94
Wegrijden en rijden
Handrem lossen
– Trek de handremhendel iets naar boven en druk gelijktijdig de blokkeerknop
bladzijde 93, afb. 102
in.
– Druk de hendel met ingedrukte knop helemaal naar beneden
Bij aangetrokken handrem en ingeschakeld contact brandt het handremcontrole-
lampje
.
Als per vergissing met aangetrokken handrem wordt weggereden, weerklinkt een
waarschuwingstoon en op het informatiedisplay* verschijnt de aanwijzing:
HANDBRAKE ON (HANDREM AANGETROKKEN)
De handremwaarschuwing wordt actief als langer dan 3 seconden met een snelheid
boven de 6 km/u wordt gereden.
ATTENTIE!
Zorg ervoor dat de aangetrokken handrem volledig is gelost. Een maar
gedeeltelijk geloste handrem kan tot oververhitting van de achterremmen
leiden en daardoor de werking van het remsysteem negatief beïnvloeden -
kans op ongevallen! Bovendien leidt dit tot voortijdige slijtage van de remvoe-
ring, achter.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de auto achter. De kinderen zouden
dan bijvoorbeeld de handrem los kunnen zetten of de auto in de vrijstand
kunnen zetten. De auto zou zich in beweging kunnen zetten - kans op onge-
vallen!
Voorzichtig!
Voor het uitschakelen van de motor eerst de handrem vasttrekken en de 1e versnelling
inschakelen.
Parkeerhulp achter*
De parkeerhulp waarschuwt voor obstakels achter de auto.
.
De akoestische parkeerhulp bepaalt met behulp van ultrasone sensoren de afstand
tussen de achterbumper en een obstakel achter de auto. De sensoren bevinden zich
in de achterbumper.
Bereik van de sensoren
De afstandswaarschuwing start bij een afstand van ongeveer 160 cm tot aan het
A
obstakel (bereik
A
pozen tussen de toonimpulsen korter.
Vanaf een afstand van ca. 30 cm (bereik
renzone. Vanaf hier mag u niet verder achteruit rijden!
Inschakelen
De parkeerhulp wordt bij ingeschakeld contact bij het inschakelen van de achteruit-
versnelling automatisch geactiveerd. Dit wordt door een korte bevestigingstoon
aangegeven.
Uitschakelen
De parkeerhulp wordt door het uit de achteruitversnelling nemen gedeactiveerd.
Afb. 103 Parkeerhulp: Detectie-
bereik van de sensoren, achter
afb.
103). Als de afstand korter wordt, worden ook de tussen-
A
) is een constante toon hoorbaar - geva-
B