48
Verlichting en zicht
Verlichting en zicht
Verlichting
Verlichting in- en uitschakelen
Stadslicht inschakelen
– Draai de schakelaar in stand
Dim- en groot licht inschakelen
– Draai de schakelaar in stand
– Druk de grootlichthendel voor het inschakelen van het grote licht naar voren
bladzijde 51, afb.
45.
Alle verlichting uitschakelen
– Draai de schakelaar in stand 0.
Dagrijlicht inschakelen*
– Neem de afdekkap van de zekeringenhouder, links op het dashboard, weg
bladzijde 181.
– Steek de activeringszekering Nr. 17 in de zekeringendoos.
Afb. 40 Dashboard: Lichtscha-
kelaar:
.
.
Dagrijlicht uitschakelen*
– Neem de afdekkap van de zekeringenhouder, links op het dashboard, weg
bladzijde 181.
– Steek de activeringszekering Nr. 17 in de zekeringendoos.
Het dimlicht brandt alleen maar bij ingeschakeld contact. Na het uitschakelen van het
contact wordt het dimlicht automatisch uitgeschakeld en brandt alleen het stadslicht.
Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de schakelaars voor een deel af van
afb. 40
de in
weergegeven plaatsing. De symbolen die de schakelaarstanden
aangeven zijn gelijk.
Voor enkele landen geldt dat, bij ingeschakeld contact naast het stadslicht, ook het
dimlicht met een verminderde helderheid (intensiteit) brandt.
ATTENTIE!
Rijd nooit met stadslicht - kans op ongevallen! Het stadslicht is niet fel genoeg
om het wegdek voor u voldoende te verlichten of om door andere verkeers-
deelnemers te worden gezien. Schakel daarom in het donker of bij slecht zicht
altijd het dimlicht in.
Aanwijzing
Als u bij ingeschakelde verlichting de contactsleutel uit het contactslot trekt en het
bestuurdersportier opent, klinkt er een akoestisch signaal.
Met het sluiten van het bestuurdersportier (contact uit) wordt het akoestische
waarschuwingssignaal via het portiercontact uitgeschakeld. De auto kan met inge-
schakeld stadslicht worden geparkeerd.
Als u de auto langere tijd parkeert, adviseren wij de verlichting uit te schakelen of
alleen het stadslicht aan te laten.
Het inschakelen van de hiervoor beschreven verlichting mag alleen in overeen-
stemming met de wettelijke voorschriften plaatsvinden.
Als in de lichtschakelaar een storing ontstaat wordt het dimlicht automatisch inge-
schakeld.