selecteert, bevat het bewakings-
gebied alleen real-time parameters. Met iedere
andere selectie wordt het bewakingsgebied
verdeeld in twee vensters. In het rechtervenster
worden altijd de real-time parameters weerge-
geven. Zie 'Communicatie tussen de M540 en
de Cockpit' op pagina 47 voor meer informatie.
gave van minitrends te activeren of deactiveren
of een trendweergavetijd te selecteren (zie
pagina 77). De beschikbare selecties zijn: Uit,
10 min., 15 min., 20 min., 30 min. (standaard),
45 min., 1 u., 90 min., 2 u. en 4 u.
tussen de grafische en numerieke weergave
van de NIBP-minitrendweergave.
(standaard) of Uit om de instellingswerkbalk
voor Auto weergave te activeren of deactiveren
(zie pagina 460).