Inhoudsopgave
Advertenties
deld. Dit kan door het indrukken van de handgreep boven de kentekenplaat worden
bladzijde 39, afb.
geopend
34.
De centrale vergrendeling kan worden bediend:
van buitenaf met de contactsleutel bladzijde 38,
met behulp van de toets voor de centrale vergrendeling bladzijde 39,
met de afstandsbediening bladzijde 40.
m.b.v. de vergrendelingsknoppen in de portieren
bij auto's die geen elektrische ruitbediening hebben (alleen voor vergrendeling).
Controlelampje en vergrendelingsknoppen in de portieren
Bij het ontgrendelen bewegen alle vergrendelingsknoppen omhoog.
Bij het vergrendelen moet het bestuurdersportier gesloten zijn. Andere portieren kan
men ook na het vergrendelen sluiten.
Bij het vergrendelen moeten alle vergrendelingsknoppen naar beneden bewegen. Is
dit niet het geval, dan moet men dat portier nog eenmal openen en correct sluiten.
De correcte vergrendeling van de auto wordt door het knipperen van het controle-
lampje in het bestuurdersportier - naast de vergrendelingsknop - bevestigd. Het
controlelampje knippert niet als de Safe-beveiliging buiten werking is gesteld
bladzijde 37.
Dit geldt echter niet bij auto's met een alarmsysteem* want het controlelampje geeft
dan aan dat het systeem is geactiveerd.
Comfortschakeling ruiten
Bij het ontgrendelen en vergrendelen van de auto kunnen de elektrisch bediende
ruiten worden geopend en gesloten bladzijde 44, 'Ruit-comfortbediening'.
Individuele portieropening*
Via deze functie is het mogelijk alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen. De
andere portieren blijven vergrendeld en worden pas ontgrendeld nadat nogmaals het
commando (openen) is gegeven.
Indien gewenst kunt u de mogelijkheid tot het openen van individuele portieren door
een servicedealer laten instellen.
Bediening
Veiligheid
bladzijde 39, afb. 33
- alleen
Aanwijzingen voor het
Gebruikvoorschriften
rijden
ATTENTIE!
De vergrendeling van de portieren voorkomt onwillekeurig openen in een
ongewone situatie (ongeval). Vergrendelde portieren voorkomen ook het
ongewenst binnendringen van buitenstaanders - bijv. op kruispunten. Ze
maken het hulpverleners in geval van nood echter moeilijker in de auto te
komen - levensgevaar!
Aanwijzing
Bij een aanrijding waarbij de airbag(s) is (zijn) geactiveerd worden de vergrendelde
portieren automatisch ontgrendeld om hulpverleners toegang tot de auto te
verschaffen.
Bij het uitvallen van de centrale vergrendeling kunnen alleen de voorportieren met
de sleutel worden ont- en vergrendeld. De andere portieren en de kofferklep/achter-
klep kunnen handmatig worden vergrendeld of ontgrendeld.
Noodvergrendeling van het portier bladzijde 39.
Voer na het vergrendelen van de auto via de centrale vergrendeling een visuele
controle van alle portieren uit - positie van de vergrendelingsknoppen.
Safe-beveiliging
De centrale vergrendeling is met een Safe-beveiliging uitgerust. Als u de auto van
buitenaf afsluit, worden de portiersloten automatisch geblokkeerd. Met de portier-
handgreep kunnen de portieren noch van buitenaf, noch van binnenuit worden
geopend. Daardoor wordt het openbreken van de auto bemoeilijkt.
Als u de wagen met een sleutel of een radiografische afstandsbediening vergrendelt,
kunt u de safe-beveiliging door twee keer vergrendelen binnen de 2 seconden buiten
werking stellen.
Als de Safe-beveiliging buiten werking is gesteld, knippert het controlelampje in het
bestuurdersportier niet.
Dit geldt echter niet bij auto's met een alarmsysteem* want het controlelampje geeft
dan aan dat het systeem is geactiveerd.
Als de auto weer wordt is ont- en vergrendeld, is de Safe-beveiliging weer in werking.
Raad en daad
Ontgrendelen en vergrendelen
Technische gegevens
37
Advertenties
Inhoudsopgave
