20
Instrumenten en controlelampjes
Geheugen
De multifunctionele -indicatie is uitgevoerd met twee automatisch werkende geheu-
gens.
De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op de display
een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reisgeheugen
(geheugen 2) weergegeven.
Het schakelen tussen de geheugens wordt uitgevoerd met behulp van toets
afb.
21.
Ritgeheugen (geheugen 1)
Het ritgeheugen verzamelt de rij-informatie vanaf het inschakelen tot aan het uitscha-
kelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur na het uitschakelen van het contact
wordt voortgezet worden de er dan nog bijkomende waarden meegenomen in de
berekening van de actuele rij-informatie. Bij een onderbreking van de rit met meer
dan 2 uur wordt het geheugen automatisch gewist.
Reisgeheugen (geheugen 2)
Een reisgeheugen verzamelt de rijgegevens van een willekeurig aantal ritten tot een
totale rijtijd van 99 uur en 59 minuten of een afstand van 9.999 km. Als een van de
genoemde waarden wordt overschreden, wordt het geheugen gewist en start de bere-
kening opnieuw.
Het reisgeheugen wordt, in tegenstelling tot het ritgeheugen, niet na een onderbreking
van 2 uur van de rit gewist.
Aanwijzing
Als de autoaccu wordt losgekoppeld, worden alle waarden in het geheugen gewist.
Bediening
A
B
A
De tuimelschakelaar
A
afb.
21.
Geheugen kiezen
– Door het even aantippen van de toets
Kiezen van de functies
– Druk aan de boven- of onderzijde op de tuimelschakelaar
na elkaar de afzonderlijke functies van de multi-functie-indicatie op de display
weergegeven.
Functie op nul zetten
– Kies het gewenste geheugen.
A
– Druk de knop
langer dan 1 seconde in.
B
De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop
op nul gezet:
gemiddeld brandstofverbruik,
afgelegde afstand,
gemiddelde snelheid,
rijtijd.
Afb. 21 multifunctionele -indi-
catie: Bedieningselementen
A
en de toets
bevinden zich in de ruitenwisserschakelaar
B
A
kiest u het gewenste geheugen.
B
A
. Daardoor worden
A
A
B