Alarmen
Parameter
Standaard-
alarm-
status
IP M
Aan
neonataal
Stap: 1 mmHg
of 0,1 kPa
CPP, BPP,
Aan
APP
Stap: 1 mmHg
of 0,1 kPa
TBloed
Stap van
0,1 °C of
0,1 °F
FiO
Aan
2
Stap: 1 %
164
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Bereik alarmgrenzen
Bovengrens:
–49 tot +400 mmHg
–6,5 tot +53,3 kPa
Ondergrens:
–50 tot +399 mmHg
–6,6 tot +53,2 kPa
Bovengrens:
–24 tot +300 mmHg
–3,2 tot +40,0 kPa
Ondergrens:
–25 tot +299 mmHg
–3,3 tot +39,9 kPa
Bovengrens:
25,1 tot 43,0 °C
77,1 tot 109,4 °F
Ondergrens:
25,0 tot 42,9 °C
77,0 tot 109,2 °F
Bovengrens:
19 tot 100 %
Ondergrens:
18 tot 99 %
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG7.1
Standaard-
Standaard-
waarden voor
waarden voor
bovengrens
ondergrens
– 80 mmHg
– 40 mmHg
(10,7 kPa)
(5,3 kPa)
voor GP1 M
voor GP1 M
tot GD8 M,
tot GD8 M,
gemiddelde
gemiddelde
arteriële
arteriële
druk, LV M
druk,LV M
– 20 mmHg
– 7 mmHg
(2,7 kPa)
(0,9 kPa)
voor LA,
voor PA,
ICP, CVD,
RV M
ABD, BDP,
– 2 mmHg
OESO,
(0,3 kPa)
FEMV,
voor RA,
UVP, GPM
ICP, ABD,
– 17 mmHg
BDP,
(2,3 kPa)
OESO,
voor PA,
FEMV,
RV M
UVP
– 12 mmHg
– 0 mmHg
(1,6 kPa)
(0,0 kPa)
voor RA
voor LA,
CVD, GPM
100 mmHg
70 mmHg
(13,3 kPa)
(9,3 kPa)
39,0 °C
34,0 °C
(102,2 °F)
(93,2 °F)
100 %
20 %
Standaard-
instelling voor
archiveren
Uit
Uit
Uit
Opslaan