58
Zitten en opbergen
Zitten en opbergen
Stoelen vooraan
Basisprincipes
De voorstoelen kunnen op vele manieren worden ingesteld en daardoor aan de
lichaamsbouw van de bestuurder en de voorpassagier worden aangepast. De juiste
instelling van de stoelen is bijzonder belangrijk voor:
het veilig, snel bereiken van de bedieningselementen;
een ontspannen, niet-vermoeiende lichaamshouding;
de maximale bescherming door de veiligheidsgordels en het airbagsysteem.
ATTENTIE!
Neem nooit meer personen mee dan het aantal zitplaatsen dat uw auto telt.
Elke inzittende moet de bij de zitplaats behorende veiligheidsgordel correct
dragen. Kinderen moeten met behulp van een hiervoor geschikt kinderzitje zijn
beveiligd bladzijde 119, 'Veilig vervoer van kinderen'.
De voorstoelen en alle hoofdsteunen moeten altijd overeenkomstig de
lichaamsgrootte worden ingesteld, terwijl ook de veiligheidsgordels altijd
correct moeten worden gedragen om u en uw passagiers een optimale bescher-
ming te bieden.
Houd de voeten tijdens het rijden altijd in de voetenruimte - leg de voeten
nooit op het dashboard, in de ruitsponning of op de zittingen! Dat geldt vooral
voor de passagiers. Bij een remactie of een aanrijding stelt u zich dan aan een
verhoogd letselrisico bloot. Bij een inschakeling van de airbag kunt u door de
verkeerde zithouding dodelijk letsel oplopen!
Voor de bestuurder en de voorpassagier is het belangrijk dat een afstand
van minstens 25 cm van het stuurwiel, resp. van het dashboard wordt aange-
houden. Als deze minimale afstand niet wordt aangehouden, kan het airbagsy-
steem u niet beschermen - levensgevaar! Bovendien moeten de voorstoelen en
de hoofdsteunen altijd in overeenstemming met de lichaamsgrootte zijn inge-
steld.
ATTENTIE! Vervolg
Zorg ervoor dat zich geen voorwerpen in de voetenruimte bevinden omdat
deze voorwerpen bij een rij- of remactie tussen de pedalen kunnen komen. U
zou dan niet in staat zijn te koppelen, te remmen of gas te geven.
Voorstoelen instellen
Stoel in lengterichting instellen
A
afb. 54
– Trek de hendel
omhoog en schuif daarbij de stoel in de gewenste
1
positie.
A
– Laat de hendel
los en verschuif de stoel totdat de vergrendeling hoorbaar
1
inklikt.
Zittinghoogte instellen*
– Als u de stoel hoger wilt zetten, trek de hendel
bewegingen met de hendel.
– Als u de stoel lager wilt zetten, druk de hendel
pompbewegingen met de hendel.
Afb. 54 Bedieningspaneel op
stoel
A
dan naar boven of maak pomp-
2
A
dan naar beneden of maak
2