120
Veilig vervoer van kinderen
ATTENTIE! Vervolg
Kinderen mogen tijdens het rijden ook nooit in de auto staan of op hun
knieën zitten. Bij een aanrijding wordt het kind dan door de auto geslingerd en
kan zichzelf en andere inzittenden daardoor levensgevaarlijk verwonden.
Als kinderen tijdens het rijden naar voren leunen of een verkeerde zithou-
ding innemen, staan ze bij een aanrijding bloot aan een hogere kans op letsel.
Dat geldt vooral voor kinderen die op de voorpassagiersstoel worden vervoerd
als het airbagsysteem bij een aanrijding wordt geactiveerd. Dit kan levensge-
vaarlijk of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Het verloop van de gordelband is voor de maximale beschermende werking
van de veiligheidsgordel van grote betekenis bladzijde 106, 'Hoe worden
veiligheidsgordel goed gedragen?'. Neem beslist de aanwijzingen van de fabri-
kant van het kinderzitje met betrekking tot het correcte verloop van de gordel-
band in acht. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan zelfs bij een lichte
aanrijding tot letsel leiden.
Er moet worden gecontroleerd of de veiligheidsgordels correct over het
lichaam lopen. Bovendien moet erop worden gelet, dat de gordelband niet
door eventuele scherpe randen kan worden beschadigd.
Bij het gebruik van een kinderzitje op de stoel van de voorpassagier waarbij
het kind met de rug in de rijrichting zit (in meerdere landen bij gebruik van een
kinderzitje waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist de airbag voor de
voorpassagier resp. de zijairbag* worden uitgeschakeld bladzijde 116. Als
dit wordt nagelaten, het kind door de geactiveerde voorairbag voor de voor-
passagier zwaar tot dodelijk letsel oplopen. In enkele landen verlangen de nati-
onale wettelijke voorschriften ook het uitschakelen van de zijairbags. Neem bij
het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de betreffende nationale
voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinderzitjes in acht.
Gebruik van kinderzitjes op de voorpassagiersstoel
Kinderzitjes moeten altijd op de achterbankzitting worden bevestigd.
Wij adviseren om veiligheidsredenen, veiligheidssystemen voor kinderen zo veel
mogelijk op de achterbankzittingen te monteren. Als echter toch een kinderzitje op de
voorpassagiersstoel moet worden gebruikt, moet u, overeenkomstig het ingebouwde
airbagsysteem, op de volgende waarschuwingsaanwijzingen letten.
ATTENTIE!
Attentie - groot gevaar! Gebruik op de voorpassagiersstoel nooit een
kinderzitje waarbij het kind met de rug in de rijrichting zit. Dit kinderzitje
bevindt zich in het gebied waarin de voorairbags voor de voorpassagier
worden opgeblazen. De airbag kan bij activering het kind zwaar, zelfs levensge-
vaarlijk verwonden.
Op dit feit attendeert een sticker die op de middenstijl aan de zijde van de
afb.
voorpassagier is geplakt
125. De sticker is na het openen van het portier
voor de voorpassagier zichtbaar. Voor enkele landen is de sticker ook op de
zonneklep van de voorpassagier aangebracht.
Indien u toch een kinderzitje op de stoel van de voorpassagier wilt
gebruiken waarbij het kind met de rug in de rijrichting zit (in meerdere landen
bij gebruik van een kinderzitje waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist
de airbag voor de voorpassagier en de zijairbag voor de voorpassagier* worden
uitgeschakeld bladzijde 116, 'Airbag uitschakelen'. Als dit wordt nagelaten,
het kind door de geactiveerde voorairbag voor de voorpassagier zwaar tot
Afb. 125 Sticker op de middelste
carrosseriestijl aan de voorpas-
sagierszijde